Vloeistofpe ilcontro les

Transcriptie

1 Vloeistofpe ilcontro les HET MOTOROLIEPEIL Zorg dat het motoroliepeil nooit onder het merkteken MIN op de peilstok komt. Dit kan leiden tot schade aan de motor. Controleer het peil terwijl de motor koud is en het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Opmerking: als u het oliepeil toch moet controleren wanneer de motor warm is, schakelt u de motor uit en laat u het voertuig vijf minuten lang stil staan. Hierdoor kan de olie terugstromen naar het oliecarter. 1. Haal de peilstok uit de buis en veeg hem schoon. 2. Steek de peilstok weer helemaal in de buis en haal hem er weer uit om het peil te controleren. OLIE BIJVULLEN Wees voorzichtig dat u geen olie op een hete motor morst. Veeg eventuele gemorste olie onmiddellijk op. Als u te veel olie bijvult, kan dit leiden tot schade aan de motor. Vul de aanbevolen hoeveelheden olie bij. Controleer nog een keer of het peil juist is. Als u geen olie gebruikt die aan de vereiste specificatie voldoet, kunt u overmatige motorslijtage, ophoping van drab en afzettingen en grotere milieuvervuiling veroorzaken. De motor kan er ook door stuk gaan. Uw voertuiggarantie kan teniet worden gedaan als er schade wordt veroorzaakt door het gebruik van olie die niet aan de vereiste specificatie voldoet. Als het oliepeil op de peilstok: dichter bij het merkteken MAX staat, vult u geen olie bij. dichter bij het merkteken MIN staat, vult u 0,5 liter (0,9 pint) olie bij. onder het merkteken MIN staat, vult u 1,0 liter (1,75 pint) olie bij en controleert u het peil na vijf minuten nogmaals. Opmerking: om het peil van het merkteken MIN tot het merkteken MAX op de peilstok te laten stijgen, hebt u ongeveer 2 liter (3,5 pint) olie nodig. 78

2 HET KOELVLOEISTOFPEIL Als u de motor zonder koelvloeistof laat lopen, zal dit de motor ernstig beschadigen. Controleer het peil terwijl het koelsysteem koud is en het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Zorg dat het koelvloeistofpeil op het merkteken COLD LEVEL (koud peil) aan de zijkant van het koelvloeistofreservoir blijft. Als het peil duidelijk te veel gedaald is, dient u ervan uit te gaan dat er een lek is of dat er oververhitting heeft plaatsgevonden. U dient een afspraak te maken voor een controle door een deskundige monteur. KOELVLOEISTOF BIJVULLEN Verwijder de dop nooit terwijl de motor heet is. Ontsnappende stoom of gloeiend heet water kan ernstig letsel veroorzaken. Schroef de dop langzaam los, zodat de druk kan ontsnappen voordat u hem helemaal verwijdert. Antivries is giftig en kan bij doorslikken dodelijk zijn. Houd flessen/blikken afgesloten en buiten het bereik van kinderen. Als u vermoedt dat iemand per ongeluk antivries heeft doorgeslikt, dient u Als antivries in contact komt met de huid of ogen, dient u deze onmiddellijk met een Het bijvullen met zout water kan ernstige motorschade tot gevolg hebben. Antivries beschadigt de lak. Leg bij morsen onmiddellijk een absorberende doek op de plek en maak de plek schoon met een mengsel van voertuigshampoo en water. Opmerking: in een noodsituatie en alleen wanneer er geen goedgekeurde antivries beschikbaar is vult u het koelsysteem bij met schoon water. Houd er echter rekening mee dat de vorstbescherming aanzienlijk kleiner is. Vul zo snel mogelijk bij met koelvloeistof met de juiste specificatie. Opmerking: antivries bevat belangrijke anticorrosiemiddelen en moet het hele jaar in het systeem aanwezig zijn. Het soortelijk gewicht van een oplossing met 50% antivries bij 20 C (68 F) bedraagt 1,068 en deze oplossing beschermt tegen vorst tot 40 C ( 40 F). Draai de dop na het bijvullen helemaal vast. 79

3 HET KOPPELINGSVLOEISTOFPEIL Koppelingsvloeistof is zeer giftig. Houd flessen/blikken afgesloten en buiten het bereik van kinderen. Als u vermoedt dat iemand de vloeistof heeft ingeslikt, dient u Mors geen koppelingsvloeistof op een hete motor. De vloeistof is ontvlambaar en er kan brand ontstaan. Controleer het peil terwijl het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Als u de vloeistof aanzienlijk moet bijvullen, kan dit op een lek duiden. Laat dit onmiddellijk door een erkende reparateur verhelpen. DE KOPPELINGSVLOEISTOF BIJVULLEN Koppelingsvloeistof beschadigt de lak. Leg bij morsen onmiddellijk een absorberende doek op de plek en maak de plek schoon met een mengsel van voertuigshampoo en water. Gebruik geen oude of eerder gebruikte koppelingsvloeistof. Koppelingsvloeistof absorbeert vocht als het niet in een afgedicht blik wordt gewaard. Vocht beïnvloedt de prestaties nadelig. 2. Verwijder de dop. 3. Vul bij tot ongeveer 10 mm (0,4 inch) onder de bovenrand. Raadpleeg 102, SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN. HET REMVLOEISTOFPEIL Remvloeistof is zeer giftig. Houd flessen/ blikken afgesloten en buiten het bereik van kinderen. Als u vermoedt dat iemand de vloeistof heeft ingeslikt, dient u Mors geen remvloeistof op een hete motor. De vloeistof is ontvlambaar en er kan brand ontstaan. Rijd niet met het voertuig terwijl het vloeistofpeil onder het merkteken MIN staat. Het vloeistofpeil zal iets zakken vanwege het slijten van de remblokken, maar u mag het nooit onder het merkteken MIN laten zakken. Als het peil aanzienlijk is gedaald, kan dit op een lek duiden. Rijd niet met het voertuig. Laat dit onmiddellijk door een erkende reparateur verhelpen. Als de vloeistofhoeveelheid in het rem-/koppelingsreservoir onder het aanbevolen peil daalt, gaat er in de instrumentengroep een rood waarschuwingslampje branden. Opmerking: als het waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden, moet u het voertuig zo snel als u dit veilig kunt doen tot stilstand brengen door voorzichtig het rempedaal in te trappen. Controleer het vloeistofpeil en vul de vloeistof zo nodig bij. Controleer het peil terwijl het voertuig op een vlakke ondergrond staat. 80

4 1. Controleer het vloeistofpeil via de zijkant van het doorzichtige reservoir. Het vloeistofpeil dient tussen de merktekens MIN en MAX te staan. REMVLOEISTOF BIJVULLEN Remvloeistof beschadigt de lak. Leg bij morsen onmiddellijk een absorberende doek op de plek en maak de plek schoon met een mengsel van voertuigshampoo en water. Gebruik geen oude of eerder gebruikte remvloeistof. Remvloeistof absorbeert vocht als het niet in een afgedicht blik wordt gewaard. Vocht beïnvloedt de prestaties nadelig. 2. Verwijder de dop, waarbij u zorgt dat de elektrische kabel niet strak komt te staan. 3. Vul bij tot het merkteken MAX. Raadpleeg 102, SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN. HET RUITENSPROEIERVLOEISTOFPEIL Sommige ruitensproeiervloeistoffen zijn ontvlambaar, vooral wanneer ze in hoge of onderverdunde concentratie met vonken in aanraking komen. Laat de ruitensproeiervloeistof niet in contact komen met open vuur of ontstekingsbronnen. Bij temperaturen van minder dan 4 C (40 F) moet u ruitensproeiervloeistof met vorstbescherming gebruiken. Vloeistof zonder deze bescherming kan mogelijk de voorruit niet goed schoonmaken, waardoor de kans op een botsing toeneemt. Ruitensproeiervloeistof kan de lak verkleuren. Leg bij morsen onmiddellijk een absorberende doek op de plek en maak de plek schoon met een mengsel van voertuigshampoo en water. Het ruitensproeiervloeistofreservoir levert de vloeistof aan de sproeiers van zowel de voorals de achterruit. Controleer het vloeistofpeil in het reservoir minstens elke week en vul het zo nodig bij. Bedien de sproeimonden regelmatig om te controleren of ze goed werken. RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN 2. Verwijder de dop. 3. Vul bij totdat u de vloeistof in de vulnek kunt zien. 81

5 HET STUURBEKRACHTIGINGS- VLOEISTOFPEIL Stuurbekrachtigingsvloeistof is zeer giftig. Houd flessen/blikken afgesloten en buiten het bereik van kinderen. Als u vermoedt dat iemand de vloeistof heeft ingeslikt, dient u Mors geen stuurbekrachtigingsvloeistof op een hete motor. De vloeistof is ontvlambaar en er kan brand ontstaan. U mag de motor niet starten wanneer het vloeistofpeil onder het onderste merkteken is gedaald. Dit kan ernstige schade aan de stuurbekrachtigingspomp veroorzaken. Roep onmiddellijk deskundige hulp in als u in korte tijd een aanzienlijke hoeveelheid vloeistof hebt verbruikt. Dit kan ernstige schade aan de stuurbekrachtigingspomp veroorzaken. Als het vloeistofverlies langzaam plaatsvindt, mag u het reservoir bijvullen tot het hoogste peilmerkteken, zodat u met het voertuig naar een werkplaats kunt rijden. Stuurbekrachtigingsvloeistof beschadigt de lak. Leg bij morsen onmiddellijk een absorberende doek op de plek en maak de plek schoon met een mengsel van voertuigshampoo en water. Controleer het peil terwijl de motor is uitgeschakeld en het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Zorg dat de voorwielen recht vooruit staan wanneer u het contact uitschakelt. 2. Verwijder de dop en veeg de peilstok af met een pluisvrije doek. 3. Plaats de dop terug en verwijder hem opnieuw om de peilmarkeringen te controleren. De vloeistof moet tussen het bovenste merkteken en het onderste uiteinde van de peilstok staan. STUURBEKRACHTIGINGSVLOEISTOF BIJVULLEN U mag het reservoir niet tot boven het bovenste merkteken op de peilstok bijvullen. Voor informatie over de specificaties van de stuurbekrachtigingsvloeistof raadpleegt u 102, SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN. Opmerking: de kleur van stuurbekrachtigingsvloeistof kan variëren. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken. 82