Voertuigaccu WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VAN DE ACCU VERZORGING VAN DE ACCU

Transcriptie

1 WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VAN DE ACCU Op het acculabel staan de volgende waarschuwingen: Niet roken, geen open vuur, geen vonken. De accu stoot vaak explosieve gassen uit. Uit de buurt van kinderen houden om letsel te voorkomen. Bescherm de ogen met een geschikte veiligheidsbril om letsel door zuurspetters te voorkomen. Accuzuur is uiterst corrosief en giftig. Explosieve gassen kunnen een ontploffing of brand veroorzaken. VERZORGING VAN DE ACCU Zorg dat u geen accu-elektrolyt (vloeistof) op uw huid of in uw ogen krijgt. Het is zowel corrosief als giftig en de resulterende verwonding kan zeer ernstig zijn. Mocht er toch elektrolyt op uw huid of in uw ogen komen, dan dient u de betreffende plek onmiddellijk met schoon, koud water te spoelen. Raadpleeg onmiddellijk een dokter. Als er accu-elektrolyt op uw huid en/of kleren komt, dient u de betreffende kleding uit te doen en de huid met grote hoeveelheden water af te spoelen. Raadpleeg onmiddellijk een dokter. Als er accu-elektrolyt in uw ogen komt, spoelt u ze met een ruime hoeveelheid schoon, koud water uit. Raadpleeg onmiddellijk een dokter en blijf uw ogen met water uitspoelen. Het inslikken van accu-elektrolyt kan dodelijk zijn. Raadpleeg onmiddellijk een dokter. U mag apparatuur van 12 V niet direct op de aansluitklemmen van de accu aansluiten. Als u dit toch doet, kan er een vonk ontstaan, wat een explosie tot gevolg kan hebben. Als de accu op het voertuig is aangesloten, dienen de accuvuldoppen en de ontluchtingsleiding altijd op hun plaats te zitten. Controleer of de ontluchtingsleiding niet verstopt is en er geen kinken in zitten. Als u dit nalaat, kan er druk in de accu worden opgebouwd, waardoor er een explosie kan ontstaan. Stel de accu niet bloot aan open vuur of een vonk, aangezien de accu een explosief, brandbaar gas produceert. U mag een bevroren accu nooit met hulpstartkabels starten of opladen. Dit kan een explosie veroorzaken. Verwijder voordat u werkzaamheden aan of in de buurt van de accu gaat uitvoeren, eerst alle metalen sierraden en zorg dat metalen gereedschap of voertuigonderdelen niet in contact komen met de accupolen. Metalen voorwerpen kunnen vonken en/of kortsluiting veroorzaken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Laat de accupolen of aansluitklemmen nooit tegen uw huid komen. Ze bevatten lood en loodverbindingen die giftig zijn. Na het hanteren van de accu dient u uw handen altijd grondig te wassen. 230

2 Zorg dat er geen accu-elektrolyt op de bekledingsstoffen of de lak terechtkomt. Accu-elektrolyt is zowel corrosief als giftig en kan uiteenlopende materialen beschadigen. Als er accu-elektrolyt op een oppervlak terechtkomt, dient u het oppervlak onmiddellijk met grote hoeveelheden water te wassen. Uw Land Rover is uitgerust met een accu die weinig onderhoud vergt. In een warm klimaat dient u het elektrolytniveau van de accu en de conditie ervan vaker te controleren. U kunt de accucellen als dat nodig is bijvullen met gedistilleerd water. De buitenkant van de accu moet af en toe worden schoongeveegd om al het vuil en vet te verwijderen. Als er een nieuwe accu moet worden geplaatst, dient dit van hetzelfde type te zijn als de originele accu. Het gebruik van niet-goedgekeurde accu s wordt niet aanbevolen en kan ervoor zorgen dat de garantie vervalt. Aanbevolen wordt de acculading regelmatig te controleren als het voertuig meestal voor korte ritten wordt gebruikt, of lange tijd heeft stilgestaan. Opmerking: de levensduur van de accu hangt af van de ladingsconditie. De accu moet altijd voldoende opgeladen zijn om zo lang mogelijk mee te kunnen gaan. Het accu-elektrolyt controleren en bijvullen E81572 Draai de zes accuvuldoppen los en berg ze goed op. Controleer of het elektrolytpeil tot aan de plastic peilaanduiding (1) staat. Vul zo nodig met gedistilleerd water bij, maar maak het reservoir nooit te vol. Schroef de zes accuvuldoppen weer in. Opmerking: in een normaal klimaat moet deze controle minstens eenmaal per jaar worden uitgevoerd. Bij warm weer of in een heet klimaat moet het elektrolytpeil minstens om de drie maanden worden gecontroleerd. Opmerking: als er licht nodig is om het elektrolytpeil te controleren, gebruik dan een kleine elektrische zaklantaarn, nooit open vuur. 231

3 HULPSTARTKABELS GEBRUIKEN Tijdens de normale werking stoten accu s explosief waterstofgas uit. Zorg dat er geen vonken of open vuur in de buurt van de motor aanwezig zijn. Zorg dat beide accu s dezelfde spanning hebben (12 V), dat de startkabels geïsoleerde klemmen hebben en dat ze zijn goedgekeurd voor gebruik met accu s van 12 V. Sluit geen positieve () aansluitingen op negatieve ( ) aansluitingen aan. Probeer het voertuig nooit te starten als het mogelijk is dat het elektrolyt in de accu bevroren is. Koppel de lege accu niet los. Wees voorzichtig wanneer u in de buurt van bewegende motoronderdelen werkt. Zorg dat de kabels niet in de weg liggen. Gebruik geen startkabelsysteem van 24 V. Dit systeem produceert te veel spanning en kan het elektrische systeem van het voertuig beschadigen. U mag een voertuig met een lege accu nooit duwend of trekkend starten. Starten via de accu van een ander voertuig Als de accu van een ander voertuig wordt gebruikt, moet dit voertuig zodanig worden geparkeerd dat de accu s naast elkaar liggen. De voertuigen mogen elkaar echter niet raken. Zet beide voertuigen op de handrem en zorg ervoor dat de transmissiehendel van beide voertuigen in de neutraalstand staat (in P bij automatische transmissies). Schakel het contact en alle elektrische apparatuur van beide voertuigen uit. Opmerking: controleer voordat u hulpstartkabels aansluit eerst of de accuaansluitingen op het defecte voertuig in orde zijn en of alle elektrische apparatuur is uitgeschakeld. De startkabels bevestigen Sluit de zwarte startkabel nooit op de negatieve pool van de lege accu aan. Raadpleeg zo nodig een erkende monteur. Zorg dat elke verbinding goed tot stand komt en dat er geen kans bestaat dat de klemmen per ongeluk losraken of van de contactpunten/accupolen afgetrokken kunnen worden. Dit zorgt namelijk voor vonken, die brand of een ontploffing kunnen veroorzaken. 232

4 5. Controleer dat geen van de kabels bewegende delen raken en alle vier de aansluitingen goed vastzitten. 6. Start de motor van het goede voertuig en laat deze een paar minuten stationair lopen. 7. Start de motor van het defecte voertuig. 8. Laat beide voertuigen twee minuten stationair lopen. 9. Schakel de motor van het goede voertuig uit. Opmerking: schakel pas elektrische apparatuur van het ontvangende voertuig in als de startkabels zijn verwijderd. De kabels ontkoppelen E80818 De lege accu bevindt zich in het grijs afgebeelde voertuig in de bovenstaande afbeelding. Sluit de startkabels altijd in deze volgorde aan: 1. Sluit één uiteinde van de positieve hulpstartkabel op de pluspool () van de goede voertuigaccu aan. 2. Sluit het andere uiteinde van de positieve hulpstartkabel () op de pluspool van de defecte voertuigaccu aan. 3. Sluit één uiteinde van de negatieve hulpstartkabel ( ) op de minpool ( ) van de goede voertuigaccu aan. 4. Sluit het andere uiteinde van de negatieve hulpstartkabel ( ) op een geschikte massa-aansluiting in het defecte voertuig aan. De massa-aansluiting moet zich minstens 0,5 meter (20 inch) uit de buurt van de accu bevinden en zo ver mogelijk uit de buurt van brandstof- of remleidingen. Om ernstig letsel te voorkomen, dient u bij het verwijderen van de hulpstartkabels uiterst voorzichtig te zijn, aangezien de motor van het voertuig dat eerder defect was nog steeds loopt. Dit betekent dat u dicht in de buurt van onderdelen werkt die met hoge snelheid bewegen, van hoogspanning zijn voorzien of erg heet kunnen zijn. Opmerking: schakel pas elektrische apparatuur van het ontvangende voertuig in als de startkabels zijn verwijderd. De motor van het voertuig dat eerder defect was behoort nog steeds te lopen, en de motor van het goede voertuig moet uitgeschakeld zijn. Ontkoppel de hulpstartkabels in precies de omgekeerde volgorde die bij het aansluiten werd gebruikt. 233

5 DE VOERTUIGACCU OPLADEN Zorg dat het juiste type acculader met de juiste specificaties wordt gebruikt. Het toepassen van een ongeschikte acculader kan de accu beschadigen en zelfs laten exploderen. Laad de accu altijd op in een goed geventileerde ruimte en uit de buurt van open vuur, vonken of andere ontstekingsbronnen. Tijdens het opladen kan de accu een uiterst explosief en brandbaar gas produceren. Voordat u met opladen begint, dient u de accu te ontkoppelen en uit het voertuig te verwijderen. Als u dit nalaat, kan dit schade aan het elektrische systeem van de Land Rover tot gevolg hebben. Volg altijd de bij de acculader geleverde instructies op. Als u dit nalaat, kan er ernstige schade aan de accu ontstaan. Neem altijd de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht: Vóór het opladen dient u de accu te ontkoppelen en uit de Land Rover te verwijderen. Door de accu op te laden terwijl de kabels nog zijn aangesloten, kunt u het elektrische systeem van het voertuig beschadigen. De kabels van de acculader moeten stevig op de accupolen zijn geklemd, voordat u de acculader inschakelt. Nadat de acculader is ingeschakeld mag u de kabels niet verwijderen. Schakel de acculader uit voordat u de kabels van de accupolen ontkoppelt. Laat de accu na het opladen een uur staan, voordat u hem weer vastkoppelt. Dit minimaliseert de kans op brand of een explosie. Opmerking: wij maken u erop attent dat het opladen van een accu in een koude omgeving langer duurt. 1. Ontkoppel de accu en verwijder hem uit de Land Rover. 2. Sluit de acculader aan overeenkomstig de instructies van de acculaderfabrikant. 3. Zodra de accu is opgeladen, schakelt u de stroom naar de acculader uit. 4. Ontkoppel de acculaderkabels van de accu. 5. Laat de accu een uur staan, voordat u hem op de Land Rover aansluit. Hierdoor kunnen eventuele explosieve gassen ontsnappen en vermindert u het explosiegevaar. Waarschuwingslampje van de accu Het rode waarschuwingslampje in de instrumentengroep gaat branden bij de lampjescontrole wanneer u de contactschakelaar naar stand II draait en gaat weer uit zodra de motor loopt. Als het blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, duidt dit op een storing in het acculaadsysteem. Roep met spoed deskundige hulp in. 234

6 DE VOERTUIGACCU VERVANGEN Verwijder altijd eerst de contactsleutel voordat u de accu ontkoppelt. Als u dit nalaat kan het airbagsysteem defect raken. Wees voorzichtig wanneer u de accu uit of in het voertuig tilt. Hij is zwaar en kan bij het tillen en eventueel laten vallen letsel veroorzaken. Kantel de accu niet meer dan 45 graden, omdat er anders schade kan ontstaan en er elektrolyt uit de accu kan lopen. Accu-elektrolyt is uiterst corrosief en giftig. Als u de accukabels op de verkeerde accupolen aansluit, kunt u het elektrische systeem beschadigen. Laat de accu niet op een deel van de Land Rover rusten, aangezien er door het gewicht schade kan ontstaan. Laat de motor niet lopen terwijl de accu is ontkoppeld. Als u dit toch doet, kunt u het laadsysteem beschadigen. 1. Zorg dat alle elektrische circuits uitgeschakeld zijn, alle ruiten dichtzitten en het alarm is uitgeschakeld. 2. Haal de afstandsbediening uit de Land Rover en wacht twee minuten, zodat alle systemen helemaal kunnen uitschakelen. 3. Haal de minklem los en til de kabel en klem vrij van de accupool. 4. Haal de plusklem los en til de kabel en klem vrij van de accupool. 5. Verwijder de klemplaat en til de accu uit de Land Rover. Gevolgen van het ontkoppelen van de accu Het ontkoppelen van de accu kan voor een aantal voertuigsystemen gevolgen hebben, vooral wanneer de accu vóór het ontkoppelen onvoldoende was opgeladen. Het alarm kan, afhankelijk van de status ervan, bijvoorbeeld afgaan op het moment dat de accu wordt ontkoppeld. Als het alarm inderdaad afgaat, kunt u het beveiligingssysteem op de gebruikelijke manier met de afstandsbediening uitschakelen. Het is mogelijk dat u de ruiten opnieuw moet instellen, om de comfortfunctie goed te laten werken. Raadpleeg ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN (bladzijde 111). De accu vervangen Zorg dat de aansluitklemmen van de accu in de richting van de achterkant van het voertuig wijzen en dat de klemplaat goed vastzit. Draai de moeren van de klemplaat vast totdat u de klemplaat niet meer kunt bewegen (draai hen niet te strak aan). Vervangingsaccu s Monteer alleen een accu van het juiste type en met de correcte elektrische gegevens. Het monteren van een verkeerde accu kan brand of schade aan het elektrische systeem tot gevolg hebben. Roep bij twijfel over het monteren van een accu deskundige hulp in. Voertuigen met benzinemotor Voertuigen met dieselmotor H7 75 A/uur H8 90 A/uur 235

7 De accu weggooien Recycle de gebruikte accu s. Accu s zijn echter gevaarlijk en u dient hen op de juiste manier als afval te laten verwerken. Opmerking: u dient gebruikte accu s op de juiste manier als afval te laten verwerken, aangezien ze een aantal schadelijke stoffen bevatten. Vraag uw Land Rover-dealerbedrijf/ erkende reparateur of de plaatselijke autoriteiten om advies over afvalverwerking. Een nieuwe accu behoort met plastic accupoolstofkappen geleverd te worden. Laat de stofkappen op hun plaats wanneer u de accu monteert. Verwijder ze één voor één om de accukabelklemmen te monteren. Het opnieuw monteren is precies hetzelfde als het verwijderen, maar dan in omgekeerde volgorde. Roep bij twijfel over het monteren van een accu deskundige hulp in, voordat u de accu probeert te monteren. DE VOERTUIGACCU MONTEREN Verwijder voordat u werkzaamheden aan of in de buurt van de accu gaat uitvoeren eerst alle metalen sierraden en zorg dat metalen gereedschap of voertuigonderdelen niet in contact komen met de accupolen. Metalen voorwerpen kunnen vonken en/of kortsluiting veroorzaken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Controleer of de polen en klemmen van de accu schoon zijn en van een laagje vaseline zijn voorzien, wanneer u de accu in de Land Rover monteert. Dit zorgt voor goed elektrisch contact en helpt bij de corrosiepreventie. Volg altijd de instructies van de accufabrikant op. Als u dit nalaat, kan dit schade aan de Land Rover en/of het elektrische systeem tot gevolg hebben. 236