Kapitaalvermindering anno 2017 én 2018: wat is nog mogelijk? Guy Poppe advocaat
Inleiding Hoe fiscaalvriendelijk geld uit een vennootschap halen uit een vennootschap in 2017 /2018? - Bezoldiging progressief tarief PB : + 50 % - Dividend : RV = 30 % behoudens vvprbis of liquidatiereserve (ten vroegste vanaf 2020) - Interesten : RV = 30 % - Liquidatie : 30 % behoudens ingeklikt kapitaal en/of liquidatiereserve - Inkoop van eigen aandelen: liquidatiebonusheffing van 30 %
Inleiding (2) - Kapitaalvermindering van werkelijk gestort kapitaal : 0 %, indien reserves : RV van 30 %, MAAR In holdings opgestart na 1 januari 2017 - Kapitaalvermindering : bij holdingstructuren voor het deel boven het werkelijk gestort kapitaal van de ingebrachte aandelen beschouwd als een dividenduitkering, dus RV van 30 % In holdings opgestart voor 1 januari 2017 - Oud regime, maar controle - Ruling 2017.152 van 6 juli 2017 : inbrengwaarderuling is geen vrijgeleide voor latere kapitaalvermindering!
Inleiding (3) Zomerakkoord, normaal vanaf 1 januari 2018: alle kapitaalverlagingen worden beoogd, door pro rata regeling werkelijk gestort kapitaal versus belaste reserves (in of buiten kapitaal)
Vennootschapsrechtelijke aspecten Kapitaal in het vp. recht = ruim begrip (geld of in natura of reserves) Bij bvba nv Comm.VA en Cvba: strikte regels inzake kapitaalbescherming bij kapitaalvermindering, onder meer met beslissing en wachtperiode van 12 maanden - BAV zoals een statutenwijziging (artikel 316 en 612 W. Venn.): dubbele meerderheid aanwezigheid (50 +1) en instemming (75%) - Uitkering ten vroegste 2 maanden na publicatie in BS (vaststelling RvB)
Vennootschapsrechtelijke aspecten (2) Doel: bescherming belangen schuldeisers die opeisbare schuld hebben (artikelen 317 en 613 W. Venn.) Fiscale gevolgen niet-naleving? Artikel 18 WIB eist dat terugbetaling overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen gebeurt, zoniet belast) dividend (lees in uitvoering van een regelmatige beslissing van de algemene vergadering)
Vennootschapsrechtelijke aspecten (3) Rechtspraak: Zowel Rb. Namen, 6 februari 2014 als Rb. Brugge, 9 maart 2016: schending artikel 613 W. Venn. heeft geen fiscale gevolgen. In de zaak van Rb. Brugge riep de fiscus artikel 613 W. Venn. in, hetgeen verworpen werd (wel aandelen aan toonder) Ruling nr.2016.162 van 26 april 2016 Bevestiging dat de niet-naleving van de twee maanden sperperiode niet kan leiden tot een fiscale herkwalificatie naar dividenden
Vennootschapsrechtelijke aspecten (4) Minister van Financiën: hij verwees naar de circulaire AAFisc 2012/2 die de COM WIB 92 terzake wijzigde: enkel de artikelen 316 (bvba) en 613 (nv) W. Venn. zijn relevant voor de lezing van artikel 18 WIB 92
Vennootschapsrechtelijke aspecten (5) Kapitaalvermindering vof CommV en cvoa: geen wettelijke regeling à la bvba, zelfs geen tussenkomst notaris vereist in de meeste gevallen, - Opletten met vaste datum voor fiscale doeleinden (zeker op scharniermoment 2017 2018)
Vennootschapsrechtelijke aspecten (6) - Kapitaalvermindering kan in geld of in natura (bv. effecten of zelfs onroerend goed) - Bij onroerend goed: vaak problematiek voor assymetrische dividenduitkering, wat in beginsel verboden is.
Fiscaal Twee soorten kapitaalvermindering: a) Kapitaalvermindering voor aanzuivering boekhoudkundige verliezen of formele kapitaalvermindering (handeling via het passief van de balans, waarbij kapitaal afneemt ter compensatie van de boekhoudkundige verliezen; fiscale verliezen blijven intact) b) Kapitaalvermindering door terugbetaling aan de aandeelhouders
Fiscaal (2) Formele kapitaalverlaging: afrekenen via afname reserves in kapitaal en voor wat betreft het werkelijk gestort kapitaal, verhoging van de begintoestand van reserves - Juridische gevolgen aanvaarden (Rb. Antwerpen, 20 februari 2004) - Fiscale verliezen bij behouden
Fiscaal (3) Soorten kapitaal in fiscalibus: a) Werkelijk gestort kapitaal, d.w.z. inbreng in geld of in natura (artikel 2,6 en 184 WIB 92) en uitgiftepremie b) Ander kapitaal, onder meer belaste en nietbelaste reserves incorporeren Noot: voor VPRbis maakt men binnen het werkelijk gestort kapitaal nog een onderscheid tussen geld en natura
Fiscaal (4) Gevolgen: - Bij kapitaalinbreng : geen verschil tussen inbreng in geld, in natura of reserves - Bij terugbetaling : wel een verschil >> werkelijk gestort kapitaal : terugbetaalbaar zonder Ven. Bel. en zonder RV >>> belaste reserves : terugbetaalbaar zonder Ven. Bel. maar met RV
Fiscaal (5) >>>> bij niet belaste reserves (bv. Herwaarderingsmeerwaarden): bij terug betaling zowel Ven. Bel. als RV Indien het kapitaal uit meerdere componenten bestaat: vennootschap kiest in de akte waarop de aanrekening gebeurt, zoniet ponds-pondsgewijze aanrekening
Fiscaal (6) Uitzondering op die vrije keuze: - Inklikoperatie (artikel 537 WIB 92) - VVPRbis In beide gevallen geldt LIFO, dus bij onmiddellijke kapitaalverlaging moet met de bepalingen van deze wetgeving rekening gehouden worden - Zomerakkoord 2017 (vanaf 1 januari 2018)
Fiscaal (7) Kapitaal gevormd door inbreng bedrijfstak of algemeenheid van goederen (artikelen 46 WIB 92): enkel werkelijk gestort kapitaal ten belope van van de waarde die de inbreng, uit fiscaal oogpunt, ten name van de vroegere belastingplichtige had (artikel 184, 2e lid, WIB 92).
Fiscaal (8) Andere fiscale gevolgen kapitaalvermindering: a) Verlaging berekeningsgrondslag NIA b) Minder interestleningen mogelijk (rentegevende voorschotten) c) Minder dividend d) Mogelijk verlies opklimmend tarief (deelnemingen versus kapitaal)
Fiscaal (9) a) Inklikoperatie : voor kapitaalvermindering sperperiode van 4 (kleine vp) of 8 jaar (grote vp) vanaf de inbreng (artikel 537 WIB 92) - Bij schending : Kleine vp :bijkomende RV 20 % in eerste en tweede jaar, 10 % in derde jaar en 5 % in het vierde jaar voor kleine vp Grote vp: bijkomende RV 20 % in eerste vier jaar, 10 % in vijfde en zesde jaar en 5 % in zevende of achtste jaar
Fiscaal (10) Bij VVPRbis (artikel 269, 2 WIB 92): verlies van het voordeel, definitief en onherroepelijk Indien schending artikel 537 WIB 92 én artikel 269, 2 WIB 92: belastingplichtige heeft de vrije keuze tussen één van beide sanctieregelingen, dus ofwel effectief RV bijbetalen op het ingeklikt kapitaal dan wel onherroepelijk verlies van de VVPR-voordelen (PV 8 januari 2014 Luc Van Biesen)
Anti misbruikbepaling Artikel 344, WIB 92 (sinds 2012) Aan de administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer de administratie door vermoedens of andere in artikel 340 vermelde bewijsmiddelen en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.
Antimisbruikbepaling (2) Wanneer fiscaal misbruik? een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst; of 2. een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel voorzien door een bepaling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Antimisbruikbepaling (3) Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van inkomstenbelastingen. Deze moeten zelfs niet overheersend zijn Ook step by step transacties! Kapitaalverlaging in holding : ontwijking RV?
Antimisbruikbepaling (4) De circulaire van 4 mei 2012 vermeldt uitdrukkelijk de verschillende toestanden die worden geviseerd: a) rechtshandelingen waarbij de belastingplichtige een zuiver fiscaal voordeel nastreeft; b) rechtshandelingen waarbij de niet-fiscale motieven in niets specifiek zijn voor de betrokken verrichting, maar integendeel zo algemeen zijn dat ze noodzakelijkerwijs aanwezig zijn bij elke verrichting van hetzelfde type; en
Antimisbruikbepaling (5) c) rechtshandelingen waar de niet-fiscale motieven weliswaar specifiek zijn voor de betrokken verrichting, maar een dermate beperkt belang hebben dat een redelijk persoon de verrichting niet zou realiseren omwille van dit niet-fiscale motief. Men kan er in dit geval van uitgaan dat het niet-fiscale motief niet het werkelijke motief is voor de verrichting.
Antimisbruikbepaling (6) Ook herkwalificatie kapitaalvermindering in dividend? - Sommige rechtsleer waarschuwde er reeds voor in 2012 bij invoering huidig artikel 344, 1 WIB 92 (o.m. TH. Afschrift) - Rulings : zeer beperkt aantal op grond van vroegere versie antimisbruikbepaling, enkel die van 26 januari 2006 (400.375) en 1 december 2005 (500.066) behandelen deze problematiek - Rechtspraak : zeer schaars
Antimisbruikbepaling (7) Is een kapitaalvermindering uit een holding een ontduikingsmechanisme RV? - Algemeen standpunt Rulingcommissie november 2014 : gewijzigd en uitdrukkelijk verwijzend naar een toetsing met artikel 344, 1 WIB 92 (herkwalificeren naar een belast dividend) is mogelijk
Rulings oud artikel 344 WIB 92 Bespreking ruling oude antimisbruikbepaling Ruling nr. 400.375 van 26 januari 2006 : GEEN herkwalificatie indien: De geplande kapitaalverlaging zal circa drie jaar na de laatste incorporatie van belaste reserves plaatsvinden. De vennootschap zal geen incorporatie van reserves doen voor of gelijktijdig met de beoogde kapitaalvermindering, noch gedurende een termijn van drie jaar volgend op de datum van kapitaalvermindering De verzoekers bevestigen dat er voldoende liquiditeiten zijn om de geplande terugbetaling door te voeren
Rulings oud artikel 344 WIB 92(2) Er moet sprake zijn van een effectieve terugbetaling en geen afboeking op rekening courant De aandeelhouders stellen de aldus terugbetaalde sommen niet opnieuw ter beschikking van de vennootschap door middel van een lening De terugbetaling van het kapitaal mag geen wijziging teweegbrengen met betrekking tot de bezoldigingen die door de vennootschap worden uitbetaald aan de aandeelhouders
Rechtspraak oud artikel 344 WIB 92 Rechtspraak oude antimisbruikbepaling: Antwerpen, 4 mei 2004 Beslecht op proceduriële redenen: de (oude) antimisbruikbepaling kan niet in de verlengde aanslagtermijn van 7 jaar worden toegepast aangezien geen automatische fraude, zodat geen toetsing ten gronde gebeurde
Rulings huidig artikel 344 WIB Rulings mbt huidige artikel 344, 1 WIB 92 a) Ruling nr. 2014.319 van 19 augustus 2014 Feiten: - Klassieke holding via inbreng van zelf opgewerkte vp (3) - Na verloop van tijd wordt de meest rendabele werkmij verkocht - Gelden grotendeels in de groep gehouden - Vraag om beperkte terugbetaling kapitaal
Rulings huidig artikel 344 (2) Niet fiscale motieven: - Bundelen patrimonium - Correcte waardering Weinig concrete info beschikbaar wegens schrapping van alle data en bedragen
Ruling huidig artikel 344, 1 WIB b) Ruling nr. 2016.068 van 7 juni 2016 Feiten: - Holding (COMM.VA) X waarin de deelnemingen A en B ingebracht worden (met ruling met de klassieke engagementen) - A en B investeerden in onroerend goed - A doet geld opstromen dat ten dele dient voor kapitaalverhoging in B en kapitaalvermindering in de holding, die aangerekend wordt op gestort kapitaal Vraag aan DBV: herkwalificatie van kapitaalvermindering in X naar dividend mogelijk op grond van artikel 344, 1 WIB 92 (uitbetaling aan natuurlijk persoon)? Neen zegt DVB om volgende redenen:
Ruling huidig artikel 344, 1 WIB - Werkmaatschappijen waren actieve ondernemingen - Successieplanning uitgewerkt op niveau holding - relatief beperkt bedrag terugbetaald zonder de financiële en operationele positie van A en B in gevaar te brengen - Terugbetaald met cash uit winsten van A en B na de inbreng van de deelnemingen in X
Ruling huidig artikel 344, 1 WIB c) Ruling nr. 2016.859 van 17 januari 2017 - Combinatie kapitaalvermindering én dividenduitkering - DVB: geen herkwalificatie, want Overtollige liquidititeiten door uitkoop wegens conflict met vennoot in werkvp, en tevens schuldafbouw gebeurd en nadelig voor perceptie op aandelenmarkten Aandeelhouders in holding ook voor een deel vp, die anders ook geen RV betaalden
Holdings Begrotingsmaatregelen 2017 in Programmawet van 25 december 2016: de ontwijkingstechniek via holdings op twee manieren pareren: * ten aanzien van de inbrengen verricht vóór 1 januari 2017 zal een "gerichte controleactie" worden uitgevoerd op basis van de algemene antimisbruikbepaling van artikel 344, 1 WIB 92; * ten aanzien van de inbrengen verricht vanaf 1 januari 2017 zullen de bij de holding ingebrachte aandelen nog slechts (in hoofde van de holding) als werkelijk gestort kapitaal worden aangemerkt, "ten belope van de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen in hoofde van de inbrenger [...]"; het hogere gedeelte van de inbrengwaarde zal als een "belaste reserve" worden aangemerkt.
Holdings (2) Interne meerwaarden - Probleem: illiquide reserves via een holdingstructuur omzetten in werkelijk gestort kapitaal via DBI slechts belastbaar aan 1,65 % - Standpunt fiscus : misbruik RV - Nieuwe regeling op alle inbrengen vanaf 1 januari 2017 : nog slechts werkelijk gestort kapitaal ten belope van de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen in hoofde van de inbrenger
Holdings (3) a) Nieuwe inbrengen vanaf 1 januari 2017 : de ingebrachte aandelen zijn enkel ten belope van hun kapitaalinbreng werkelijk gestort kapitaal, de rest belaste reserves >>> bij uitkering van de gelijkgestelde belaste reserves : roerende voorheffing verschuldigd >>> blijkbaar viseert men enkel de holdingstructuren: gelijkheidsbeginsel?
Holdings (4) Het hogere gedeelte wordt een belaste reserve, dus bij uitkering belast aan RV Enkel indien de inbreng kadert in het normaal beheer van een privé patrimonium, dus niet belastbaar op grond van art. 90, 9 of 228, 2,9 WIB 92, dus niet voor in PB belaste verrichtingen Enkel voor inbreng van aandelen, niet voor bv. Inbreng van een onroerend goed Ook voor buitenlandse vennootschappen door uitdrukkelijke verwijzing naar definitie in artikel 2, 1,6 WIB 92 (definitie gestort kapitaal)
Holdings (5) Voorbeeld A richt Alfa bvba op met een gestort kapitaal van 20.000 EUR (200 aandelen) in 2010 Op 31/12/2016 heeft ALFA 200.000 EUR belaste reserves Op 15/01/2017 worden de 200 aandelen ingebracht in GAMA voor 300.000 EUR: werkelijk gestort kapitaal in Gama is 20.000 EUR, de rest 280.000 EUR zijn belaste reserves
Holdings (6) Niet toepasselijk op verkoop van aandelen aan holding, maar die leidden vaak tot taxatie op grond van artikel 90,9 of artikel 26 WIB 92 Volgens Memorie van Toelichting is de nieuwe regeling ook toepasselijk op gratis verkrijgingen (schenkingen en erfenis) die later ingebracht worden door erfgenaam of begiftigde
Holdings (7) Voorbeeld: Vader richt vp op met kapitaal van 100 EUR. Bij zijn overlijden zijn de aandelen 1000 EUR waard. Indien de erfgenamen beslissen die aandelen in te brengen in een holding, dan is slechts 100 EUR werkelijk gestort kapitaal en 900 EUR belaste reserves
Holdings (8) Ten aanzien van inbrengen verricht voor 1 januari 2017 wijzigt er niets, maar in Beleidsverklaring van 28 oktober 2016 kondigde de minister een gerichte controle aan op basis van artikel 344, 1 WIB 92, m.a.w. ingeval het fiscaal misbruik bewezen wordt door de fiscus, moet de belastingplichtige minstens één motief anders dan het ontwijken van inkomstenbelasting aanbrengen Enkel voor die kapitaalverminderingen?
Holding (9) Aandachtspunten: Aanrekenen op werkelijk gestort kapitaal in de zin van artikel 184 WIB 92 Voldoende financiële middelen om terug te betalen Voldoende lange periode na inbreng Naleven bepalingen vennootschapsrecht, dus de artikelen 612 tot 614 W. Venn. voor nv (contra rechtspraak wat betreft artikel 613 W. Venn.!) Geen verrijking voor aandeelhouders (wegens terugbetaling aandelen)
Holding (10) Behoud van kapitaalkracht van de vennootschap die tot kapitaalvermindering overgaat Betrekking hebbende op een beperkt deel van het kapitaal (maar de gepubliceerde rulings bevatten geen data en bedragen
Holding (11) In concreto: Grootste deel investeren in de groep, overschot uitkeren (Ruling nr. 2014.319 van 19 augustus 2014) Meerdere aandeelhouders hebben nood aan financiële middelen en enige methode om geld op te nemen wegens gebrek aan reserves om dividenden c.q. gebrek aan winsten om interimdividend uit te keren (Ruling nr. 2015.004 van 3 februari 2015 en nr. 2016.398 van 30 augustus 2016) Verminderde kapitaalbehoefte van de vennootschap (Ruling nr. 2015.004 van 3 februari 2015 enen nr. 2016.630 van 7 maart 2017)
Holding (12) Overtollige liquiditeiten op groepsniveau (Ruling nr. 2015.004 van 3 februari 2015 en en nr. 2016.630 van 7 maart 2017) Successieplanning waarbij 1 kind geïnteresseerd is in de handelszaak en tot behoud van gelijke behandeling tussen de kinderen (Ruling nr. 2016.465 van 6 september 2016 en nr. 2016.068 van 7 juni 2016) Successieplanning algemeen (Ruling nr. 2016.068 van 7 juni 2016) Onmogelijkheid om te vereffenen wegens milieuwetgevingsproblematiek ( Ruling nr. 2017.058 van 4 april 2017)
Holding (13) Uitkering moet gebeuren uit winsten van de werkmaatschappijen of holding na de inbreng (Ruling nr. 2016.630 van 7 maart 2017 en nr. 2016.531 van 11 oktober 2016) Combinatie van belastingvrije kapitaalvermindering en belaste dividenduitkering (Ruling nr. 2016.859 van 17 januari 2017 en 2016.630 van 7 maart 2017) Volstorting gevold door kapitaalvermindering is geen bezwaar (Ruling nr. 2016.630 van 7 maart 2017)
Holding (14) Beschermd de ruling over de inbrengwaarde ook een latere kapitaalvermindering? Nee Uit de ruling nr.2017.152 van 6 juli 2017 (www.fisconetplus.be) blijkt dat het verkrijgen van een positieve ruling voor de inbrengwaarde geenszins een vrijgeleide is voor een belastingvrije kapitaalvermindering (in dezelfde zin: Ruling nr. 2016.531 van 11 oktober 2016, www.fisconetplus.be). In alle sinds januari 2017 uitgesproken rulings over de toetsing van de inbrengwaarde aan de artikelen 90,1 en 9 WIB 92 blijkt evenwel duidelijk dat de DVB zich enkel uitlaat over de inbrengwaarde, en niet over een latere kapitaalverlaging of inkoop van eigen aandelen (o.m. Voorafgaande beslissingen nr. 2017.342 van 11 juli 2017, nr. 2017.243 van 11 juli 2017, 2017.247 van 6 juli 2017, 2017.244 van 6 juli 2017, 2017.199 van 6 juli 2017, 2017.152 van 6 juli 2017, nr.2016.796 van 25 april 2017, nr. 2017.171 van 25 april 2017, www.fisconetplus.be ).
Andere kapitaalverminderingen Quid wat betreft kapitaalvermindering uit gewone vennootschap met stevig gestort kapitaal? Moeilijk te herkwalificeren op grond van artikel 344, 2 WIB 92 Quid wat betreft kapitaalvermindering na sperperiode van de ingeklikte kapitalen? >>> weinig kans op herkwalificatie!
Vereffening en Inklikoperatie Vereffening en artikel 537 WIB 92: In de ruling nr.2016.398 van 30 augustus 2016 bevestigt de DVB dat de volledige verdeling van het vermogen (vereffening) zoals bedoeld in artikel 187 en 209 WIB 92 niet binnen het toepassingsgebied valt van de inhaalperiode gedurende de 4/8 jarige sperperiode valt in het kader van de inklikoperatie (zie ook Circulaire Ci. RH 233/630.825 AAFisc nr.4/2014 van 23 januari 2014), onder voorbehoud evenwel van artikel 344, 1 WIB 92 en ruling nr.2017.028 van 7 maart 2017)
Komend recht (Zomerakkoord) Roerende voorheffing op kapitaalverminderingen Vanaf 1 januari 2017 : specifieke beperking voor kapitaal gevormd door inbreng van aandelen (holdings) en controle op kapitaalverminderingen uit holdings (zie ook Ruling 2017,156 van 6 juli 2017) Vanaf 1 januari 2018 : maatregel voor alle kapitaalverminderingen, ongeacht jaar en wijze van kapitaalvorming
Komend recht (Zomerakkoord)(2) Kapitaalverminderingen worden onderworpen aan RV in verhouding van het aandeel van de nog aanwezige belaste reserves in het gestort kapitaal EN verhoogd met de andere belaste reserves Kortom vrije aanrekeningsregels verder beperkt Belastingvrije reserves (herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal) hebben geen invloed
Komend recht (Zomerakkoord) (3) Voorbeeld : Alfa heeft kapitaal van 100.000 euro (inbreng in geld) en belaste reserves ad 200.000 euro. Bij kapitaalvermindering in 2018 van bv. 30.000 euro zal 10.000 euro geacht worden betrekking te hebben op kapitaal en 20.000 euro op reserves en dus onderworpen aan 30 % RV
Komend recht (Zomerakkoord) (4) Nog vele onduidelijkheden, zoals Quid wat betreft artikel 537 WIB 92 (inklikoperatie), waarvan vele ondernemers dromen van een kapitaalvermindering na 4 jaar (of 8 jaar voor grote vennootschap) Dus kapitaalverlaging zoveel als mogelijk in 2017 (let op termijnen!) og vele vragen:
Komend recht (Zomerakkoord) (5) Eerste voorbeeld De vennootschap ALFA nv heeft volgend eigen vermogen: Gestort kapitaal 700 Geïncorporeerde vrijgestelde reserves 300 Belaste reserves 600 Vrijgestelde reserves 400 Totaal 2.000 Een buitengewone algemene vergadering beslist op 5 december 2017 tot een kapitaalvermindering van 80, waarbij beslist wordt zoveel als mogelijk aan te rekenen op het gestort kapitaal (700) en 100 op de geïncorporeerde belastingvrije reserves. Er zal vennootschapsbelasting én roerende voorheffing verschuldigd zijn op 100.
Komend recht (Zomerakkoord) (6) Wanneer de kapitaalvermindering op 15 januari 2018 plaatsvindt geeft dit volgend resultaat: 700/ 700+ 300+ 600 =0,4375 800 x 43,75 % = 350 verrekenbaar op werkelijk gestort kapitaal, Gestort kapitaal = 700 350 = 350 800 x 56,25 % = 50 bij voorrang verrekenbaar bij voorrang op de belaste reserves Belaste reserves = 600-450 = 150 In dat geval is op 450 RV verschuldigd aan 30 %. Het boekhoudkundig eigen vermogen luidt als volgt: Gestort kapitaal 350 Geïncorporeerde vrijgestelde reserves 300 Belaste reserves 150 Vrijgestelde reserves 400 Totaal 1.200
Risico s Wat de risico-inschatting betreft moet een onderscheid gemaakt worden tussen: a) Kapitaalverlaging in holding b) Kapitaalverhoging in geld of natura van ander kapitaal dan aandelen c) Kapitaalverlaging in het kader van artikel 537 WIB 92
Risico s (2) A. Holding A.1. Inbrengen gedaan na 1 januari 2017 : wettelijk kader duidelijk vastgelegd, en uitkering slechts belastingvrij tot beloop van het kapitaal van de ingebrachte vennootschap A.2. Inbrengen gedaan voor 1 januari 2017, en kapitaalvermindering vanaf 2014 : artikel 344 WIB 92 dreigt; inbrengrulings bieden niet automatisch bevrijding (Ruling nr.2017.152 ban 6 juli 2017)
Risico s (3) B) Kapitaalvermindering in andere vp dan holdings: - Kleine(re) kans op herkwalificatie op grond van artikel 344 WIB 92 C) Kapitaalvermindering artikel 537 WIB 92: Kleine(re) kans op herkwalificatie op grond van artikel 344 WIB 92
Toepassingen Toepassing 1 Een naamloze vennootschap ALFA, opgericht in 2005 met een kapitaal door inbreng in geld en een handelsfonds, samen 100.000 euro beslist tot een kapitaalvermindering in 2017. Zij heeft op 5 februari 2014 voor 50.000 euro kapitaal ingeklikt met naleving van de bepalingen van artikel 537 WIB 92. ALFA is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 W.Venn.. Wat zijn de fiscale gevolgen bij een kapitaalvermindering van 20.000 euro op 5 december 2017? De kapitaalvermindering is in principe onbelast, maar door de schending van de 4 jarige sperperiode in het kader van artikel 537 WIB 92, 5 % RV extra op ingeklikt kapitaal
Toepassingen (2) Toepassing 2 Zelfde gegevens, maar ALFA had op 5 januari 2015 een kapitaalverhoging van 20.000 euro in geld gedaan, dit conform de bepalingen van artikel 269, 2 WIB 92 (VVPRbis). ALFA is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 W.Venn.. Wat zijn de fiscale gevolgen bij een kapitaalvermindering van 20.000 euro op 5 december 2017? Zowel de artikelen 537 WIB 92 (inklikkapitaal) als 269, 2 WIB 92 (VVPRbis) voorzien in de lifo regel bij kapitaalverminderingen. In dat geval mag de belastingplichtige zijn sanctie kiezen, dus ofwel (i) schending artikel 537 WIB 92, en dus een bijkomende roerende voorheffinbg wegens schending van de sperperiode, zoals voorzien in artikel 537 WIB 92 (ii)) schending van de VVPR regeling op grond waarvan het volledige VVPR kapitaal op onherroepelijke wijze haar VVPR voordelen zal verliezen.
Toepassingen (3) Toepassing 3 Een naamloze vennootschap ALFA, opgericht in 2005 met een kapitaal door inbreng in geld en een handelsfonds, samen 100.000 euro beslist tot een kapitaalvermindering in 2018. Zij heeft op 5 februari 2014 voor 50.000 euro kapitaal ingeklikt met naleving van de bepalingen van artikel 537 WIB 92. Op 31 december 2017 had ALFA een wettelijke reserve van 2.000 euro, een beschikbare reserve van 8.000 euro en een overgedragen winst van 50.000 euro ALFA is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 W.Venn.. Wat zijn de fiscale gevolgen bij een kapitaalvermindering van 20.000 euro die op 5 januari 2018 zal plaatsvinden?
Toepassingen (4) Als de vennootschap beschikt over belaste reserves (ongeacht zij in het kapitaal zijn geïntegreerd of niet), zal de uitgevoerde kapitaalvermindering na 1 januari 2017 pro rata geacht worden betrekking te hebben op werkelijk gestort kapitaal en reserves Maatschappelijk kapitaal 150.000 Belastbare reserves 60.000 Werkelijk gestort kapitaal 20.000 x 150.000/210.000 14.285,71 Belaste reserves 20.000 x 60.000 /210.000 5.714,29, waarop 30 % roerende voorheffing verschuldigd is, dus 1.714,28 euro.
Toepassingen (5) Toepassing 4 De commanditaire vennootschap ALFA werd opgericht in 2005, met een kapitaal in geld van 50.000 euro. Op 5 januari 2014 werd voor 100.000 euro kapitaal ingeklikt, overeenkomstig artikel 537 WIB 92. ALFA is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 W.Venn. Op 5 mei 2016 werden de aandelen van bvba GAMMA, met een werkelijk gestort kapitaal van 30.000 euro, ingebracht in ALFA voor 200.000 euro, volledig vergoed in aandelen. Op 31 december 2017 had ALFA een wettelijke reserve van 2.000 euro, een beschikbare reserve van 8.000 euro en een overgedragen winst van 50.000 euro. Op 5 december 2016 besliste de buitengewone algemene vergadering van ALFA tot een kapitaalverlaging van 50.000 euro. Wat waren de fiscale gevolgen? De kapitaalvermindering blijft onbelast, maar wegens de schending van de bepalingen van artikel 537 WIB 92 wordt een bijkomende roerende voorheffing verschuldigd van 10 % (schending in het derde jaar).
Toepassingen (6) Veronderstel dat de kapitaalverlaging van 50.000 euro plaatsvindt op 5 december 2017 De kapitaalvermindering blijft onbelast, maar wegens de schending van de bepalingen van artikel 537 WIB 92 wordt een bijkomende roerende voorheffing verschuldigd van 5 % (schending in het vierde jaar). Veronderstel dat de kapitaalvermindering van 50.000 euro in maart 2018 plaatsvindt? Dan is de vierjarige periode verstreken, en stelt zich geen enkel probleem inzake een bijkomende roerende voorheffing. Anderzijds zullen de nieuwe aanrekeningsregels toepasselijk zijn, hetgeen leidt tot een taxatie als volgt:
Toepassingen (7) Maatschappelijk kapitaal 350.000 Belastbare reserves 60.000 Werkelijk gestort kapitaal 50.000 x 350.000/410.000 = 42.682,93 Belaste reserves 50.000 x 60.000 /410.000 = 7.317,07 waarop 30 % roerende voorheffing verschuldigd is, dus 2.195,12 euro
Toepassingen (8) Toepassing 5 De commanditaire vennootschap ALFA werd opgericht op 5 mei 2017, met een kapitaal in geld van 200.000 euro, zijnde de inbrengwaarde van de aandelen Gamma, dat zelf een werkelijk gestort kapitaal heeft van 20.000 euro. ALFA is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 W.Venn. Op 31 december 2017 had ALFA een wettelijke reserve van 2.000 euro, een beschikbare reserve van 8.000 euro en een overgedragen winst van 50.000 euro. Op 5 december 2017 beslist de buitengewone algemene vergadering van ALFA tot een kapitaalverlaging van 50.000 euro. Wat zijn de fiscale gevolgen? Ingevolge de Programmawet van 25 december 2016 wordt het kapitaal van ALFA slechts ten belope van 20.000 euro (werkelijk gestort kapitaal Gamma) als werkelijk gestort kapitaal aangemerkt.
Toepassingen (9) Indien geopteerd wordt voor (ten dele) aanrekening op werkelijk gestort kapitaal, dan wordt op het als volgt uitgesplitst: Op 20.000 euro werkelijk gestort kapitaal : geen belasting Op 30.000 euro reserves = 30.000 x 30 % = 9.000 euro roerende voorheffing
Interestaftrek voor leningen Rb. Antwerpen, 29 juni 2016 : interesten op een lening tot financiering aanzienlijke dividenduitkeringen en kapitaalvermindering is fiscaal geen aftrekbare last - Niet gedaan om inkomsten te verwerven of te behouden! - Inbreuk op vrije financieringswijze? - Onwettelijke opportuniteitsbeoordeling?
Interestaftrek leningen (2) Standpunt Minister van Financiën: Hij stelde in 2014 dat de fiscale behandeling van het geheel van opeenvolgende verrichtingen, zoals omschreven in de vaag, hangt af van het geheel van de juridische en feitelijke omstandigheden die eigen zijn aan elke geval afzonderlijk. (PV van 24 januari 2014 van Carl De Vlies)
MET DANK VOOR DE AANDACHT