Protocol werken bij BAS PERSONEELSINSTRUCTIE - VOERTUIGCONTROLE

Transcriptie

1 Protocol werken bij BAS PERSONEELSINSTRUCTIE - VOERTUIGCONTROLE

2 Inhoud Voertuigcontrole Mercedes Benz... 2 Voertuigcontrole Volkswagen

3 Voertuigcontrole Mercedes Benz 2

4 1. Controle motorolieniveau:!let op! Voertuig niet starten voordat u het olieniveau heeft gecontroleerd, dit kan namelijk komende 15 min. niet meer nadat u het voertuig heeft gestart! Het betreft een digitale meting waardoor er geen peilstok aanwezig is onder de motorkap. Ga als volgt te werk: Zet het contact in stand twee. Gebruik één van de twee mapjestoetsen op het stuur totdat buitentemperatuur op display verschijnt. Druk vervolgens op één van de pijltoetsen, voertuig geeft aan Measuring now! -> olieniveau wordt gemeten. Het voertuig kan twee meldingen geven: 1. Engine oil level OK 2. add x liters oil. Bij melding 2 motorkap openen door aan de rode hendel te trekken boven uw linker been -> de motorkap schiet uit de eerste vergrendeling. Om de motorkap volledig te openen trekt u aan de ontgrendeling welke aan de voorzijde van het voertuig tussen de grill naar buiten schiet. Wanneer ontgrendeling niet uit grill schiet motorkap iets oplichten. De olievuldop bevindt zich bovenop de plastic afdekkap van het motorblok. Een passende trechter en de juiste motorolie zijn te vinden in de stelling tussen de twee grote roldeuren. Het is van uiterst belang dat u de juiste motorolie gebruikt!, dit staat aangegeven op het deksel van de kunststof schenkkannen. Overige materialen om het voertuig te controleren zijn allen in deze stelling te vinden.!gaarne op ritformulier aangeven hoeveel liter olie u heeft bijgevuld. 2. Controle koelvloeistofniveau!let op! Wanneer het voertuig nog op bedrijfstemperatuur is (tussen 70 en 90 graden) dop van koelvloeistofreservoir NIET opendraaien i.v.m. hoge temperaturen en druk op koelvloeistofsysteem. Achter de linker koplamp van het voertuig bevindt zich het koelvloeistofreservoir. Om een juiste meting te kunnen doen is het van belang dat u de dop van het reservoir langzaam opendraait. In het midden van de opening van het reservoir is een stuk kunststof zichtbaar welke het maximale koelvloeistofniveau aangeeft (zie foto). Mocht het niveau lager zijn dan het maximale niveau dient u dit aan te vullen tot het maximaal. Gebruik voor Mercedes de BLAUWE koelvloeistof uit de stelling! Verschillende soorten koelvloeistof mogen in geen enkel geval worden gemengd! Kijk goed dat u zichzelf niet verward met ruitensproeiervloeistof (grote maatkan)! 3. Controle remvloeistofniveau Het remvloeistofreservoir bevindt zich onder de zwarte afdekkap aan de linkerzijde van het voertuig in de motorruimte (zie foto). Aan de zijkant van het reservoir is het maximaal en minimaal niveau van de remvloeistof zichtbaar. Mocht het niveau onder het minimale zijn dient u dit aan te vullen tot het maximaal -> zwart kunststof behuizing verwijderen en draaidop van het reservoir openen, zeefje in het reservoir laten zitten! Een passende trechter en remvloeistof zijn te vinden in de stelling tussen de twee grote roldeuren. Mocht u remvloeistof morsen gooi dan altijd een bekertje water over het remvloeistofreservoir heen (uiteraard dop goed gesloten), remvloeistof is uiterst agressief en tast leidingen en bedrading aan. 4. Controle hydraulische olie Het niveau van de hydraulische vloeistof is in dit voertuig niet te controleren. Dit niveau wordt periodiek gecontroleerd door het werkplaatspersoneel. 3

5 5. Aanvullen ruitenwisservloeistof Het ruitenwisservloeistofreservoir is te herkennen aan de rechthoekige blauwe of zwarte dop aan de rechterzijde van het voertuig (zie foto). Het niveau van de ruitenwisservloeistof valt niet te controleren. Voor vertrek altijd afvullen met ruitenwisservloeistof uit de stelling tussen de twee roldeuren. Mocht de kan leeg zijn kunt u deze, in dezelfde stelling, aanvullen via de juiste jerrycan. Wanneer u klaar bent met vullen draai dan altijd de rode tuit van de jerrycan weer omhoog om lekkage te voorkomen. 6. Controle bandenspanning!controleer ten alle tijden de bandenspanning vóór vertrek, controle op zicht kan schijnbedrieglijk zijn! De juiste bandenspanning staat aangegeven boven iedere wielkast. Om de huidige bandenspanning te controleren dient u de bandenpomp aan te sluiten nadat u het ventieldopje hebt verwijdert. De bandenpomp is te vinden aan de brugpaal direct voor de ingang van kantoor (zie foto). Wanneer u de bandenpomp op het ventiel gaat bevestigen is het belangrijk dat u de bandenpomp goed aandrukt in het ventiel. Op de meter wordt aangegeven wat de huidige bandenspanning van de band is. Mocht de bandenspanning onder de gewenste drukhoeveelheid zijn dient u de band op spanning te brengen. Hiervoor dient u een aantal handelingen uit te voeren: 1. Sluit de compressor aan voor luchtdruk Stop de witte stekker naast de ingang van de loods in het stopcontact (zie foto). Zet vervolgens de compressor aan met de zwarte knop, achter de silicone bescherming op de compressor -> de compressor slaat aan en begint de luchtleidingen in de werkplaats op druk te zetten. 2. Bevestig de bandenpomp op de luchtslang De luchtslang bevindt zich aan dezelfde paal als de bandenpomp. Trek de luchtslang uit het haspel en bevestig de bandenpomp door deze aan de onderzijde in de koppeling van de luchtslang te steken (zie foto). 3. Breng de band op de gewenste spanning Door de hendel van de bandenpomp stevig in te drukken pompt u de band op. U kunt de bandenspanning alleen aflezen wanneer u de hendel niet indrukt. Breng de band op het gewenste niveau. Wanneer de bandenspanning te hoog is kunt u de druk verminderen door op het ronde knopje te drukken tussen de meter en de hendel (zie foto).!wanneer u klaar bent met het controleren van de bandenspanning is het van uiterst belang dat u de compressor weer uitschakelt. Trek hiervoor de witte stekker uit het stopcontact zodat de langwerpige garagelamp tussen het u-profiel boven u niet meer brandt. Deze lamp is speciaal gemonteerd om u erop te attenderen dat de compressor nog stroom krijgt. Compressoren zijn de nummer één brand oorzaak in bedrijfspanden, het is dus van uiterst belang dat de compressor wordt uitgeschakeld na gebruik. 7. Controle bandenkwaliteit Controleer alle vier de banden op kwaliteit door de band van dichtbij te bekijken. Controleer de volgende zaken: 1. Controleer de zijkant van de band op scheuren en beschadigingen. 2. In iedere band zit een profielindicator in de groeve van het profiel welke de minimale profieldikte aangeeft (zie foto). Controleer de profieldikte door met uw vinger door het profiel van de band te gaan. Wanneer het profiel boven de minimale profieldikte zit is de profieldikte van de band in orde. 4

6 3. Controleer het loopvlak van de band op ongelijke slijtage door onder het voertuig de buiten én de binnenzijde te controleren. Mercedes banden slijten schuin af waardoor de band aan de buitenzijde in betere staat is dan de binnenzijde van de band. 8. Controle benodigdheden onderweg De volgende zaken dienen aanwezig te zijn: - Brancard - Wegenkaarten en navigatie - Dashboardkastje - Alcoholtesters (2 stuks) - Dashboardkastje - Autopapieren - Zwarte voertuigmap - Tankpas - Zwarte voertuigmap - Telefoon - In chauffeurscabine - Motorolie - In zuurstofcompartiment - Koelvloeistof - In zuurstofcompartiment - Sneeuwkettingen - In zuurstofcompartiment - Gevarendriehoek - In zuurstofcompartiment - Veiligheidshesjes (3 stuks) - In patiëntencompartiment Zuurstofcompartiment openen ambulance 104, 109 en 110 Om het zuurstofcompartiment te openen trekt u aan de zwarte kabelbinder naast het brancard aan de binnenzijde van de ambulance. Zuurstofcompartiment openen overige ambulances Om het zuurstofcompartiment te openen drukt u de zilveren knop in boven uw hoofd wanneer u achter het stuur zit (zie foto). Let op, het kan zijn dat de klep wat klemt waardoor u hem aan moet drukken en de handeling moet herhalen. Let op! Het zuurstofcompartiment opent niet wanneer het contact van het voertuig aan staat, tevens start de auto niet wanneer het zuurstofcompartiment geopend is.!let op! De ambulance start alleen wanneer de zuurstofklep juist gesloten is, druk deze goed aan bij het sluiten! Mocht u vragen hebben omtrent bovenstaand kunt u contact opnemen met kantoor op

7 Voertuigcontrole Volkswagen 6

8 1. Controle motorolieniveau:!let op! Wanneer u het voertuig heeft gestart minimaal 5 min wachten voordat u het voertuig correct kunt peilen! Dit voertuig beschikt over een peilstok in de motorruimte. Om de motorkap te openen trekt u aan de hendel tegen de linkerwand naast uw linkervoet wanneer u achter het stuur zou zitten -> de motorkap schiet uit de eerste vergrendeling. Om de motorkap volledig te openen ligt u de motorkap iets op en drukt u de hendel in het midden onder de motorkap in. De peilstok bevindt zich bij deze voertuigen zichtbaar achter of vóór het motorblok. Gebruik een doek om de peilstok schoon te maken om vervolgens het juiste niveau te peilen. Voor een juiste smering houdt BAS het olieniveau ten allen tijden op maximaal -> op de peilstok is af te lezen hoe hoog het olieniveau moet zijn om het maximaal te bereiken. Mocht het niveau onder het maximaal zijn en u moet olie bijvullen? -> Een passende trechter en de juiste motorolie zijn te vinden in de stelling tussen de twee grote roldeuren. Het is van uiterst belang dat u de juiste motorolie gebruikt!, dit staat aangegeven op het deksel van de kunststof schenkkannen. Schenk telkens maximaal 200 ml. olie in het voertuig om te voorkomen dat het niveau boven maximaal uitkomt, dit kan schadelijk zijn voor het motorblok! Wacht na iedere schenkbeurt minimaal 2 min. voordat u opnieuw het olieniveau controleert. Herhaal de handeling totdat het niveau het maximum bereikt.!mocht voor uw vertrek het olieniveau op of onder het minimaal zijn, graag dit aangeven op het ritformulier. 2. Controle koelvloeistofniveau!let op! Wanneer het voertuig nog op bedrijfstemperatuur is (tussen 70 en 90 graden) dop van koelvloeistofreservoir NIET opendraaien i.v.m. hoge temperaturen en druk op koelvloeistofsysteem. Het ronde doorzichtige reservoir met het blauwe deksel in de motorruimte betreft het koelvloeistofreservoir (zie foto). Aan de zijkant van het reservoir is het maximaal en minimaal niveau van de koelvloeistof zichtbaar. Mocht het niveau onder het minimale zijn dient u dit aan te vullen tot het maximaal -> draaidop van reservoir langzaam openen zodat eventuele druk van het systeem geleidelijk afneemt. Gebruik voor Volkswagen de ROZE koelvloeistof uit de stelling! Verschillende soorten koelvloeistof mogen in geen enkel geval worden gemengd! 3. Controle remvloeistofniveau Het remvloeistofreservoir is te herkennen aan de gele draaidop aan de linkerzijde van het voertuig in de motorruimte (zie foto). Aan de zijkant van het reservoir is het maximaal en minimaal niveau van de remvloeistof zichtbaar. Mocht het niveau onder het minimale zijn dient u dit aan te vullen tot het maximaal -> draaidop van het reservoir openen, zeefje in het reservoir laten zitten! Een passende trechter en remvloeistof zijn te vinden in de stelling tussen de twee grote roldeuren. Mocht u remvloeistof morsen gooi dan altijd een bekertje water over het remvloeistofreservoir heen (uiteraard dop goed gesloten), remvloeistof is uiterst agressief en tast leidingen en bedrading aan. 4. Controle hydraulische olie Het reservoir van de stuurbekrachtigingsvloeistof is te herkennen aan de groene draaidop met het volgende logo:. De peilstok van het reservoir bevind zich aan de groene draaidop. Om een correcte meting uit te voeren dient u de peilstok schoon te maken met een doek, draai hem terug op het reservoir en weer los om vervolgens het niveau van de vloeistof af te lezen op de peilstok. LET OP! Het maximale niveau van de vloeistof kan variëren door motortemperatuur. Op de peilstok staat aangegeven of u het niveau voor een warme of koude motor aan moet houden (zie foto). 7

9 . 5. Aanvullen ruitenwisservloeistof Het ruitenwisservloeistofreservoir is te herkennen aan de ronde blauwe dop met het volgende logo: Het niveau van de ruitenwisservloeistof valt niet te controleren. Voor vertrek altijd afvullen met ruitenwisservloeistof uit de stelling tussen de twee roldeuren. Mocht de kan leeg zijn kunt u deze, in dezelfde stelling, aanvullen via de juiste jerrycan. Wanneer u klaar bent met vullen draai dan altijd de rode tuit van de jerrycan weer omhoog om lekkage te voorkomen. 6. Controle bandenspanning!controleer ten alle tijden de bandenspanning vóór vertrek, controle op zicht kan schijnbedrieglijk zijn! De juiste bandenspanning staat aangegeven boven iedere wielkast. Om de huidige bandenspanning te controleren dient u de bandenpomp aan te sluiten nadat u het ventieldopje hebt verwijdert. De bandenpomp is te vinden aan de brugpaal direct voor de ingang van kantoor (zie foto). Wanneer u de bandenpomp op het ventiel gaat bevestigen is het belangrijk dat u de bandenpomp goed aandrukt in het ventiel. Op de meter wordt aangegeven wat de huidige bandenspanning van de band is. Mocht de bandenspanning onder de gewenste drukhoeveelheid zijn dient u de band op spanning te brengen. Hiervoor dient u een aantal handelingen uit te voeren: 4. Sluit de compressor aan voor luchtdruk Stop de witte stekker naast de ingang van de loods in het stopcontact (zie foto). Zet vervolgens de compressor aan met de zwarte knop, achter de silicone bescherming op de compressor -> de compressor slaat aan en begint de luchtleidingen in de werkplaats op druk te zetten. 5. Bevestig de bandenpomp op de luchtslang De luchtslang bevindt zich aan dezelfde paal als de bandenpomp. Trek de luchtslang uit het haspel en bevestig de bandenpomp door deze aan de onderzijde in de koppeling van de luchtslang te steken (zie foto). 6. Breng de band op de gewenste spanning Door de hendel van de bandenpomp stevig in te drukken pompt u de band op. U kunt de bandenspanning alleen aflezen wanneer u de hendel niet indrukt. Breng de band op het gewenste niveau. Wanneer de bandenspanning te hoog is kunt u de druk verminderen door op het ronde knopje te drukken tussen de meter en de hendel (zie foto).!wanneer u klaar bent met het controleren van de bandenspanning is het van uiterst belang dat u de compressor weer uitschakelt. Trek hiervoor de witte stekker uit het stopcontact zodat de langwerpige garagelamp tussen het u-profiel boven u niet meer brandt. Deze lamp is speciaal gemonteerd om u erop te attenderen dat de compressor nog stroom krijgt. Compressoren zijn de nummer één brand oorzaak in bedrijfspanden, het is dus van uiterst belang dat de compressor wordt uitgeschakeld na gebruik. 7. Controle bandenkwaliteit Controleer alle vier de banden op kwaliteit door de band van dichtbij te bekijken. Controleer de volgende zaken: 4. Controleer de zijkant van de band op scheuren en beschadigingen. 5. In iedere band zit een profielindicator in de groeve van het profiel welke de minimale profieldikte aangeeft (zie foto). Controleer de profieldikte door met uw vinger door het profiel van de band te gaan. Wanneer het profiel boven de minimale profieldikte zit is de profieldikte van de band in orde. 6. Controleer het loopvlak van de band op ongelijke slijtage door onder het voertuig de buiten én de binnenzijde te controleren. 8

10 8. Controle benodigdheden onderweg De volgende zaken dienen aanwezig te zijn: - Brancard - Wegenkaarten en navigatie - Dashboardkastje - Alcoholtesters (2 stuks) - Dashboardkastje - Autopapieren - Zwarte voertuigmap - Tankpas - Zwarte voertuigmap - Telefoon - In chauffeurscabine - Motorolie - In zuurstofcompartiment - Koelvloeistof - In zuurstofcompartiment - Sneeuwkettingen - In zuurstofcompartiment - Gevarendriehoek - In zuurstofcompartiment - Veiligheidshesjes (3 stuks) - In patiëntencompartiment Het zuurstofcompartiment bevindt zich achter de linker schuifdeur van het voertuig. Mocht u vragen hebben omtrent bovenstaand kunt u contact opnemen met kantoor op

11 10