Europese aanbesteding ten behoeve van Het Leerlingenvervoer gemeente Amersfoort
6e Nota van Inlichtingen 21 maart 2013
Hierbij de 6 e Nota van Inlichtingen betreffende onze Europese aanbesteding ten behoeve van het Leerlingenvervoer van de gemeente Amersfoort. Nr. Hoofdstuk Pag.nr. Vraag Antwoord 1 5 Het antwoord op vraag 6 is o.i. tegenstrijdig. Enerzijds stelt u dat voor bepaling van de individuele reistijd de werkelijke, in de praktijk realiseerbare, reistijd geldt. Anderzijds vraagt u ons een routeplanner te gebruiken (bijvoorbeeld Easy Travel), met voorgeschreven instellingen. A) Easy Travel houdt geen rekening met congestie etc., waardoor de uitkomsten geen representatief beeld geven van de praktijk. De consequentie is dat wanneer de planning o.b.v. Easy Travel gemaakt wordt, er op papier significant minder routes nodig zijn dan in de praktijk. Kunt u in dit kader bevestigen dat de uitgangspunten van het vervoer zoals beschreven in de aanbestedingsdocumenten ten tijde van het offertetraject alsmede na gunning in de praktijk getoetst zullen worden aan de hand van Easy Travel conform de instellingen die u hiervoor opgeeft in het antwoord op vraag 6 uit de vijfde nota van inlichtingen? Indien u dit niet kunt bevestigen, kunt u aangeven hoe wij hiermee om dienen te gaan in het offertetraject en na gunning? B) Hoe gaat u ermee om indien er in de Easy Travel A) Opdrachtgever wil voor alle partijen een level playing field scheppen waarbij na gunning geen grote discussies ontstaan over de haalbaarheid van de vervoersplannen. Om die reden moet er gebruik gemaakt worden van de voorgeschreven instellingen. Met gebruik van deze instellingen dient Inschrijver ook rekening te houden met de normale verkeerssituatie over de dag en de week. De dagelijkse spits wordt in dit verband als normale verkeerssituatie beschouwd. B) Zie het antwoord op vraag 1A. C) Zie het antwoord op vraag 1A. D) Er zijn (professionele) routeplanners waarbij deze instellingen ingegeven kunnen worden. Inschrijver dient dus deze instellingen te gebruiken. Zie ook het antwoord op vraag 1A. E) Met in acht neming van de antwoorden op vraag 1A, 1B, 1C, 1D kunnen wij bevestigen dat de afgegeven prijs per leerling in het offertetraject na gunning leidend is voor de werkelijke, in de praktijk realiseerbare, reistijd en marges conform uitgangspunten bestek.
planning 3 scholen binnen de uitgangspunten gecombineerd kunnen worden, maar de leerlingen van 2 scholen in de praktijk (ruim) te laat worden afgezet. Verplicht u de vervoerder in dit geval tot inzet van extra voertuigen of blijft Easy Travel leidend ondanks het feit dat de combinatie in de praktijk niet haalbaar is? C) Indien u ervoor kiest om Easy Travel in het offertetraject leidend te laten zijn en na gunning de uitgangspunten aan de hand van de praktijk toetst, is de inschrijver genoodzaakt om een significant percentage risico-opslag in te rekenen om de afwijking te compenseren. Om te zorgen dat u uiteindelijk niet teveel betaalt, kunt u bevestigen dat wij in het offertetraject en na gunning uit dienen te gaan van de werkelijke, in de praktijk realiseerbare, reistijd? D) U geeft als voorbeeld routeplanner Easy Travel 2012 aan. Staat het de vervoerder vrij om iedere andere routeplanner te hanteren? Indien u dit bevestigt, kunt u aangeven hoe wij de aangegeven snelhedenset kunnen integreren in www.anwb.nl, www.routenet.nl, www.googlemaps.nl of enige andere (vorm) routeplanner? Indien u hierop geen antwoord heeft, kunt u dan bevestigen dat Easy Travel 2012 leidend is tijdens het offertetraject en na gunning in de praktijk? E) U vraagt een prijs per leerling uit. Kunt u bevestigen dat de afgegeven prijs per leerling straks leidend is in de praktijk, ook wanneer er verplichte mutaties plaats dienen te vinden omdat de planning uit Easy Travel in de praktijk niet voldoet aan de gestelde uitgangspunten in het bestek? M.a.w.: de afgegeven prijs per leerling in
het offertetraject is na gunning leidend voor de werkelijke, in de praktijk realiseerbare, reistijd en marges conform uitgangspunten bestek. Kunt u dit bevestigen? 2 3.2 10 U geeft in deze paragraaf aan dat aan de indicatie van het aantal leerlingen geen rechten ontleend kunnen worden. Inschrijvers baseren hun prijzen op de bij het bestek gevoegde leerlingenlijsten. Uiteraard hebben wij er begrip voor dat het leerlingenbestand gedurende de contractperiode wijzigt. Graag leggen wij u wel het volgende voor: vorig jaar dreigde door het optrekken van de kilometergrens naar 6 kilometer het leerlingenbestand binnen percelen 1 t/m 4 (nieuwe indeling) met bijna 100 leerlingen af te nemen. Naar wat ons bekend is, is dit niet doorgegaan vanwege bezwaren bij ouders. Kunt u aangeven of de huidige situatie (kleinere mutaties voorbehouden) blijft bestaan of dat inschrijvers rekening dienen te houden met een dergelijk grote daling in aantal leerlingen? Indien dit laatste het geval is, kan de prijs per leerling in de praktijk sterk afwijken van de geoffreerde prijs per leerling. Kunt u aangeven hoe inschrijvers hiermee om dienen te gaan en hoe u met dergelijke situaties tijdens de contractperiode om zult gaan? De gemeente Amersfoort heeft in 2011 besloten de afstandsgrens tussen woning en school, om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer, aan te passen aan de wettelijke norm van maximaal 6 kilometer. De afstandsgrens is voor het speciaal onderwijs voor het schooljaar 2012/2013 verhoogd van 500 meter naar 6 kilometer. De wetgever biedt ons geen mogelijkheid de grens hoger te leggen dan 6 kilometer. De gemeente kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor wettelijke wijzigingen die het Rijk gaat doorvoeren waarvan de gemeente nu nog niet op de hoogte is. Bekend is dat bij de invoering van de wetgeving rondom het passend onderwijs, vanaf 1 januari 2015, het vervoer richting Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) niet meer onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zal vallen. Voor de zittende leerlingen volgt waarschijnlijk een overgangsregeling. Nieuwe leerlingen hebben dan geen recht meer leerlingenvervoer. Over anderen onderwerpen, zoals vervoer richting bijzonder onderwijs of vervoer binnen de samenwerkingsverbanden bestaat wel discussie en onderzoek, maar dit heeft (nog) niet tot wijzigingen van de wet geleid. Ook niet duidelijk is of dit doorgaat of per wanneer. Het laatste onderwerp is door de minister onlangs op de lange baan geschoven. Wat betreft de 100 leerlingen. Dit waren geen
bezwaarschriften, maar leerlingen die door recente jurisprudentie niet meer onder de afstandsgrens vielen. Ze waren door de gemeente in eerste instantie wel ingecalculeerd bij de effecten van de aanpassing van de afstandsgrens. Een uitspraak van de rechter in de zaak bij een andere gemeente heeft invulling gegeven aan de vraag wat een verstandelijke beperking is wat een stoornis. De daar gestelde IQ-grens van onder de 69 heeft ertoe geleid door leerlingen in de genoemde percelen vanwege hun handicap nu automatisch leerlingenvervoer krijgen, ongeacht de afstand tussen woning en school.