Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

Transcriptie

1 Omgaan met het dossier Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

2 Recht op dossier Tussen hamer en aambeeld? Doel van papierwinkel? Externe harde schijf hulpverlener Informeren en betrekken minderjarige, ouders, leefomgeving Informeren en betrekken andere hulpverleners verwijzers Verantwoording? Inspectie - subsidiegever

3 Recht op dossier Digitalisering Binnen de voorziening Uitwisseling met Vlaamse overheidsinstanties Vlaams loket jeugdhulp: leeromgevingen vb M-doc - sjablonen OCJ s: observatieovereenkomst, jeugdhulpverleningsplan, evaluatie Informatieveiligheidsconsulent verplicht! Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 betreffende de veiligheidsconsulenten, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer = (egov decreet) Zie nformatieveiligheid

4 Toegang tot het dossier (schema s prof. Johan Put, KU Leuven) uitgebreide versie op nieuws/index.htm DOSSIER TOEGANG INZAGE GEDEELTELIJKE INZAGE, GESPREK of RAPPORTAGE

5 Artikel 77 decreet IJH Toepassing // 22 DRM Iedereen heeft recht op toegang bij TP, GV en sociale dienst. Derden kunnen geg. als vertrouwelijk bestempelen <- > dossierhouder meent dat dit niet opweegt tegen bescherming recht op toegang Inzage binnen 15 dagen (<->) Met bijstand vertrouwenspersoon (ook voor ouders, maar voorwaarde: beroepsgeheim) itt minderjarige: 24 DRM gewijzigd door DIJH: geen BG vooraf nodig voor vertrouwenspersoon (= voordeliger regeling) 23 april

6 DOSSIER Toegang tot het dossier DRM en 77 DIJH TOEGANG DOOR MINDERJARIGE TOEGANG DOOR vertrouwenspersoon agogische exceptie

7 Toegang tot het dossier TOEGANG INZAGE gegevens waarvan inzage privacy van derden zou schenden gegevens waarvan inzage privacy van derden niet schendt contextuele gegevens gegevens die enkel minderjarige betreffen

8 Toegang tot het dossier DOSSIER TOEGANG INZAGE GEDEELTELIJKE INZAGE, GESPREK of RAPPORTAGE

9 Art. 70 decreet IJH Geanonimiseerde of gecodeerde persoonsgegevens aan de Vlaamse overheid te bezorgen, volgens door de Vlaamse regering bepaalde regels. Waarom? Bijsturing, wetenschappelijk onderzoek, ondersteuning individueel traject De verantwoordelijke voor de registratie van deze persoonsgegevens = AJW of Dep WVG. 23 april

10 Art 72 decreet IJH ( 1) Wie mag persoonsgegevens verwerken: - TP GV SD - JHA Volgens de regels van de Vlaamse overheid en met respect voor de wet bescherming persoonsgegevens. ( 2) Elektronisch dossier bij de toegangspoort (Insisto): het traject in de jeugdhulpverlening en de proceslijn van aanmelding tot realisatie. Bevat 1 identificatiegegevens jeugdhulpaanbieder of andere persoon die de minderjarige aanmeldt; 2 identificatiegegevens van de minderjarige, ouders of opvoedingsverantwoordelijken en van andere betrokkenen; 3 gegevens noodzakelijk voor kwaliteitsvolle indicatiestelling; 4 het indicatiestellingsverslag; 5 de jeugdhulpverleningsbeslissing of het jeugdhulpverleningsvoorstel. ( 3) De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens bij de toegangspoort is het hoofd van het agentschap Jongerenwelzijn of het hoofd van het agentschap Kind en Gezin (VK s) ( 4) Dienstenintegrator : 1 het ehealth-platform (algemeen); 2 de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid specifiek voor : a) de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon die jeugdhulpverlening aanbiedt en de minderjarige, zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken; b) de sociale gegevens met betrekking tot de minderjarige, zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijke. Als er een andere dienstenintegrator (ook) bevoegd is, dan werken de dienstenintegratoren samen om de gegevensdeling zo optimaal mogelijk te laten verlopen 23 april

11 Art 73 decreet IJH Gezamenlijk beroepsgeheim: wisselen onderling de persoonsgegevens uit die nuttig zijn Toegangspoort IS intern Toegangspoort JHRegie intern Gemandateerde voorziening intern Sociale dienst intern 23 april

12 Art 74 decreet IJH Gedeeld beroepsgeheim tussen jeugdhulpactoren (buiten eigen team) Voorwaarden:1 de gegevensuitwisseling heeft alleen betrekking op gegevens die noodzakelijk zijn voor de jeugdhulpverlening; 2 de gegevens worden alleen uitgewisseld in het belang van de personen tot wie de jeugdhulpverlening zich richt; 3 de actoren (zie art 72: TP GV SD JHA) proberen, zo veel mogelijk, de instemming met de gegevensuitwisseling te verkrijgen van de persoon op wie de gegevens betrekking hebben. 23 april

13 Art 75 decreet IJH SCHEIDING VRIJWILLIGE en GEDWONGEN HULP Verboden is: Elke vorm van gegevensoverdracht tussen enerzijds de gemandateerde voorzieningen en anderzijds de magistraten, belast met jeugdzaken en de sociale diensten. Het verbod geldt niet als de minderjarige die minstens twaalf jaar is of tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, en zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken op een geïnformeerde en schriftelijke wijze instemmen met de overdracht van gegevens. Het verbod geldt evenmin voor de basisgegevens met betrekking tot : 1 de identificatie van de betrokken partijen; 2 de jeugdhulpverlening die al verleend is aan de minderjarige en, in voorkomend geval, aan zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken. 23 april

14 Art. 76 decreet IJH OCJ en VK kunnen bij verontrusting, aangemeld met een M-document, zonder voorafgaande instemming van de betrokkene persoonsgegevens verwerken, inclusief gevoelige gegevens In het kader van deze opdracht en in het belang van de minderjarige kunnen het OCJ en de VK s persoonsgegevens verwerken zonder dat de betrokken minderjarige, zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. De gegevensverwerking en -uitwisseling 1 is noodzakelijk om een verontrustende situatie te onderzoeken; 2 is beperkt tot die gegevens nodig om een verontrustende situatie te onderzoeken; 3 wordt zo snel mogelijk meegedeeld aan de betrokken minderjarige, zijn ouders en, in voorkomend geval zijn opvoedingsverantwoordelijken, uiterlijk binnen een termijn van dertig werkdagen vanaf het moment dat de gegevens worden verkregen, tenzij dat strijdig is met het belang van de betrokken minderjarige. Iedereen die tot geheimhouding is verplicht, kan in de volgende gevallen aan een gemandateerde voorziening inlichtingen verstrekken zonder instemming van de betrokkene, als dat noodzakelijk kan worden geacht om een verontrustende situatie te onderzoeken : 1 in geval van een verontrustende situatie met een vermoeden van maatschappelijke noodzaak tot jeugdhulpverlening; 2 in het kader van een onderzoek door het OCJ of het VK na aanmelding via M- document. 23 april

15 Wet op de jeugdbescherming Art. 55. Wanneer een zaak als bedoeld in titel II, hoofdstuk III, bij de jeugdrechtbank aanhangig is gemaakt, wordt aan de partijen en aan hun advocaat kennis gegeven van de neerlegging van het dossier ter griffie waar ze er vanaf het ogenblik van de betekening van de dagvaarding inzage kunnen van nemen. De partijen en hun advocaat kunnen eveneens kennis nemen van het dossier wanneer het openbaar ministerie het opleggen van een (voorlopige) maatregel vordert, en gedurende de termijn voor het instellen van hoger beroep tegen de beschikkingen. De stukken die betrekking hebben op de persoonlijkheid van de betrokkene en op het milieu waarin hij leeft, mogen echter noch aan hem noch aan de burgerlijke partij medegedeeld worden. Het volledig dossier, die stukken inbegrepen, moet ter beschikking gesteld worden van de advocaat van de betrokkene wanneer deze laatste partij is in het geding. Art. 54bis. 1. Wanneer een persoon beneden de achttien jaar partij is in het geding en geen advocaat heeft, wordt er hem ambtshalve een toegewezen. Wanneer de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig is (MOF) of (VOS), geeft het openbaar ministerie hiervan onverwijld kennis aan de stafhouder van de orde van advocaten. Dit bericht wordt gelijktijdig verzonden met de vordering, de dagvaarding of de met redenen omklede waarschuwing, al naar gelang het geval. De stafhouder of het bureau voor consultatie en verdediging gaat over tot de toewijzing, uiterlijk binnen twee werkdagen te rekenen van dit bericht. 2. Het openbaar ministerie zendt aan de jeugdrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, afschrift van het bericht van de kennisgeving aan de stafhouder. 3. De stafhouder of het bureau voor consultatie en verdediging ziet erop toe, indien er tegenstrijdige belangen zijn, dat de betrokkene verdedigd wordt door een andere advocaat dan diegene op wie zijn vader en moeder, voogden of personen die hem onder hun bewaring hebben of die bekleed zijn met een vorderingsrecht, beroep gedaan zouden hebben. 23 april