Stormvloed Geschiedenis van de Dollard

Vergelijkbare documenten
Dollard: landschapsontwikkeling en geologie van vóór de Dollardinbraken

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Kustlijn van de Noordzee

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

Stichting Verdronken Geschiedenis

Tracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

Verhaal: Verdronken Dollardland van Bellingwolde, Blijham en Vriescheloo

Verhaal: De randen van een verloren Reiderland. Dit project werd mogelijk gemaakt door:

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Stormvloed Geschiedenis van de Dollard

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Het gebied Begrenzing

Gelieve bij gebruik van (stukken uit) deze tekst, gelieve de naam van de auteur te vermelden.

Het rivierklei-landschap

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Bedrijfsverplaatsing Nieuwlandseweg (westzijde) Midwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Verhaal: Oosteinde, dorp dankzij t Nijkerkje. Dit project werd mogelijk gemaakt door:

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN

De polders van Nederland een geologisch succesverhaal

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Historisch-geografisch landschap van de Groote Waard voor 1421

Klapsterweg te Woldendorp (gemeente Delfzijl) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Een beknopte geschiedenis van de terp Binia, Bynia of Birdinga bij Harlingen.

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

Averboodse Baan (N165), Laakdal

EEN LANDSCHAPSKUNSTWERK IN OPDRACHT VAN HET WATERSCHAP BRABANTSE DELTA WASTELAND WARLAND PAUL DE KORT

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

VAN BRON TOT DELTA. Paul de Kort. een studie naar landschapskunst in de Blaricummermeent. Eemmeer. Eem. Amersfoort.

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

De Marneslenk. Het kustlandschap van zuidelijk Westergo door de eeuwen heen. Theo Spek

LEZEN. Terpentijd

Archeologische Quickscan

Pastoriepad 6 te Westerwijtwerd (gemeente Loppersum) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Cursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Brede School Baflo-Rasquert, gemeente Winsum Een Archeologisch Bureauonderzoek

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

Geachte heer/mevrouw,

Overstromingen en wateroverlast

Buitendijks erfgoed Congresgebouw de Doelen, Leeuwarden Buitendijks erfgoed in het kust gebied en het gemeentelijk beleid

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde

Stormvloed Geschiedenis van de Dollard

Archeologische Quickscan

Westergo. Deelgebied/Culturele entiteit:

Deel 1 Toen en nu 13

Stormvloed Geschiedenis van de Dollard

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

Verhaal: De voormalige Fivelboezem. Dit project werd mogelijk gemaakt door:

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

STICHTING VERDRONKEN GESCHIEDENIS

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

terp/wierde Excursie Belangrijke begrippen Wonen op terpen en wierden - Annet Nieuwhof Cursus Seniorenacademie najaar 2015

t Hamrik te Nieuwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

STICHTING VERDRONKEN GESCHIEDENIS

Bodems in een veranderend(natuur) landschap

Bedrijfsverplaatsing Kerkelaan Midwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) / (06)

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

2. ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Nederland, waterland

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Biografie van het IJsselmeer

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Bijlage 3. Vrijstellingen

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Middendijk 4 te Usquert, gemeente Eemsmond Een Archeologisch Bureauonderzoek

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

15 Landschap 5: Zeekleigebied

met historische gegevens. Nog meer gegevens kunt u vinden op: en dan klikken op Drenthe 3 t/m 7

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

Het territorium Urk; van Almere naar Zuiderzee. Een reconstructie van het gebied tussen 800 en (Anne Post versie )

Addendum op RAAP-rapport 1254: Plangebied Winssense Waarden / zandtransportzone in het kader van vergunningverlening plan Geertjesgolf

De mens in het landschap van ijstijd tot middeleeuwen

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

In het open landschap van Oldambt is de geschiedenis nog zichtbaar. Als je er oog voor hebt en de kenmerken kunt herkennen laat het zich lezen als

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

STICHTING VERDRONKEN GESCHIEDENIS

.txl. Archeologie Texel. Archeologische Quickscan

Transcriptie:

Stormvloed 1509 Geschiedenis van de Dollard Op 19 september 2009 organiseerde de Stichting Verdronken Geschiedenis in de aula van het Ubbo Emmius Gymnasium te Leer (Ostfriesland) een symposium over de geschiedenis van de Dollard. De aanleiding tot het organiseren van dit symposium was het feit dat 500 jaar eerder de Cosmas en Damianus stormvloed van 26 september 1509 de dijken van de rivier de Eems deed doorbreken, waardoor meer dan dertig dorpen en woonsteden ten onder gingen en de Dollard zijn grootste omvang ooit kreeg. Artikel: De ontstaansgeschiedenis van het Dollardlandschap; natuurlijke en antropogene processen Auteurs: Drs. Peter C. Vos & Dr. Egge Knol

De ontstaansgeschiedenis van het Dollardlandschap; natuurlijke en antropogene processen 1 Peter C. Vos & Egge Knol Aan de hand van paleogeografische kaarten wordt de geschiedenis van het landschap in het Eems-Dollard estuarium zichtbaar gemaakt. Deze kaarten laten een reconstructie zien van het landschap in het Eemsmondingsgebied tussen 500 v.chr. en 2000 AD. Belangrijke veranderingen in dit landschap hingen samen met exploitatie van de uitgebreide kustvenen door de mens, resulterende in een bodemdaling met noodzakelijk geworden bouw en onderhoud van dijken, maar ook met natuurlijke factoren zoals stormvloeden en zeespiegelstijging. Inleiding De landschapsontwikkeling en bewoningsgeschiedenis van het kustgebied in Noord-Nederland kan goed worden zichtbaar gemaakt aan de hand van zogenaamde paleogeografische kaarten. Op deze kaarten wordt op basis van beschikbare geologische, bodemkundige, archeologische en historische gegevens, gecombineerd met kennis over de geologische en bodemkundige processen, voor een bepaalde periode een reconstructie van het landschap weergegeven. Zichtbaar is dan waar in zo n periode getijdengebieden, kwelders, duinen, eilanden, veengebieden of de hogere pleistocene gronden lagen. Teruggevonden nederzettingen of vindplaatsen, zoals in het kustgebied de terpen en wierden, kunnen op de ondergrond worden aangegeven. Deze paleogeografische kaarten zijn uiteraard benaderingen van de historische werkelijkheid, die na nieuwe waarnemingen moeten worden aangepast. Het zijn in die zin momentopnamen van kennis en inzicht. De kaarten geven de bewoningsmogelijkheden in de verschillende perioden weer. Nederland kent al een lange traditie van dergelijke kaarten. 2 De kaarten geven de vroegere werkelijkheid steeds beter weer. De in deze bijdrage gepresenteerde kaarten van het Eemsmondingsgebied zijn in 2009 voor het symposium Stormvloed 1509 Geschiedenis van de Dollard vervaardigd met het doel te tonen hoe in dit gebied het landschap en de bewoning in de loop van 2500 jaar is veranderd. In 2013 zijn op enkele kaarten een aantal details nog verbeterd. Het zijn vooral de grootschalige ingrepen van de mens in het kustlandschap geweest, zoals de ontginning van de veengebieden en de bedijking van de kweldergebieden, die er toe hebben geleid dat de Cosmas en Damianusvloed in 1509 zo genadeloos en hard heeft kunnen toeslaan in het gebied, waar nu de Dollard ligt. Het verloren gegane land behoorde grotendeels tot het Reiderland en verder tot het Oldambt. Van het Reiderland bleven slechts restjes over, zoals de Punt van Reide, het Nesserland en een strook langs de Eems dat nog altijd als Reiderland bekend staat. In dit artikel worden paleogeografische landschapskaarten gepresenteerd van 500 voor Chr, en van 100, 800, 1250, 1500, 1550, 1750, 2000 na Chr. Deze kaarten tonen stapsgewijs de vorming van het Eems estuarium, de verdrinking van het Dollardgebied en het verdwijnen van het veenlandschap. 3

Gebruikte bronnen Overeenkomstig de werkwijze bij het maken van eerdere paleogeografische kaarten 4 is voor de kaart van 500 voor Chr. en 100 na Chr. gebruik gemaakt van geologische kaarten en bodemkaarten. Voor de oppervlakte geomorfologie is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) gebruikt. Tevens is informatie uit archeologische bronnen verwerkt. De kaart van 1250 na Chr. is gebaseerd op geologische kaarten, bodemkaarten en het AHN, in samenhang met de landschapsrecontructiekaart van Otto S. Knottnerus (2008). 5 De kaarten van 1500 tot 1750 na Chr. zijn primair gebaseerd op historische kaarten, in samenhang met geologische kaarten, bodemkaarten en het AHN. Voor de kaarten van 1850 tot 2000 na Chr. is gebruik gemaakt van oude militaire en recente topografische kaarten. Legenda Voor het kunnen lezen en begrijpen van de paleogeografische kaarten, die in dit artikel worden getoond, is de onderstaande legenda behulpzaam. (Afb. 1) Afb. 1 Legenda bij de paleogeografische kaarten Kaart 500 voor Chr. Het landschap in het Eemsmondingsgebied wordt overheerst door uitgestrekte veengebieden (Afb. 2). Langs de randen komen kwelders voor, die overgaan in de zand- en slikplaten van het getijdengebied. Via kreken watert het veen af naar rivier en zee. Bij hoge vloedstanden dringt zeewater het veen binnen, waardoor periodiek semistagnante brakke omstandigheden voorkomen (Afb. 3). Afb. 2 Indruk van een nat veenlandschap

500 voor Chr. Afb. 3 Landschap omstreeks 500 voor Chr. met uitgestrekte veengebieden (bruin) Kaart 100 na Chr. De oeverwal langs de Eems is steviger geworden tot aan de omgeving van Delfzijl. Op deze oeverwal is door de kustbewoners een lange rij van wierden aangelegd (Afb. 4). Hoewel we niet zeker weten of er van continue bewoning van deze wierden sprake was, staat wel vast dat ze in de loop van de vroege Middeleeuwen alle weer bewoond werden. Dit landschap blijft vrijwel ongewijzigd tot ca. 1000 na Chr. Bewoning op opgeworpen wierden in onbedijkt kwelderland is op zich een goede aanpassing aan de geregeld optredende extreme omstandigheden. Tot in de negentiende eeuw vond dergelijke bewoning in Groningen plaats; op de Duitse Halligen, in de Waddenzee van Sleeswijk- Holstein, wonen nog steeds mensen op onbedijkte of slechts met lage dijkjes beschermde kwelders (Afb. 5). Kaart 800 na Chr. In de 9 e en 10 e eeuw vormen deze wierden de basis van waaruit men het veen in trok. Inmiddels is duidelijk dat beakkering

100 na Chr. Afb. 4 Landschap omstreeks 100 na Chr. met uitgestrekte veengebieden (bruin) en talrijke wierden Afb. 5 De Knudswarf op Hallig Gröde (Sleeswijk Holstein) bij hoge vloed (links; 20 september 1935) en laagwater (rechts; 21 september 1935) (Naar: H. Koehn, Die Nordfriesischen Inseln, Hamburg, 1954)

Afb. 6 Schematische dwarsdoorsnede (profiel) van het nog onbedijkte kustlandschap. Tevens legenda bij de in de afbeeldingen 9, 10, 14, 15, 16 en 17 gepresenteerde profielen. van het veen goede resultaten opleverde. Het oppervlak van het veen lag tijdens de ontginningsfase nog boven het hoogste stormvloed niveau (zie Afb. 6 en 7). Na een overstroming liep het zeewater gemakkelijk weer terug vanwege de hogere ligging van het veen. De randen van de hoog gelegen veengebieden waren eenvoudig te ontginnen Door sloten en watergangen te graven en deze te laten aansluiten op de natuurlijke getijdenkreken en 800 na Chr. Afb. 7 Landschap omstreeks 800 na Chr. met nog steeds uitgestrekte veengebieden (bruin), getijkreken resp. veenriviertjes en talrijke wierden.

veenriviertjes kon de veenbodem gemakkelijk ontwaterd worden. Hierdoor werd deze geschikt voor betreding en bewoning. Veen is een merkwaardig bodemmateriaal. Het bestaat uit niet verteerd plantenmateriaal. Zolang er geen zuurstof bij komt is het een stabiele massa. Maar als er ten gevolge van ontwatering zuurstof bij het veen kan komen gaat het oxideren. Het veen verdwijnt hierdoor geleidelijk; het maaiveld komt lager te liggen. Door dit langzame maar gestage proces ontstaat er in toenemende mate wateroverlast. Als antwoord op de waterproblemen worden de eerste dijken en afwateringssluizen (zijlen) aangelegd. Kaart 1250 na Chr. De grootschalige ontwatering van het veen leidde tot een gestage bodemdaling in het gebied. In eerste instantie veroorzaakte dit geen grote problemen omdat de mens in de 12 e en 13 e eeuw de kwelders langs de rivier de Eems had bedijkt (Afb. 8 en 9). 1250 na Chr. Afb. 8 Landschap omstreeks 1250 na Chr. met woonplaatsen in en buiten het veen. Langs de rivier Eems zijn de eerste dijken aanwezig (rode lijnen)..

Afb. 9 - Schematische weergave van hoogteligging en opbouw van de ondergrond in het vroegere Reiderland ter plekke van het rechts met rode pijl aangegeven transect.. Het land brengt veel op en de inwoners worden omschreven als welvarend. Een blijk daarvan vormt de grote kerk van Midwolda met vier torens die niet onderdeed voor de gelijktijdige Martinikerk in de stad Groningen. 6 Het drainagewater van de ingedijkte kwelders en het (steeds lager liggende) veengebied kon via zijlen tijdens laag water naar de Eems worden afgevoerd. Maar de bodemda-ling werd hierdoor niet gestopt. Zodat het veenbodemoppervlak uiteindelijk onder het stormvloedniveau kwam te liggen. Zolang de dijken niet braken, leidde dit niet tot rampen. In de 13 e en 14 e eeuw werd de situatie wel steeds gevaarlijker (Afb. 10). Omdat door de bedijking van de kwelders langs de Eems het bergingsgebied van het stormwater sterk was verkleind was het stormvloedniveau in het Eems estuarium Afb. 10 Profielreconstructie omstreeks 1425 na Chr. Duidelijk is te zien hoe sterk het veen sinds 1250 na Chr. is ingeklonken en hoe laag het ligt ten opzichte van de hogere stand van het zeewater.

sterk gestegen. Het door de mens bewoonde veen- en kweldergebied (met wierden op de kwelders) is inmiddels overal dijken beschermd tegen overstroming vanuit zee. Helaas zal deze toestand niet stabiel blijven. Nog los van de vele onderlinge vetes tussen plaatselijke hoofdelingen, die niet terugdeinzen voor het in brand steken van sluizen en het doorsteken van dijken, blijft het veenland dalen. Bij stormvloeden is het water veel hoger dan het achterliggende land. Het is als het ware wachten op een doorbraak van de met dijken beschermde oeverwal (Afb. 11). Afb. 11 Impressie van een dijkdoorbraak In de 15e eeuw ging het mis in het oostelijke Dollardgebied. De naam Dollard dolle aarde spreekt boekdelen voor de gebeurtenissen. De eerste Dollard inbraak is traditioneel in het jaar 1277 geplaatst. Dat berust echter op een misverstand. De 1500 na Chr. Afb. 12 Landschap omstreeks 1500 na Chr. met grote zuidelijke uitbraak van de Dollard. Rode stippen geven woonplaatsen aan in het veen en op de kwelder.

eerste doorbraak vond in de 15 e eeuw plaats bij het tussen Oosterreide en Nesserland gelegen Janssum. Kaart 1500 na Chr. Na een aantal overstromingsrampen in de voorgaande eeuw ging het gebied van de oostelijke Dollard permanent verloren. Omdat het veengebied beneden het toenmalige gemiddeld hoogwater niveau (GHW) was komen te liggen, kon het niet meer door de mens worden teruggewonnen op de zee. Tijdens iedere eb- en vloed cyclus stroomde getijdenwater in en uit het overstroomde gebied, waardoor grote geulen uitschuurden, die niet meer door de mens gedicht konden worden. Hierdoor ontstond het begin van de Dollard, met een eerste grote uitbraak in zuidelijke richting (Afb. 12). De sterke linker oeverwal van de Eems vormde een lang schiereiland vanaf Pogum tot aan Nesserland. Kaart 1550 na Chr. Tijdens de Cosmas en Damianus stormvloed op 26 september 1509 ging ook het westelijk deel van de Dollard verloren en ontstond er een groot inbraaksysteem dat ook tijdens laag water permanent onder water stond (Afb. 13 en 14). 1550 na Chr. Afb. 13 Landschap omstreeks 1550 na Chr.; de Dollard heeft zijn grootste omvang bereikt.

De vorm van het permanent overstroomde gebied heeft een duidelijk verband met de diepteligging van de Pleistocene zandondergrond. Onder de oostelijke en westelijke Dollardinhammen liggen twee grote dalsystemen die gedurende het navolgende Holoceen grotendeels met veen waren opgevuld. Deze met veen opgevulde dalsystemen werden als gevolg van de door de mens bij de ontginning van het veen veroorzaakte bodemdaling door de Dollardinbraak het sterkst getroffen. De kaart van 1550, met de twee grote Dollardinhammen, is dan ook een weerspiegeling van de vorm van de in de ondergrond aanwezige Pleistocene dalsystemen. Aan de west- en oostkant zijn het stevige oeverwallen die de Dollard op zijn plaats houden. Aan de westkant is dat de oeverwal van de Termunter Ee. Aan de oostkant een oeverwal van een kleinere stroom. De in eeuwen opgebouwde rivieroeverwallen zijn verrassend stabiel. De Punt van Reide, maar ook de westelijk daarvan gelegen oever eroderen uiteindelijk maar langzaam, evenals de oever aan de oostzijde bij Pogum. Van 1581 tot 1631 proberen de bestuurders van Emden met een kostbare houten dam tussen Nesserland en Pogum, het Nesserlander hoofd, de loop van de Eems in de oude bedding langs hun stad te behouden, maar de krachten van de rivier zijn te sterk. De Eems sneed de Afb. 14 Profielreconstructie omstreeks 1550 na Chr. riviermeander ten zuiden van Emden af; een directere geulverbinding naar zee ontstond. Door deze nieuwe geulverbinding namen de stroomsnelheden in de meander langs Emden sterk af, waardoor deze geul in hoog tempo dichtslibde. In het grote bassin van de Dollard schreed de aanslibbing ook in hoog tempo voort. Er ontstonden nieuwe kwelders, die vervolgens door een serie van bedijkingen weer bij het vasteland werden gevoegd. Kaart 1750 na Chr. Resten van de oude kwelder, die als eiland nog een tijd hadden bestaan, zijn verdwenen. De zuidelijke inhammen van de grote Dollard zijn inmiddels weer grotendeels ingedijkt (Afb. 15 en 16). In de Dollard bepalen nu uitgestrekte, bij laagwater droogvallende, zand- en slikplaten, getijdengeulen en prielen het buitendijkse landschap. De rivierbocht bij Emden slibt steeds meer dicht. Er wordt zelfs een dam aangelegd tussen Emden en het Nesserland. Nesserland ligt vanaf nu aan de rechter oever van de Eems.

Kaart 2000 na Chr. De Dollard heeft door voortgaande bedijking zijn huidige vorm en afmeting bereikt (Afb. 17 en 18). Langs de randen liggen smalle kwelders, die als hooiweide en voor beweiding met vee worden gebruikt. Het vroegere eiland Nesserland werd door aanleg van polders tot een enclave in het vasteland nabij Emden. In 1847 werd dwars door het eiland heen een kanaal naar zee gegraven, die het begin vormde van grote havenontwikkelingen. Het voormalige eiland is nu een woon- en industriegebied van Emden. 1750 na Chr. Nesserland Afb. 15 Landschap omstreeks 1750 na Chr.; grote delen van de Dollard zijn ingepolderd (rode lijnen) omvang bereikt. Conclusie De Dollard ontstond als gevolg van de exploitatie van het veen en de daarop volgende bodemdaling. Een rijke landstreek verdween in zee. Maar de intensieve afzetting van klei maakte dat het slappe veengebied uiteindelijk weer veranderde in zeer vruchtbare kleipolders. Die ontwikkeling was nog niet voltooid toen in de jaren zeventig van de 20 e eeuw het besef opkwam dat de Dollard ook een prachtig natuurgebied Afb. 16 - Profielreconstructie omstreeks 1750 na Chr. was. Een besef dat samenviel met een andere kijk op de betekenis van landbouwgebieden.

Afb. 17 - Profielreconstructie omstreeks 2000 na Chr. Dit gebied zou echter nooit ontstaan zijn als de mens niet het veen was gaan ontginnen en daarmee een keten van gebeurtenissen in gang had gezet. Gebeurtenissen, die eerst wel tot de ondergang van een rijk veengebied leidden, maar die tenslotte een prachtig, weliswaar door de mens gevormd, natuurgebied hebben opgeleverd Afb. 18 Landschap van de Dollard en zijn omgeving in 2000 na Chr. Noten 1 Deze publicatie is een bewerking van een voordracht gehouden op het symposium Stormvloed 1509 Geschiedenis van de Dollard, 19 september 2009, Leer, Oost-Friesland. 2 Knol, E., 2010: Het verleden van kwelders, wierden en dijken, werk voor natuurwetenschappers, in G.J. Borger, P. Breuker & H. de Jong (red.), Van Groningen tot Zeeland. Geschiedenis van het cultuurhistorisch onderzoek naar het kustlandschap. Hilversum, 11-27, 65-68, 145-149. 3 Een deel van deze kaarten ook bij P. Vos & F. Bungenstock, 2013. Schets van de ontwikkeling van het kustlandschap. In J.F. Kegler (red.), Land van ontdekkingen. De archeologie van het Friese kustgebied. Ostfriesische Landschaft, Aurich,. Afb. 3. 4 Vos, P. & E. Knol, 2005. Wierden ontstaan in een dynamisch getijdenlandschap. In: E. Knol, A.C. Bardet & W. Prummel (Red.), Professor Van Giffen en het geheim van de wierden. Heveskes Uitgevers Veendam & Groninger Museum Groningen: 119-135. P. Vos & G J de Langen, 2008, Landschapsgeschiedenis van het terpengebied van Noordwest-Friesland in kaartbeelden, in K. et al Huism, (eds.), Diggelgoud, 25 jaar

Argeologysk Wurkferban: archeologisch onderzoek in Fryslan. Leeuwarden. Fryske Akademy. 310-323. P. Vos & W K van Zijverden, 2008, Landschappelijke ligging, in J. Dijkstra & J. A. W. Nicolay (eds), Een terp op de schop. Archeologisch onderzoek op het Oldehoofsterkerkhof te Leeuwarden. Amersfoort. 25-42 J.A.W. Nicolay & P.C. Vos, 2010: de bewoningsgeschiedenis van Dongeradeel en het belang van middeleeuwse zoutwinning in Friesland. In J.A.W. Nicolay (ed.), Terpbewoning in oostelijk Friesland. Twee opgravingen in het voormalige kweldergebied van Oostergo. [= Groningen Archaeological Studies 10], 173-215. P. C. Vos, et al. (eds.), 2011, Atlas van Nederland in het Holoceen. Amsterdam. 5 Het Oldambt en Reiderland in de dertiende eeuw. Ontwerp O.S. Knottnerus (2008) in H. Groenendijk & R. Bärenfänger Gelaagd landschap. Veenkolonisten en kleiboeren in het Dollardegbied. Bedum 2008, 58 en schutblad achter. 6 J. Molema, 2013: De middeleeuwse kerk van de veenontginningsnederzetting Midwolda (deze bundel). Adres van de auteurs: Drs. P.C. Vos Deltares Utrecht E-mail: peter.vos@tno.nl Dr. E. Knol Groninger Museum Groningen E-mail: eknol@groningermuseum.nl Dit artikel dient geciteerd te worden als: Vos, P.C. & E. Knol, 2013. De ontstaansgeschiedenis van het Dollardlandschap; natuurlijke en antropogene processen. In: K. Essink (Red.), Stormvloed 1509 Geschiedenis van de Dollard. Stichting Verdronken Geschiedenis, Groningen, : 31-43. (ook: online op www.verdronkengeschiedenis.nl)