VZW KIND IN NOOD KEMPEN VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING TURNHOUT. Jaarverslag 2014

Vergelijkbare documenten
Omgaan met verontrusting

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Gemandateerde voorzieningen

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom

Omgaan met verontrusting. In de intersectorale toegangspoort Maart 2014 AnLaureyn CGG Kempen

Wat is Mano? Dialoogdag

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart Mia Claes UCLL

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

Gemandateerde voorziening

Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs

Samen werken tegen kindermishandeling

Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank

VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING (VGV) HANDLEIDING MET GOEDE PRAKTIJKEN JEUGDHULP

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Visietekst PRAGT Perinataal Regionaal Ambulant GezinsTraject

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Voorwoord. Beste lezer,

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik

VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING MECHELEN JAARVERSLAG 2016

Continuïteit. Bemiddeling

VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING VLAAMS-BRABANT

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

Cliëntoverleg, bemiddeling en crisishulp

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening

Een korte rondleiding door Martine Puttaert. Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant

Voor meer info: Hilde Rekkers

Het nieuwe hulpverleningslandschap

VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING MECHELEN

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG.

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Congres NVKVV Maart 2014

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

De sociale plattegrond

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Centra voor Integrale Gezinszorg

Kindermishandeling: samen zorgen voor veiligheid en herstel

Coördinatie van de hulp. Workshop 4

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

DE GEMANDATEERDE VOORZIENINGEN

nr. 470 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 8 maart 2017 aan JO VANDEURZEN Meldpunt Oproepen 2016

Cliëntoverleg Integrale Jeugdhulp (IJH) Gedragscode voor deelnemers aan het cliëntoverleg ALGEMENE BEPALINGEN: WIE HEEFT BEROEPSGEHEIM?

Besluit en verslag werkgroep

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

17 MEI Besluit van de Vlaamse regering betreffende erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling

Samen naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

DRM-Fiche algemene informatie

Voorbereiding studiedag

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Beroepsgeheim in beweging : Informatie-uitwisseling tussen jeugdhulp en justitie.

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

alle campagnefoto s Maak het mee : Paul Delaet provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

De Meander is er voor mensen die een vraag hebben naar informatie, ondersteuning of begeleiding rond

Uitwisseling Beroepsgeheim voor jeugdhulpverleners: Markante vaststellingen

HANDELINGSPROTOCOL VOOR EEN CLUB - API

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 08/03/2016 in De Takel in Oostende

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

t Zitemzo met het beroepsgeheim Nele Desmet Kinderrechtswinkel vzw 02/12/ 16

De Sociale plattegrond

Bijlage 3. Voorziening Contact Werking Abortuscentrum / Bourgognecentrum Hasselt. Gouverneur Roppesingel Hasselt 011/

Als opvoeden een probleem is

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

In de provincie Antwerpen blijven de cijfers vroegtijdig schoolverlaten en spijbelen

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN. Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS

nr. 590 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 16 juni 2016 aan JO VANDEURZEN Ondersteuningscentra Jeugdzorg - Meldingen en wachttijd

Huiselijk Geweld & Kindermishandeling. Daniëlle Kerkhof & José Huis in t Veld

Stappenplan voor spijbelopvolging

vzw OpWeg Infobrochure rechtstreeks toegankelijke hulp

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Omgaan met verontrusting in het nieuwe landschap

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling


PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012

DAIDALOS vzw. Project IKAROS. ABFT ERPP Integrale thuisbegeleiding Dagbegeleiding in groep Crisishulp aan Huis

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Als opvoeden een probleem is

4.6.6 Het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers

Team crisispunt Limburg -18

Als opvoeden een probleem is

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

vzw OpWeg Infobrochure begeleid wonen

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld

DAIDALOS vzw. Integrale thuisbegeleiding. ABFT ERPP Dagbegeleiding in groep Crisishulp aan Huis Project IKAROS

Jongerencentrum Cidar V.Z.W.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Transcriptie:

VZW KIND IN NOOD KEMPEN VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING TURNHOUT Jaarverslag 2014 VKT Koningin Astridlaan 54 2300 Turnhout 014 42 22 03 info@vkturnhout.be www.vkantwerpen.be

V.Z.W. Kind in Nood Kempen Gesticht bij akte van 6 mei 1991 2014 24 ste dienstjaar Statuten verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 november 1991 Statutenwijziging verschenen in het Belgisch Staatsblad van 30 januari 1997 1 februari 2005 4 januari 2006 28 juli 2008 Maatschappelijke zetel: Antwerpseweg 1A bus 1 2440 Geel Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 2

Inhoudstafel Voorwoord. 4 Hoofdstuk 1. Voorstelling van het centrum... 5 1.1 Opdrachten... 5 1.2 Hulpverlening... 6 1.3 Personeel... 13 Hoofdstuk 2. Cijferanalyse... 14 2.1 Inleiding... 14 2.2 Cijfers reguliere werking... 14 2.2.1 Aantal meldingen... 14 2.2.2 Kinderen betrokken in meldingen... 15 2.2.3 Gemelde problematiek... 18 2.2.4 De melder... 19 2.2.5 Kindermishandeling en echtscheiding... 23 2.2.6 Daderschap... 24 2.3 Cijfers gemandateerde voorziening... 24 2.3.1 Inleiding... 24 2.3.2 Aantal meldingen... 24 2.3.3 Melders... 25 2.3.4 Gevolggeving... 25 2.4 Cijfergegevens Hulplijn 1712... 26 Hoofdstuk 3 Netwerkvorming, sensibilisering en teamwerking... 27 3.1 Inleiding... 27 3.2 Platformwerking... 27 3.3 Samenwerkingsakkoorden en convenanten met andere (hulpverlenings) organisaties... 27 3.4 Andere overlegstructuren... 28 3.4.1 Lokale overlegstructeren... 28 3.4.2 Interne werkgroepen VK Antwerpen... 28 3.5 Sensibilisering en vorming... 28 Hoofdstuk 4 Structuur van het Centrum... 33 4.1 Algemeen... 33 4.2 Samenstelling VZW Kind in Nood Kempen... 33 4.2.1 Algmene Vergadering... 33 4.2.2 Raad van Bestuur... 35 4.2.3 Dagelijks Bestuur... 35 4.2.4 College van Toezicht... 36 4.2.5 Secretariaat... 36 4.2.6 Huisvesting... 36 Dankwoord... 37 Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 3

Voorwoord Met genoegen presenteren we u het werkingsverslag 2014 van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout/ kind in Nood Kempen (VKT). 2014 was in alle opzichten een zeer druk jaar. Vanaf 1 maart 2014 is het decreet integrale jeugdzorg, waarbij de VK (Vertrouwenscentra Kindermishandeling) een extra bijkomende opdracht krijgen als gemandateerde voorziening. Vanaf 1 maart 2014 waren er ten gevolge van beslissingen van de Vlaamse Overheid twee ingrijpende wijzigingen in de dagelijkse werking: het decreet Integrale Jeugdhulp trad in voege, waardoor het VK naast de reguliere werking binnen de brede instap ook een Gemandateerde Voorziening werd én er was de reorganisatie van 1712 wat met zich meebracht dat het VK mee de dagelijkse permanentie van 1712 verzekerde en de niet-beroepshalve betrokken melders vanaf 1 oktober 2014 rechtstreeks naar 1712 geleid werden. Het spreekt voor zich dat dit alles veel extra werk meebracht. De voorbereidingen op deze 2 nieuwe opdrachten gebeurden via talloze vergaderingen op vele echelons: interne teamvergaderingen, vergaderingen met partnerorganisaties zoals het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ), vergaderingen met de andere VK, met onze overheid Kind en Gezin (K&G), met de CAW, met justitie, met de administratie, kabinet, andere hulpverlenende organisaties, Het was voor de hulpverleners erg zoeken naar hoe deze nieuwe taken vorm en inhoud te geven. Dat dit alles diende te gebeuren bovenop ons reeds bestaande, uitgebreide takenpakket en zonder extramiddelen, zette de medewerkers erg onder druk. Werken met de problematiek kindermishandeling vraagt veel van werknemers. Dat dit dient te gebeuren onder eens steeds grotere werkdruk is zeer verontrustend. De tijd dat er alleen kindermishandeling gedetecteerd werd in gezinnen en families ligt achter ons. Geweld op school, seksueel misbruik in een voorziening, bij een sportclub, op een internaat over al deze thema s worden de VK vandaag ook geconsulteerd. Dit vraagt ook tijd voor inhoudelijke verdieping en verdeskundiging. We vinden het erg belangrijk hier tijd en ruimte voor te blijven vinden. Helaas is dat gezien de huidige werkdruk niet altijd mogelijk. Gezien de veranderingen die in 2014 doorgevoerd zijn, zijn de cijfers moeilijker vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren. Het jaarverslag ziet er daardoor soms iets anders uit dan u gewend was. We beseffen al te goed dat achter statistiek, grafieken en samenwerkingsverbanden kinderen schuil gaan. Het gaat telkens over een kind, een jongere in een meestal erg schrijnende situatie, waar de nood tot hulp en verandering groot is en het geloof en vertrouwen in hulp heel kwetsbaar is. Die zorg is hopelijk ook uw rode draad bij het lezen van dit verslag. Mede namens de teamleden van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout vzw Kind in Nood Kempen, Els Swolfs Coördinator VKT/ KINK Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 4

El Hoofdstuk 1: Voorstelling van het centrum 1.1 Opdrachten In het besluit van de Vlaamse regering van 17 mei 2002 worden de opdrachten van de Vertrouwenscentra Kindermishandeling omschreven. Volgende taakomschrijving is voor het VKT, als onderdeel van het VKA, van kracht : het fungeert als meldpunt voor kindermishandeling en vermoedens van kindermishandeling; het biedt hulp- en dienstverlening naargelang de behoeften van het kind, rekening houdend met de principes van spreekrecht, participatie en evaluatie van het effect voor het kind. Het speelt zo snel mogelijk in op de vragen en houdt daarbij rekening met de aard en de urgentie van de vragen, binnen de opdrachten van het centrum waarbij het kind centraal staat; het centrum ontwikkelt, in het kader van en met het oog op een efficiënte hulpverlening, een werkzame diagnose die kan resulteren in een gepaste doorverwijzing; het zorgt uitzonderlijk zelf voor de begeleiding en de behandeling van slachtoffers van kindermishandeling en hun gezin, met name indien doorverwijzing niet wenselijk of onuitvoerbaar is; het centrum kan gedurende het hulpverleningsproces de problematiek van kindermishandeling duiden en benoemen ten aanzien van het kind en de ouders; het stippelt een hulpverleningsaanbod uit met inspraak van en in overleg met de gebruikers. Hierbij wordt uitgegaan van de behoeften van het kind; het voert een meersporenbeleid in het belang van het kind waarbij alle partijen die bij het hulpverleningsproces betrokken zijn betrokken blijven. Het stimuleert de ouders in het opnemen van hun ouderrol en ondersteunt hen daarin; het centrum werkt voor de hulp- en dienstverlening samen met externe relevante personen of diensten. In dit kader sluit het samenwerkingsakkoorden met andere voorzieningen die ook op het domein van kindermishandeling werkzaam zijn, vooral met de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg; het treft maatregelen die respect voor de basisrechten en de gebruiksrechten waarborgen en die conform zijn aan het Internationaal Verdrag inzake Rechten van het Kind; het centrum zorgt voor de ondersteuning van hulpverleners die te maken hebben met de problematiek van kindermishandeling, en die in dat verband contact opnemen. Het zorgt ook voor de systematische overdracht van zijn deskundigheid inzake kindermishandeling aan andere relevante instanties; het draagt bij tot de sensibilisering van de samenleving voor de problematiek van kindermishandeling; het centrum signaleert aan de bevoegde instanties op een systematische wijze ontwikkelingen en knelpunten, tekorten en behoeften inzake de hulpverlening rond kindermishandeling; Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 5

het centrum is laagdrempelig en 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. In 2014 zorgde het decreet voor Integrale Jeugdhulp voor een extra opdracht als Gemandateerde Voorziening en kreeg VKT ook een rol in het permanentiesysteem van de hulplijn 1712. Deze nieuwe en bijkomende opdrachten worden later uitgebreider verduidelijkt. 1.2 Hulpverlening WERKING VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING Het VKT benadert situaties van kindermishandeling vanuit een hulpverleningskader. Aan elke melder wordt de mogelijkheid zich tot gerechtelijke instanties te richten, uitgelegd. Het uitgangspunt van een VK is veiligheid installeren en bewaken en kosteloze en vrijwillige hulp aan het mishandelde kind en zijn gezin geven. De nadruk ligt op vertrouwelijkheid en laagdrempeligheid. De hulpverlening heeft een heel eigen karakter. In situaties van kindermishandeling is er meestal geen hulpvraag van de betrokkenen en ontbreekt elke vorm van probleeminzicht. Beide factoren zijn nochtans noodzakelijk om hulpverlening op gang te brengen. De bedoeling van het centrum is om door haar interventies de noodzakelijke voorwaarden te scheppen om de meest aangewezen hulpverlening mogelijk te maken. In die zin bereiden we de reguliere hulpverlening voor. Verder spreekt het voor zich dat in acute situaties van kindermishandeling vrijblijvende en/of vrijwillige hulpverlening vaak erg relatief is. Ook daarin verschilt de aanpak met de klassieke hulpverlening. Via haar interventies wil het VKT vrijwillige hulpverlening én een eerste probleeminzicht mogelijk maken. Soms kan dit stadium vrij snel bereikt worden. Vaak echter vergt het vele hulpverleningsinterventies en overlegmomenten waarbij wat we noemen 'aanklampend' gewerkt wordt. Crisissituaties zijn situaties die in vele gezinnen en families heel wat verandering mogelijk maken. Aan de andere kant vraagt het echter enorm veel inspanning en energie, zowel van de gezinsleden en andere betrokkenen als van de hulpverleners. Intensieve begeleiding op korte termijn is noodzakelijk. Van zodra de mogelijkheden aanwezig zijn om klassieke hulpverlening op te starten wordt er in overleg met de reguliere hulpverleningsdiensten gezocht naar de beste, eventueel therapeutische, aanpak en doorverwijzing. Welke hulpverlening biedt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling concreet? Meldingen opnemen Onder een melding verstaan we 'iedere contact name met het vertrouwenscentrum, over een vermoeden van of een situatie van kindermishandeling'. Een melding kan telefonisch, schriftelijk, per e-mail of persoonlijk gebeuren. De melder heeft de mogelijkheid om zich niet bekend te maken ten aanzien van het centrum, alsook om te vragen dat hij of zij anoniem kan blijven ten aanzien van het gezin of andere betrokkenen (waarbij het centrum wel op de hoogte is van de identiteit van de melder). Iedereen kan dus vertrouwelijk melden. Een melding kan gaan van advies/consult inwinnen betreffende diagnose, aanpak en doorverwijsmogelijkheden, tot een dringende vraag om actieve hulpverlening op te starten. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 6

Kindermishandeling melden is geen eenvoudige zaak. In onze bekendmakingsfolder wordt uitgelegd dat melden de mogelijkheid biedt een hulpverleningsproces op gang te brengen voor het gemelde kind en zijn/haar gezin. Deze hulpverlening is er op gericht de mishandeling te stoppen, veiligheid te installeren en de achtergronden die aan de basis liggen van de mishandeling te begrijpen en te behandelen. Uitgangspunten voor deze hulpverlening zijn: gezinsgerichte aanpak, binnen een vertrouwelijk kader, die gratis aangeboden wordt. Advies en consult verstrekken Iedereen die een vermoeden of zekerheid heeft omtrent een situatie van kindermishandeling, kan overleggen met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Dit kan eventueel anoniem. Zowel de identiteit van de melder als van het gezin kunnen onbekend blijven. Zeker met professionele melders worden de voor- en nadelen van anoniem melden besproken. Dit consult kan gaan over zaken als: a) diagnosestelling Is hier sprake van kindermishandeling? Zijn dit signalen van kindermishandeling? Hoe kan de melder meer zekerheid krijgen over de diagnose? Is het aangewezen dat de melder maatregelen neemt in functie van de veiligheid van het kind? b) aanpak Hoe kan de melder dit kind het beste helpen? Welke stappen kan de melder nog ondernemen? Is het wenselijk dat de melder beroep doet op andere instanties, bv. justitiële instanties? Wat verwacht de melder van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, en welk aanbod kan het Vertrouwenscentrum doen? c) doorverwijzing Kan er reeds doorverwezen worden? Zo ja, op welke manier en welke instantie is het meest geschikt? Hoe kan dit met de betrokkenen besproken worden? Wanneer is het aangewezen het parket in te schakelen? De adviesvrager blijft de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de eventuele acties die hij/zij na het adviesgesprek onderneemt. Hulpverlening/Dossier Wanneer het centrum in overleg met de melder besluit tot actief optreden opent het een dossier. Hierin kunnen verschillende werkvorm en gehanteerd worden: Exploreren van de melding Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 7

Er wordt contact gelegd met professionelen met beroepsgeheim, die vanuit hun beroepsactiviteiten kunnen bijdragen tot een objectieve beoordeling van de situatie, het sociale netwerk waarin het gezin en het kind functioneren en de mogelijkheden tot hulpverlening. Het verzamelen van relevante informatie is noodzakelijk om: een melding te verifiëren, inzicht te krijgen in de aard, ernst en omvang van het probleem, zicht te krijgen op de gezinsstructuur en het sociaal-maatschappelijk netwerk waarin het gezin en het kind functioneren, de mogelijkheden voor ondersteuning en/of hulpverlening in te schatten. Hulpverlening ondersteunen en coördineren Bij de hulpverlening betrokken professionelen worden gecontacteerd en meestal uitgenodigd voor een netwerkoverleg (NWO) zodat inspanningen op elkaar afgestemd en gebundeld worden. Een groot deel van deze coördinerende rol gebeurt telefonisch, vanaf het openen van het dossier tot en met het afsluiten. Onrechtstreekse hulpverlening Wanneer het niet mogelijk of wenselijk is ouders rechtstreeks aan te spreken kan gekozen worden voor een onrechtstreekse benadering. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat aan het kind een steunfiguur wordt geboden waar het regelmatig mee kan praten. Hoe belangrijk deze hulp kan zijn weten we van getuigenissen van 'overlevers': de emotionele schade is binnen de perken gebleven dankzij de aandacht, het begrip en de steun van een persoon uit hun leefwereld. Het VK kan, indien gewenst, de vertrouwenspersoon ondersteunen en adviseren. Indien na verloop van tijd rechtstreekse hulpverlening mogelijk wordt of een interventie zich opdringt kan, in gezamenlijk overleg, de beste strategie uitgewerkt worden. Rechtstreekse hulpverlening of crisisinterventie Hulpverlening bij kindermishandeling situeert zich op de grens tussen vrijwillige en gedwongen en tussen therapeutische en juridische tussenkomst. Daardoor heeft de rechtstreekse hulpverlening van het VK een zeer eigen en specifiek karakter. Een eerste streefdoel van het VK is de mishandeling of het seksueel misbruik zo snel mogelijk stoppen. Overhaast ingrijpen is echter niet aangewezen. Het is altijd afwegen waar een kind het meeste baat bij heeft. Soms is dat door acuut in te grijpen en het gezinsgeheim open te breken, soms is dat door af te wachten en het kind steunfiguren te geven totdat er een ingang in het gezin kan worden gecreëerd. Een doorverwijzing naar of een uitnodiging om naar het VK te komen - hoe vriendelijk ook geformuleerd of hoe zorgvuldig getimed en gepland - wordt door het gezin altijd als een bedreiging ervaren. Het kan de spanning en de onveiligheid in het gezin nog doen toenemen. Als het kind die spanning niet aankan en/of zich extreem onveilig voelt, probeert het VK een tijdelijk uithuisplaatsing te realiseren. Daarvoor wordt beroep gedaan op organisaties die opvang kunnen voorzien binnen vrijwillige Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 8

hulpverlening (CBJ, ziekenhuizen, crisisteam -18 enz...) of in gevaarsituaties op het parket jeugdzaken. Degelijke crisisopvang organiseren is een heikel punt in de hulp aan mishandelde kinderen en jongeren. Het eerste gesprek met de ouders houdt vaak een confrontatie in. Confrontatie betekent in deze context dat de mishandeling of het misbruik op heldere, ondubbelzinnige wijze ter sprake wordt gebracht met de ouders. De kinderen zijn daarbij niet aanwezig. Eén van de doelstellingen van de hulpverlening bij kindermishandeling is het geheim bespreekbaar maken. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat de pleger de mishandeling of het misbruik toegeeft en ook de verantwoordelijkheid daarvoor op zich neemt. Toegeven dat er iets fout is gelopen is op zich niet voldoende. De prognose met betrekking tot behandelbaarheid van het gezin valt grotendeels af te leiden uit het al dan niet opnemen van de verantwoordelijkheid door beide ouders. De hulpverlener neemt steeds terug initiatieven en tracht dit te bevorderen (aanklampend werken). De hulpverlener kiest niet voor één partij tegen de anderen, maar poogt ieder gezinslid in zijn waarde te laten. Elk gezinslid krijgt de kans om zijn verhaal te vertellen. De werkelijkheid van het gezin is het geheel van deze (soms tegenstrijdige) verhalen. Men spreekt in dit verband van 'meervoudige partijdigheid', dat betekent: partijdig met iedereen, tegen niemand. Het tempo van de contacten tussen de partijen onderling, tussen moeder en kind, tussen slachtoffer en broers/zussen, tussen vader en kind of met het hele gezin, wordt bepaald door het verwerkingsproces van het slachtoffer. Doorverwijzen en afsluiten De duur van de crisisinterventie en hulpverlening door een VK kan variëren. Er wordt steeds getracht van door te verwijzen naar de reguliere hulpverlening. Soms wordt het behandelingsplan in een hulpverleningsovereenkomst gegoten. Deze wordt dan regelmatig geëvalueerd en eventueel herzien. Voor langdurige follow-up ontbreekt meestal de nodige tijd; we rekenen er op dat andere hulpverleners ons terug contacteren wanneer ze zich zorgen maken over de veiligheid van de gemelde kinderen. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout Jaarverslag 2014 9

WERKING GEMANDATEERDE VOORZIENING Op 1 maart 2014 ging het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulp (IJH) in voegen waardoor het landschap van de jeugdhulpverlening volledig herschreven werd. De veranderingen en gevolgen zijn zeer talrijk en ingrijpend, toch beperken we ons hier tot de concrete wijzigingen voor VKT als Gemandateerde Voorziening (GV). Met de aanvang van het decreet kreeg VKT er een extra opdracht bij. De bestaande werking bleef dezelfde - vanaf 1 maart 2014 reguliere werking genoemd - en daarnaast kwam er een extra taak als GV. Een GV situeert zich in het hulpverleningslandschap op de breuklijn tussen vrijwillige en gedwongen jeugdhulpverlening. Het Comité Bijzondere Jeugdzorg en de Bemiddelingscommissie werden stopgezet en vervangen door twee GV, namelijk het VK en het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ). Zij krijgen de taak toegediend om binnen een vrijwillig kader onderzoek te voeren naar de maatschappelijke noodzaak (MaNo) aan hulp in verontrustende situaties. Een verontrustende situatie betekent een gezin waarbij men inschat dat de ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd worden en/of hun (psychische, fysieke of seksuele) integriteit wordt aangetast. Consult verstrekken De GV heeft de opdracht om andere jeugdhulpaanbieders advies aan te bieden in verontrustende situaties waar er een vermoeden is dat het aanbieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is. Advies (anoniem of niet) bieden aan hulpverleners is altijd één van onze kerntaken geweest. Daarom wordt de consultfunctie in onze GV niet losgekoppeld van onze adviesopdracht in de reguliere werking. Dit wil eveneens zeggen dat deze consultfunctie niet apart geregistreerd wordt, maar wel meegerekend bij de gewone adviesvragen. Bij het verstrekken van consult gaan we op ongeveer dezelfde manier te werk: inschatten wat er aan de hand is, signalen interpreteren en samen nadenken over een mogelijke aanpak en vervolghulpverlening. Gezien het gebrek aan vorming in het werkveld over de veranderingen ten gevolge van het decreet IJH krijgen we ook heel wat algemene vragen, los van een bepaalde casus. Hulpverlening aanbieden Waar de hulpverlening stroef loopt én de verontrusting toeneemt, kan een dienst overwegen het gezin door te verwijzen naar een GV. De GV krijgt hierdoor het mandaat om te onderzoeken of hulp maatschappelijk noodzakelijk is, of het gezin bereid is hieraan mee te werken en welke hulp geschikt zou zijn. Deze dossiers zijn opgenomen bij de reguliere dossiers, enkele specifiekere cijfergegevens over de GV zijn te vinden verder in dit jaarverslag. Aanmeldingen De aanmeldingen gebeuren door diensten binnen en buiten de jeugdhulp en door het Jeugdparket. Het VK kan ook gezinnen vanuit de eigen reguliere werking verwijzen naar de GV mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Naast de GV VK bestaat er een tweede GV, namelijk het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ). Het verschil tussen beiden ligt hem in de definiëring van verontrusting. Voor de GV VK moet de verontrusting duidelijk en hoofdzakelijk te maken hebben met kindermishandeling, voor de GV OCJ betreft het een verontrustende leefsituatie (VOS) en een bedreiging van de ontplooiing en ontwikkeling van de minderjarige. Er zijn specifieke procedures en voorwaarden om een aanmelding bij de GV te doen: 10

1. Ben je een jeugdhulpaanbieder of voorziening binnen de integrale jeugdhulp, dan moet een aanmelding online gebeuren (E-health) via een motivatiedocument (M-document). Naast het M- document zijn er nog enkele voorwaarden aan verbonden: er moet een teambeslissing aan voorafgegaan zijn, het cliëntsysteem is ingelicht over deze beslissing, er is nog voldoende veiligheid om een onderzoek te voeren en er is onvoldoende medewerking. Van een jeugdhulpaanbieder wordt in principe verwacht dat hij mee verantwoordelijk en betrokken blijft doorheen de procedure bij de GV. 2. Ben je een hulpaanbieder buiten de integrale jeugdhulp? Dan vul je een M-document in dat wordt toegestuurd door de GV, het cliëntsysteem werd ingelicht en er is voldoende veiligheid om een onderzoek te voeren. 3. Ben je magistraat in het jeugdparket, dan wordt een aanmeldingsverslag gemaild naar de GV, het cliëntsysteem werd ingelicht en er is nog voldoende veiligheid. 4. Ben je consulent bij de sociale dienst van de jeugdrechtbank, dan werd je cliënt ingelicht, is er voldoende veiligheid en was er voorafgaandelijk overleg met de GV over een mogelijke verwijzing. 5. Ben je medewerker van het VKT, kan je intern doorverwijzen naar de GV na een teambeslissing, na het inlichten van het cliëntsysteem en als er voldoende veiligheid is. Voor interne verwijzingen werd ook een aanmeldingsverslag opgesteld. De GV zal na een aanmelding in teamoverleg beslissen over de ontvankelijkheid van de aanmelding. In geval van het niet-ontvankelijk zijn, zal dit met de aanmelder besproken worden. Om een goede samenwerking en verstandhouding te houden met andere jeugdhulpaanbieders, adviseert de GV om vooraf telefonisch consult te vragen vooraleer een aanmelding te doen. Wat betreft aanmeldingen vanuit parket is de GV verplicht een onderzoek op te starten. Onderzoek Wanneer de GV een aanmelding ontvankelijk verklaart, start het MaNo-onderzoek. De GV zal de betrokken gezinsleden en hulpverleners bevragen en een inschatting maken. De zorgen en krachten worden geconcretiseerd vanuit verschillende perspectieven: cliënt, cliëntsysteem, relevante (professionele) betrokkenen, aanmelder en VK. De GV ontwikkelt gaandeweg een visie op de verontrusting, de hulpverleningsgeschiedenis en de huidige situatie en op die manier komt men tot een conclusie over de maatschappelijke noodzaak van hulp voor het gezin. Deze inschatting is geen vaststaand gegeven en kan wijzigen in de toekomst. Aan het einde van het onderzoek, waarvoor zeker 3 maanden in acht genomen worden, wordt een teambeslissing genomen over de maatschappelijke noodzaak en de inhoud van het hulpplan. Deze beslissingen worden aan het cliëntsysteem meegedeeld in het triadegesprek. En daar beslist de cliënt om hieraan mee te werken of niet. Casemanagement Gaat het cliëntsysteem akkoord met het voorgestelde hulpplan, start de GV een casemanagement (CM). Er kan gekozen worden voor een interveniërend CM waarbij de GV zelf actief contact onderhoudt met het gezin en met de betrokken hulpverleners. Bij een observerend CM blijft de GV op de achtergrond en ligt de verantwoordelijkheid bij het gezin en de betrokken hulpverleners om contact te nemen indien nodig en om verdere acties uit te voeren. 11

Gedeelde verantwoordelijkheid en hulpcontinuïteit zijn belangrijke items in het nieuwe decreet dat stelt dat elke jeugdhulpverlener verantwoordelijkheid draagt om aan de slag te gaan met gezinnen en met verontrusting. Het decreet maakt ons hierdoor allemaal een beetje consulent. Dit houdt ook in dat diensten die een gezin aanmelden bij een GV mee verantwoordelijk blijven en mee in beeld blijven tijdens het onderzoek, bijvoorbeeld aanwezig zijn tijdens de intake of in functie van het hulpplan aanvragen indienen bij de toegangspoort. Beide vormen van CM worden maximaal na 6 maanden geëvalueerd met de vraag of er meer/minder hulp nodig is en of de GV nog verder betrokken dient te blijven. Verwijzing Openbaar Ministerie Het decreet stelt dat de GV een gezin naar het openbaar ministerie (OM) kan verwijzen wanneer jeugdhulp maatschappelijk noodzakelijk is, maar de minderjarige en/of zijn ouders/opvoedingsverantwoordelijken deze hulp niet vrijwillig aanvaarden. Alsook wanneer de minderjarige en/of zijn ouders/opvoedingsverantwoordelijken weigeren mee te werken aan het onderzoek naar de maatschappelijke noodzaak. Bij kindermishandeling is veiligheid en erkenning van groot belang. Het VK als GV zal ook deze veiligheid en bereidwilligheid doorheen het onderzoek en het casemanagement nauw in de gaten houden. Ontstaan er hieromtrent (nieuwe) bezorgdheden zal de GV het cliëntsysteem aanmelden bij het OM, met het verzoek om gedwongen hulpverlening op te starten. WERKING HULPLIJN 1712 In maart 2012 ging het Meldpunt Misbruik, Geweld en Kindermishandeling officieel van start. Elke burger kan er gratis terecht voor informatie en advies. Als verdere opvolging nodig is wordt doorverwezen naar andere hulporganisaties en/of politie/justitie. Het nummer 1712 werd doorheen heel Vlaanderen bekend gemaakt door middel van posters, folders en een TV-spot. De 1712 werkingen worden provinciaal georganiseerd door CAW s en VK s. Voor de regio Turnhout was er voor de periode maart 2012 tot en met februari 2014 een samensmelting van de arrondissementen Turnhout en Turnhout; VK Turnhout en VK Turnhout werkten samen met CAW De Kempen in Herentals. Het CAW bemande, in realiteit bevrouwde, het meldpunt en schakelde oproepen betreffende kinderen steeds meteen door naar het VK. Regelmatig werden intervisiemomenten gepland. Tijdens deze samenkomsten werd de werking bijgestuurd en er werd tijd gemaakt om te leren van elkaar. CAW De Mare Antwerpen had dezelfde werking voor het arrondissement Antwerpen. In de loop van 2013 verschoof de klemtoon van meldpunt naar hulplijn 1712. Vanaf maart 2014 werd de werking van 1712 in de provincie Antwerpen aangepast op vraag van de overheid. Conform de andere Vlaamse provincies werd overgegaan naar 1 hulplijn met permanentie ter plaatse door VK medewerkers. Deze wijziging betekent concreet dat de drie vestigingen van het VKA samenwerken met het CAW Antwerpen, vestigingsplaats Deurne. Vanuit Deurne wordt in gedeelde verantwoordelijkheid CAW/VK telefoonpermanentie gedaan tijdens de werkdagen van 9 tot 17 uur. Vanaf april bestaat ook de mogelijkheid te mailen naar 1712. Deze herorganisatie bracht met zich mee dat de 1712 VK ers heel wat moesten leren over de andere problematieken dan kindermishandeling waarvoor 1712 gecontacteerd wordt. Het VK gaf de 1712 CAW collega s vorming over kindermishandeling. Regelmatig komt de 1712 Antwerpen ploeg samen, afwisselend in het CAW en in het VK, voor vorming, uitwisseling en intervisie. De werking wordt ondersteund door een, in 2014 nieuw samengestelde, stuurgroep, waarin beleidsverantwoordelijken van de drie CAW s uit de provincie en het VKA zetelen. 12

Voor meer informatie over kindermishandeling en de werking van een Vertrouwenscentrum verwijzen we naar onze website www.vkantwerpen.be en www.kindermishandeling.be. Voor meer info over IJH, zie https://wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp en/vlaams-loket-jeugdhulp. Voor meer info over 1712 zie www.1712.be 1.3 Personeel In 2014 was het team van VK Turnhout als volgt samengesteld: Mevr. Nancy Claes Mevr. Els Swolfs Mevr. Ria Verboord Mevr. Dorien Van Bavel Mevr. Sofie Claes Mevr. Sofie Van Doninck: Mevr. Lien Bervoets Administratief medewerkster. Deeltijds (50%) personeelslid sinds januari 2002. Coördinator VKT. Gegradueerde in de Orthopedagogie. Deeltijds (80%) personeelslid sinds september 2007. Gegradueerde in de orthopedagogie. In 2014 met pensioen gegaan. Bachelor in het sociaal werk. Voltijds personeelslid sinds april 2008. Maatschappelijk assistente. Deeltijds (70%) personeelslid van vzw Kind in Nood Kempen sinds september 2010. Maatschappelijk assistente. Deeltijds personeelslid (80%) sinds januari 2011: 30% als personeelslid van vzw Kind in Nood Kempen en 50% in dienst van het VK Antwerpen Bachelor in de orthopedagogie. Deeltijds (80%) personeelslid sinds januari 2013. E-mail: Algemeen Nancy Claes Els Swolfs Dorien Van Bavel Lien Bervoets Sofie Claes Sofie Van Doninck info@vkturnhout.be nancy.claes@vkturnhout.be els.swolfs@vkturnhout.be dorien.vanbavel@vkturnhout.be lien.bervoets@vkturnhout.be sofie.claes@vkturnhout.be sofie.vandoninck@vkturnhout.be Website: www.vkantwerpen.be www.kindermishandeling.be 13

Hoofdstuk 2 Cijferanalyse 2.1 Inleiding Om een duidelijk beeld te krijgen van de omvang van het probleem Kindermishandeling in Vlaanderen, besloot Kind en Gezin tot het invoeren van een uniform registratiesysteem voor alle centra vanaf 1991. In overleg met K&G en de Vlaamse Overheid werd beslist om vanaf 1 januari 2010 met een elektronisch cliëntendossier te gaan werken. Concreet houdt dit in dat we geen papieren dossiers meer aanleggen voor de gemelde kinderen. Enkele aandachtspunten: 1. De registratie die Kind en Gezin weergeeft in haar jaarverslag vertrekt vanuit de vraag hoeveel kinderen er in Vlaanderen gemeld worden bij de Vertrouwenscentra. Jongeren ouder dan 17 jaar (die vaak ook met eenzelfde probleem worstelen); kinderen die al gemeld zijn en opnieuw gemeld worden e.d. worden niet opgenomen in de Kind en Gezin registratie. De cijfers in ons jaarverslag nemen deze gegevens wel op. Dit jaarverslag is immers een neerslag van de activiteiten van het VK Turnhout in 2014 op hulpverlenend vlak. 2. Daarnaast is het vanzelfsprekend dat het VK Turnhout ook betrokken blijft bij de hulpverlening i.v.m. een aantal dossiers die voor 1 januari 2014 gemeld werden. Hulpverlening eindigt uiteraard niet op 31 december. We presenteren daarover enkele relevante gegevens met betrekking tot die dossiers. 3. Gezien de VK in 2014 extra opdrachten kregen, levert dit ander cijfermateriaal op. Het is diengevolge moeilijk om een aantal cijfers te vergelijken met voorgaande jaren. We hebben desondanks geprobeerd om relevante gegevens zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. 2.2 Cijfers reguliere werking 2.2.1 Aantal meldingen In 2014 kwamen er 503 meldingen binnen bij het VK Turnhout, waarbij minimum 720 kinderen betrokken waren. Gemiddeld zijn dat een 42 meldingen per maand. Met meldingen wordt het geheel van de probleemsituaties bedoeld waarvoor het Vertrouwenscentrum in 2014 om advies werd gevraagd of zelf actief was. Na een lichte daling in 2012 hebben we in 2014 opnieuw een stijging van het aantal meldingen. Ondanks het feit dat niet professionele melders sinds 1 maart 2014 worden doorverwezen naar 1712 en dus niet meer in onze registratie zitten, tekenen we hiermee het hoogst aantal meldingen op sinds het ontstaan van onze antennedienst. 14

550 Aantal meldingen 1992-2014 500 476 503 483 450 400 350 391 337 356 360 437 400 420 428 416 406 444 300 288 291 303 250 233 239 258 257 200 193 150 100 114 De cijfers van de Vlaamse Vertrouwenscentra Kindermishandeling vertonen een gelijkaardige evolutie: vanaf 1992 is er een duidelijke stijging van het aantal meldingen Evolutie van het aantal meldingen van 1992 tot 2014 Tijdstip van de melding 98 % van het aantal meldingen gebeurt binnen de kantooruren (in 2013: 97.3%). Via een beurtrolsysteem garandeert het VK een 24-uurs bereikbaarheid van een hulpverlener voor dringend advies. Het VK Antwerpen zet daarvoor het desbetreffende gsm-nummer op het antwoordapparaat. Er bestaat een spanningsveld tussen datgene wat door de persoon die buiten de kantooruren opbelt als een noodzakelijke vraag ervaren wordt en de perceptie van de urgentie van de hulpvrager. Waarschijnlijk heeft dit ook te maken met de visie op bereikbaarheid die onze samenleving heeft (gsm, e-mail, internet, flexibele werktijden, enz.). Uiteraard zijn de mogelijkheden tot hulpverlening buiten de kantooruren beperkt. De meeste meldingen (90.4 %) gebeuren eerst telefonisch. Soms komen mensen ook naar de dienst zelf (1.4%) om een melding te doen of om advies te vragen. We zien dat 5.8 % van de meldingen per e-mail gebeuren. (Deze melders krijgen een mail terug waarbij gevraagd wordt om telefonisch contact op te nemen. Gezien de delicaatheid van de problematiek en de privacy is er voor deze weg gekozen). 2.4% van de meldingen komt toe per brief Per maand worden gemiddeld 41.9 nieuwe situaties aangemeld. 2.2.2 Kinderen betrokken in de meldingen De meldingen hebben betrekking op 720 kinderen en jongeren. Dit wil zeggen dat er in 2014 gemiddeld 2 kinderen per dag gemeld worden, weekends en feestdagen inbegrepen. Het aantal meldingen verschilt van het 15

aantal gemelde kinderen. Het gebeurt dat er binnen eenzelfde cliëntsysteem meerdere kinderen mishandeld worden. Het gebeurt immers dat de melder één kind meldt maar dat ook andere kinderen van het gezin betrokken zijn. Niet alle melders hebben alle kinderen van het gezin in beeld. Aantal gemelde kinderen 1992-2013 900 800 700 600 500 400 300 200 100 295 213 241 128 450 242 447 514 355 505 457 544 528 657 649 737 719 655 710 879 732 720 664 Leeftijd van de gemelde kinderen Meldingen op woonplaats We baseren ons hiervoor op het domicilie van het gemelde kind. Uit de cijfers afleiden dat er in bepaalde gemeenten meer of minder kinderen mishandeld worden is foutief. Het is duidelijk dat gemeenten met een centrumfunctie zoals Geel (n=43), Mol (n=53) en Turnhout (n=108) nog steeds hoog scoren. We zien dat een aantal landelijke gemeenten ook hoog scoren met name in Balen (n=23), Ravels (17), Hoogstraten (n=19) Meldingen worden ook onder Turnhout geregistreerd als we zeker zijn dat kinderen wel in ons in arrondissement wonen, maar we niet precies weten in welke stad of dorp (bv in situaties waarbij melder een situatie volledig anoniem wenst te bespreken. 16

Meldingen van buiten het arrondissement Turnhout houden vaak verband met kinderen die school lopen binnen het arrondissement, maar erbuiten gedomicilieerd zijn of meldingen waarbij de melder in ons arrondissement woont. Aantal 2014 Binnen arrondissement Turnhout 452 Buiten arrondissement Turnhout 51 Onbepaald 0 TOTAAL binnen + buiten arrondissement. 503 Meldingen die bij onze dienst toekomen waarvan de kinderen buiten onze arrondissementsgrenzen wonen worden naar het vertrouwenscentrum van de betreffende regio doorverwezen, gezien deze diensten beter op de hoogte zijn van en samenwerken met lokale diensten en organisaties. 17

2.2.3 Gemelde problematieken Aard van de gemelde problematiek per kind 18

De tabel geeft aan welke problematieken de melders zelf als belangrijkste probleem aanmelden. Het is dus een weergave van wat de melders zelf aankaarten, niet wat de invulling of interpretatie is van de hulpverlener die de melding opneemt, noch de diagnose die eventueel later door ons centrum gesteld wordt. emotionele mishandeling en - verwaarlozing: 34% (N=245) werd in 2014 het vaakst gemeld, gevolgd door Lichamelijke mishandeling en - verwaarlozing: 32.4% (N=233). Met 26% is emotionele mishandeling de meest gemelde problematiek op onze dienst, De categorie kinderen die getuige zijn van geweld wordt internationaal als kindermishandeling beschreven en hoort thuis onder deze noemer emotionele mishandeling. In 2013 waren dat er 70 (+- 10%). Melders geraken meer doordrongen van de impact van het zien van mishandeling op de ontwikkeling van kinderen. Deze problematiek wordt dan ook meer dan vroeger als mishandeling bestempeld. Geïnduceerde aandoening: (vroeger bekend onder de naam Münchausen bij proxy) is het opzettelijk lichamelijk ziek maken van een kind door een ouder. In 2014 werd dit 3 keer gemeld. Seksueel misbruik wordt in 20.1% (N=145) van het aantal meldingen gemeld. Bij minstens de helft daarvan is het kind slachtoffer van incest (misbruik door broers, zussen, ouders of vervangende ouderfiguren). Er werd in 2014 veel vaker dan voordien melding gedaan van situaties van misbruik die buiten het gezin plaats vindt. Grensoverschrijdend gedrag door minderjarige zelf is sinds 2010 een nieuwe categorie. In 2014 werd er in 22 gevallen melding gemaakt van minderjarigen die zelf grensoverschrijdend gedrag stelden. Verder kunnen we stellen dat het VK Turnhout erg weinig meldingen krijgt voor problematieken die niet voor het centrum bestemd zijn. De werking van de Vertrouwenscentra blijkt goed bekend te zijn. De websites zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel. 2.2.4 De melder 3 Aantal % 2014 Niet-professionele melders 215 42.7% Buren, kennissen, familie, ouders, pleger, slachtoffer, 215 Professionele melders 288 57.3% Voorschoolse voorzieningen 3 Instanties i.v.m. school 87 Instanties i.v.m. welzijn 79 Instanties i.v.m. gezondheid 64 Instanties i.v.m. bijzondere jeugdzorg 40 Instanties i.v.m. justitie 15 Aantal % 2014 19

Niet-professionele melders 215 42.7% Slachtoffer 2 Biologische moeder 72 Stiefouder/ partner van ouder 12 Adoptie/pleegouder 1 Biologische vader 33 Ander familielid 22 Ander gezinslid 2 Kennissen/buren 35 Grootouders 26 Andere personen uit primaire omgeving van het slachtoffer of de dader 4 Onbekend 6 Aantal % 2014 Professionele melders 288 57.3% Totaal Voorschoolse voorzieningen 3 1% Totaal Schoolse voorzieningen 87 30.3% School 13 Centrum Leerlingen Begeleiding (CLB) 67 Buitenschoolse voorzieningen 3 Andere schoolse voorzieningen 4 Totaal Welzijnsorganisaties 79 27.4% Centrum Algemeen Welzijnswerk (C.A.W.) 18 Ander Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) 6 Eigen Vertrouwenscentrum Kindermishandeling 2 Buitenlandse dienstverlening 6 Centra voor integrale gezinszorg/vluchtelingen 5 Openbaar Centrum Maatschappelijk Werk (OCMW) 12 Andere algemene sociale dienstverlening (bv. Sociaal Huis) 1 Voorziening voor gehandicapten 10 Jeugd-/Sportvereniging/Andere dienstverlening tav kinderen en jongeren 7 Child focus 1 Integrale jeugdhulpverlening (bv. Crisisnetwerk) 1 Centrum Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) 7 Ander welzijnswerk 3 Totaal Gezondheidszorg 64 22.2% Kind & Gezin 5 Huisarts 16 20

Ziekenhuis (arts en sociale dienst) 12 Centrum Geestelijke Gezondheidszorg 7 Privétherapeut /Psychiater 15 (Kinder-)psychiatrie 5 Thuisverpleging 1 Meldpunt Geweld, Misbruik en Kindermishandeling 1 Ander ziekenhuispersoneel 2 Totaal Instanties i.v.m. bijzondere jeugdzorg 40 13.9% Voorziening voor plaatsing/begeleiding 17 Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJ)/ OCJ 2 Niet-residentiële voorziening voor BJB 21 Totaal Justitiële instanties 15 5.2% Lokale politie/jeugdbrigade 7 Parket 6 Andere Justitiële instantie 2 Uitgelicht: Meldingen vanuit het OCMW 12 Balen 1 Geel 1 Grobbendonk 1 Herenthout 1 Mol 2 Retie 3 Turnhout 2 Vorselaar 1 De grote groep melders vanuit verschillende organisaties is belangrijk. Ondanks het feit dat niet professionele melders zich nu eerst tot 1712 moeten richten, zien we dat toch nog 42.7% van onze meldingen gebeuren door deze groep. Dit geeft aan dat deze mensen niet louter geholpen zijn met een eenmalig advies op 1712, maar dat verdere hulp nodig is. We merken een stijging bij de professionele melders waarvoor we de laatste jaren extra vormings- en opleidingsactiviteiten georganiseerd hebben of waarbij de voorbije jaren inspanningen geleverd zijn om de samenwerking te verbeteren, zoals voorzieningen bijzonder jeugdzorg, OCMW s, Binnen de groep van professionele melders blijken vooral de scholen en het CLB onze grootste toeleiders, gevolgd door welzijnsorganisaties (CAWs, OCMWs, voorzieningen VAPH ) 21

Ook vanuit de medische sector wordt onze dienst opvallend vaker gecontacteerd (huisartsen, psychiatrie, ziekenhuizen). Het CLB blijft traditiegetrouw onze grootste professionele toeleider (67 meldingen). In de groep van de niet-professionele melders zien we dat de biologische moeders het vaakst melden.. Vraag van de melder Onderstaande tabel geeft weer wat de melder bij contactname als vraag formuleert. Door het groot aantal vormingen dat er de voorbije jaren gegeven is om hulpverleners te sensibiliseren, te responsabiliseren en te mobiliseren om zelf al een aantal stappen te zetten alvorens onze dienst te contacteren, melden deze diensten nu vaak pas bij ons op het moment dat zij zelf vastzitten met de situatie waardoor er vaker van het VK verwacht wordt dat ze effectief actief gaan interveniëren. Meer en meer merken we dat de positie of het mandaat dat we hebben om verdere stappen te ondernemen daarbij cruciaal is. Daarnaast wordt ook de deskundigheid van het VK geapprecieerd in vragen over coaching van teams, die te maken hebben gehad met situaties van mishandeling in hun voorziening, nemen toe. 22

2.2.5 Kindermishandeling en echtscheiding 2014 87 17% 132 26% Binnen echtscheidingsproblematiek Niet binnen echtscheidingsproblematiek Onduidelijk 284 57% Het centrum noteert op het meldingsformulier 'echtscheidingsproblematiek' wanneer men bij de melding merkt dat samen met het vermoeden van kindermishandeling, de (v)echtscheidingssituatie zelf ook een rol speelt in de aangemelde problemen. Het gaat hier niet noodzakelijk over recente of actuele echtscheidingssituaties. De psychische impact van een scheiding, zeker voor kinderen, loopt immers niet parallel met de juridische afwikkeling. Kindermishandeling in echtscheidingssituaties is een zeer complexe aangelegenheid. Vaak is het erg belangrijk om in dit verband de verschillende hulpvragen van elkaar te onderscheiden. Het VK overlegt met de betrokken melder en zoekt mee uit met welke vragen hij waar terecht kan. Indien het gaat over juridische vragen (omgangsregeling, onderzoeken voor de rechtbank enz.) verwijzen we door naar de hiervoor bevoegde instanties (advocaten, jeugdbrigade, justitiehuis, procureur enz.). Indien het gaat over kindermishandeling en hulpverleningsmogelijkheden kan er, in overleg met de melder, verdere hulpverlening opgezet worden (al dan niet door het VK Turnhout zelf). Een belangrijke factor in de slaagkans van verdere hulp is de bereidheid van de verschillende partijen om bij deze hulpverlening betrokken te worden. In een scheidingssituatie bevinden de kinderen zich altijd al in een zeer kwetsbare situatie. Vaak worden ze dan ook nog eens ingezet om pijnlijke rekeningen te vereffenen. De machteloosheid van deze situaties zet zich verder in de beperkte hulpverleningsmogelijkheden. Het VK probeert ouders te wijzen op de invloed op de verdere ontwikkeling van hun kinderen in deze lastige fase. 23

2.2.6 Daderschap 2014 [] [] [] [] [] [] Extra-familiale kindermishandeling Geen kindermishandeling [] [] Intra- én extra-familiale KM Intra-familiale kindermishandeling Onbekend (intra- of extrafamiliale KM) [] [] 2.3 Cijfers Gemandateerde voorziening 2.3.1 Inleiding Voor het eerst breiden we ons jaarverslag uit met de cijfers van onze opdracht als Gemandateerde Voorziening. Onderstaande cijfergegevens betreffen de periode van 1 maart 2014 (start decreet IJH) tot en met 31 december 2014. We merken hierbij op dat algemene cijfers, zoals bijvoorbeeld geslacht kinderen, woonplaats, etc werden meegeteld in de algemene cijfergegevens van het totale aantal meldingen van VKT (zie bovenstaand hoofdstuk). In dit hoofdstuk ligt de nadruk op cijfers die relevant zijn om een beeld te geven van onze eerste stappen als Gemandateerde Voorziening. 2.3.2 Aantal meldingen In 2014 ontving VKT als GV tussen maart en december 20 aanmeldingen voor de start van een onderzoek naar maatschappelijke noodzaak, dit betrof in totaal 40 kinderen. De werking startte in maart 2014 en die maand kregen we 4 aanmeldingen. De daaropvolgende maanden waren er geen tot een paar meldingen, met uitzondering van de maanden juni, juli en september die telkens 4 nieuwe aanmeldingen brachten. 24

2.3.3 Melders Melders AANTAL % Parket 8 40 Eigen vertrouwenscentrum 8 40 CIG 2 10 C.L.B. 2 10 20 100 Van de 12 aanmeldingen door externe diensten ontvingen we het merendeel vanuit het Jeugdparket van Turnhout, namelijk 8. Voor het Jeugdparket is het aanmelden van cliënten bij een GV (VK of OCJ) een noodzakelijke tussenstap geworden alvorens ze een jeugdrechter kunnen vorderen. Ze moeten deze laatste mogelijkheid tot vrijwillige hulp geboden hebben, zolang de veiligheid het toelaat. De 4 aanmeldingen binnen IJH waren een CLB en een CIG. 2.3.4 Gevolggeving Wat betreft de 20 aanmeldingen in 2014 was de stand van zaken op 31 december 2014 als volgt: Gevolggeving AANTAL % interveniërend casemanagement 8 40 observerend casemanagement 2 10 verwijzingen naar parket 8 40 Nog in onderzoek 2 10 20 100 Binnen de GV is de gevolggeving van een aanmelding een work in progress, er kunnen zich steeds nieuwe elementen aanbieden die bijvoorbeeld leiden tot de aanpassing van het soort casemanagement. De 8 verwijzingen naar het Openbaar Ministerie hadden uiteenlopende redenen: - geen medewerking van het cliëntsysteem aan het onderzoek, want de cliënten daagden niet op, - in de loop van het onderzoek wanneer bleek dat er onvoldoende medewerking en/of onvoldoende veiligheid was, - of na het triadegesprek wegens onvoldoende medewerking met het voorgestelde hulpplan. Niet alle situaties die we ontvingen van het parket jeugdzaken, gingen terug naar het parket. Dit toont aan dat in sommige situaties het VKT toch nog een mogelijkheid gevonden heeft om binnen de vrijwillige hulpverlening met het gezin aan de slag te gaan. 25

2.4 Cijfergegevens hulplijn 1712 In 2014 werd 1712 Antwerpen 877 keer gecontacteerd, waarvan 91 keer per e-mail. In totaal 60,4 % van de oproepen handelde over kindermishandeling. Vanuit 1712 Antwerpen werd 175 keer naar het VK verwezen. Na kindermishandeling was partnergeweld de meest gemelde vorm van geweld bij 1712 Antwerpen. In totaal waren er in Vlaanderen 4924 oproepen, 1674 meer dan in 2013. Het merendeel van de oproepen waarbij de problematiek gekend is, nl. 56% gaat over kindermishandeling, zowel intrafamiliaal als extrafamiliaal. In de cijfers is duidelijk zichtbaar dat de oproepen stijgen als er iets in de pers komt of bij campagnes. In november 2014 werd bijvoorbeeld een campagne gedaan om erkenning te geven aan volwassenen die als kind slachtoffer waren van mishandeling en misbruik in instellingen. De website (www.1712.be) werd 30.451 keer bekeken. Meer cijfers Een uitgebreide cijferanalyse is terug te vinden in het jaarverslag van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Antwerpen en de jaarlijkse registratiegegevens van Kind en Gezin. Het jaarverslag van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Antwerpen kan u downloaden van onze website www.vkantwerpen.be. 26

3.NETWERKVORMING, SENSIBILISERING EN TEAMWERKING 3.1 Inleiding Kindermishandeling adequaat aanpakken heeft pas kans op slagen als iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt (beleid, hulpverlening, opvoeders, familie enz.). Samenwerking is een noodzaak. Gezinnen waar mishandeling voorkomt, hebben een geschiedenis waarin samen oplossingen zoeken gefaald heeft of onmogelijk blijkt. Isolement, geheimhouding, verborgen letsels, onuitgesproken pijn en verdriet maken deel uit van het dagelijkse leven. Daartegenover plaatst het VK een filosofie van openheid, duidelijkheid, begrenzing en samenwerking. In dat verband wordt er niet alleen beroep gedaan op de gezinsleden maar ook op de bestaande hulpverlening. Op een transparante manier samen omgaan met situaties van kindermishandeling is de beste aanpak om kindermishandeling bespreekbaar te maken en oplossingen voor complexe situaties te vinden. 3.2 Platformwerking Het VK Turnhout is lid van het Overlegplatform Kindermishandeling Mol. Dit overlegplatform verenigt afgevaardigden van diensten die professioneel met kinderen en risicogezinnen in aanraking komen. Het overlegplatform heeft deskundigheidsbevordering als doel en vormt een lokale schakel in de hulpverlening bij kindermishandeling. Situaties van kindermishandeling kunnen er anoniem besproken worden. Meldingen met vermelding van identiteitsgegevens gebeuren bij het VK te Turnhout. Het Overlegplatform Kindermishandeling Mol vindt maandelijks plaats (uitzondering zomermaanden juli en augustus). 3.3 Samenwerkingsakkoorden en convenanten met andere (hulpverlenings)organisaties Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Turnhout is structureel en inhoudelijk intensief verbonden met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Antwerpen. Het VK Turnhout fungeert als antenne van het VK Antwerpen voor het arrondissement Turnhout, de hulpverlening valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de VK Antwerpen vzw. Het VK Turnhout hanteert dezelfde hulpverleningsprincipes en strategieën als het VK Antwerpen, doch aangepast aan het aanbod en de behoeften van het arrondissement Turnhout. Er vindt systematisch overleg plaats tussen beide centra. De teamleden van het VK Turnhout maken deel uit van de multidisciplinaire stuurgroep van het VK Antwerpen en zijn aanwezig op interne studiedagen. Het VK Turnhout sloot formele samenwerkingsverbanden af met: Het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Turnhout Deze samenwerking is sinds de start van het VKT een belangrijke pijler. Er is een structureel gezamenlijk overleg waarop dossiers, aanmeldingen, adviesvragen en knelpunten in de samenwerking besproken worden.. Een van de gevolgen is dat de doorverwijzingen tussen beide diensten lopen hierdoor zo vlot als mogelijk kunnen verlopen. Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) Ook met het OCJ, het vroegere Comité Bijzondere Jeugdzorg gaat geregeld een overleg door om de samenwerking te evalueren en tot betere samenwerkingsafspraken te komen als gemandateerde 27