Technische vragen Onderwerp: Welstandsnota 2016 Agendapunt: Welstandsnota 2016 Datum: Voorronde 6 juni 2016 Vragen: Proces Afwijkingen De welstandsnota geeft ruimte voor afwijkingen, zoals bij de gewijzigde hardheidsclausule, trendsetters en precedenten. 1. Kunt u voorbeelden geven van precedenten en trendsetters die volgens de Welstandsnota 2016 als wenselijk kunnen worden gezien en voorbeelden die als onwenselijk worden gezien, graag aan de hand van beeldmateriaal? Ongewenste trendsetter Om de volgende redenen voldoet de dakkapel niet aan de criteria eisen van de welstandsnota: - De positie van dakkapel is niet goed. De dakkapel kan alleen aan de onderzijde van het dakvlak worden geplaatst. - Hiërarchisch gezien klopt het niet dat de dakkapel aan de bovenzijde wordt geplaatst. - Op het moment dat de dakkapel hoog in het dakvlak wordt geplaatst, kan er vergunningsvrij eronder nog één worden geplaatst. Hierdoor gaat de ruimtelijke kwaliteit achter uit omdat de dakkapellen te veel de hoofdopzet en de architectuur van de woning verstoort.
Gewenste trendsetter In de huidige welstandsnota zijn voor dit soort dakopbouwen geen extra regels voor opgenomen. Echter zijn er in het verleden veel van dit soort aanvragen bij gemeente in gediend. Vervolgens zijn in de nieuwe welstandsnota criteria-eisen opgenomen voor dit soort dakopbouwen. Deze dakopbouw is naar de achterzijde van de woning gericht. Daarbij wordt de verhoogde nok naar achteren geplaatst. Vanuit de voorkant van de woning gezien zal de dakopbouw als een ondergeschikte toevoeging van het hoofdgebouw worden ervaren. Wat de ruimtelijke kwaliteit ten goede komt. 2. Op welke manier gaat de gemeente met behulp van de Welstandsnota 2016 ongewenste precedenten en trendsetters voorkomen? In de welstandsnota zijn criteria eisen opgenomen waaraan de bouwplannen worden getoetst. Als een bouwplan niet aan deze criteria-eisen voldoet wordt een afweging gemaakt of er afgeweken kan worden van het welstandsbeleid. Bij de afweging wordt naar het volgende aspecten gekeken: - past het in zijn omgeving, - verstoort het bouwplan niet de architectuur van de woning - heeft het bouwplan meerwaarde m.b.t. ruimtelijke kwaliteit. Is dit niet het geval dan wordt negatief geadviseerd over het bouwplan. Vervolgens wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gesteld. Waar mogelijk krijgt de aanvrager de gelegenheid om het bouwplan aan te passen. 3. Op welke manier gaat de gemeente willekeur voorkomen bij het toepassen van de hardheidsclausule en bij het aanwijzen van trendsetters en precedenten? Het beleid is met de nieuwe nota weer actueel, verwachting is daarom dat het afwijken alleen bij uitzondering voorkomt. Overigens is de hardheidsclausule ook zo bedoeld: alleen afwijken van regels bij de uitzonderlijke kwaliteiten van een bouwwerk. De hardheidsclausule wordt ook gebruikt bij een overgang situatie. Bijvoorbeeld een bouwplan voldoet nog wel aan de welstandsnota 2010 maar niet meer de welstandsnota 2016. Hierin wordt dezelfde afweging gemaakt, zoals hierboven is omschreven.
Criteria voor monumenten Een criterium voor monumenten is: vernieuwende bouwplannen zijn mogelijk voor zover de bebouwingskarakteristieke die de cultuurhistorische waarde van het monument bepalen behouden blijven. 4. Kunt u voorbeelden geven van vernieuwende bouwplannen waarbij de bebouwingskarakteristieken behouden blijven die de cultuurhistorische waarde van het monument bepalen, graag aan de hand van beeldmateriaal? Voorbeeld van het bewaren van cultuurhistorische waarde Het is een agrarisch gebied rond om De Park 10 te Elst. Oorspronkelijk heeft er een grote varkensschuur gestaan. De contouren van deze varkensschuur is nog herkenbaar gebleven en daarmee is een stukje cultuurhistorische waarde bewaard gebleven. Voorbeeld van het beschermen van monumentale waarden In het jaarverslag 2015 is het bouwplan van de Rijzenburg te Elst nader toegelicht. Bij dit bouwplan wordt de nieuwbouw van woningen geïntegreerd in het monumentale gebouw. De bebouwingskarakteristieken van deze omgeving zijn de monumentale woning met de bijbehorende bijgebouwen en de monumentalen bomen. Daarbij heeft het ensemble van gebouwen heeft een historische waarde. Zorgvuldig is hiernaar deze aspecten gekeken. Om deze monumentale waarden te beschermen is het bouwplan meerder malen aangepast. Uiteindelijk is er een bouwplan ontstaan die monumentale waarden respecteert..
Gebiedsgerichte criteria Bij de gebiedsgerichte criteria is een begrip respecteren (pag. 26). Dit betekent volgens de nota: bouwplan mag op onderdelen afwijken maar niet conflicteren met de bestaande bebouwing. 5. Kunt u voorbeelden geven van gevallen waarin een bebouwingskarakteristiek gerespecteerd wordt en gevallen waarin dat niet het geval is, graag aan de hand van beeldmateriaal? Voorbeeld van een bouwplan waarbij de bebouwingskarakteriek zijn gerespecteerd Nieuwbouw woning aan de Mussenbergstraat te Elst Agrarische omgeving Beeldkwaliteitsplan Bij de ontwikkeling van deze woningen is nadrukkelijk naar de omgeving gekeken. De opzet is om een hoofdwoning aan de Mussenbergstraat te plaatsen en daar achter schuurwoningen. Daarbij zijn de woningen qua vorm en materiaalgebruik afgestemd op de omgeving.
Voorbeeld waarbij niet de bebouwingskarakteristiek zijn gerespecteerd De bebouwingskarakteristiek van de winkelstraat van Elst is dat op de begane grond het winkelgebied is en daarboven zijn de woningen gesitueerd. De welstandsnota geeft aan dat de reclame-uitingen van de winkels alleen op de begane grondlaag mogen worden geplaatst. In deze situatie is dat niet gedaan waardoor de reclame-uitingen een negatief effect heeft op zijn omgeving.
Bij bedrijventerreinen wordt gesproken over kleuren en materialen die moeten harmoniëren met de directe omgeving. 6. Kunt u voorbeelden geven van bouwobjecten waarvan de kleuren en materialen harmoniëren met directe omgeving en bouwobjecten waarbij dat niet het geval is, graag aan de hand van beeldmateriaal? Kleur en materiaalgebruik passend in de omgeving Kleur en materiaalgebruik niet passend in de omgeving Reclame-uitingen 7. Welke gedachte ligt ten grondslag aan de keuze om bij het opstellen van de criteria voor reclameuitingen wel ondernemers te betrekken en geen andere inwoners? Reclamebeleid vormde een specifiek onderdeel van de actualisatie van de welstandsnota. Dit heeft een direct effect voor de ondernemers. Daarom is ervoor gekozen om de visie over de reclame-uitingen te delen met de ondernemers.
8. In hoeverre voldoet de reclamezuil langs de A50 aan de criteria voor reclame-uitingen in de Welstandsnota? Vorig jaar was er een aanvraag ingediend voor het aanpassen van de reclamezuil. De aanpassing betreft het wijzigen van aangelichte reclame naar led-reclame. In het verleden is vastgesteld dat de reclamezuil niet voldoet aan de criteria-eisen van de welstandsnota. Vervolgens zijn er de volgende afwegingen gemaakt: - Past de nieuwe reclamezuil in zijn omgeving - Welke reclamezuilen zijn in de omgeving vergund. - Hoe groot is de verandering ten opzichte van de oude reclamezuil - Heeft het led-licht de nieuwe reclamezuil meer invloed op de omgeving ten opzichte van de oude reclamezuil. Daarna heeft commissie ruimtelijke kwaliteit schriftelijke geadviseerd naar het B&W. Vervolgens is aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het wijzigen van de reclamezuil aan de A50 vergund. In het jaarverslag van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit wordt vermeld bij welke bouwplannen de commissie afwijkend heeft geadviseerd ten opzichte van de welstandsnota. Naam en ondertekening: De Fractie van GroenLinks: Hanno Krijgsman