Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing



Vergelijkbare documenten
Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

Balans Stijn Slegers per 1 januari van jaar 5

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

PDB. Financiële administratie & Kostprijscalculatie. Boekhouden. Aanvulling

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 4 1 / 11

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

300 Voorraad keuken 070 4% Onderhandse lening. dranken 110 Fortisbank. 485 Verzekeringskosten 170 Te betalen loonheffing

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

2015 Noordhoff Uitgevers bv. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1

PROEFEXAMEN 3 Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Dit uitwerkingenformulier bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN

Investerings en financieringsprobleem

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 26 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Uitwerkingen PDB Bedrijfsadministratie met resultaat hoofdstuk 1

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

1 DE BALANS 1 UITWERKINGEN VOOR STUDENTEN /07 kas neemt toe met 300,- bank neemt toe met 300,-

PDB PRAKTIJKEXAMEN BOEKHOUDEN JOURNAALPOSTEN DINSDAG 13 JUNI 2006 VOORMIDDAG

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Te betalen omzetbelasting Aan Te vorderen omzetbelasting Aan Af te dragen omzetbelasting 2.100

Internetopgaven hoofdstuk 3

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord...

Leasing Af te leveren leasemachines d Vervallen leasetermijnen d Bank d

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen en geeft een beeld van het examen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden.

Cumulatieve. De economische gebruiksduur van het verbeterde type bestelwagen is 4 jaar.

1. Een balans is een overzicht van activa (bezittingen) en passiva (schulden en eigen vermogen).

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 22 juni 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Kennis bedrijfsadministratie

Administratie van de industriële onderneming

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

5 Journaliseren en coderen

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 5 1 / 12

Debet Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 apr Van balans

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

UIT balans en resultatenrekening

DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35.

1 Contante boekingen en kortingen

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

Kennis Bedrijfsadministratie. Werkboek

Diverse-postenboek Datum Omschrijving Bedrag januari 2 Retour ontvangen van P. Vlag, alhier goederen ter waarde van SRD 8.650,

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

Proefexamen BOEKHOUDEN

Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag

Case 1: Winkelbedrijf Haleman (32 punten) Basiskennis boekhouden (BKB), hfdst.18.3, p. 224.

Een overzicht van veel voorkomende gebeurtenissen en van de vastlegging daarvan:

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen

BKB PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN MAANDAG 11 JUNI Beschikbare tijd 4 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet.

1. Een balans is een overzicht van activa (bezittingen) en passiva (schulden en eigen vermogen).

Module 3 Gegevens verwerken. Geleerd in vorige presentaties. Les 2. Wat is boekhouden? Wat zijn transacties? Les 2. Leer het boekhoudproces

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfsadministratie Deel 3a

PDB PRAKTIJKEXAMEN BOEKHOUDEN BIJLAGEN BIJ OPGAVE GEAUTOMATISEERDE GEGEVENSVERWERKING DINSDAG 20 JUNI 2006

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2

Internetopgaven hoofdstuk 7

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

2014 Nederlandse Associatie voor Examinering Elementair Boekhouden 1 / 7

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen en geeft een beeld van het examen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden.

Bedrijfsadministratie - BAD Deel 5b

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2009

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Beginner. Beginner. Beginner

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Appendix Periodeafsluiting Opgaven- en werkboek

De kosten van kleine reparaties boekt Kroone direct ten taste van de rekening Kosten shovels.

Internetopgaven hoofdstuk 3

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB

Blz. 95: Halverwege vierde bullet: De nummers die beginnen met een 4, 8 of 9 gaan naar de winst- en verliesrekening

Deze examenopgave bestaat uit page 10 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 22 vragen.

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 2 Werkboek

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 2 Werkboek

Examen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Händel

Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend.

061 Voorziening 448 Kosten milieuschade 076 Lening o/g 449 Interestkosten 077 Hypothecaire 450 Verkoopkosten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Deel 2 hoofdstuk 4 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 4. Versie aug Kosten van materiële vaste activa.

Praktisch boekhouden Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Deze examenopgave bestaat uit 12 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen omvat 21 vragen.

Afschrijvingen in CASH

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Transcriptie:

Hoofdstuk 1 Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing 1.1 Inleiding In het boek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie heb je geleerd om boekingen te maken in de verschillende dagboeken. Dagboeken zijn het kasboek, bankboek, inkoopboek, verkoopboek en memoriaal. In dit hoofdstuk en ook in de twee volgende hoofdstukken behandelen we een aantal mutaties, die geheel of gedeeltelijk via het memoriaal lopen. In dit hoofdstuk komen aan de orde: de afschrijving op duurzame productiemiddelen en de buitengebruikstelling daarvan; het boeken van leasegoederen. Bij het journaliseren geven we elke grootboekrekening een code, die aansluit bij het gangbare rekeningenstelsel dat in ons land gebruikt wordt. Hieronder geven we nog eens de rubrieken aan en de soort rekeningen die daarin voorkomen: Rubriek 0 Rubriek 1 Rubriek 2 Rubriek 3 Rubriek 4 Rubriek 5 Rubriek 6 Rubriek 7 Rubriek 8 Rubriek 9 Vaste activa, eigen vermogen en lang vreemd vermogen Vlottende activa, met uitzondering van de voorraden, en kort vreemd vermogen Een aantal tussenrekeningen Voorraden grondstoffen Kostenrekeningen Rekeningen van indirecte kosten Rekeningen van fabricagekosten Voorraden producten Rekeningen van verkopen Een aantal rekeningen van winst en verlies Duurzame productiemiddelen en leasing 9

In handelsondernemingen en dienstverlenende ondernemingen komen de rubrieken 3 en 6 niet voor en rubriek 5 zeer beperkt. In opgaven worden de grootboekrekeningen met hun codes altijd gegeven. 1.2 Afschrijving duurzame productiemiddelen Een duurzaam productiemiddel kan worden voorgesteld als een hoeveelheid prestaties, bijvoorbeeld draaiuren of kilometers. De omvang van het aantal prestaties bepaalt de capaciteit van het productiemiddel. Het aantal prestaties dat een duurzaam productiemiddel gedurende de gehele levensduur kan leveren, wordt de volgtijdige capaciteit genoemd. Het aantal mogelijke prestaties per (korte) tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur, is de gelijktijdige capaciteit. Stel dat van een verpakkingsmachine is gegeven dat de verwachte levensduur 10 jaar is, dat er per jaar 2.000 uren mee kan worden gewerkt en dat de machine 50 producten per uur verpakt. De gelijktijdige capaciteit van de machine is 50 producten per uur en de volgtijdige capaciteit is: 10 2.000 50 = 1.000.000 verpakte producten. Met de aanschaf van een duurzaam productiemiddel wordt een hoeveelheid capaciteit verkregen, waarvan de kosten niet uitsluitend ten laste van de periode van aanschaf mogen komen. Door gebruik zal het productiemiddel slijten en zal de resterende capaciteit afnemen. De waardedaling van een productiemiddel als gevolg van slijtage en ouderdom wordt als kosten geboekt. Dit heet afschrijven. Een duurzaam productiemiddel dat niet in waarde daalt, zoals de grond waarop een onderneming is gebouwd, wordt niet afgeschreven. Bij de levensduur van een duurzaam productiemiddel wordt onderscheid gemaakt in de technische levensduur en de economische levensduur. De technische levensduur van een duurzaam productiemiddel is de periode dat het productiemiddel technisch in staat is prestaties te verrichten. Naarmate een productiemiddel ouder wordt, zullen over het algemeen de prestaties afnemen en de kosten ervan toenemen. Dan komt er een moment dat de kosten zo hoog worden dat doorgaan met het productiemiddel economisch niet meer verantwoord is. De kosten zijn hoger dan wat ermee verdiend wordt. Het productiemiddel zal dan worden vervangen. De economische levensduur van een duurzaam productiemiddel is de periode dat het productiemiddel prestaties levert die waarde hebben voor de onderneming. 10 Hoofdstuk 1

Voor het berekenen van de afschrijving gaan we altijd uit van de (verwachte) economische levensduur. Afschrijven kan op verschillende manieren plaatsvinden. Enkele in de praktijk gebruikte afschrijvingssystemen zijn: afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs; afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde; afschrijven met een wisselend bedrag per periode. Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs houdt in dat elke periode eenzelfde bedrag wordt afgeschreven. Dit bedrag wordt meestal uitgedrukt in een percentage van de aanschafprijs. Deze methode wordt ook genoemd afschrijven met gelijke bedragen per periode. De aanschafprijs van een duurzaam productiemiddel bestaat niet alleen uit de aankoopprijs van het duurzame productiemiddel zelf, maar bevat ook de eventuele bijkomende kosten zoals vervoerskosten, invoerrechten en installatiekosten. Het totale bedrag wordt geactiveerd (debet op de balans geboekt) en daarna over de economische levensduur verdeeld. De berekening van het afschrijvingsbedrag per periode is: (A R)/n A = aanschafprijs; R = restwaarde; n = aantal perioden. Voorbeeld Een onderneming heeft een machine gekocht voor 500.000,-. De bijkomende kosten bedragen 50.000,-. Elk jaar wordt 12% van de aanschafprijs afgeschreven. De economische levensduur is 8 jaar. 1. Bereken de jaarlijkse afschrijving op de machine. 2. Bereken de boekwaarde van de machine na vijf jaar. 3. Bereken de geschatte restwaarde aan het einde van de levensduur. Uitwerking 1. De jaarlijkse afschrijving bedraagt: 12% van ( 500.000,- + 50.000,-) = 66.000,-. Duurzame productiemiddelen en leasing 11

2. De boekwaarde is de aanschafprijs verminderd met de in het verleden gedane afschrijvingen. Na vijf jaar bedraagt deze: 550.000,- 5 66.000,- = 220.000,-. 3. Er wordt in totaal afgeschreven: 8 12% van 550.000,- = 528.000,-. De geschatte restwaarde bedraagt dus 22.000,-. Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde houdt in dat iedere periode een vast percentage wordt afgeschreven van de boekwaarde aan het begin van de periode. De boekwaarde is het verschil tussen de aanschafprijs en de gedane afschrijvingen. Aangezien de boekwaarde daalt, zullen ook de afschrijvingsbedragen dalen. Voorbeeld De aanschafprijs van een vrachtauto bedraagt 240.000,-. Elk jaar wordt 30% afgeschreven van de boekwaarde aan het begin van het jaar. Bereken de afschrijving in het 1e, 2e en 3e jaar. Uitwerking Aanschafprijs 240.000,- Afschrijving 1e jaar: 30% van 240.000,- = 72.000,- Boekwaarde na 1 jaar 168.000,- Afschrijving 2e jaar: 30% van 168.000,- = 50.400,- Boekwaarde na 2 jaar 117.600,- Afschrijving 3e jaar: 30% van 117.600,- = 35.280,- Boekwaarde na 3 jaar 82.320,- De jaarlijkse afschrijvingsbedragen nemen af. Naast afschrijvingskosten heeft een duurzaam productiemiddel nog andere kosten, zoals: interestkosten, kosten van bedienend personeel, elektriciteitskosten en onderhoudskosten. Het onderhoud is nodig om het productiemiddel in een goede staat te houden. Deze kosten zullen over het algemeen in de loop van de levensduur toenemen. 12 Hoofdstuk 1

Afschrijven met een wisselend bedrag per periode is, dat afhankelijk van de overige kosten, het afschrijvingsbedrag wordt bepaald. Men probeert door het variëren van de afschrijvingsbedragen de totale kosten zoveel mogelijk gelijk te houden. De keuze van de afschrijvingsmethode is afhankelijk van onder meer de waardedaling van het duurzame productiemiddel en het verloop van de complementaire kosten. De complementaire kosten van een duurzaam productiemiddel zijn alle kosten die nodig zijn om prestaties te leveren, behalve de afschrijvingskosten en de interestkosten van het duurzame productiemiddel. Bij een bestelauto zijn de complementaire kosten bijvoorbeeld de loonkosten van de chauffeur, de onderhoudskosten en de brandstofkosten. Deze kosten zijn naast de afschrijvings- en interestkosten van de bestelauto nodig om de auto in gebruik te kunnen houden. Een onderneming probeert door middel van afschrijvingen het waardeverloop van een productiemiddel zo goed mogelijk te volgen. Dat kan betekenen dat een duurzaam productiemiddel dat gelijkmatig in waarde daalt, wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafprijs. En een duurzaam productiemiddel dat in het begin sterker in waarde daalt, wordt afgeschreven met een vast percentage van de boekwaarde. Daarnaast hangt de berekening van de afschrijvingskosten en interestkosten af van de complementaire kosten. Stijgen bijvoorbeeld de complementaire kosten in de loop van de economische levensduur dan zal men de afschrijving en interest zodanig kunnen berekenen dat de totale kosten per jaar ongeveer gelijk zijn. De afschrijving wordt boekhoudkundig in het grootboek tot uitdrukking gebracht. Aan de ene kant is afschrijving een kostenpost en moet een kostenrekening, een rekening in rubriek 4, worden gedebiteerd. Dit betekent dus een vermindering van de winst. Aan de andere kant is afschrijving een waardedaling van een duurzaam productiemiddel en wordt een balansrekening gecrediteerd. Het boeken van de waardevermindering kan op twee manieren gebeuren. 1e manier De afschrijvingen worden gecrediteerd op de grootboekrekening van het betreffende duurzame productiemiddel. Als het om de afschrijving op een machine gaat, wordt de rekening Machines gecrediteerd. Het saldo van deze rekening geeft dan steeds de boekwaarde weer. Duurzame productiemiddelen en leasing 13

Voorbeeld Op 2 januari 2010 is een machine gekocht voor 80.000,-. Op deze machine wordt jaarlijks 15% van de aanschafprijs afgeschreven. Andere machines zijn niet aanwezig. 1. Bereken de maandelijkse afschrijving. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving. 3. Stel de rekening Machines op over januari 2010 en heropen deze rekening per 1 februari 2010. 4. Stel de rekening Afschrijvingskosten machines op over januari 2010. Uitwerking 1. De maandelijkse afschrijving bedraagt: 1/12 15% van 80.000,- =. 2. De journaalpost uit het memoriaal luidt: 432 Afschrijvingskosten machines Aan 002 Machines 3. De rekening 002 Machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet 002 Machines Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 2-1 Aankoop 80.000,- 31-1 Afschrijving 31-1 Naar balans 79.000,- 80.000,- 80.000,- 1-2 Balans 79.000,- De boekwaarde op 1 februari bedraagt dus 79.000,-. 4. De rekening 432 Afschrijvingskosten machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: 14 Hoofdstuk 1

Debet 432 Afschrijvingskosten machines Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 31-1 Afschrijving 31-1 Naar winst-enverliesrekening 2e manier De afschrijvingen worden gecrediteerd op een aparte afschrijvingsrekening van het duurzame productiemiddel in rubriek 0. Als het om een machine gaat, wordt de rekening Afschrijving machines gecrediteerd. Op de rekening Machines blijft de aanschafprijs staan. Het saldo van de rekeningen Machines en Afschrijving machines geeft de boekwaarde weer. We laten dat zien aan de hand van een voorbeeld dat gelijk is aan het vorige voorbeeld. Voorbeeld Op 2 januari 2010 is een machine gekocht voor 80.000,-. Op deze machine wordt jaarlijks 15% van de aanschafprijs afgeschreven. 1. Bereken de maandelijkse afschrijving. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving. 3. Stel de rekeningen Machines en Afschrijving machines op over januari 2010 en heropen deze rekeningen per 1 februari 2010. 4. Stel de rekening Afschrijvingskosten machines op over januari 2010. Uitwerking 1. De maandelijkse afschrijving bedraagt: 1/12 15% van 80.000,- =. 2. De creditering van de afschrijving vindt nu niet plaats op de rekening 002 Machines, maar op de rekening 012 Afschrijving machines. De journaalpost uit het memoriaal luidt: 432 Afschrijvingskosten machines Aan 012 Afschrijving machines De rekeningen Afschrijvingskosten machines en Afschrijving machines mogen niet met elkaar worden verward. De eerste rekening is een kostenrekening en het daarop geboekte bedrag vermindert de winst. De tweede rekening is een Duurzame productiemiddelen en leasing 15

correctierekening op de rekening Machines; het bedrag vermindert de bezitting machines. 3. De rekening 002 Machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet 002 Machines Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 2-1 Aankoop 80.000,- 31-1 Naar balans 80.000,- 80.000,- 80.000,- 1-2 Balans 80.000,- De rekening 012 Afschrijving machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet 012 Afschrijving machines Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 31-1 Naar balans 31-1 Afschrijving 1-2 Balans De rekening 012 Afschrijving machines is een correctie op de rekening 002 Machines en geeft aan welk bedrag in totaal op de machine is afgeschreven. Uit het verschil tussen de rekeningen Machines en Afschrijving machines blijkt de boekwaarde. Deze bedraagt: 80.000,- = 79.000,-. 4. De rekening 432 Afschrijvingskosten machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet 432 Afschrijvingskosten machines Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 31-1 Afschrijving 31-1 Naar winst-enverliesrekening 16 Hoofdstuk 1

Deze is gelijk aan die in het vorige voorbeeld. Het voordeel van een afzonderlijke afschrijvingsrekening in rubriek 0 van het grootboek is dat de aanschafprijs van de duurzame productiemiddelen zichtbaar blijft. Dit is gemakkelijk als afgeschreven wordt met een vast percentage van de aanschafprijs. Want de aanschafprijs kun je zo aflezen uit het grootboek. In de balans van een gepubliceerde jaarrekening is het gebruikelijk om alleen de boekwaarde van de duurzame activa te vermelden. Voor wat betreft het voorgaande voorbeeld staat op de balans dan alleen aan de debetkant bij Machines een bedrag van 79.000,-. In de toelichting op de balans worden dan de aanschafprijs en de cumulatieve afschrijving vermeld. Bij verkoop van een duurzaam productiemiddel moet de boekwaarde worden afgeboekt. Als de boekwaarde op twee rekeningen staat, moeten de bedragen van beide rekeningen verdwijnen. Een eventueel voordelig of nadelig resultaat bij verkoop van vaste activa wordt geboekt op de rekening Incidentele verliezen en winsten. Voorbeeld Een onderneming heeft onder andere de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 005 Installaties 130 Debiteuren 181 Te betalen omzetbelasting 980 Incidentele verliezen en winsten Er is een oude installatie verkocht voor 14.280,-, inclusief 2.280,- omzetbelasting. Hiervoor is een factuur verzonden. De oorspronkelijke aanschafprijs van de installatie is 350.000,- en er is tot het moment van verkoop 320.000,- op afgeschreven. 1. Journaliseer de factuur. Stel dat de onderneming naast de rekening 005 Installaties een aparte rekening 015 Afschrijving installaties in gebruik had. 2. Welke bedragen zouden op de rekeningen 005 Installaties en 015 Afschrijving installaties met betrekking tot de verkochte installatie hebben gestaan vlak voor het moment van verkoop? Duurzame productiemiddelen en leasing 17

3. Welke journaalpost zou dan van de verkoop zijn gemaakt? Uitwerking 1. De installatie had nog een boekwaarde van 30.000,-. Dit bedrag staat op de rekening 005 Installaties en moet daarvan worden afgeboekt. Het ontvangen bedrag voor de installatie bedraagt na aftrek van omzetbelasting 12.000,-, zodat er een nadelig resultaat is van 18.000,-. De journaalpost uit het verkoopboek luidt: 130 Debiteuren 14.280,- 980 Incidentele verliezen en winsten 18.000,- Aan 181 Te betalen omzetbelasting 2.280,- Aan 005 Installaties 30.000,- 2. 005 Installaties 350.000,- debet; 015 Afschrijving installaties 320.000,- credit. 3. De boekwaarde van 30.000,- staat nu op twee rekeningen, namelijk 005 Installaties en 015 Afschrijving installaties. Beide bedragen moeten bij verkoop worden afgeboekt. De journaalpost uit het verkoopboek wordt dan: 130 Debiteuren 14.280,- 015 Afschrijving installaties 320.000,- 980 Incidentele verliezen en winsten 18.000,- Aan 181 Te betalen omzetbelasting 2.280,- Aan 005 Installaties 350.000,- Oefenopgave 1A De inventaris van een onderneming heeft een aanschafprijs van 176.000,-. De verwachte restwaarde is 20.000,-. De economische levensduur is 10 jaar en de technische levensduur is 15 jaar. Er wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafprijs. 1. Bereken de maandelijkse afschrijvingskosten. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving als deze tot uitdrukking wordt gebracht op de rekening 004 Inventaris. 3. Journaliseer de maandelijkse afschrijving als deze afschrijving tot uitdrukking wordt gebracht op de rekening 014 Afschrijving inventaris. 18 Hoofdstuk 1

4. Welke bedragen staan aan het einde van het zesde jaar op de rekeningen Inventaris en Afschrijving inventaris als in rubriek 0 een aparte afschrijvingsrekening voor inventaris is opgenomen? Oefenopgave 1B Van een onderneming is gegeven dat aan het einde van elk kwartaal een balans en een winst-en-verliesrekening worden opgesteld. In het grootboek van de onderneming komen per 1 januari 2010 onder meer de volgende rekeningen voor met hun respectievelijke saldi: Rek. nr. Naam van de rekening Debet Credit 001 Gebouwen 700.000,- 003 Auto s 180.000,- 011 Afschrijving gebouwen 340.000,- 013 Afschrijving auto s 65.600,- 431 Afschrijvingskosten gebouwen 433 Afschrijvingskosten auto s Op de gebouwen wordt jaarlijks 2% van de aanschafprijs afgeschreven. Op de auto s wordt jaarlijks 25% van de boekwaarde aan het begin van het jaar afgeschreven. 1. Waarom staan er geen saldi vermeld bij de rekeningen Afschrijvingskosten gebouwen en Afschrijvingskosten auto s? 2. Bereken de afschrijving gebouwen en de afschrijving auto s over het eerste kwartaal van 2010. 3. Stel de genoemde grootboekrekeningen op over het eerste kwartaal van 2010 en heropen ze indien nodig per 1 april 2010. Oefenopgave 1C Een onderneming heeft onder meer de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 003 Auto s 004 Inventaris 013 Afschrijving auto s 100 Kas Duurzame productiemiddelen en leasing 19

180 Te verrekenen omzetbelasting 181 Te betalen omzetbelasting 980 Incidentele verliezen en winsten In september zijn contant verkocht een auto voor 3.808,- en een computer voor 833,-. Beide bedragen zijn inclusief 19% omzetbelasting. De auto is aangeschaft voor 25.000,- en had op het moment van verkoop nog een boekwaarde van 2.500,-. De computer is gekocht voor 4.000,- en was op het moment van verkoop geheel afgeschreven. 1. Journaliseer de verkoop van de auto. 2. Journaliseer de verkoop van de computer. Vragen 1. Wat is het verschil tussen volgtijdige capaciteit en gelijktijdige capaciteit? 2. Waarom kan de technische levensduur van een duurzaam productiemiddel nooit langer zijn dan de economische levensduur? 3. Waarom worden ook de bijkomende kosten bij de aankoop van een duurzaam productiemiddel geactiveerd? 4. Leg uit waarom de complementaire kosten in de loop van de gebruiksduur van een machine zullen toenemen. 1.3 Leasing Tegenwoordig komt het veel voor dat ondernemingen duurzame productiemiddelen niet kopen maar leasen. Leasing in een soort huur, waarbij we twee vormen onderscheiden: finance lease en operational lease. Finance lease houdt in dat de huurder (lessee) een duurzaam productiemiddel huurt voor de tijd die gelijk staat aan de verwachte economische levensduur van het duurzaam productiemiddel. Aan het einde van de looptijd van het contract heeft de lessee het recht het geleasete productiemiddel voor een laag bedrag (bijvoorbeeld 1,-) te kopen. Finance lease is te vergelijken met het kopen van een duurzaam productiemiddel met gelijktijdige financiering door middel van een lening. Operational lease is leasing waarbij het contract, na meestal een korte minimale contracttermijn, kan worden opgezegd door de lessee. Dit is te vergelijken met huur. 20 Hoofdstuk 1

Het grote verschil tussen beide leasevormen is dat de lessee bij finance lease niet tussentijds kan opzeggen en bij operational lease wel. Daarom wordt finance lease beschouwd als economische eigendom, de lessee is economisch eigenaar van het duurzaam productiemiddel. Bij operational lease is dat niet het geval, daar blijft de verhuurder (lessor) economisch eigenaar. In beide gevallen is en blijft de lessor de juridische (wettelijke) eigenaar. In het geval van finance lease moet de lessee het geleasete object opnemen op zijn balans onder de activa en de verplichtingen onder Leaseverplichtingen, een vorm van lang vreemd vermogen. Voorbeeld Vofana bv sluit een finance-leasecontract voor een telefooninstallatie voor de duur van vijf jaar. De contante aankoopprijs van de installatie bedraagt 30.000,- exclusief 19% omzetbelasting. In geval van leasing moet maandelijks een leasetermijn van 625,- worden betaald. Deze bestaat uit: 500,- aflossing lening, 75,- interestkosten en 50,- overige kosten. De eerste leasetermijn wordt verhoogd met de totale omzetbelasting van 5.700,-. Aan het einde van de looptijd gaat de (juridische) eigendom automatisch over op de lessee. Vofana schrijft de installatie af met gelijke bedragen per periode. Journaliseer voor Vofana: 1. de levering van de telefooninstallatie; 2. het vervallen van de eerste leasetermijn; 3. de betaling per bank van de eerste leasetermijn; 4. het vervallen van de tweede leasetermijn; 5. de maandelijkse afschrijving op de telefooninstallatie. Uitwerking 1. Vofana ontvangt een telefooninstallatie met een waarde van 30.000,-. Dit wordt gedebiteerd op een activarekening, in dit geval Lease-installaties. De aankoopprijs is ook het bedrag dat Vofana leent van de leverancier en dat wordt gecrediteerd als verplichting. De omzetbelasting moet Vofana aan de leverancier betalen, is dus ook een verplichting, en krijgt ze weer terug van de Belastingdienst. Duurzame productiemiddelen en leasing 21

De journaalpost luidt: 050 Lease-installaties 30.000,- Aan 090 Leaseverplichtingen 30.000,- 180 Te verrekenen omzetbelasting 5.700,- Aan 090 Leaseverplichtingen 5.700,- 2. 090 Leaseverplichtingen 6.200,- 490 Financieringskosten lease-installaties 125,- Aan 190 Vervallen leasetermijnen 6.325,- De eerste termijn bestaat uit: 5.700,- (omzetbelasting) + 500,- (aflossing lening) + 125,- (bijkomende kosten) = 6.325,-. De bijkomende kosten worden beschouwd als financieringskosten en worden samen op de rekening Financieringskosten lease-installaties geboekt. 3. 190 Vervallen leasetermijnen 6.325,- Aan 110 Bank 6.325,- 4. 090 Leaseverplichtingen 500,- 490 Financieringskosten lease-installaties 125,- Aan 190 Vervallen leasetermijnen 625,- 5. 456 Afschrijvingskosten lease-installaties 500,- Aan 050 Lease-installaties 500,- De afschrijving per maand bedraagt: 30.000,-/(12 5) = 500,-. Je ziet dat de posten Lease-installaties en Leaseverplichtingen steeds met hetzelfde bedrag dalen. Bij operational lease boekt de lessee alleen de huurtermijnen. Voorbeeld Een onderneming leaset een bestelauto op basis van operational lease. Inbegrepen zijn de kosten van belastingen, verzekeringen en onderhoud. Maandelijks factureert de lessor een leasetermijn van 1.666,- inclusief 19% omzetbelasting. 22 Hoofdstuk 1

1. Journaliseer de maandelijkse leasetermijn. 2. Journaliseer de betaling per bank van de maandelijkse factuur in verband met het leasen van de bestelauto. Uitwerking 1. 465 Huurkosten geleasete bestelwagen 1.400,- 180 Te verrekenen omzetbelasting 266,- Aan 140 Crediteuren 1.666,- 2. 140 Crediteuren 1.666,- Aan 110 Bank 1.666,- Van operational lease komt verder niets op de balans te staan. Oefenopgave 1D Graziona bv sluit een finance-leasecontract voor tien heftrucks voor de duur van zes jaar. De contante aankoopprijs van een heftruck bedraagt 27.000,- per stuk exclusief 19% omzetbelasting. In geval van leasing moet maandelijks een leasetermijn van 4.470,- worden betaald. Deze bestaat uit: 3.750,- aflossing lening, 550,- interestkosten en 170,- overige kosten. De eerste leasetermijn wordt verhoogd met de totale omzetbelasting van 51.300,-. Aan het einde van de looptijd gaat de (juridische) eigendom van de heftrucks automatisch over op de lessee. Graziona schrijft de heftrucks in zes jaar af met gelijke bedragen per periode. In het grootboek komen onder andere de volgende rekeningen voor: 040 Heftrucks in leasing 110 Bank 140 Crediteuren 145 Leaseverplichtingen 150 Vervallen leasetermijnen 180 Te verrekenen omzetbelasting 181 Te betalen omzetbelasting 460 Afschrijvingskosten heftrucks in leasing 461 Financieringskosten heftrucks in leasing Duurzame productiemiddelen en leasing 23

1. Journaliseer de levering van de heftrucks en de verplichting die daaruit voortvloeit. 2. Journaliseer het vervallen van de eerste leasetermijn. 3. Journaliseer het vervallen van de tweede leasetermijn. 4. Journaliseer de factuur voor de tweede leasetermijn. 5. Journaliseer de maandelijkse afschrijving op de heftrucks. Oefenopgave 1E Bold bv leaset een computerserver op basis van operational lease. Maandelijks factureert de lessor een leasetermijn van 238,- inclusief 19% omzetbelasting. 1. Journaliseer de maandelijkse leasetermijn. 2. Journaliseer de betaling per bank van de maandelijkse factuur in verband met het leasen van de computerserver. Vragen 5. Wat is leasing? 6. Waarom moet finance lease van een machine wel op de balans van de lessee komen en operational lease ervan niet? 1.4 Samenvatting Een duurzaam productiemiddel kan worden voorgesteld als een hoeveelheid prestaties. De volgtijdige capaciteit van een duurzaam productiemiddel is het aantal prestaties dat het productiemiddel gedurende de gehele levensduur kan verrichten. De gelijktijdige capaciteit is het aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel in een bepaalde (korte) tijdseenheid. Bij duurzame productiemiddelen wordt onderscheid gemaakt in de technische levensduur en de economische levensduur. De technische levensduur is de periode dat het duurzame productiemiddel technisch in staat is om prestaties te verrichten. De economische levensduur is de periode dat het duurzame productiemiddel prestaties levert die waarde hebben voor de onderneming. 24 Hoofdstuk 1

Afschrijven is het boekhoudkundig tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een duurzaam productiemiddel. Voor het bepalen van het periodieke afschrijvingsbedrag bestaan verschillende methoden: Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs: de afschrijvingsbedragen zijn elke periode gelijk. Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde: de afschrijving is iedere periode een vast percentage van de boekwaarde aan het begin van de periode; de periodieke afschrijvingsbedragen nemen af. Afschrijven met een wisselend bedrag per periode: men laat het afschrijvingsbedrag afhangen van het verloop van de andere kosten van het duurzame productiemiddel. De keuze van de afschrijvingsmethode is afhankelijk van onder meer de waardedaling van het duurzame productiemiddel en het verloop van de complementaire kosten. De complementaire kosten van een duurzaam productiemiddel zijn alle kosten die nodig zijn om prestaties te leveren, behalve de afschrijvingskosten en de interestkosten van het duurzame productiemiddel. Leasing is een soort huur, waarbij we twee vormen onderscheiden: finance lease en operational lease. Finance lease houdt in dat de huurder (lessee) een duurzaam productiemiddel huurt voor de tijd die gelijk is aan de verwachte economische levensduur van het duurzaam productiemiddel. Aan het einde van de looptijd van het contract heeft de lessee het recht het geleasete productiemiddel voor een laag bedrag (bijvoorbeeld 1,-) te kopen van de verhuurder (lessor). Ook kan de (juridische) eigendom automatisch overgaan, dus zonder bijbetaling. Operational lease is leasing waarbij het contract, na meestal een korte minimale contracttermijn, kan worden opgezegd door de lessee. Dit is te vergelijken met huur. 1.5 Meerkeuzevragen 1. Welke van de volgende stellingen is/zijn juist? Stelling 1: Als afgeschreven wordt met een vast percentage van de aanschafprijs dalen de periodieke afschrijvingsbedragen. Stelling 2: Een voorbeeld van complementaire kosten van een machine zijn de afschrijvingskosten. Duurzame productiemiddelen en leasing 25

A Beide stellingen zijn juist. B Beide stellingen zijn onjuist. C Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist. D Stelling 2 is juist en stelling 1 is onjuist. 2. In geval van operational lease van een bestelauto is A de duur van het contract gelijk aan de economische levensduur van de bestelauto. B de duur van het contract gelijk aan de technische levensduur van de bestelauto. C de lessee de economisch eigenaar van de bestelauto. D de lessor de economisch eigenaar van de bestelauto. 3. Welke van de volgende beweringen is juist? A De saldi van de grootboekrekeningen 015 Afschrijving machines en 435 Afschrijvingskosten machines gaan aan het einde van de periode naar de balans. B De saldi van de grootboekrekeningen 015 Afschrijving machines en 435 Afschrijvingskosten machines gaan aan het einde van de periode naar de winst-en-verliesrekening. C Het saldo van de grootboekrekening 015 Afschrijving machines gaat aan het einde van de periode naar de balans en het saldo van 435 Afschrijvingskosten machines gaat naar de winst-en-verliesrekening. D Het saldo van de grootboekrekening 015 Afschrijving machines gaat aan het einde van de periode naar de winst-en-verliesrekening en het saldo van 435 Afschrijvingskosten machines gaat naar de balans. 1.6 Antwoorden vragen en meerkeuzevragen 1. Volgtijdige capaciteit is het totale aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel gedurende de economische levensduur. Gelijktijdige capaciteit is het aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel per (korte) tijdseenheid. 2. Na het verstrijken van de technische levensduur worden geen prestaties meer geleverd. Per definitie kunnen de prestaties dan ook geen waarde meer hebben. 3. De bijkomende kosten verhogen de aankoopprijs van een duurzaam productiemiddel en moeten dus evenals de aankoopprijs over de hele (economische) levensduur worden verdeeld. 26 Hoofdstuk 1

4. De complementaire kosten zullen toenemen, omdat bij langer gebruik een duurzaam productiemiddel minder efficiënt gaat werken en meer onderhoud nodig zal hebben. 5. Leasing is een vorm van huur van duurzame productiemiddelen. 6. Finance lease moet op de balans van de lessee worden opgenomen, omdat de lessee de economisch eigenaar van de machine is. Bij operational lease is dat niet het geval. Meerkeuzevragen 1. B 2. D 3. C 1.7 Uitwerkingen oefenopgaven Oefenopgave 1A 1. De afschrijving per jaar bedraagt: ( 176.000,- 20.000,-)/10 = 15.600,-. Per maand is dat: 1/12 15.600,- = 1.300,-. 2. 434 Afschrijvingskosten inventaris 1.300,- Aan 004 Inventaris 1.300,- 3. 434 Afschrijvingskosten inventaris 1.300,- Aan 014 Afschrijving inventaris 1.300,- 4. Op de rekening 004 Inventaris staat debet 176.000,-. Op de rekening 014 Afschrijving inventaris staat credit: 6 15.600,- = 93.600,-. Oefenopgave 1B 1. Aan het einde van het 4e kwartaal 2009 zijn de afschrijvingskosten naar de winst-en-verliesrekening geboekt, zodat er op 1 januari 2010 niets meer op deze rekeningen staat. Duurzame productiemiddelen en leasing 27

2. De afschrijving op gebouwen over het 1e kwartaal van 2010 bedraagt: ¼ 2% van 700.000,- = 3.500,-. De afschrijving op auto s over het 1e kwartaal van 2010 bedraagt: ¼ 25% van 114.400,- ( 180.000,- 65.600,-) = 7.150,-. 3. Debet 001 Gebouwen Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1-1 Balans 700.000,- 31-3 Naar balans 700.000,- 700.000,- 700.000,- 1-4 Balans 700.000,- Debet 003 Auto s Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1-1 Balans 180.000,- 31-3 Naar balans 180.000,- 180.000,- 180.000,- 1-4 Balans 180.000,- Debet 011 Afschrijving gebouwen Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 31-3 Naar balans 343.500,- 1-1 Balans 340.000,- 31-3 Afschrijving 3.500,- 343.500,- 343.500,- 1-4 Balans 343.500,- Debet 013 Afschrijving auto s Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 31-3 Naar balans 72.750,- 1-1 Balans 65.600,- 31-3 Afschrijving 7.150,- 72.750,- 72.750,- 1-4 Balans 72.750,- 28 Hoofdstuk 1