Algemeen Algemeen Koelvloeistof kan worden gebruikt voor het verwarmen van externe elementen. Voorbeelden: gesloten opbouw, kraancabines en gereedschapskisten. Warmte wordt onttrokken aan de stroom in het cilinderblok en keert terug via de leiding na de radiateur. BELANGRIJK! De volgende voorwaarden gelden om de juiste stroming van koelvloeistof in het externe circuit te waarborgen: De binnendiameter van leidingen en slangen mag maximaal 13 mm (1/2") zijn. Gebruik de bestaande aansluitnippel voor uitlaat en retour. De koelvloeistof die naar de motor wordt teruggeleid mag niet heter zijn dan wanneer deze vanaf de motor afkomstig is. Gebruik geen leidingen, nippels of warmtewisselaars vervaardigd van geelkoper of koper aangezien deze ertoe kunnen leiden dat zich sludge in de koelvloeistof vormt. Sluit de retourslang van het externe circuit op de verbindingsleiding onder de radiateur aan. Meer informatie vindt u onder de kop Retour koelvloeistof. Sommige koelvloeistoffen kunnen corrosie in het koelsysteem veroorzaken. Gebruik alleen door Scania goedgekeurde koelvloeistof. Neem contact op met een Scania dealer voor meer informatie. Bescherm koelvloeistofslangen tegen contact met olie en diesel aangezien deze vloeistoffen de slangen kunnen beschadigen en lekkages kunnen veroorzaken. Wanneer een extra elektrische circulatiepomp wordt aangesloten op een extern circuit, mag het totale debiet van het circuit maximaal 30 l/min zijn. Stroomoverzicht, externe verwarming. 320 990 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 1 (11)
Algemeen Aanvullende vereisten voor Euro 6-motoren BELANGRIJK! Er mag niet dermate veel warmte voor het carrosseriecircuit worden onttrokken dat de motor meer dan 20 minuten nodig heeft om op te warmen tot 60 C. Als de opwarmtijd van de motor langer wordt door de opwarming van de carrosserie-installatie, kan dit de levensduur van de motor (vooral bij motoren met EGR-systeem) en de nabehandeling (katalysator) van de motor beïnvloeden. Bij alle Euro 6-motoren kan een langere opwarmtijd het brandstofverbruik doen toenemen. Als het carrosseriecircuit voor externe verwarming wordt gebruikt bij temperaturen onder 0 C, moet een thermostaat of klep worden geïnstalleerd in het carrosseriecircuit. De thermostaat of klep mag de stroom naar het carrosseriecircuit niet openen voordat de koelvloeistoftemperatuur 60 C heeft bereikt zodat er niet te veel warmte wordt onttrokken tijdens de opwarming van de motor. Thermostaat geïnstalleerd in carrosseriecircuit. 350 809 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 2 (11)
Algemeen Een thermostaat met lekstroom moet zo dicht mogelijk bij de uitlaat van de koelvloeistof geplaatst worden. 350 810 Thermostaat met lekstroom geïnstalleerd in carrosseriecircuit, met extern verwarmingscircuit. 350 808 Thermostaat met lekstroom geïnstalleerd in carrosseriecircuit. Informatie over bijvullen van koelvloeistof vindt u in het document Bijvullen koelvloeistof. 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 3 (11)
Algemeen Locatie van koelvloeistofuitlaat Lijnmotoren De aansluitnippel op de oliekoeler aan de rechterzijde van de motor. V-motoren Euro 5 en vroeger (uitgezonderd 730 pk) De bovenste aansluitnippel aan de rechterzijde van de motor. V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 Het achterste aansluitpunt tussen de cilinders 7 en 8 aan de linkerzijde van de motor, of de achterste aansluitnippel tussen de cilinders 3 en 4 aan de rechterzijde van de motor (indien de uitlaat beschikbaar is). Aansluitnippels kunnen bij een Scania dealer worden aangeschaft. Meer informatie vindt u onder de kop Onderdelen voor de werkzaamheden. Gasmotoren Neem contact op met een Scania dealer voor de aansluiting van externe verwarming op gasmotoren. 318 306 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 4 (11)
Onderdelen voor de werkzaamheden Onderdelen voor de werkzaamheden De volgende reserve-onderdelen kunnen via een Scania dealer worden aangeschaft, maar gebruik van andere, gelijkwaardige onderdelen is toegestaan: Aanduiding Artikelnummer Afbeelding Koelvloeistofreservoir 588 135 Adapter voor het bijvullen van koelvloeistof Aansluitnippel 99 301 1 853 404 a Afdichtring 1 374 839 Thermostaat 2 256 956 Flens 1 813 318 350 811 350 812 a. Bestaande aansluitnippel voor alle motoren uitgezonderd V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 5 (11)
WAARSCHUWING! Bij een motor op bedrijfstemperatuur is de koelvloeistof zeer heet en kan deze brandwonden veroorzaken. Het koelsysteem kan onder druk staan. Draag een veiligheidsbril en zorg dat de temperatuur van de koelvloeistof bij het aftappen van het koelsysteem niet te hoog is. 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 6 (11)
Koelvloeistof aftappen 1. Draai de dop van het expansievat voorzichtig open. 2. Verwijder de rubber plug die de aansluitnippel van het koelsysteem beschermt. De aansluitnippel bevindt zich onderaan de leiding in de radiator en is direct zichtbaar onder de voorzijde van de cabine. Zie de afbeelding. 3. Sluit een slang op de nippel aan. 4. Tap de koelvloeistof uit de radiateur af totdat er niets meer uitstroomt. Gebruik altijd een schone opvangbak indien de koelvloeistof opnieuw gebruikt moet worden. 5. Koppel de slang los en sluit hem aan op de aansluitnippel van de motor om het resterende water uit de motor af te tappen. Omgeving Locatie van aftap- en vulnippel onder de voorzijde van de cabine, gezien vanaf de voorzijde. 300 406 Behandel afgetapte koelvloeistof als afval dat schadelijk is voor het milieu. 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 7 (11)
6. Tap koelvloeistof uit de motor af. Bij V-motoren is het voldoende om de koelvloeistof via de bovenste aansluitnippel aan de rechterzijde van de motor af te tappen. Locatie van aansluitnippel bij lijnmotoren Locatie van aansluitnippel op V-motoren Euro 5 en vroeger (uitgezonderd 730 pk) Dekplaat op V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 (geleverde versie) 318 309 319 962 Aansluitnippel op V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 8 (11)
Aansluiting koelvloeistofuitlaat Lijnmotoren 1. Sluit de slang met de adapter op de aansluitnippel van de motor aan, zie afbeelding. Indien de slang moet worden gebogen, moet de bestaande aansluitnippel door een knieverbinding worden vervangen. 2. Klem de slang op een geschikte plek vast om de nippel en de adapter te ontlasten. 3. Sluit de slang aan op de inlaat van het externe element. 307 576 Lijnmotoren. V-motoren Euro 5 en vroeger (uitgezonderd 730 pk) 1. Sluit de slang met de adapter op de bovenste aansluitnippel aan de rechterzijde van de motor aan. Indien de slang moet worden gebogen, moet de bestaande aansluitnippel door een knieverbinding worden vervangen. Tijdens het aanbrengen kan de knieverbinding de onderste aansluitnippel raken. In dat geval moet de onderste aansluitnippel eerst worden verwijderd. Tap de resterende koelvloeistof via de onderste aansluitnippel af voorafgaand aan het vervangen. 2. Klem de slang op een geschikte plek vast om de nippel en de adapter te ontlasten. 3. Sluit de slang aan op de inlaat van het externe element. V-motoren Euro 5 en vroeger (uitgezonderd 730 pk). 318 307 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 9 (11)
V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 N.B.: Een flens met aansluitnippel bevindt zich verder naar voren aan de linkerzijde van de motor. Deze kan als alternatieve koelvloeistofuitlaat worden gebruikt. De flens kan ook worden verwijderd en van plaats worden verwisseld met de dekplaat. De onderdelen kunnen ook bij een Scania dealer worden gekocht. 1. Vervang de dekplaat 1 813 319 door flens 1 813 318. 2. Schroef aansluitnippel 1 853 404 met afdichtring 1 374 839 op zijn plaats. 3. Sluit de slang met de adapter op de aansluitnippel aan. Leid de slang aan de binnenzijde van het chassis, zoals afgebeeld, naar achteren. Er is ruimte tussen de startmotor en het bedieningsmechanisme van de versnellingsbak. 4. Sluit de slang aan op de inlaat van het externe element. V-motoren Euro 5 730 pk en Euro 6 318 308 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 10 (11)
Koelvloeistofretour BELANGRIJK! De retourleiding van het externe circuit mag niet worden verbonden met retourslangen van het expansievat of de compressor vanwege de volgende risico's (zie de afbeelding rechts): Cavitatie in de koelvloeistofpomp, hetgeen zou kunnen leiden tot lekkage in de askeerring van de pomp en een te geringe stroming in het koelsysteem. Te geringe stroming naar de compressor en de turbocompressor. De retourleiding van het externe circuit mag niet worden verbonden met de aansluitnippel voor het aftappen van de koelvloeistof. Een T-stuk kan worden aangebracht om een aparte inlaat voor het externe circuit te verkrijgen, zoals getoond in de afbeelding. 350 807 320 993 07:40-01 Uitgave 5 nl-nl 11 (11)