PP02 Elk product op de juiste plek (Thema Presentatie en Promotie) Omschrijving Deze box bevat twee praktijkoefeningen waarbij de leerlingen meer leren over de plaats van producten in de winkel. Ze gaan o.a. vakken vullen, consumentenprijzen berekenen, prijs-/tekstkaarten maken en adviseren over de winkelindeling. Deze box bevat ook een spel. In dit spel speelt geluk maar ook kennis van de marketinginstrumenten een belangrijke rol. In deze box heeft de leerling het volgende nodig: schoonmaakartikelen zodat de leerling de schappen schoon kan maken; diverse producten uit het supermarktassortiment; diverse producten uit het drogisterijassortiment (deze producten worden ook in een andere praktijkoefening gebruikt); een aantal winkelschappen; per vier à vijf leerlingen hebt u vier verschillend gekleurde pionnen en twee dobbelstenen nodig. U bepaalt of de leerlingen een rekenmachine mogen gebruiken; Het is wenselijk dat de leerlingen kunnen beschikken over een digitale camera. Ze kunnen dan een foto maken van de schappen die ze hebben aangevuld. Meer specifieke informatie kunt u vinden in de desbetreffende praktijkoefeningen en in de Rond af van deze box bij de taak Het Warenhuisspel. Zelf heeft u de volgende materialen nodig: Stickervellen Kleurenprinter Eventueel gekleurd papier Eventueel apparatuur en materiaal om te lamineren. Het Warenhuisspel spelen de leerlingen in de afronding van deze box. De noodzakelijke documenten treft u aan in de docententoelichting van de desbetreffende taak. U kunt het spel door de leerlingen laten maken. Maar het is wel handig wanneer u de afdrukken zelf maakt. Het spel wordt gespeeld door vier leerlingen en een spelleider. Deze spelleider beheert de bank en controleert de antwoorden op de vragen. Het is ideaal als een docent of onderwijsassistent als spelleider kan optreden. Als dat niet mogelijk is, laat u een leerling optreden als spelleider. Het spel duurt maximaal twee lesuren. Toepassingsmogelijkheden Deze box bevat twee praktijkopdrachten. Praktijkopdracht 1 en 2 zijn inwisselbaar. In plaats van een derde praktijkoefening wordt er in de afronding van de box een spel gespeeld. Hiervoor is gekozen: om u te ontlasten, omdat de praktijkoefeningen in deze box behoorlijk wat voorbereiding vergen van de docent; omdat in de box veel theoretische kennis is opgenomen. Deze is niet altijd goed in de praktijk te toetsen. Er is een spel bedacht waarin het inzicht van de leerling getest wordt. Op deze manier is hij op een heel andere wijze bezig met de stof. Versie 21-01-2008 1
Observatietips voor de beroepshouding De aspecten voor de beroepshouding die in deze praktijkoefeningen aan bod komen, zijn onder meer: nauwkeurig en zorgvuldig kunnen werken; geordend en systematisch kunnen werken; flexibiliteit; kunnen samenwerken. Bovendien komen in de oefeningen ook aan de orde: rekenvaardigheid; werken met Word. De rekenvaardigheid komt ook aan bod tijdens het Warenhuisspel. Inhoudelijke verschillen In praktijkoefening 1 krijgen de leerlingen mondeling instructies over het schappenplan. Daar beginnen ze met rommelige schappen die ze gaan spiegelen en restaureren. In praktijkoefening 2 werken de leerlingen met een schappenplan. Ze beginnen met lege schappen. Bij het berekenen van de prijzen wordt in praktijkoefening 1 met percentages gerekend. In praktijkoefening 2 wordt ook gerekend met een omrekenfactor. In praktijkoefening 2 wordt geen aandacht besteed aan theoretische zaken als vestigingsplaats en verzorgingsgebied. Deze komen wel in het spel aan de orde. Dat vindt u in de afronding van deze box. Versie 21-01-2008 2
Praktijkoefening Van schap tot kassa bij De Daalder (Supermarkt De Daalder) De leerling is werkzaam als medewerker in de supermarkt de Daalder. Omdat hij vakken gaat vullen dient u daarvoor de nodige voorbereidingen te treffen. Voor de taak Vakken vullen moet u allerlei materialen klaarzetten. In de Materialenlijst Supermarkt vindt u een overzicht van alles wat u daarvoor nodig hebt per leerling die aan de opdracht werkt. De materialen zijn gegeven, behalve voor de afdeling houdbaar. U kunt daar ook voor andere producten kiezen als het maar een gevarieerd aanbod aan conserven is. In de materialenlijst wordt gesproken over vier verschillende shampoos. Er zijn stickervellen meegeleverd die u op de door u verzamelde shampoo geplakt kan worden. De voorbereiding bestaat uit drie stappen: 1. U moet de artikelen verzamelen. 2. U moet de artikelen eenmalig voorzien van de juiste stickers. 3. Iedere keer wanneer een leerling de taak maakt, moet u de artikelen klaarzetten. U kunt dit natuurlijk ook een andere leerling laten doen. De lay-out van de stickervellen is gebaseerd op 70 x37 stickers. Bijvoorbeeld Herma 4615 of Avery ZW3474. Voor de taak Een prijs-/tekstkaart maken heeft de leerling een pc met Word en een kleurenprinter nodig. Voor de Meedenken over de winkelinrichting maakt u groepjes van vier leerlingen. Praktijkoefening De Pleisterplaats gepimpt! (De Pleisterplaats) De leerling is medewerker bij De Pleisterplaats. De zaak zit midden in de verbouwing en er moet nog van alles gebeuren. Eén van de zaken die moeten gebeuren is dat de schappen gevuld moeten worden volgens een schappenplan. Hiervoor zijn de nodige voorbereidingen van uw kant voor nodig. Voor de taak Meedenken over de winkelinrichting maakt u groepjes van twee. Voor de taak Schappresentatie maken moet u allerlei materialen klaarzetten. In de Materialenlijst drogisterij vindt u een overzicht van alles wat u daarvoor nodig hebt. De materialen zijn gegeven. In de materialenlijst wordt gesproken over vier verschillende shampoos. Er zijn stickervellen meegeleverd die u op de door u verzamelde shampoo geplakt kan worden. De voorbereiding bestaat uit drie stappen: 1. U moet de artikelen verzamelen 2. U moet de artikelen eenmalig voorzien van de juiste stickers. 3. Iedere keer wanneer een leerling de taak Schappresentatie maken maakt, moet u de artikelen klaarzetten. Een aantal van deze artikelen worden in andere praktijkoefeningen ook gebruikt. Versie 21-01-2008 3
Voor de taak Een prijs-/tekstkaart maken hebben de leerlingen een kleurenprinter nodig. Om het voorbeeld van het eindproduct goed te kunnen bekijken, heeft de leerling in ieder geval de lettertypes Arial en Century Gothic nodig. Het warenhuisspel (Afsluitend onderdeel) Om het Warenhuisspel te spelen, heeft ieder groepje leerlingen vier pionnen van een verschillende kleur en twee dobbelstenen nodig. U bepaalt of de leerlingen een rekenmachine mogen gebruiken. De rest van de spelonderdelen treft u in de docentenhandleiding aan. Het spel bestaat uit: 1. een spelbord; 2. 6 setjes klantenkaarten; 3. 6 setjes vragenkaarten; 4. 1 set hoofdkantoorkaarten; 5. 6 marketingmixkaarten; 6. de spelregels; 7. speelgeld. Als u de kaarten en het spelbord plastificeert, kunt u het vaker gebruiken. U kunt de verschillende kaartjes dubbelzijdig afdrukken. Dan is iedere kaart voorzien van een symbool of tekst ter onderscheid. U kunt ook de kaarten enkelzijdig afdrukken. Dan adviseren wij u om gekleurd papier te gebruiken 1. Het spelbord Het spelbord bestaat uit twee A4 tjes die samen het spelbord vormen. Het mooiste is het als u het spelbord in kleur kunt afdrukken. 2. Klantenkaartjes Iedere set symboliseert een afdeling in het warenhuis. Een set bestaat uit veertig kaartjes. 3. Vragenkaartjes Iedere set kaartjes symboliseert een marketinginstrument. Een set bestaat uit vijftien kaartjes met vragen. Op de kaartjes is ook het goede antwoord gegeven. Daarom moet de spelleider het kaartje voorlezen. Hij bepaalt of het antwoord goed is. Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden goed. De mening van de spelleider is bepalend. De docent kan het beste optreden als spelleider 4. Hoofdkantoorkaartjes Deze kaartjes beïnvloeden de omzet en de kosten die de bedrijfsleider van een warenhuis (de speler) realiseert. 5. Marketingmixkaartjes In het spel zitten zes marketingmixkaarten, voor ieder marketinginstrument één. Deze kaarten beïnvloeden de omzet. 6. Spelregels 7. Speelgeld Dit nepgeld kunt u ook op verschillende kleuren papier afdrukken. Voor ieder eurobiljet is een apart document aangemaakt. Op die manier is het eenvoudiger om het op verschillende kleuren papier af te drukken. U kunt er ook voor kiezen het nepgeld te kopen via bijvoorbeeld www.jegro.nl. U kunt er ook voor kiezen om de geldscore op papier bij te houden. Iedere speler begint met een bedrag van 1.580,00. Iedere ontvangst wordt hierbij opgeteld. Iedere uitgave vanaf getrokken. Dit zou dan de taak van de spelleider zijn. Het is natuurlijk minder echt om op deze manier de score bij te houden. Het failliet gaan (of rijk worden) is veel minder voelbaar. Versie 21-01-2008 4
Werkwijze bij voorbereiding Het spel wordt gespeeld door vier leerlingen en een spelleider. De spelleider kan een leerling zijn, maar het spel krijgt meerwaarde wanneer een docent of onderwijsassistent deze rol vervult. Bepaal zelf hoeveel spellen u wilt hebben. Per spel kunt u de volgende stappen doorlopen: 1. Druk alle benodigde documenten af. 2. Plak het spelbord aan elkaar. 3. Snijd de kaartjes op maat. 4. Eventueel kunt u de kaartjes en het spelbord lamineren. 5. Maak het spel compleet met twee dobbelstenen en vier pionnen. Het lamineren en knippen kunt u natuurlijk ook door de leerlingen laten doen. Omvang Totaal 8 dagdelen Bestemd voor: Handel en Verkoop: B/K Handel & Administratie: B/K Versie 21-01-2008 5