BAD1.1 les 7 programma Belastingen en de boekhouding Drie groepen belastingen Ondernemer als onbezoldigd ontvanger Loonbelasting Omzetbelasting Belastingen Drie groepen zakelijke belastingen waterschapslasten, onroerendezaakbelasting, motorrijtuigenbelasting, precariorecht persoonlijke belastingen inkomstenbelasting, onroerendezaakbelasting, successierecht ondernemer als doorgeefluik loonheffingen en omzetbelasting 1 2 Zakelijke belasting Persoonlijke belastingen Kenmerk zijn bedrijfskosten; komen dus in rubriek 4. Per bank de aanslag OZB voor het bedrijfspand betaald 4. Huisvestingskosten 1.200,00 A120 Postbank 1.200,00 Kenmerk zijn GEEN bedrijfskosten maar privé-uitgaven; komen dus NIET in rubriek 4 maar worden op de rekening Privé geboekt uitleg in hfd 9. Via de zakelijke bankrekening de aanslag OZB voor het woonhuis van de ondernemer betaald... Privé 800,00 A120 Postbank 800,00 3 4 1
Loonheffingen Loonheffing 1 van 3 Loonheffingen bestaan uit: loonheffing: loonbelasting premies volksverzekeringen premies werknemersverzekeringen (komt pas later aan de orde) Kenmerk inhoudingen zijn GEEN bedrijfskosten; werkgever moet de ingehouden bedragen aan de fiscus afdragen. 5 6 Loonheffing 2 van 3 Lonen over per bank uitbetaald 4. Loonkosten 6.000 A17.. Ingehouden loonheffing 2.500 A120 Bank 3.500 Loonheffing 3 van 3 Gedeeltelijke proefbalans 120 Bank. 6.000 17.. Ingehouden loonheffing 2.500 2.500 Ingehouden loonheffing per bank aan de fiscus afgedragen. 17.. Ingehouden loonheffing 2.500 A120 Bank 2.500 4.. Loonkosten 6.000 7 8 2
Omzetbelasting Ondernemer is belastingplichtig Kenmerken De omzetbelasting is een De omzetbelasting (BTW) wordt geheven van de ondernemer. algemene, niet-cumulatieve, Toch is de omzetbelasting voor de ondernemer geen kostenpost. De ondernemer berekent de OB door aan zijn klanten. kostprijsverhogende De OB is immers een verbruiksbelasting. verbruiksbelasting. 9 10 Belasting toegevoegde waarde Hoe wordt dit bereikt? Stelsel van belasting over toegevoegde waarde. Idee: belast de brutowinstmarge. verkoopprijs 150 350 600 inkoopprijs 0 150 350 brutowinst 150 200 250 600 BTW 6% 9 12 15 36 Totaal 36 boer melkfabriek winkelier consument Bezwaar van deze methode: houdt geen rekening met OB op overige kosten. Verschuldigde OB -/- voorbelasting 1 van 2 Oplossing Ken aan ondernemer een recht toe tot aftrek van voorbelasting en belast de omzet. De voorbelasting is de OB op de inkopen, kosten en de investeringen. boer melkfabriek winkelier prijs ob prijs ob prijs ob consument verkoopprijs 150 9 350 21 600 36 OB op: - inkopen 0 0 150 9 350 21 600 36 Saldo 9 12 15 Totaal 36 2008~ob01_inleiding Versie Versie 3.01 2.01 -- 31-aug-2009 -- 31-aug-08 2008~ob01_inleiding Versie Versie 3.01 2.01 -- 31-aug-2009 -- 31-aug-08 11 12 3
Verschuldigde OB -/- voorbelasting 2 vn 2 Boekingsregels OB 1 van 5 Het grote voordeel voor de handel wordt duidelijk als wij ook rekening houden met de OB op kosten en investeringen. Bij verkoop ondernemer berekent OB; ondernemer moet de OB t.z.t. aan fiscus voldoen. ondernemer boer melkfabriek winkelier prijs ob prijs ob prijs ob consument verkoopprijs 150 9 350 21 600 36 OB op: - inkopen 0 9 21 600 36 - kosten 2 3 5 - investeringen 30 > 2 > 42 > 26 Saldo 7-21 10 100 Kas 1.190 A181 Verschuldigde OB 190 A840 Opbrengst verkopen 1.000 2008~ob01_inleiding Versie Versie 3.01 2.01 -- 31-aug-2009 -- 31-aug-08 13 14 Boekingsregels OB 2 van 5 Bij inkoop ondernemer betaalt OB; ondernemer krijgt de OB t.z.t. van fiscus terug. 700 Voorraad goederen 600 180 Te vorderen OB 114 A100 Kas 714 Boekingsregels OB 3 van 5 Bij kosten ondernemer betaalt OB; ondernemer krijgt de OB t.z.t. van fiscus terug. 450 Reclamekosten 210 180 Te vorderen OB 40 A100 Kas 250 15 16 4
Boekingsregels OB 4 van 5 Boekingsregels OB 5 van 5 Bij doen van de aangifte: verschuldigde OB > te vorderen OB ondernemer betaalt saldo aan fiscus; verschuldigde OB < te vorderen OB ondernemer krijgt saldo van fiscus. 181 Verschuldigde OB 190 A180 Te vorderen OB 154 A182 Te betalen OB 36 Ondernemer voldoet het saldobedrag van de aangifte per bank. 182 Te betalen OB 36 A120 Bank 36 17 18 Vrijgestelde prestaties 1 van 3 Op grond van art. 11 Wet OB is over een aantal prestaties (leveringen en diensten) geen OB verschuldigd. Daar staat tegenover dat de ondernemer dan geen recht heeft op aftrek voorbelasting. Het gevolg daarvan is dat de OB kostenverhogend werkt. Vrijgestelde prestaties 2 / 3 Bij verkoop ondernemer berekent GEEN OB. 100 Kas 1.000 A840 Opbrengst verkopen 1.000 Opmerking De prijs zal hoger zijn omdat de ondernemer de OB nu als kosten doorberekend aan zijn afnemer. 19 20 5
Vrijgestelde prestaties 3 van 3 Tarieven Bij kosten ondernemer betaalt OB; ondernemer krijgt de OB NIET van fiscus terug. 450 Reclamekosten 250 (210 + 40) A100 Kas 250 De Wet OB kent drie tarieven: algemeen tarief 19% verlaagd tarief 6% bepaalde prestaties nultarief 0% export Nultarief versus vrijstelling Bij nultarief WEL recht op aftrek, bij vrijstelling GEEN recht op aftrek. 21 22 EINDE 23 6