Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Transcriptie

1 Versie april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

2 Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel van het Bureau Jeugdzorg. Daarvoor waren het zelfstandige organisaties. Het samengaan met het Bureau Jeugdzorg heeft hun taak echter niet noemenswaardig veranderd. Als mensen het vermoeden hebben dat een kind in hun omgeving mishandeld wordt, dan kunnen zij deze zorg melden bij het AMK. Het kan hierbij zowel gaan om een vermoeden van lichamelijke mishandeling (geweld, misbruik), maar ook om geestelijke mishandeling of verwaarlozing. De meeste meldingen worden gedaan door mensen die vanuit hun beroep met een kind te maken hebben, zoals leraren, een arts of een hulpverlener. Iedereen kan echter een dergelijke melding doen. Het AMK heeft een aantal bijzondere bevoegdheden. Zij kunnen onderzoek doen zonder u daarvan meteen op de hoogte te brengen. Tijdens het onderzoek zijn de ouders niet echt 'cliënt', maar betrokkene. Dat betekent natuurlijk wel, dat het AMK u zorgvuldig en correct moet behandelen. Het AMK kan, afhankelijk van hun inschatting over de ernst van de situatie, drie dingen doen met de melding: 1. Advies geven aan de melder over wat verder te doen, of 2. Een onderzoek beginnen, of 3. Onmiddellijk melding doen bij de, of politie/justitie. Als over uw gezinssituatie een vermoeden van kindermishandeling is neergelegd bij het AMK, dan krijgt u alleen rechtstreeks te maken met het AMK (en dus het Bureau Jeugdzorg) als zij een onderzoek beginnen. Wanneer het AMK melding heeft gedaan aan de, dan zal een medewerker van die Raad contact met u opnemen. Het AMK doet alleen een melding bij de Raad of politie/justitie als zij het vermoeden hebben dat er onmiddellijk iets aan de situatie gedaan moet worden. Dit zullen meestal maatregelen zijn die zowel voor u als uw kind heel ingrijpend kunnen zijn, bijvoorbeeld een Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS), waarbij uw kind uit huis kan worden geplaatst. Zie hiervoor verder de route bij VOTS. In deze cliëntroute beschrijven wij de gang van zaken bij een onderzoek door medewerkers van het AMK. Dat onderzoek bestaat meestal uit een aantal gesprekken die een of meerdere medewerkers van het AMK voeren met u. Als uw kind ouder is dan 12, dan zullen ze ook met hem/haar praten. Het kan zijn dat het AMK, voorafgaand aan deze gesprekken, al een vooronderzoek heeft gedaan, zonder u daarvan op de hoogte te brengen. Dat recht hebben zij, al is dat niet onbeperkt. U heeft inzagerecht in het dossier dat het Bureau jeugdzorg over u vastlegt. Het Bureau jeugdzorg kan u weigeren bepaalde stukken te laten inzien, met name wanneer dit de privacy van anderen in gevaar brengt. Zie hierover verder de Algemene Folder, in het hoofdstuk Inzagerecht en privacy. 2

3 Route Onderzoek door het AMK geen 3

4 geen Het AMK heeft signalen van anderen ontvangen die hen de indruk geven dat er in uw gezinssituatie sprake is van kindermishandeling. Misschien is dat zo, misschien ook wel helemaal niet. Het kan ook zijn dat iemand buiten uw directe gezin uw kind mishandelt, zonder dat u dat weet of zonder dat u daar iets tegen kunt doen. Hoe dan ook, het AMK wil onderzoeken wat er nu werkelijk aan de hand is. Het kan zijn dat het AMK al een vooronderzoek heeft uitgevoerd zonder u daarvan op de hoogte te brengen. Zij doen een vooronderzoek als zij vinden dat het in het belang van het kind is om niet meteen contact met u op te nemen. De AMK-medewerker kan op verschillende manieren contact met u opnemen: hij kan u opbellen; hij komt onaangekondigd bij u langs, eventueel samen met degene die de melding heeft gedaan; hij maakt een afspraak met u om bij u langs te komen, eventueel samen met degene die de melding heeft gedaan; hij schrijft u een brief. Het AMK hoeft u niet te vertellen van wie zij de melding hebben ontvangen. Maximaal 4 weken nadat het AMK een vooronderzoek begonnen is, moeten zij contact opnemen met u. In bijzondere gevallen kan deze termijn een aantal maal verlengd worden, met steeds 2 weken. Ook hier spelen weer inschattingen mee over de veiligheid van het kind. Tijdens het vooronderzoek spreekt het AMK alleen met personen die vanuit hun beroep te maken hebben met uw kind of uw gezin, bijvoorbeeld leerkrachten, de huisarts; 4

5 personen van de Gemeentelijke Basis Administratie. Dit doen zij om uw adres en enkele andere gegevens te checken. De Gemeentelijke Basis Administratie ("bevolkingsregister") houdt de adres- en andere gegevens bij van de inwoners van de gemeente. 5

6 , eventueel met uw kind en eventueel met anderen geen Het onderzoek van het AMK bestaat uit een of meerdere gesprekken die een AMKmedewerker voert met u, eventueel met uw kind en eventueel met anderen. Met uw kind wordt in principe enkel gesproken als hij of zij 12 jaar of ouder is. Wanneer het kind jonger is dan 12 jaar, kan het ook in het onderzoek worden betrokken, maar alleen als u en de medewerker van het AMK dat mogelijk en wenselijk vinden. Zie verder hieronder bij rechten plichten. Het AMK kan contact hebben met een kind in de vorm van: observatie van het kind in aanwezigheid van de ouders; een gesprek met het kind in aanwezigheid van de ouders; een gesprek met het kind tijdens het contact met de ouders, waarbij het kind even apart wordt genomen; een gesprek met het kind in aanwezigheid van degene die de melding had gedaan bij het AMK; een gesprek met het kind alleen. 6

7 Voor contacten tussen het AMK en het kind, zonder toestemming van de ouders gelden de volgende regels: Kinderen jonger dan 12 jaar: Het AMK kan alleen gesprekken met het kind voeren zonder de ouders in te schakelen als het kind zelf of via anderen een melding heeft gedaan van kindermishandeling. Als het AMK dat doet, dan moeten zij u binnen twee weken hiervan op de hoogte stellen. In bijzondere gevallen ter wille van de veiligheid van het kind mogen zij ook besluiten hier langer mee te wachten. Het besluit om langer dan twee weken te wachten moet, voorzien van de redenen ervan, opgenomen worden in het dossier. Jongeren van 12 tot 16 jaar Het AMK kan zonder toestemming van de ouders gesprekken voeren met de jongere, als die gesprekken tot doel hebben om de schade bij de jongere te beperken en de jongere aangeeft dat hij de gesprekken zelf wenselijk vindt. Dit kan alleen als de jongere in staat is 'tot een redelijke afweging van zijn belangen terzake', zoals de wet dat stelt. Het AMK kan in dat geval rekening houden met de wil van deze jongere om om geen contact op te nemen met de ouders. Ook hier moet het besluit om gesprekken te voeren zonder de ouders op de hoogte te stellen in het dossier worden opgenomen. Daarbij moet ook duidelijk worden aangegeven waarom dit besluit genomen is. Jongeren van 16 jaar en ouder Het AMK kan altijd gesprekken voeren met een jongere van 16 jaar en ouder. De ouders mogen alleen op de hoogte gebracht worden als de jongere dat goed vindt. Dit geldt ook hier alleen als de jongere in staat is 'tot een redelijke afweging van zijn belangen terzake'. Een onderzoek mag ten hoogste 13 weken duren. De begindatum is het moment waarop het AMK besluit een onderzoek te starten. De einddatum is het moment waarop het eindrapport klaar is. 7

8 Het AMK twijfelt of er sprake is van kindermishandeling geen Het kan zijn dat er aan het eind van het onderzoek nog twijfel is. Het AMK heeft geen duidelijke aanwijzingen kunnen vinden voor kindermishandeling, maar ook blijkt niet duidelijk dat er géén sprake is van kindermishandeling. Tegelijk zijn er geen duidelijke redenen om het onderzoek te verlengen. In dat geval eindigt de bemoeienis van het AMK. Het dossier wordt bij het AMK bewaard totdat het jongste kind uit het gezin meerderjarig jaar is geworden. Dat wordt echter alleen gedaan als het aannemelijk is dat hierdoor kindermishandeling gestopt kan worden. Als dat niet zo is, dan moet het dossier eerder al worden vernietigd. 8

9 geen sprake is van kindermishandeling geen Als het AMK constateert dat er geen sprake is van kindermishandeling in welke vorm dan ook, dan eindigt hiermee de bemoeienis van het AMK. Het AMK mag het dossier bewaren, tenzij u hen vraagt het te vernietigen. Als u niet wilt dat het AMK uw dossier bewaart, dan moet u hen duidelijk laten weten dat u wilt dat uw dossier vernietigd wordt. U kunt dit het best schriftelijk doen. Daarbij kunt u de hulp vragen van een cliëntenondersteuningsorganisatie. 9

10 sprake is van kindermishandeling geen Als het AMK tot de conclusie komt dat er inderdaad sprake is van kindermishandeling, dan nodigen zij u uit voor een gesprek. In dat gesprek geven zij aan wat er gedaan zou kunnen worden om de mishandeling te stoppen. 10

11 over het op gang brengen geen Als het AMK van mening is dat vrijwillige hulp mogelijk is, dan bespreken zij met u waar u hulp zou kunnen krijgen. Dat kan bijvoorbeeld bij het Bureau Jeugdzorg zijn. Over de manier waarop deze hulp werkt, kunt u meer lezen onder "Jeugdhulpverlening". Wanneer u weigert de aangeboden hulp te aanvaarden, dan kan het AMK een melding doen bij de. De Raad kan dan vervolgens aan de kinderrechter vragen dat u gedwongen wordt om hulp te aanvaarden. Zie Onderzoek. 11

12 Het AMK doet een melding bij de geen Als het AMK denkt dat het niet mogelijk is om de problemen aan te pakken met vrijwillige hulp, dan kunnen zij een melding doen bij de Raad voor de Kinderbescherming. 12

13 geen Wanneer het AMK het vermoeden heeft dat er strafbare feiten zijn gepleegd waarvan uw kind mogelijk het slachtoffer is geworden, dan zullen zij de zaak overdragen aan politie en justitie. 13