De klacht van Multatuli In de achttiende eeuw maakte Europa kennis met een nieuw koloniaal product:. Vooral de Hollanders pionierden in de bonen en deden gouden zaken op hun plantages in Java. In de negentiende eeuw schoten ook in Latijns-Amerika en Centraal-Afrika de plantages als paddestoelen uit de grond. Koffie werd - na petroleum - de belangrijkste grondstof in de wereldhandel. Vanaf de beginjaren zat een en ander grondig scheef met de arbeidsomstandigheden in de teelt. Op het rijke, vruchtbare Java heerste hongersnood, klaagde Multatuli in zijn boek Max Havelaar (verschenen in 1860). De plaatselijke bevolking werd uitgebuit, omdat de Nederlanders hen verplichtten exportproducten zoals te verbouwen in plaats van voedsel voor de lokale markt. Tot vandaag is een typisch voorbeeld van de ongelijke Noord-Zuidverhoudingen in de wereld. De grondstof groeit alleen in het Zuiden (tussen de Kreefts- en de Steenbokskeerkring). Maar het Noorden zorgt voor de verwerking: branden, mengen, malen en op de markt brengen; kortom: de dingen waar het meeste geld mee te verdienen valt. Oxfam-Wereldwinkels wil iets doen aan de scheve wereld en streeft naar eerlijke handelsrelaties met de producenten in het Zuiden. 2
Het vakmanschap van de kleine boer Miljoenen mensen werken in de teelt, de verwerking en de verhandeling van. Grote plantages, meestal eigendom van grootgrondbezitters, leveren het gros van de productie. Slecht betaalde seizoenarbeiders zorgen er voor de oogst. Kleine boeren zijn goed voor een vijfde van de totale productie. Ze werken meestal in familieverband, al of niet georganiseerd in een coöperatie. Hun bonen zijn vaak van de beste kwaliteit, dankzij eeuwenlange ervaring en vakmanschap. Maar de omgeving en de grond waar ze werken bepalen mee de kwaliteit. In Latijns- Amerika verjoegen de grootgrondbezitters de kleine boeren naar de bergen en de heuvels. Daar is het moeilijker werken, maar groeien wel de hardste en de meest aromatische bonen ( hoogland ). 3 Ook vrouwenwerk Kleine boeren zijn meestal mannen. Mannen bezitten de velden en zijn aangesloten bij de coöperatie. Mannen hebben er een stem en innen de centen. Maar vaak doen vrouwen het meeste werk. Vrouwen onderhouden de struiken en plukken de bonen. Ze hebben echter weinig te vertellen over het beheer van hun velden of de verkoop van hun oogst. Bovendien zijn ze doorgaans in hun eentje verantwoordelijk voor het huishoudelijke werk en de opvoeding van de kinderen. Oxfam-Wereldwinkels werkt aan een meer evenwichtige verdeling van de arbeid en de inkomsten tussen mannen en vrouwen. We stimuleren coöperaties om vrouwen actiever te betrekken en hen te leren opkomen voor hun eigen behoeften en wensen. Alleen dan kan er iets veranderen. Ook dat is eerlijke handel.
De opkoper betaalde plots 16 gourdes Het grootste probleem voor de kleine producenten zijn de tussenhandelaars aan wie ze hun groene bonen verkopen. Vaak zijn het uitbuiters: ze geven krediet om de periode tussen twee oogsten te overbruggen aan woekerintresten, knoeien met gewichten en kwaliteiten of rekenen overdreven transportkosten aan. Onze vrienden in Haïti kunnen er van mee praten: Er is eigenlijk maar één grote opkoper in de streek. Alle boeren zijn verplicht aan hem te verkopen. Maar nu zijn veel boeren lid van onze coöperatie geworden. Daardoor staan ze sterker. Ze kunnen zelf exporteren. Ze ontvingen vorig jaar 18 gourdes per pond, terwijl ze van de grote koper maar 10 gourdes zouden gekregen hebben (1 gourde = 2,5 BEF). En weet je wat meer is? Omdat zo weinig boeren nog wilden verkopen aan de grote opkoper, en die dringend nodig had, besloot hij uiteindelijk 16 gourdes te betalen. 60 procent meer dan het jaar voordien! (Lavalette Saint-Vil, voorzitter van Recocarno, partner in Haïti) 4
Wetenschappers schenken klare Een groene boon heeft een complexe scheikundige samenstelling. Na het branden blijven oliën, zuren en zelfs vitamines over; maar ook cafeïne, de meest actieve stof in. Wetenschappers hebben uitgebreid de invloed van cafeïne op het menselijke lichaam onderzocht. Enkele conclusies: Cafeïne stimuleert het centrale zenuwstelsel. Ben je moe of lusteloos, dan zijn één of twee koppen een milde opkikker. Een gezonde volwassene verdraagt 250 tot 300 mg cafeïne per dag. Een dosis van 10 gram is dodelijk. Om die hoeveelheid binnen te krijgen, moet je in enkele minuten méér dan 100 kopjes sterke drinken én verteren. Een matig gebruik doet geen enkel ziektebeeld ontstaan. Cafeïne is kankervrij en kan zelfs de ontwikkeling van kwaadaardige gezwellen afremmen. Koffiedrinkers hebben een grotere kans om een hartaanval te overleven. Niet voor niets tref je cafeïne in heel wat medicatie aan. Een kop verbetert het uithoudingsvermogen bij lopen, fietsen en andere sporten. Koffie bevat nul calorieën en is een ideale dorstlesser. 5 Behandel je met liefde. Geef je de attentie die hij verdient.
Jojo op een wereldmarkt zonder buffers De prijs wordt bepaald op de beurzen van New York en Londen. Handelaars en speculanten trachten er munt te slaan uit het spel van de op- en neergaande prijzen. Worden er tekorten verwacht, dan kan de prijs stijgen. Voorziet men een grote oogst, dan keldert de prijs. Papieren Een staking in Colombia, geruchten over vorst in Brazilië, een opslagplaats die afbrandt in Costa Rica, overvloedige regen in Mexico of extreme droogte in Indonesië: elk klein incident kan de prijs naar omhoog jagen. Japanse en Amerikaanse investerings- en beleggingsfondsen spelen daar handig op in. Niet om die ooit als te gebruiken. Wel om te speculeren. Wist je dat ze elke zak gemiddeld 11 keer op de beurs verhandelen alvorens hij bij een brander terechtkomt? Als de speculanten genoeg papieren kopen, gaan de prijzen automatisch naar omhoog. Tot ze vinden dat ze genoeg verdiend hebben. Dan verkopen ze de hele boel en zakt de prijs. Dit vrije-marktdenken geeft de financiële speculanten vrij prijzenspel. Maar dergelijke jojo s zijn voor niemand goed. Zeker niet voor de kleine boeren en -boerinnen, die afhankelijk zijn van tussenhandelaars om hun op de markt te krijgen. 6
Nog maar de helft van tien jaar geleden Er is bovendien geen internationaal mechanisme meer dat de grote prijsschommelingen in toom houdt. Vroeger legden zowel producerende landen als handelshuizen grote voorraden aan. Die buffers werden aangesproken in tijden van tekorten en weer aangevuld als de markt een overschot vertoonde. In de jaren 90 beslisten Europese en Amerikaanse handelaars hun (dure) stocks af te bouwen en over te schakelen op just in time -leveringen. Maatregelen van het IMF en de Wereldbank zorgden er dan weer voor dat de stocks in de producentenlanden afgebouwd werden: Verkoop je voorraad en we geven je een lening, stelden de beide kredietverstrekkers als voorwaarde. Maar evengoed was het een garantie dat landen van het Zuiden hun stocks niet langer als politiek wapen zouden gebruiken. Sinds het afspringen van het Internationaal Koffieakkoord in 1989 werden geen prijsafspraken meer gemaakt tussen producenten en consumenten. De prijs van de op de wereldmarkt daalde dramatisch: tot minder dan 75 dollarcent per pond! De boer krijgt voor één pakje nog maar de helft van tien jaar geleden en verkoopt met verlies. De lage prijs zorgt ervoor dat hij andere inkomsten opzoekt en zijn velden verwaarloost. Dit laatste heeft dan weer nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de. 7
Een nieuw akkoord? Oxfam-Wereldwinkels pleit voor een (nieuw) Internationaal Koffieakkoord. Goede afspraken tussen enerzijds de consumenten in Europa en de Verenigde Staten en anderzijds de producerende landen vormen de basis voor een stabiele markt, waar vraag en aanbod in evenwicht zijn. De producenten hebben belang bij goede prijzen, de consumenten bij goede kwaliteit. En zonder eerlijke prijzen voor haar natuurlijke rijkdommen is geen sprake van duurzame ontwikkeling voor de derde wereld. Oxfam-Wereldwinkels verwacht van België voorstellen voor een effectieve stabilisatie van de prijzen en voor duurzame oplossingen binnen de Internationale Koffieorganisatie; wil dat ons land bijdraagt aan de financiering van bufferstocks in producentenlanden. Als de prijzen op de wereldmarkt stijgen, zouden ze van de bufferstocks kunnen verkopen en op die manier mee profiteren van de prijsstijgingen; vraagt onze regering de accijnzen op af te schaffen, te beginnen met die op bio of van eerlijke handel. Alleen België en Duitsland heffen nog accijnzen! Ze afschaffen zou het verbruik stimuleren. 8 In het seizoen 1996-97 verkocht onze partner Prodecoop in Nicaragua 11.788 zakken aan het commerciële circuit. Goed voor ongeveer 105 miljoen BEF. In het seizoen 1998-99 verkocht Prodecoop bijna dubbel zoveel zakken (21.765). Toch verdiende ze daarmee slechts 120 miljoen BEF. Een halvering van het inkomen dus op twee jaar tijd.
Nooit onder de minimumprijs Koffieboeren moeten een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Dat is het uitgangspunt van Oxfam- Wereldwinkels. Wij garanderen steeds een minimumprijs van 126 dollarcent per pond, wat ook de prijs op de wereldmarkt is. Lager dan de minimumprijs gaan we nooit, want dan verdient de producent niets aan de verkoop. Maar als de prijzen stijgen, geven ook wij een kleine toeslag. Dat extraatje investeren de boeren in nieuwe struiken en materialen (bijvoorbeeld een vrachtwagen om zelf hun te vervoeren), vorming of een sociaal programma. Voor Oxfam-Wereldwinkels betekent eerlijke handel ook: aankoop bij coöperaties van kleine boeren: door zich te verenigen staan de boeren sterker; voorfinancieringen: door een deel van de prijs vooruit te betalen blijven de boeren uit de handen van geldwoekeraars; langetermijncontracten: door ons voor een lange tijd te engageren zijn de boeren zeker van een minimale afzet en kunnen ze op termijn plannen; ondersteuning: door technisch advies, sociale vorming, uitwisselingsprogramma s, investeringskredieten, kunnen coöperaties hun achterstand bijbenen. 9 Coocafé is een koepel van acht coöperaties. Welnu, van die acht zouden er vijf de crisis van begin jaren negentig niet hebben overleefd zonder de eerlijke handel. In mijn eigen dorp is de coöperatie de hefboom gebleken voor de heropbouw van heel de plaatselijke economie. In 1990 waren de huizen er klein en van hout. Nu zijn de meeste huizen van steen. De wegen zijn goed onderhouden. Er is overal elektriciteit en stromend water. En dankzij de economische vooruitgang kon men investeren in scholen en gezondheidszorg. (Carlos Murillo, ex-adviseur van Coocafé, partner in Costa Rica)
De partners van Oxfam-Wereldwinkels 5 8 7 9 10 1 6 11 4 3 2 10 1. Nicaragua (2 partners): Prodecoop en Cecocafen 2. Tanzania (2 partners): KNCU en KCU 3. Uganda: Unex 4. Bolivia: Coraca-Ri 5. Mexico (2 partners): Uciri en Ismam 6. Costa Rica: Coocafé 7. Guatemala: Guaya b 8. Cuba: Kavecafé 9. Haïti: Recocarno 10. Honduras: CCCH 11. Peru: Cepicafé
Bio zit in de lift. Momenteel hebben vier soorten Oxfam Fair Trade het Biogarantielabel: onze partners in Mexico, Bolivia, Nicaragua en Peru leveren ons bonen van biologische teelt. Vooral in Latijns-Amerika stappen steeds meer boeren over op café organico. Niet toevallig gaat het in veel gevallen om van inheemse boeren (indianen). Voor hen heeft de aarde een zeer speciale betekenis. God heeft ons de aarde gegeven om te zaaien en te oogsten. De aarde is ons leven. Daarom noemen we haar Moeder Aarde. Bioboeren werken enkel met de meest resistente soorten en gebruiken schaduwbomen die de struiken minder kwetsbaar maken. Compost van pulp, snoeisels, kalk en keukenafval komt in de plaats van chemische mest. Meer hakken, wieden en snoeien geeft ongedierte minder kansen. Andere teelten tussen de struiken (zoals bonen) verbeteren de vruchtbaarheid van de bodem. Schimmels of kevers bestrijdt men door natuurlijke vijanden uit te zetten of door te spuiten met natuurlijke insecticiden. Voor gezonde bioproducten betaalt Oxfam-Wereldwinkels met plezier een nóg hogere prijs. Bio smaakt beter
De meeste Oxfam Fair Trade is meng: een melange van van verschillende origine. Met de bedoeling een vaste smaak te bereiken, is de samenstelling van elke soort niet altijd dezelfde. Onderstaande opsomming van origines is dan ook een momentopname. De smaak van Extra Een hoogstaande melange van arabica en robusta uit Nicaragua, Tanzania en Uganda. Een zachte voor ieder moment van de dag. Gemalen en vacuüm verpakt. 250g. (Ook pakken van 1kg; ideaal voor grootverbruikers.) Dessert 100 % arabica uit Nicaragua, Bolivia, Guatemala en Honduras. Een typische ontbijt, gewaardeerd om zijn milde smaak. Gemalen en vacuüm verpakt. 250g. Mokka 100 % arabica uit Nicaragua, Costa Rica, Haiti en Guatemala. Een karaktervolle en krachtige met een subtiele bitterheid. Gemalen en vacuüm verpakt. 250g. Bio Mens- en milieuvriendelijk geteelde uit Mexico, Bolivia, Peru en Nicaragua. Een pittige arabica met zachte afdronk en verfijnd aroma. Met Biogarantielabel. Gemalen en vacuüm verpakt. 250g. Bio Bonen Voor wie het aroma van de bonen zelf vrij wil maken: biologische uit Mexico, Bolivia en Nicaragua. Even karaktervol en pittig als de gemalen versie. Met Biogarantielabel. Verpakking in kunststoffilm (met ventiel). 250g. Decaf Een cafeïnevrije melange van uit Costa Rica, Honduras, Guatemala en Uganda. Een zachte en milde om een ganse dag van te genieten. Gemalen en vacuüm verpakt. 250g. Bio Decaf Een cafeïnevrije en biologische melange op basis van uit Nicaragua, Mexico en Peru. Een zachte en milde om een ganse dag van te genieten. Primeur voor de Belgische markt! Met Biogarantielabel! Gemalen en vacuüm verpakt. 250g.
Oplos Een zachte dessert van onze partner Tanica in Tanzania. Blik van 100g. Bio Oplos Oplos van biologisch geteelde bonen. Van onze partner Uciri in Mexico. Glazen pot van 200g. Cubita Een eigenzinnige met een aparte smaak. Geteeld, gebrand én verpakt in Cuba. 250g. Arabica en Robusta Wereldwijd worden twee families van soorten verhandeld: Arabica Robusta een kleine 70% een goede 30% van de wereldproductie van de wereldproductie fijn aroma minder aroma s zacht van smaak bitter en pittiger van smaak lager cafeïnegehalte hoger cafeïnegehalte gevoeliger voor plagen meer bestand tegen ziektes duurder goedkoper hoofdbestanddeel gebruikt in goedkopere van betere mengelingen en voor instant voornaamste beurs: New York voornaamste beurs: Londen voornaamste producenten: Brazilië, voornaamste producenten: Colombia, Mexico, Guatemala, Vietnam, Indonesië, Costa Rica, El Salvador, Ecuador, Ivoorkust, Uganda, Congo, Honduras, India, Ethiopië, Kenya, Kameroen, Tanzania Vietnam ( ) In deze landen heeft Oxfam-Wereldwinkels partners.
België (in BEF/250g) Derde Wereld (in dollar/zak) Oxfam Fair Trade Dessert Kosten productie 40 $ Inkomsten boer 30 $ Ontwikkelingsfonds coöperatie 12 $ Organisatieversterking coöperatie 12 $ Havenkosten + belastingen +verpakken in zakken 12 $ Operationele kosten coöperatie (verwerking, transport) 20 $ Prijs per zak (FOB) 126 $ of in BEF per 250g 31,9 Zeevracht en transport naar brander, verzekeringen, havenkosten, belastingen 1,7 Accijnzen, BTW 7,5 Branden en verpakken (inclusief verpakking) 8 Gewichtsverlies bij branden 7,2 Max-Havelaarlicentie 2,1 Groothandelsmarge Oxfam-Wereldwinkels (inclusief transport naar winkels, intrest en voorfinanciering, promotie) 13.8 Marge Wereldwinkels 15,8 totaal 88 BEF De prijs van een pakje Koffiemerk X Kosten productie 35 $ Inkomsten boer 12 $ - - Marge tussenhandel 10 $ Havenkosten + belastingen +verpakken in zakken 10 $ Kosten tussenhandel (verwerking, transport) 18 $ Prijs per zak (FOB) 85 $ of in BEF per 250g 21,5 Zeevracht en transport naar brander, verzekeringen, havenkosten, belastingen 1,5 Accijnzen, BTW 6,9 Branden en verpakken (inclusief verpakking) 7,2 Gewichtsverlies bij branden 7 - - Groothandelsmarge 14 Marge detailhandel 14,9 73 BEF 14 Mét keurmerk! Oxfam-Wereldwinkels is lid van Max Havelaar vzw. Deze organisatie kent een keurmerk toe aan producten van eerlijke handel. Het keurmerk garandeert de consument een onafhankelijke controle en
Wat leren we uit deze prijsvergelijking? Koffieboeren die hun groene bonen aan Oxfam-Wereldwinkels verkopen, verdienen meer. Rechtstreeks, omdat de Wereldwinkels een hogere prijs betalen. Oxfam-Wereldwinkels zakt nooit onder de minimumprijs van 126 $ per zak. Deze prijs houdt rekening met wat het de boer kost om te telen (kosten productie) en wat hij nodig heeft om met zijn gezin fatsoenlijk te leven (inkomsten boer). Als de wereldmarktprijs voor laag is, verdient de boer bij Oxfam-Wereldwinkels een inkomen dat 2 tot 3 keer hoger is. Bovendien heeft hij onrechtstreekse voordelen als lid van de coöperatie. Met geld uit het ontwikkelingsfonds kan de coöperatie investeren in projecten die de hele gemeenschap ten goede komen. De middelen voor organisatieversterking worden gebruikt voor de omkadering van de coöperatieve werking en de vorming van de leden. Onze hogere prijs heeft ook nadelen: een aantal kosten worden procentsgewijze berekend en kosten ons relatief meer, aangezien we een duurder product verwerken (verzekeringen, belastingen, gewichtsverlies bij het branden..). De kleinschaligheid werkt eveneens in ons nadeel. Grote merken kunnen goedkoper hun product verwerken, transporteren, branden... De groothandelsmarge van het nationaal secretariaat van Oxfam- Wereldwinkels is dan weer vergelijkbaar met het commerciële circuit. We hebben gevoelig minder promotie- en marketingkosten, maar geven wel voorfinancieringen aan onze partners. En die kosten ook geld. geeft ook commerciële branders de mogelijkheid hun steentje bij te dragen tot een (meer) eerlijke handel. Maar ook hier blijft Oxfam-Wereldwinkels een voortrekker. We hebben het ruimste assortiment en gaan in zee met beginnende groepen. We hebben aandacht voor technische ondersteuning en helpen onze partners door te dringen tot de Europese markt. Vanaf 2001 drinken de bijna 10.000 ambtenaren 15 van de Vlaamse Gemeenschap nog uitsluitend met Max- Havelaarkeurmerk. Een belangrijk signaal voor andere overheden!
www.oww.be De beste boontjes zijn voor ons Recocarno is een koepel van zeven coöperaties in het noorden van Haïti. De groep telt bijna duizend leden; allemaal boeren met hoogstens een paar hectare grond, waarop ze telen, meestal gemengd met kookbananen, bonen en andere voedselgewassen. Een andere taal dan Creools spreken de mensen niet. Slechts enkelen kunnen lezen en schrijven. Sinds 1998 exporteert Recocarno naar Oxfam-Wereldwinkels. In het ochtendzonnetje zitten tientallen vrouwen bij elkaar op de grond. Allemaal hebben ze een bergje bonen voor zich, waarvan ze telkens een hand nemen. Eén voor één bekijken ze de bonen. Alle gave bonen gaan in een zak: voor de export. Kapotte of verkleurde bonen, te kleine bonen en bonen met blutsen gaan in een andere zak: voor de binnenlandse markt. Er heerst een serene sfeer. De vrouwen keuvelen en lachen. De aanblik is schokkend, vanwege een van die brutale tegenstellingen waar het Zuiden in grossiert: tientallen vrouwen pikken voor ons, met de hánd, de beste boontjes eruit, verkopen ook nog het uitschot en brouwen zelf van de schíllen van de bonen. En toch zijn ze blij dat ze werk én een eigen inkomen hebben. En dat alles ook nog onder aangename omstandigheden 16 gedrukt op 100% kringlooppapier verantw. uitgever: Marc Bontemps, Ververijstraat 17, B-9000 Gent. 3de herwerkte druk november 2000