Transmissietechniek in motorvoertuigen (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 Klassieke handgeschakelde versnellingsbakken 1.1 Constantmesh versnellingsbakken Bij de handgeschakelde versnellingsbak wordt gebruik gemaakt van constantmesh-tandwielen met geruisarme schuine vertanding. Om te schakelen worden de bij de versnelling behorende tandwielen verbonden met de as. Om voor het schakelen de omtreksnelheden gelijk te maken wordt gebruik gemaakt van een synchromesh-inrichting. Een sperinrichting van de synchromeshinrichting zorgt ervoor dat het vergrendelen van het tandwiel met de as alleen maar plaats kan vinden nadat de omtreksnelheden gelijk zijn gemaakt. Fig. 1 laat het principe zien van een klassieke versnellingsbak bestaande uit vier versnellingen. Een schuifmof verbonden met de hoofdas kan het tandwiel van de 1e of 2e versnelling verbinden met de hoofdas. De schuifmof voor de 3e en 4e versnelling is niet getekend. Deze versnellingsbak heet ongesynchroniseerd. Het schakelen dient te gebeuren met behulp van de zgn. tussengas- of dubbleclutch methode. Het bedienen van de schuifmoffen (synchromeshinrichtingen) 2000 t/min 20 30 35 40 in uit 40 30 25 20 Figuur 1: Principe van een ongesynchroniseerde vier-versnellingsbak. 1
gebeurt door schakelvorken gemonteerd op balladeurassen. De balladeurassen worden geselecteerd en verschoven door het hefboommechnisme verbonden met de versnellingshefboom (fig. 2). De koppelingsarm kan worden verdraaid en omhoog en naar beneden worden bewogen. Door de verticale beweging wordt de balladeuras geselecteerd en door de draaibeweging de bij de balladeuras behorende versnelling. De bekende H-vorm zien we terug in de steunplaat. Fig. 3 laat ons een 6 versnellingsbak met achteruit van ZF zien. Deze Figuur 2: Schakelmechanisme bestaande uit schakelvorken gemonteerd op de balladeurassen (006 versn.bak Seat). bak is volledig gesynchroniseerd. De krachtoverbrenging via de tandwielen die behoren bij een bepaalde versnelling worden door de lijnen onder de tekening weergegeven. De verticale lijnen wijzen naar de tandwielcombinaties. De derde versnelling bijv. wordt verkrijgen met behulp van de eerste vier tandwielen gerekend vanaf de linkerzijde van de tekening. 2
Figuur 3: Een volledig gesynchroniseerde 6-versnellingsbak met achteruit van ZF (tek. ZF). 3
2 Synchromesh inrichting Fig. 4 toont ons de synchromeshinrichting. Het in te schakelen tandwiel (8) is voorzien van vergrendeltanden een een conisch ringvormig oppervlak. Door verschuiving van de schuifmof (5) wordt eerst de eigenlijke synchromeshring (1) tegen het conische vlak van het tandwiel gedrukt. Door de wrijving wordt de omtreksnelheid (toerental) gelijk gemaakt. Door het verschil in snelheid zullen in eerste instantie de vergrendeltanden van de synchromeshring (1) en de vergrendeltanden van het te schakelen tandwiel (3) niet in lijn liggen (fig. 5 boven). Pas wanneer de omtreksnelheden gelijk zijn kan de schakelmof (5) de synchromeshring in lijn drukken en kan de definitieve koppeling tot stand worden gebracht. Fig. 5 laten hiervan de details zien. Figuur 4: De synchromeshinrichting van ZF (tek. ZF) 4
Figuur 5: Details van het synchroniseerproces. Pas wanneer de omtreksnelheden gelijk zijn kan de schakelmof doorschuiven (tek. ZF). 3 Vragen en opgaven 1. Teken in fig. 1 de schuifmof voor de 3e en 4e versnelling. 2. Bereken het uitgaande toerental voor alle versnellingen van de versnellingsbak in fig. 1. 3. Wat verstaat men onder de dubble clutch methode? 4. Zal het motortoerental van een ongesynchroniseerde versnellingsbak verhoogd of verlaagd moeten worden wanneer we van de 4e naar de 3e versnelling terugschakelen? 5. Wat gebeurt er precies wanneer we de koppelingsarm omhoogbewegen (fig. 2)? 6. Wat gebeurt er precies wanneer we de koppelingsarm verdraaien? 7. Wat valt op wanneer krachtoverbrengingslijnen van de tandwielen van de achteruit-versnelling volgen (fig. 3)? 8. Is er in fig. 3 ook sprake van een prise-direct versnelling? 9. Welk onderdeel van de synchromeshinrichting is verbonden met de as (fig. 4 boven)? 5
10. Welke onderdelen zorgen voor het synchroniseren (fig. 4 boven)? 11. Zwaar schakelen kan worden veroorzaakt door versleten synchromeshringen. Verklaar dit. 12. Na het synchroniseren volgt het eigenlijke koppelen of sperren. Hoe gaat dat in zijn werk? Zie fig. 5. 6