Nuclear Magnetic Resonance

Vergelijkbare documenten
Nuclear Magnetic Resonance

Opgave 1. γ gyromagnetische verhouding van waterstof (2, rad/t s) B magnetische veldsterkte (Tesla)

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

TENTAMEN KERNSPINRESONANTIE 17 december 2009 ( uur) Docent FJJ de Kanter. Er mag gebruik worden gemaakt van een rekenmachine

Maandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Toets Spectroscopie. Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa. Lees dit eerst!

Kernspinresonantie (NMR)

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Electron Paramagnetic Resonance and Electron Nuclear Double Resonance Spectroscopy at 275 GHz

Profielwerkstuk Kernspinresonantiespectroscopie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Neuro & Revalidatie Congres Inhoud. MRI Veiligheid MRI. Magnetic Resonance Imaging

Opgave 1. Reacties 16 punten

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Tentamen Inleiding Quantumchemie (MST1171)

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

Proef toets Massaspectrometrie Structuuranalyse

Tentamen. Kwantumchemie & Fysica (4051QCHFY-1314FWN) Datum: 10 April Tijd/tijdsduur: 3 uur

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

Nederlandse samenvatting

Fluorescentie. dr. Th. W. Kool, N.G. Schultheiss

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Mogelijkheden van metingen aan intacte wortelstelsels met fysische methoden waaronder kern spinresonantie (NMR)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Natuurkunde Practicum II. Nuclear Magnetic Resonance

Algemene Scheikunde. Academiejaar

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION-

Inhoud. Scheidingsmethoden (onder- en bovenbouw)... 2 Massaspectrometrie(bovenbouw)... 3

-- IX (q)e - ie 2 t/h

Uitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen:

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Stoffen, structuur en bindingen

Elementen; atomen en moleculen

Helium atoom = kern met 2 protonen en 2 neutronen met eromheen draaiend 2 elektronen

Moderne Instrumentele Analyse

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1

Sneller scannen helpt om de prijs van een MRI-opname laag te houden. Philips

NMR op de HF banden. 6 e RF Seminar 2017/2018. (ofwel Robert s NMR detector, WIP) September 2018 Herman Flick / VERON 1

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

38 e Nationale Scheikundeolympiade

35 e Nationale Scheikundeolympiade

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Chapter 8b Samenvatting Een katalysator is een stof die de snelheid van een chemische reactie verhoogt, zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Boven

TENTAMEN. Van Quantum tot Materie

Samengesteld door Werner Poets. Nagelezen en aangevuld door het Belgische Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA), dr.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING

Toets 01 Algemene en Anorganische Chemie. 30 september 2015

natuurkunde vwo 2018-I

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE

IV. Chemische binding

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4)

Samenvatting Scheikunde H12

Frequentie = aantal golven per seconde op gegeven plek = v/λ = ν. Golflengte x frequentie = golfsnelheid

Uitwerking Chemische Binding NWI-MOL056 Prof. dr. ir. Gerrit C. Groenenboom, HAL 1, 12:30-15:30, 7 nov 2013

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

Interstellair Medium. Wat en Waar? - Gas (neutraal en geioniseerd) - Stof - Magneetvelden - Kosmische stralingsdeeltjes

natuurkunde vwo 2018-II

32 e Nationale Scheikundeolympiade

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Scheikunde Samenvatting H4+H5

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Het kunnen onderscheiden van verschillende isomeren is nodig voor het begrijpen van de unieke eigenschappen die isomeren bezitten.

Tentamen Chemische Binding NWI-MOL056 Prof. dr. ir. Gerrit C. Groenenboom, HG00.068, 30 aug 2013

Hertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o.

4 11 juni EINDTOETS THEORIE antwoordmodel

Herkansing Toets T1 en T2 AAC. 08 november 2013

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 9 januari 2008 van 9:00 12:00 uur

Astrofysica. Ontstaan En Levensloop Van Sterren

In-situ emissie metingen

7.1 Het deeltjesmodel

Toets T1 Algemene en Anorganische Chemie. 02 oktober 2013

Faculteit Scheikunde Onderwijs Instituut Scheikunde Practicum

Informatieboekje NLD-1. "Bonding the World with Chemistry" 49 e INTERNATIONAL CHEMISTRY OLYMPIAD Nakhon Pathom, THAILAND

Tentamen Chemische Binding NWI-MOL056 Prof. dr. ir. Gerrit C. Groenenboom, HG00.304/065, 17:30-20:30/21:30, 6 feb 2014

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB augustus 2011, uur

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Verhaaltje ZX ronde 3 juli 2011

Oxidatieve Nucleofiele aromatische Substitutie van Waterstof (ONSH): alkylaminering Vergelijking van verschillende oxidantia en additieven.

Opgave 1. Lewis-elektronenstructuren 12 punten, 15 minuten

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Tentamen QCB juni 2007, 9:00-12:00 uur, A. van der Avoird

Figuur 1 Schematische opstelling van de STM

32 e Nationale Scheikundeolympiade

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 11 Fluorimetrie bladzijde 1

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

Vraag 1: Ne-He en Ne-He +

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE

Scheikunde II. Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers. 2 ste semester hoorcollege5

Cursusinhoud. De spinecho pulssequentie 90 puls 180 puls sliceselectie fasecodering frequentiecodering gradiënt k vlak echo repetitietijd echotijd

Transcriptie:

Nuclear Magnetic Resonance Spectroscopy (Kernspinresonantie spectroscopie) 1

Toepassingen van NMR-spectroscopie Structuuropheldering van (vaak) organische verbindingen Identificatie van onbekende stoffen (meestal in combinatie met andere technieken) Ruimtelijke structuur Moleculaire beweging Beeldvorming (MRI in ziekenhuis) 2

Doel van dit college: Uitleggen hoe je NMR kan gebruiken voor het identificeren van organische verbindingen, zonder ons al te druk te maken over de details van de fysische en mathematische achtergronden. 3

NMR Spectroscopie Gebaseerd op de magnetische aktiviteit van kernen met een oneven aantal protonen en / of neutronen. Spectroscopie i.h.a. is gebaseerd op overgangen tussen (energetisch) verschillende toestanden. Deze overgangen kunnen plaatsvinden als er straling wordt aangeboden waarvan de energie overeenkomt met het energieverschil tussen de toestanden (resonantie). E 2 E 2 E E 1 Absorptie E 1 Emissie 4

Deze toestanden ontstaan bij NMR uit de de magnetische aktiviteit van kernen met een oneven aantal protonen en / of neutronen Zo n kern heeft een (magnetische) spin I. In de aanwezigheid van een extern magneetveld is er een verschil in energie tussen spin omhoog en spin omlaag. 5

Zeeman diagram Energie Spin omlaag, anti-parallel 0 E B 0 Magnetic field Spin omhoog, parallel E = h/2π B 0 γ 6

E = h/2π B 0 γ = hν Planck constante Magnetische veldsterkte Gyromagnetische verhouding De gyromagnetische verhouding is verschillend voor verschillende soorten kernen. Conclusie: in een magneetveld B 0 (veldsterkte in tesla), komt elke kern in resonantie bij zijn eigen frequentie. 7

Laten we een magneetveld van 7 tesla nemen: H F CH 3 C O P O CH 3 CH 3 13 C 31 P 19 F 1 H 0 100 200 300 ν (MHz) Straling zit in het radiogolfgebied Waar hoort zuurstof in dit plaatje? 8

Kernspin quantum getallen (I) en voorkomen Kern 1 H 2 H 12 C 13 C 14 N 16 O 19 F 29 Si 31 P I ½ 1 0 ½ 1 0 ½ ½ ½ Voorkomen (%) 99.985 0.015 98.892 1.108 99.63 99.963 100.0 4.70 100.0 9

NMR spectrometer, basaal 10

NMR spectrometer, uitgebreid. 11

MRI 12

Laten we naar 1 H kernen (protonen) kijken. We weten γ ( 26.75 10 7 T -1 s -1 ) Onze NMR magneet heeft een veldsterkte van 7 T. De resonantiefrequentie is ongeveer 300 MHz. Is deze frequentie gelijk voor alle H-atomen in het molekuul? Gelukkig niet! De frequentie wordt beïnvloed door de chemische omgeving van de protonen, verschillende aangrenzende atomen/groepen zorgen voor verschillende resonantiefrequenties. 13

De resonantiefrequentie van een kern hangt af van B 0. Onthoud: ν = γ B 0 2 π In een molekuul wordt de kern afgeschermd door een elektronenwolk. De elektronen bewegen in een magneetveld en genereren zelf een klein magneetveld B EL, in de richting tegen B 0 in. Het locale veld B LOC gevoeld door de kern is B 0 B EL Verschillen in electronische omgeving leiden tot verschillen in resonantiefrequentie 14

NMR spectrum δ: chemische verschuiving (chemical shift) absorption ν δ = sample ν ν TMS TMS δ (ppm) TMS: Si(CH 3 ) 4 δ = 0 ppm 15

De chemische verschuiving δ is onafhankelijk van B 0. Spectra opgenomen met verschillende magneten kunnen vergeleken worden! δ heeft kleine waarden en wordt daarom vermenigvuldigd met 10 6 en uitgedrukt in ppm (parts per million). 16

Waarom TMS (tetramethylsilaan)? Het is een referentie voor zowel H, C als Si. Door de elektronegativiteit van Si, zijn de δ waarden van 1 H en 13 C in TMS lager dan in bijna elke andere verbinding. Het geeft slechts één signaal voor elke kern. Het heeft een laag kookpunt (26 o C) en kan dus eenvoudig uit een monster verwijderd worden. 17

Signaal Schaal van 0.. 12 ppm voor 1 H Schaal van 0.. 220 ppm voor 13 C afscherming TMS signaal minder meer 10 5 0 δ (ppm) 18

1 H NMR chemical shifts 19

Invloeden op de chemical shift, een voorbeeld CH 3 Cl CH 3 Br CH 3 I Wat verwachten we? Halogenen trekken elektronen naar zich toe, waardoor de protonen minder afgeschermd zijn. Elektronegativiteit is het hoogst voor Cl, laagst voor I Protonen in CH 3 Cl zullen het minst afgeschermd zijn. Protonen van CH 3 Cl zullen de hoogste chemische shift hebben, die van CH 3 I hebben de laagste chemische shift. 20

CH 3 I bron: SDBS (www.aist.go.jp) 21

CH 3 Br bron: SDBS (www.aist.go.jp) 22

CH 3 Cl bron: SDBS (www.aist.go.jp) 23

Wat gebeurt er wanneer we Cl-atomen toevoegen? Meer Cl-atomen meer elektronegatieve substituenten Elektronen worden meer van de protonen weggetrokken. De chemische shift van de protonen zal groter worden met toenemend aantal Cl-atomen. 24

CH 3 Cl Chloormethaan bron: SDBS (www.aist.go.jp) 25

CH 2 Cl 2 Dichloormethaan bron: SDBS (www.aist.go.jp) 26

CHCl 3 Chloroform bron: SDBS (www.aist.go.jp) 27

ANDERE INVLOEDEN OP δ Hybridisatie (sp 3, sp 2, sp) Aromaticiteit H-brug vorming en nog andere faktoren 28

13 C NMR spectra 13 C-NMR is minder gevoelig dan 1 H-NMR. Slechts 1% van koolstof komt voor als 13 C in de natuur. Bovendien is koolstof minder gevoelig (γ). Langere metingen zijn nodig en grotere hoeveelheden monster worden gebruikt. In het spectrum staat elke lijn voor één soort koolstof in een molecuul. Chemisch equivalente koolstofatomen hebben dezelfde chemische shift. 29

CHEMISCHE VERSCHUIVINGEN X C X = Fl, Cl, Br, I R O C H R O C OH C C C C OCH 2 CH 2 CH 3 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 δ (ppm) 30

Intensiteit van de signalen In 13 C spectra kan de integraal (=oppervlakte) van de pieken ruwweg gebruikt worden om de relatieve aantallen van chemisch verschillende koolstoffen te bepalen. Eén uitzondering: koolstofatomen zonder waterstof eraan hebben minder intense signalen. 31

1-Hexeen bron: SDBS (www.aist.go.jp) 32

2-butanol bron: SDBS (www.aist.go.jp) 33

3-pentanon bron: SDBS (www.aist.go.jp) 34

Invloed van symmetrie: Dipropyl ether en ethyl propyl ether Hoeveel chemisch verschillende koolstofatomen in elk molecuul? 35

bron: SDBS (www.aist.go.jp) 36

bron: SDBS (www.aist.go.jp) 37

1 H-NMR Gevoeliger dan 13 C-NMR. Bijna alle waterstof komt voor als 1 H in de natuur. Een standaard spectrum is 16 scans, dat duurt 1 minuut. Spectra complexer dan 13 C-spectra, maar dat levert meer informatie op. Vaker gebruikt dan 13 C-NMR. 38

Chemische shift zit gewoonlijk tussen 0 en 12 ppm. 39

Integralen De oppervlakte onder de pieken in een 1 H-NMR spectrum kan worden gebruikt om de verhoudingen van protonen voor die signalen te bepalen (p. 137-139). Voorbeeld: ethanol CH 3 CH 2 OH 3 soorten H 3 signalen Intensiteit 3 : 2 : 1 Voorbeeld 2: butaan CH 3 CH 2 CH 2 CH 3 2 soorten H 2 signalen Intensiteit 6 : 4 = 3 : 2 40

Azijnzuur CH 3 COOH bron: SDBS (www.aist.go.jp) 41

Wanneer een mengsel van stoffen wordt gemeten, zie je in het spectrum de som van de signalen van de individuele stoffen. Opgave 2 42

SPIN-SPIN KOPPELING Verschillende spins in elkaars nabijheid beinvloeden elkaar (door de bindingen) spin 2 spin 1 De aanwezigheid van spin 2 splitst het signaal van spin 1 in twee lijnen van gelijke intensiteit. Evenzeer wordt spin 2 opgesplitst door spin 1. Het energieverschil tussen de de lijnen wordt koppelingsconstante genoemd (in Hz). Effekt meestal (maar niet altijd) beperkt tot drie bindingen. 43 Protonen die elkaar opsplitsen hebben dezelfde koppelingsconstante.

KOPPELINGSPATRONEN 1 intensiteiten 1 1 1 2 1 aantal buren patroon 0 singulet 1 doublet 2 triplet 1 3 3 1 3 kwartet 1 4 6 4 1 4 kwintet X H C H C H CH 2 signaal: kwartet CH 3 signaal: 1.00 triplet H H 0.50 0.00 3.50 3.00 2.50 2.00 1.50 1.00 0.50 ppm (t1) Uit het koppelingspatroon kun je het aantal naburige H-atomen afleiden. 44 Identieke kernen splitsen elkaar niet op.

WAT VERTELT EEN 1 H NMR SPECTRUM JE? Aantal signalen: hoeveel verschillende typen H-atomen aanwezig? Chemische verschuiving: welke functionele groepen? Integraal: hoeveel H-atomen dragen bij aan een signaal? Koppelingspatroon (multipliciteit): hoeveel buren? 45

Signalen van het oplosmiddel Meestal worden gedeutereerde oplosmiddelen gebruikt. CDCl 3, C 6 D 6, aceton-d6, DMSO-d6, D 2 O Geen 1 H in het oplosmiddel, nou, bijna geen. In CDCl 3 is 0.1% CHCl 3 aanwezig. Signaal bij 7.26 ppm. Voor 13 C-NMR : dezelfde oplosmiddelen. CDCl 3 signalen: drie signalen (verhouding 1:1:1) bij 77 ppm. 46

Uitwisselbare protonen -COOH -OH -NH 2 Protonen die uitwisselen geven vaak brede pieken. De integraal wordt niet beïnvloed door deze verbreding. Koppeling van OH en NH 2 groepen met andere protonen wordt meestal niet waargenomen. De chemische verschuiving van dit soort protonen kan sterk varieren. 47

CH 3 CH 2 OH bron: SDBS (www.aist.go.jp) 48