DIICCHHTTEER B R BIJ KU IJ K N U ST NST

Vergelijkbare documenten
Dichter bij kunst groep 5 t/m 8 Lees- en verteltekst

OP BEZOEK BIJ DE BEELDHOUWER VORMEN, BOUWEN & BEDENKEN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 3 T/M 4

JONG GELEERD MONDRIAAN EN DE STIJL VOOR KLEUTERS. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 1 2

OP BEZOEK BIJ DE BEELDHOUWER VORMEN, BOUWEN & BEDENKEN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 3 T/M 6

EXPRESSIEF SCHILDEREN HET KLEURRIJKE PALET VAN JAWLENSKY. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 4 T/M 6

Méér en mooi : Verzamelen. Lees- en verteltekst groep 3 t/m 5

MONDRIAAN & DE STIJL OP PAD MET KEEPVOGEL EN KIJKVOGEL. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 2 T/M 5

IK ZIE, IK ZIE... BENNER

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

MEER ÉN MOOI VERZAMELEN MAAK JE EIGEN TENTOONSTELLING. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 3 T/M 5

Wie ben jij & wie ben ik?

KEEPVOGEL EN KIJKVOGEL LEES- EN VERTELTEKST GROEP 2 T/M 5

VORMENKINDEREN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 2 T/M 4

Van gezicht tot portret groep 6 t/m 8 Lees- en verteltekst

GLITTER EN GLAMOUR VAN RIJKDOM TOT OVERDAAD. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 7, 8

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

Gemeente museum Den Haag. De wereld van Co Westerik groep 7 en 8 Lees- en verteltekst

EEN VLIEGENDE START VIER DE LENTE IN HET MUSEUM. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 1 T/M 4

Wonder-boven-wonder: Wonderkamers. Lees- en verteltekst groep 8

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

WAT JE DROOMT BEN JE ZELF LEES- EN VERTELTEKST GROEP 3 & 4

Docentenhandleiding. Museumles groep 5&6 Het grootste schilderij van Nederland! Panorama Mesdag. Detail Panorama Mesdag Dorp Scheveningen

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

VAN GEZICHT TOT PORTRET LAAT ZIEN WIE JIJ BENT. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 6 T/M 8

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Docentenhandleiding. Museumles groep 7&8 Skyline Scheveningen. Panorama Mesdag

Kijken met je handen? groep 3 t/m 5. Lees- en verteltekst

GLANS EN GELUK VERHALEN UIT DE ISLAMITISCHE KUNST. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 6 T/M 8

DE WONDERMACHINE CREATIEF ONTWERPEN VOOR DE TOEKOMST LEES- EN VERTELTEKST GROEP 5 T/M 8

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

Wie ben jij & wie ben ik? Docentenhandleiding Groep 6 t/m 8

Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal

DIMITRI HET DRAAKJE. Het verhaal van de vier elementen

Activiteit: Filosoferen met kinderen over taal

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Docentenhandleiding Papegaai Paulo Groep 0, 1 en 2

Kinderboekenweekprogramma. Wie ben jij & wie ben ik? Docentenhandleiding

IN DE MODEONTWERPERS MEDIA EN SUPERSTERREN. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 3 T/M 6

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Paulo op bezoek in de klas

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

LEEs EN VErTELTEKsT BAsIsONDErWIJs. wonderspul

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Het gedicht Kampioen

Oorlog in Hoorn. Uitleg Opdrachten. Mind Map

JE NEUS ACHTERNA LEES- EN VERTELTEKST GROEP 4

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Belangrijk dichtwerkboekje van

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

Duizend en één dingen groep 6 t/m 8 Lees- en verteltekst

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Vaders Voor Lezen. Vaders die hun kind regelmatig voorlezen stimuleren het leesgedrag van hun kind in zeer positieve zin.

lesmateriaal Taalkrant

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina

Keuzeopdracht 5 Poëzieproject. Opdracht 5a: Onderzoek wat er dit gebied al is.

N a t u u r e n t a a l

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Liefdesgedichten schrijven

Voorwoord !!!! Wat heb je nodig?

GEVOELLIJNEN - FOR THE BIRDS GEVOELLIJNEN

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Handleiding niveau AA

SCHILDEREN MET KAREL APPEL LEES- EN VERTELTEKST GROEP 1, 2, 3

in de klas Opzet lesbrief

Een les cardboards maken in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Maaike Gilden & Josephine van den Nieuwendijk

Dichter bij Vrijheid. Docentenhandleiding Boek 2.

Lesideeën Het VerhAal Stiftgedicht

Handleiding Les 1: Een poëziekaart maken

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8

Dag 1 Kaders vol kunst!

Als woorden snoepjes waren BiblioWaas Poëzieproject bundel voor de leerling. Reactielijst Naam:

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

kunstlessen voor het primair onderwijs

Dag 2 Letterlijke figuurtjes

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Briefjes op ramen en deuren

Mediawijsheid. Algemene handleiding leerkracht. Doel van het lespakket. Inzetten van het lespakket

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

HELP DE KINDERBOEKEN AMBASSADEUR! Tips en kansen voor de leesconsulent van de Bibliotheek op school

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Welkom in mijn Museum

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Kijk je rijk. Primair Onderwijs groep 5 en 6

Transcriptie:

DICHTER BIJ KUNST DICHTER BIJ KUNST Poëzie in woord en beeld LEES- EN VERTELTEKST GROEP 5 T/M 8

LESDOELEN s De kinderen bekijken kunstwerken en verwoorden wat zij zien en ervaren. s De kinderen luisteren naar en lezen zelf gedichten hardop voor s De kinderen ervaren dat schilders en dichters inspiratie putten uit dezelfde bronnen: het leven en de wereld. s De kinderen brengen op een associatieve manier gedichten in verband met schilderijen en omgekeerd. s De kinderen schrijven zelf poëzie naar aanleiding van een schilderij KERNDOELEN 1 NEDERLANDS VOOR DE LEERKRACHT MUSEUMLESBESCHRIJVING Deze museumles sluit aan bij twee schoolvakken tegelijk, bij beeldend onderwijs en taalonderwijs. In het museum maken de kinderen een dwaaltocht langs schilderijen en inspirerende plekken in het mooie museumgebouw. Als opwarmertje leest de museumdocent zelf mooie en grappige gedichten voor. De kinderen vertellen bij welke schilderijen ze die het best vinden passen. Ze brengen hun associaties onder woorden en leren deze door middel van eenvoudige opdrachten, die stap voor stap worden aangeboden, verwerken tot persoonlijke gedichtjes. We gebruiken laagdrempelige methoden met een maximaal effect om tot eigen poëzie te komen. Een voorbeeld hiervan is het elfje - een bijzonder vijfregelig versje van elf woorden. Rijmen is niet nodig, maar mag natuurlijk wel. Naar gelang het niveau en de wens van de kinderen gaat de moeilijkheidsgraad van het dichten wat omhoog. De kinderen, juist ook diegenen met een anderstalige achtergrond, zullen aan het einde van de les verbaasd staan van hun eigen dichtkunst. Getekend wordt er natuurlijk ook! MONDELING TAALONDERWIJS De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 NEDERLANDS MONDELING TAALONDERWIJS De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 5 NEDERLANDS SCHRIFTELIJK TAALONDERWIJS De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten PRAKTISCHE TIPS te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 9 NEDERLANDS SCHRIFTELIJK TAALONDERWIJS De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. 12 NEDERLANDS TAALBESCHOUWING De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder woordenschat vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. 54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. s Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voorlezen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Uiteraard zult u dit materiaal voor groep 5 anders kunnen gebruiken dan voor groep 8. Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. s Het is voor de kinderen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje of sticker op hun kleding werkt goed. s Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. s De inrichting van het museum is aan wisselingen onderhevig. Daardoor kan het voorkomen dat er tijdens de museumles andere voorwerpen worden behandeld dan in deze lees- en verteltekst afgebeeld staan. s Mocht het voorkomen dat u met de kinderen ruim voor aanvang van de museumles arriveert in het museum, dan kunt u de Bewaking of de Informatiebalie in de hal vragen om tekenspullen. Zo kan de wachttijd plezierig en zinvol worden besteed. s Het is toegestaan tijdens de museumles foto s van uw leerlingen te maken zónder flits/ statief. s Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl. Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/ smartboard.

VOOR DE LEERLING TAAL VAN WOORDEN Als je ongeveer één jaar oud bent, begin je de eerste woorden te zeggen. Je begrijpt dan dat bepaalde klanken horen bij dingen om je heen. Als je een dier ziet met puntige oren, snorharen en een lange staart roep je blij: POES! Goed zo, zeggen pappa en mamma. En als die dan weer zeggen: Aai, steekt de peuter een handje uit naar de poes. Het kindje snapt wat er met dat woord wordt bedoeld. Zo leer je steeds meer woorden. Uiteindelijk spreek je in hele zinnen. Je leert ook de woorden die gaan over wat je niet kunt aanraken. Denk bijvoorbeeld aan woorden zoals: stil, mooi, fijn, betoverend of droevig. Door te praten en te schrijven kun je anderen duidelijk maken wat je bedoelt. Door te luisteren of te lezen begrijp je wat iemand anders bedoelt. OM OVER TE FILOSOFEREN Denk je dat mensen kunnen nadenken zonder taal? Dus zonder woorden in hun hoofd te horen? Zou een baby'tje dat nog niet praten kan kunnen nadenken? Titel in kom vertaald: Als de liefde wortel schiet, plant ik haar in mijn tuin. A. Westenenk (ontwerp) De Porcelyne Fles, Delft (uitvoering), 1961 POËZIE Meestal gebruik je woorden op een alledaagse manier. Je vraagt bijvoorbeeld hoeveel sommen je moet maken of zegt dat de koekjes lekker zijn. Maar het kan ook voorkomen dat je iets bijzonders wilt zeggen: hoe je je voelt, wat je mooi vindt, waarvan je droomt of dat je zo verliefd bent. Dan is het fijn om taal op een speciale manier te gebruiken, bijvoorbeeld in de vorm van poëzie. Je kunt de gedichten van een dichter lezen. Daarin herken je je eigen gevoelens en ervaringen. Maar je kunt ook zelf gedichten maken. Herman Kruyder, Kat in Crocusveld, ca. 1925 RECEPT VOOR EEN GEDICHT Wat je in ieder geval nodig hebt, is: - een speciale gedachte of gevoel - een speciale formulering (manier van zeggen of schrijven) - speciale aandacht (een stil moment)

Ik zie, ik zie wat jij ook ziet, zegt de dichter Hoe jij het ziet dat weet ik niet. Ik zie het zoals ik het zie en wat ik zie dat zeg ik dan zoals alleen ik het kan. En dat is poëzie. SPELLETJE MET WAT JE ZIET IN JE HOOFD Stel je voor hoe de dingen die hieronder worden genoemd er uitzien. Welke beelden vind jij mooi? Kruis er 6 aan. O regenboog O horizon O badjas O tranen O stoeprand O winkelkar O vuur O spiegeling O herfstbladeren O wolken O slingeren O hand in hand Mies Bouhuys O rozenknop O schemering O pennendop O schooltas O zonsondergang O vuilniszak O zonnestralen O blozen O vogels O ochtendnevel O fladderen O modder Piet Mondriaan, De rode boom, ca. 1908 SPELLETJE MET WOORDEN Welke woorden vind jij mooi? Dat kan zijn: door hoe ze klinken of door wat ze betekenen. Kruis er 6 aan. O ochtenddauw O rinkelen O badjas O aarde O stoeprand O heldendaad O kaasschaaf O spiegeling O herfstbladeren O betovering O slingeren O moedig O rozenknop O schemering O pennendop O schooltas O bedroefd O vuilniszak O zonnestralen O oogopslag O vogels O lied O fladderen O modder TAAL VAN BEELDEN Bij alles wat je zegt of schrijft, stel je je iets voor. Terwijl je een woord uitspreekt, opschrijft of hoort, bedenk je bliksemsnel wat het betekent, hoe het er uitziet en wat je erbij voelt. Voor iedereen is dat iets anders. Bij woorden horen dus plaatjes of filmpjes in je hoofd. Dichters gebruiken die in hun gedichten. Charley Toorop, Vruchten en herfstbladeren, 1952 OM OVER TE FILOSOFEREN Denk jij dat mensen kunnen nadenken zonder beelden, dus zonder zich voor te stellen hoe dingen er uit zien?

MAAK EEN NAAMGEDICHT Schrijf de letters van je naam onder elkaar. Schrijf achter iedere letter een woord dat bij jou past. Een voorbeeld: J joepie! E elfenkind T tovertuin GEDICHTEN OM ZELF TE LEZEN OEFENINGEN VOOR JONGE DICHTERS Is het moeilijk om gedichten te lezen? Niets moeilijker dan van siroop limonade maken. In plaats van er water bij te doen, leng je de woorden aan met je gedachten, gevoelens en belevenissen. Dat zegt de dichter Ted van Lieshout. Het belangrijkste is: schrijf wat jij mooi vindt. Niets is gek en wat een ander ervan denkt, is niet altijd belangrijk! Verder: een gedicht hoeft niet te rijmen, hoor! Kies zelf een dichtoefening uit of wacht af om te horen wat de meester of juf wil. Lees deze gedichten en denk er eens over na. Als je gaat voorlezen doe dat dan in een rustig tempo. Wat zie jij bij deze gedichten in je hoofd en wat voel je erbij? Bekijk het plaatje van een schilderij van Jan Weissenbruch. Kies welk gedicht jij het best vindt passen bij het schilderij. zet het blauw van de zee tegen het blauw van de hemel veeg er het wit van een zeil in en de wind steekt op. De zee kun je horen met je handen voor je oren, in een kokkel, in een mosterdpotje, of aan zee. Ga je naar het strand? Mag ik als je terugkomt het zand uit je schoenen voor de bodem van mijn aquarium? Willem Hussem, Zet het blauw (uit de bundel: In druk) Judith Herzberg, De zee (uit de bundel: Doen en laten) K. Schippers, De invloed van matige wind op kleren (uit de bundel: Ik doe lekker wat ik wil) MAAK EEN KLASSENGEDICHT De juf of meester geeft een beginzin op het bord, bijvoorbeeld: Ik droomde dat of Ik zou willen dat De kinderen uit de klas bedenken een paar vervolgzinnen. Door de zinnen op te delen in korte stukken onder elkaar ontstaat ritme. Zo wordt het uiteindelijk een gedicht. Laat de beginregel af en toe terugkeren. Rijmen kan, maar hoeft niet. Deze oefening kan ook worden gedaan door vijf willekeurige woorden (bijvoorbeeld uit het woordenspel uit deze lees- en verteltekst) op het bord te zetten. NAAR HET MUSEUM MAAK DIT GEDICHT AF Eenmaal in het museum maken we met elkaar een dwaaltocht door het gebouw. Soms lopen we bijzondere kamers binnen die je hier niet zou verwachten, of gaan we midden op zaal zitten tussen de kunstwerken. Dat kunnen schilderijen zijn en beelden die gaan over: de zee, het buitenleven, de stad, de dieren, of over de mensen met al hun geluk en verdriet. We gaan gedichten lezen en zelf schrijven die passen bij de kunstwerken. Met een eigen klassengedichtenbundel gaan jullie aan het einde van de museumles terug naar school. Geen zon zonder stralen, geen ketting zonder kralen. Geen zee zonder water, geen vulkaan zonder krater. Geen geen Geen geen zonder zonder zonder zonder

VOOR DE LEERKRACHT SUGGESTIES VOOR NA DE MUSEUMLES POSTER MET RECEPT VOOR GEDICHT Laat een groepje kinderen een poster maken voor in de klas. De poster herinnert iedereen aan hét recept voor het maken van een gedicht. Een leuke start van een poëzieproject op school of in de klas. OEFENINGEN VOOR JONGE DICHTERS DIE MÉÉR WILLEN Er zijn veel manieren om een gedicht te maken. Hieronder worden er drie uitgelegd, met een voorbeeld. SCHRIJF EEN ELFJE Schrijf vijf regels met elf woorden: 1 woord, 2 woorden, 3 woorden, 4 woorden, 1 woord. RECEPT VOOR EEN GEDICHT Wat je in ieder geval nodig hebt, is: - een speciale gedachte of gevoel - een speciale formulering (manier van zeggen of schrijven). - speciale aandacht (een stil moment). SCHRIJF EEN RONDEEL Een rondeel kent 8 regels. Regel 1 komt terug als regel 4 en 7. Regel 2 is hetzelfde als regel 8. Eigenlijk hoort een rondeel te rijmen volgens een vast schema, maar zonder rijm is het al knap genoeg. Ik wou dat ik kon vliegen, het hoeft niet eens zo hoog. Dan zouden ze naar mij kijken! Ik wou dat ik kon vliegen. Nooit zouden ze mij vergeten: een held was ik in de lucht. Ik wou dat ik kon vliegen, het hoeft niet eens zo hoog. JvO Zie je dat je de stippels veranderen kunt in duinen zoals Mondriaan zag dat hij de duinen veranderen kon in stippels verf SCHRIJF EEN HAIKU Een haiku is een Japanse versvorm, die bestaat uit drie regels. De eerste regel heeft 5 lettergrepen (let op: dus niet 5 woorden!) De tweede 7 lettergrepen. De derde regel weer 5 lettergrepen. Groene vloer: velden Blauwe verdieping: hemel Ik er tussenin. JvO

VOOR DE LEERKRACHT SUGGESTIES VOOR NA DE MUSEUMLES SCHRIJF EEN VRIJ GEDICHT Door de zinnen op te delen in korte stukken ontstaat ritme. Zet de stukjes zin onder elkaar. Zo wordt het uiteindelijk een gedicht. Zoek niet naar rijmwoorden, maar naar woorden die uitdrukken wat jij bedoelt. Lees wat je schrijft af en toe hardop voor jezelf. Zo hoor je of het mooi klinkt of niet. TEKEN OF SCHILDER EEN GEDICHT Als je klaar bent met het schrijven van een gedicht, maak er dan een tekening of schildering bij. Laat zien wat jij in je hoofd hebt bij jouw eigen gedicht. Wat zie je voor je? POËZIETENTOONSTELLING Richt op school, bijvoorbeeld in de gang of bij de ingang een tentoonstelling, een tentoonstelling in met gedichten die in de klas zijn gemaakt. En misschien ook met de zelfgemaakte tekeningen of schilderingen die hierbij horen. Dit kan ook gecombineerd worden met gedichten van volwassen dichters die de kinderen zelf hebben uitgekozen. Uitgeverij Plint heeft zich gespecialiseerd in het uitgeven van posters met gedichten van dichters die zijn vormgegeven door beeldend kunstenaars. Deze zijn zeer goed te gebruiken in de klas. Ook is het mogelijk een tentoonstellingssysteem, al dan niet met poëzieposters bij Plint aan te schaffen. Voor meer informatie, kijk op: www.plint.nl BLOEMLEZING OP DE WEBSITE VAN SCHOOL OF IN DE SCHOOLKRANT/NIEUWSBRIEF Bundel de gedichten van de klas en zet ze op de website van school of plaats een selectie in de schoolkrant of nieuwsbrief. KINDERBOEKEN EN WEBSITES MET GEDICHTEN OF OVER GEDICHTEN SCHRIJVEN s Gerard Berends, Het begin is anders, uitg. DiVers, 2002, ISBN 9076633150 s Tine van Buul, Bianca Stigter (samenst.), Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is,uitg. Querido, 2000, ISBN 9021454696 s Jan Van Coillie, De dichter is een tovenaar, uitg. Averbode, 2000, ISBN 9031715646, of Er staat een taart in lichterlaaie!, uitg. Davidsfonds/Infodok, 2004, ISBN 9080837911 s Guus Kuijer, de complete serie boeken over Polleke: Voor altijd samen, amen; Het is fijn om er te zijn; Het geluk komt als de donder; Met de wind mee naar de zee; Ik ben Polleke hoor! gebundeld in : Polleke, uitg. Querido, 2003, ISBN 90 451 0055 x (De film over Polleke verscheen in 2003 in de bioscoop. In de film zijn alle verhalen uit de vijf boeken verwerkt. De film is nu ook verkrijgbaar op DVD) s Johanna Kruit, De maan begon te schijnen, uitg. Leopold, 2002, ISBN 9025837395 s Joke van Leeuwen, O zo heppie en andere versjes, uitg. Querido, 2000, ISBN 9021473356 s Ted van Lieshout, Een lichtblauw kleurpotlood en een hollend huis, uitg. Leopold, 1997, ISBN 9025839894 s Erik van Os, De man die in sprookjes geloofde, uitg. DiVers, 2002, ISBN 9076633142 s Annie M.G. Schmidt, Ziezo : de 347 kinderversjes, uitg. Querido, 2000 (10e druk), ISBN 9021481677 s Edward van de Vendel, Betrap me!, uitg. Querido, 1996, ISBN 9021484919 of Superguppie, uitg. Querido, 2003, ISBN 9045100428 s Edward van de Vendel (samenst.), Al mijn later is met jou, uitg. Querido, 2004, ISBN 9045101491 s www.poetry.nl

Gemeentemuseum Den Haag Tekst: Jet van Overeem, Wieke Terpstra September 2017 Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.