MeanderOmnium Benchmark MOgroep 2014

Vergelijkbare documenten
Definitieve Brief op Maat Basisbenchmark 2012

Brief op Maat. MeanderOmnium Benchmark MOgroep Brief op Maat, Benchmark MOgroep 2012, over 2011 v121002

MeanderOmnium Benchmark Sociaal Werk 2016

Brancherapport MOgroep 2013

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Financiële ratio s met CASH!

Om de financiële situatie van de onderneming te beoordelen en onder controle te houden ook bij tegenslagen zoals bezuinigingen

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage

Jaarrekening BV Zorg Oude IJssel

Samenstellen Stichting His Healing Voice. Verslagperiode 1 januari december 2016

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Benchmark rapportage. Kwartaal

Voorbeeldziekenhuis. Jaarverslagen Analyse

Financieel economisch verslag

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Materiële vaste activa Inventarissen Voorraden

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

financieel management les 2 interactive marketing communications

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Benchmark Kantoorcijfers 2012

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

FORMAT 1. VERSLAG PRESTATIESUBSIDIE PER BOEKJAAR OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN OP PRODUCTEN/PRESTATIENIVEAU

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken Jaarrekening - Overige gegevens

De directie van Stichting Loorbach Foundation. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Ko Makandi p/a Dobbelmannweg KT Nijmegen. Jaarrekening Datum vastgesteld:

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarrekening juni 2014

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarrekening Jaarrekening St. Vrienden van de Kerk Oudendijk Oudendijk. Rapport inzake jaarrekening per 31 december 2013

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Stichting Omroep Landgraaf

Financieel verslag Stichting Wasven Boerderij Eindhoven

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting Roffa Mon Amour Rotterdam RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2015 D.D. 22 SEPTEMBER 2016

Voorbeeld. Financiën van Ondernemingen Jaarcijfers CBS informatie. Pagina 2 Uiteindelijke zeggenschap wereldwijde. Buitenlandse zeggenschappen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarstukken Stichting Koinonia

31 december december 2013

Voorbeeldinstelling Utrecht. Peer rapportage 2014

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Rapportage december (Voorbeeld) Brancherapport Bedrijfsvergelijk - Autobedrijf Fictief - Kosterijland AJ Bunnik. Periode: December, 2013

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

FINANCIEEL VERSLAG 2015 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Klaar om te wenden. Jaarbericht 2013

Materiële vaste activa

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Stichting Roffa Mon Amour Rotterdam RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 D.D. 3 MAART 2015

Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeenteutrecht

Brancherapport Bureaus Jeugdzorg

Jaarstukken Stichting Koinonia

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Balans en resultatenrekening 2013 Impuls

Particuliere en reguliere verpleeghuizen Een vergelijking om van te leren

JAARVERSLAG 2017 STICHTING NIVOZ,

Grip op de kosten van hooggewaardeerde belevingsgerichte zorg

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Wat is gezond?

Financiële verantwoording. Over van. Stichting Impakt. te Utrecht. Inhoud. Balans per 31 december Exploitatierekening over

De directie van Stichting Ko Makandi p/a Dobbelmannweg KT Nijmegen. Jaarrekening Datum: 30 mei 2017

Jaarrekening 2014 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

De directie van Innersound Prins Bernardplantsoen HT Hengelo. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Samenstellingsrapport Stichting Zorgboerderij De Enghoeve

Jaarrekening Stichting behoud kasteel de Keverberg. KvK-nummer

De directie van Stichting Follow Your Sun. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Stichting Tassenmuseum 'Hendrikje'

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Vaste activa Materiële vaste activa

Stichting Kringloopcentrum Spullenhulp, SOEST inzake de jaarrekening 2011

Jaarrekening april 2015

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

JAARVERSLAG EV HAARLEM. Haarlem, 7 april STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Transcriptie:

Benchmark MOgroep 2014 Definitieve Brief op Maat over 6 oktober 2014 Lidnummer MOgroep: ZEI010 ZEIST

Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Doorkijkje 4 2. Typering 2.1 Grootte van de organisatie 2.2 Verdeling zakelijk belang activiteiten 2.3 Verdeling zakelijk belang welzijnsdoelen 3. Interne organisatie 3.1 Flexibiliteit 3.2 Overhead 3.3 Ziekteverzuim 3.4 Vrijwilligers 4. Financieel 4.1 Verdeling opbrengsten 4.2 Verdeling kosten 4.3 Resultaatratio 4.4 Overhead financieel 4.5 Totale bedrijfsopbrengst per fte 4.6 Kredietwaardigheid 4.7 Solvabiliteit balans 4.8 Continuïteit op langere termijn 4.9 Tarieven 4.10 Uren per werksoort 5 5 5 6 7 7 8 8 9 11 11 12 13 13 14 15 16 17 18 Bijlage: gegevens in tabelvorm 20 Bijlage: lijst van afkortingen 24 Pagina 2 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Inleiding Waarom een brief op Maat Deze Brief op Maat kunt u gebruiken voor eigen interne rapportage of overleggen, voor rapportage aan uw Raad van Toezicht of bestuur of voor overleg met uw opdrachtgever. Omdat het een wordbestand is kunt u opmerkingen toevoegen, alinea's (zoals deze) of pagina's verwijderen, naar gelang het doel van uw rapportage. Wat staat er in een Brief op Maat In de Brief op Maat over worden de gegevens van uw organisatie vergeleken met het landelijke gemiddelde van de welzijnsorganisaties, die de Basisbenchmark MOgroep over hebben ingeleverd en een vergelijkingsgroep bestaande uit een selectie van organisaties die: - eenzelfde typering van hoofdactiviteit hebben; - qua omvang niet al te veel verschillen van uw organisatie. De volgende hoofdactiviteiten worden onderscheiden: - Lokaal welzijnswerk - breed; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Welzijnswerk Ouderen; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk en Kinderopvang; - Maatschappelijke Dienstverlening; - Maatschappelijke Opvang; - Andere terreinen W&MD uitvoerend; - Andere terreinen W&MD steun/kennis. De volgende grootteklassen worden onderscheiden: - Zeer klein (minder dan 10 fte); - Klein (10 tot 35 fte); - Middelgroot (35 tot 100 fte); - Groot (meer dan 100 fte). Welke vergelijkingsgroepen zijn er gebruikt Uw organisatie wordt in getypeerd als Lokaal - breed en valt in in de grootteklasse Middel groot. De vergelijkingsgroep in dit rapport bestaat uit alle organisaties waarbij: Type welzijnsorganisatie: Lokaal - breed Organisatiegrootte: Middel groot De benchmark bevat 362 organisaties die gegevens over hebben aangeleverd. In de vergelijkingsgroep vallen 30 organisaties die gegevens over hebben aangeleverd. Deze vergelijkingsgroep kunt u zelf aanpassen door bij de filters andere keuzes te maken. U kunt dan vergelijken met organisaties van een andere grootteklasse, typering of provincie. Indien de vergelijkingsgroep te klein wordt, kunnen bij bepaalde onderwerpen alleen cijfers staan van de eigen organisatie en het landelijk gemiddelde. Een gemiddelde wordt alleen getoond als dit is gebaseerd op minimaal 5 organisaties. Let op: het kan zijn dat bepaalde data in grafieken niet wordt weergegeven of dat cellen in tabellen niet gevuld zijn. Dit heeft ermee te maken dat de data niet door u is ingevuld of ingevuld hoefde te worden of de rubriek is nieuw in de vragenlijst van. Mocht u toch van mening zijn dat u de betreffende data wel heeft aangeleverd maar dat deze desondanks niet wordt getoond, neem dan contact op met info@benchmark-mogroep.nl. Pagina 3 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

1. Doorkijkje Om u alvast een idee te geven hieronder een aantal belangrijke indicatoren op een rijtje. Bij de vergelijkingen is een + hoger en een - lager dan de vergelijkingsgroep of het landelijk benchmark gemiddelde. Indicator t.o.v. vergelijkingsgroep t.o.v. landelijk Flexibiliteit 23,2 % -6,6 % 0,3 % % overhead (fte) 20,5 % -1,1 % -3,9 % % overhead (euro) 36,7 % 0,9 % -2,8 % %ziekteverzuim 4,6 % -1,0 % -0,7 % Resultaatratio -6,0 % -5 % -6 % Kredietwaardigheid 1,2-0,4-1,1 Solvabiliteit 0,5 0,1 0,1 Continuïteit 0,25 0,09 0,03 Pagina 4 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

2. Typering 2.1 Grootte van de organisatie De grootte van de organisatie is bepaald op basis van het aantal fte dat werkzaam is in de organisatie. - Uw organisatie behoort met 62,0 fte tot de middelgrote organisaties van 35 tot 100 fte. - In 2012 telde uw organisatie 62,6 fte. 2.2 Verdeling zakelijk belang activiteiten In bovenstaande figuur ziet u in welke mate de verschillende uitgevoerde activiteiten bijdragen aan de bedrijfsopbrengsten, van uw organisatie, gemiddeld in uw vergelijkingsgroep en gemiddeld bij alle organisaties. Op basis van de activiteiten die uw organisatie uitvoert en het aandeel van elke activiteit in de totale bedrijfsopbrengsten worden de organisaties getypeerd. - Uw organisatie wordt getypeerd als voornamelijk werkzaam in Lokaal - breed. Pagina 5 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

2.3 Verdeling zakelijk belang welzijnsdoelen In bovenstaande figuur ziet u hoe de productiekosten worden verdeeld over de verschillende welzijnsdoelen, door uw organisatie, gemiddeld in uw vergelijkingsgroep en gemiddeld bij alle organisaties. Dit biedt u aanvullend inzicht in de groep van welzijnsorganisaties waarmee u in de benchmark wordt vergeleken. Pagina 6 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

3 Interne organisatie 3.1 Flexibiliteit De flexibiliteit van een organisatie wordt bepaald door de verhouding tussen vast personeel en totale formatie. - Dit is voor uw organisatie 23,2 %. - De onderneming zit in een verbeterzone. De flexibiliteit om in te kunnen spelen op vermindering van inkomsten kan beter. - In 2012 was de flexibiliteit van uw organisatie 15,3 %. Toelichting Een wisselende inkomstenstroom vraagt meer flexibiliteit. Ondernemingen in W&MD hebben vaak (deels) te maken met incidentele subsidies en financiële bijdragen. Die kunnen wegvallen. Ook kunnen zij gunningen of opdrachten mislopen. Als de formatie volledig uit vaste krachten bestaat, loopt de onderneming risico. De vaste kosten voor de formatie worden dan niet meer (volledig) gedekt. Met een deel tijdelijke formatie kan een onderneming beter inspelen op veranderingen in geldstromen. Ze is dan flexibeler. Hoe groot het deel vaste en tijdelijke formatie moet zijn, hangt af van de omvang van de structurele inkomsten en van de omvang van het eigen vermogen. Als deze groot zijn, kan het deel vaste formatie groter zijn. Als ze klein zijn, is een kleiner deel vaste formatie raadzaam. Formule: flexibiliteit = 100% - (vaste formatie / totale formatie x 100%) - uitkomst 0-10%. De onderneming heeft een te groot deel vaste formatie. Ze loopt op langere termijn financieel risico. Ze is onvoldoende flexibel om in te kunnen spelen op vermindering van inkomsten. Eventueel eigen vermogen wordt opgemaakt aan kosten voor het vaste personeel. - uitkomst 10-25%. De onderneming zit in een verbeterzone. - uitkomst > 25%. De onderneming is voldoende flexibel. Ze kan veranderingen in inkomsten aan. Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012, (definitie verbeterd). Pagina 7 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

3.2 Overhead De overhead van een organisatie wordt gemeten in het percentage overheadfuncties ten opzichte van het totale personeel. - Dit is in uw organisatie 20,5 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 4 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg de overhead van uw organisatie 19,5 %. Toelichting De overhead is het aantal fte ondersteunend plus het aantal fte management als percentage van het totaal aantal fte werkzaam 3.3 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim van personeel in loondienst binnen uw organisatie is 4,6 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 1 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was het ziekteverzuim in uw organisatie 3,9 %. Pagina 8 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Toelichting Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor, waarna zij worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%. (Bron Vernet). 3.4 Vrijwilligers Het aandeel vrijwilligers uren t.o.v. betaalde uren in uw organisatie is 93 %. - Dat is 16 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 19 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was het aandeel vrijwilligers uren t.o.v. betaalde uren in uw organisatie 48 %. Toelichting Het aantal door vrijwilligers geleverde uren, gedeeld door 1400, als percentage van het aantal feitelijk werkzame personen in fte. Pagina 9 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

De gemiddeld bestede tijd per vrijwilliger op jaarbasis in uw organisatie is 167 uur. - Dat is 53 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 35 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Toelichting Het geschatte aantal uren op jaarbasis dat door vrijwilligers is geleverd gedeeld door het toaal aantal vrijwilligers binnen uw organisatie. Pagina 10 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

4 Financieel 4.1 Verdeling opbrengsten Het aandeel overheidssubsidies in de opbrengsten van uw organisatie is 83,8 %. - Dat is 4 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 11 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg hetaandeel overheidssubsidies 83,7 %. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten in de opbrengsten van uw organisatie is 16,2 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 7 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten 16,3 %. Toelichting Het aandeel overheidssubsidies wordt berekend als de ontvangen overheidssubsidie als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten wordt berekend op basis van de gefactureerde omzet. Dat is het totaal bedrag (exclusief BTW, indien BTW-plichtig) van alle door uw organisatie aan cliënten in rekening gebrachte diensten, exclusief subsidiebijdragen als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Pagina 11 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

4.2 Verdeling kosten Het aandeel personeelskosten in de totale kosten van uw organisatie is 66,4 %. - Dat is 2 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel personeelskosten 66,6 %. Het aandeel huisvestingskosten in de totale kosten van uw organisatie is 12,2 %. - Dat is 2 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 1 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel huisvestingskosten 11,3 %. Het aandeel directe activiteitenkosten in de totale kosten van uw organisatie is 13,9 %. - Dat is 2 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel directe activiteitenkosten 14,1 %. Toelichting Het aandeel personeelskosten is de personeelskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel huisvestingskosten is de huisvestingskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel activiteitenkosten is de activiteitenkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Pagina 12 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

4.3 Resultaatratio Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten (resultaatratio) is voor uw organisatie -6,0 %. - Dat is 5 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 6 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was de resultaatratio voor uw organisatie 0,3 %. Toelichting Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten. 4.4 Overhead financieel De overheadkosten van uw organisatie zijn 36,7 %. - Dat is 1 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 waren de overheadkosten van uw organisatie 36,5 %. Pagina 13 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Toelichting De overheadkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. De overheadkosten worden berekend door de kosten voor het directe personeel en de activiteitenkosten af te trekken van de totale bedrijfskosten. 4.5 Totale bedrijfsopbrengst per fte De totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie is 78.027 Euro. - Dat is 13 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 12 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was de totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie 81.538 Euro. Toelichting De totale bedrijfsopbrengst gedeeld door het totaal aantal werkzame personen in fte. Dit geeft een beeld van de interne efficiency van uw organisatie. 4.6 Kredietwaardigheid Pagina 14 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

De liquiditeit van uw organisatie wordt bepaald door de current ratio. Dat is de verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden. Vlottende activa zijn liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden. De current ratio van uw organisatie is 1,2 Toelichting Liquiditeit is de mate waarin de onderneming in staat is op tijd te voldoen aan de kortlopende financiële verplichtingen. De liquiditeit kan worden berekend met behulp van de current ratio. Deze geeft aan in welke mate uit de vlottende activa (liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden) aan de vlottende schulden (kortlopende schulden) kan worden voldaan. Vlottende activa (voor zover niet al in geld aanwezig) kunnen geld worden. Door voorraden te verkopen en vorderingen/debiteuren te innen. Vlottende schulden op korte termijn, kosten geld: ze moeten worden betaald. Als tegenover de kortlopende schulden voldoende vlottende activa aanwezig zijn, is de liquiditeit in orde. De wijze van financiering beïnvloedt de liquiditeit. Honderd procent bevoorschotting is positief voor de liquiditeit. Er is geld in kas. (Gedeeltelijke) achterafbetaling is negatief voor de liquiditeit. Geld is nog niet aanwezig. De onderneming loopt financieel risico. Formule: current ratio = vlottende activa / kortlopende schulden - uitkomst < 1,2. De onderneming loopt financieel risico. De liquiditeit is te laag. Dit kan tot betalingsproblemen leiden en zelfs, als er geen maatregelen worden genomen, tot faillissement. Maatregelen kunnen zijn: eerder factureren, tijdelijk een langere betaaltermijn hanteren of lang vreemd vermogen aantrekken. - uitkomst tussen 1,2-1,5 of >2,0. De onderneming zit in een tussenzone. Ze kan afglijden naar de gevarenzone. Ingrijpen is noodzakelijk om voldoende liquide te worden. Een te hoge liquiditeit (>2,0) is ook niet goed. Daarmee worden (rente)opbrengsten gemist. - uitkomst tussen 1,5 en 2,0. De onderneming is voldoende liquide. Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012 4.7 Solvabiliteit balans De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen bedraagt voor uw organisatie 0,5 - In 2012 was dat 0,5 Pagina 15 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Toelichting De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen geeft inzicht in de mate waarin een onderneming in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen is daarbij gedefinieerd als het besteedbaar plus het vastgelegd vermogen. Het totaalvermogen is het balanstotaal. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa, ligt de minimumnorm van deze indicator voor welzijnsondernemingen tussen de 0,2 en 0,4. 4.8 Continuïteit op langere termijn De continuïteit op langere termijn voor uw organisatie bedraagt 0,25 - In 2012 was dat 0,29 - Uw onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Toelichting Bij de continuïteit op langere termijn speelt het eigen vermogen een grote rol. Deze indicator geeft aan in welke mate de lasten in een jaar opgevangen kunnen worden door het eigen vermogen. Als het eigen vermogen relatief laag is in vergelijking met de totale lasten, dan loopt de onderneming risico. Tegenvallende inkomsten kunnen niet worden opgevangen. De lasten blijven. Mogelijk kan personeel niet worden betaald. Immers een belangrijk deel van de lasten zijn personeelskosten. Met voldoende vermogen kan de onderneming de betalingen aan personeel bij tegenvallende inkomsten voor een tijd continueren. Formule: continuïteit op langere termijn = eigen vermogen / totale lasten - uitkomst < 0,15. De onderneming loopt risico. Er is niet genoeg eigen vermogen om eventuele tegenvallende baten op te vangen. De groene zone is niet te bereiken in 1 jaar, want de opbouw van vermogen vindt plaats door een aantal jaren exploitatieoverschotten. Liquiditeitsbewaking is van belang. Een plan is nodig waarin streefwaarden voor de indicator worden vastgelegd en tijdstippen waarop die, via (jaarlijkse) exploitatieoverschotten, bereikt moeten zijn. - uitkomst tussen 0,15 en 0,20. De onderneming zit in een tussenzone. Verbeteren is noodzakelijk en op korte termijn mogelijk door generen van (jaarlijkse) exploitatieoverschotten en die toe te voegen aan het eigen vermogen. - uitkomst > 0,20. De onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Het vermogen kan worden aangetast door bezuinigingen van de gemeente/financier. Een ondernemer moet daarop anticiperen. (Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012). Pagina 16 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

4.9 Tarieven Voor de meeste werksoorten is gevraagd om het gemiddeld uurtarief van de medewerkers zoals dat aan de opdrachtgever in rekening werd gebracht. Het tarief wordt uitgedrukt in euro's per productief uur in het primaire proces, inclusief de opslag voor huisvesting, overhead, werkgeverslasten, winst, risicovoorzieningen, gebaseerd op productieve uren per fte direct personeel, maar exclusief de kosten voor activiteiten. Pagina 17 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

4.10 Uren per werksoort Per werksoort is gevraagd om de vaste rekenfactor die men hanteerde voor de gemiddelde productiviteit per fte in uren op jaarbasis. Dat is het aantal beschikbare uren per fte per jaar (1872) min verlof, extra verlof, seniorenverlof, overig afwezig, ziekte, opleidingen, persoonlijke verzorging én werkoverleg. Pagina 18 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Pagina 19 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Bijlage: Gegevens in tabelvorm De vergelijkingsgroep in dit rapport is gedefinieerd als alle organisaties waarbij: Type welzijnsorganisatie: Lokaal - breed Organisatiegrootte: Middel groot Typering Grootte van de organisatie Totaal aantal werkzame personen (fte) 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk 62,6 fte 62,0 fte 58,2 53,6 Organisatiegrootte Middel groot Middel groot Zeer klein: 0% Klein: 0% Middel groot: 100% Groot: 0% Zeer klein: 29% Klein: 37% Middel groot: 19% Groot: 15% Verdeling zakelijk belang van activiteiten Peuterspeelzaalwerk (PSZ) 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk 14 % 13 % 6 18 Welzijn Ouderen (WO) 18 % 15 % 14 13 Lokaal Welzijnswerk (LW) en Sociaal Cultureel Werk (SCW) 62 % 63 % 46 24 Kinderopvang (KO) 0 % 0 % 4 5 Maatschappelijke Dienstverlening (MD) Maatschappelijke opvang (MO) 4 % 6 % 23 23 0 % 0 % 0 8 Overige activiteiten 2 % 3 % 6 9 Totaal zakelijk belang van activiteiten 100 100 100 100 Verdeling zakelijk belang van welzijnsdoelen 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk Aandeel van de productie tbv Zelfredzaamheid/eigen kracht 29 35 Aandeel van de productie tbv Participatie 19 27 Aandeel van de productie tbv Gezond leven 3 4 Aandeel van de productie tbv Zorgen voor elkaar 11 11 Aandeel van de productie tbv Leefbaarheid en veiligheid 24 19 Pagina 20 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Interne organisatie 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk Flexibiliteit 15,3 % 23,2 % 29,8 22,9 % Overhead personeel Percentage ziekteverzuim van personeel in loondienst % geschatte vrijwilligerscapaciteit Gemiddeld aantal uren inzet per vrijwilliger op jaarbasis Financieel Ratio's % gefactureerde omzet tov totale bedrijfsopbrengst % overheidssubsidie tov totale bedrijfsopbrengst % overige opbrengsten tov totale bedrijfsopbrengst % personeelskosten tov totale bedrijfskosten % huisvestingskosten tov totale bedrijfskosten % activiteitenkosten tov totale bedrijfskosten % Organisatiekosten tov totale bedrijfskosten % Afschrijvingskosten tov totale bedrijfskosten Bedrijfsresultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 2012 19,5 % 20,5 % 21,6 24,4 3,9 % 4,6 % 5,6 5,3 48 % 93 % 77 112 90 uur 167 uur 109 123 Vergelijkingsgroep Landelijk 16,3 % 16,2 % 17,4 22,8 83,7 % 83,8 % 80,3 73,0 0,0 % 0,0 % 2,4 4,2 66,6 % 66,4 % 68,8 69,5 11,3 % 12,2 % 10,4 10,9 14,1 % 13,9 % 11,6 10,5 7,1 % 6,6 % 8,7 8,6 2,8 % 3,1 % 2,1 1,7 0,3 % -6,0 % -0,8-0,4 % Overhead financieel 36,5 % 36,7 % 35,8 39,5 Totale bedrijfsopbrengst per FTE 81.538 Euro 78.027 Euro 89.648 88.780 Liquiditeit current ratio 1,2 1,2 1,6 2,3 Solvabiliteit (balans) 0,5 0,5 0,4 0,4 Solvabiliteit, continuïteit langere termijn 0,29 0,25 0,2 0,2 Pagina 21 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Tarieven medewerkers 2012 Peuterspeelzaalwerk (PSZ) Welzijnswerk ouderen (WO) Lokaal welzijn kinderen (12-) Lokaal welzijn jongeren (12+) Vergelijkingsgroep Landelijk 46,00 Euro 46,00 Euro 41,21 40,09 69,00 Euro 69,00 Euro 70,81 67,86 69,00 Euro 69,00 Euro 68,85 67,00 69,00 Euro 69,00 Euro 70,42 68,95 Lokaal welzijn overig 69,00 Euro 69,00 Euro 71,76 69,27 Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadslieden werk (SRW) Ouderenadviseurswerk (OAW) Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) Maatschappelijke opvang (MO) Niet voldoende data 75,01 72,43 Niet voldoende data 74,74 73,23 69,00 Euro 69,00 Euro 72,27 70,10 69,00 Euro 69,00 Euro 72,91 71,03 69,00 Euro 69,00 Euro 68,96 71,71 Niet voldoende data 68,86 Overige activiteiten 69,00 Euro 69,00 Euro 70,54 75,04 Beheer accommodaties 46,00 Euro 46,00 Euro 49,12 54,68 Uurtarieven per plaats Peuterspeelzaalwerk (PSZ) 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk 2,00 Euro 3,00 Euro Niet voldoende data 4,45 Kinderdagopvang (DO) Niet voldoende data 6,72 Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Gastouderopvang kinderen (GO) Niet voldoende data 6,52 Niet voldoende data 5,77 Pagina 22 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Normuren Peuterspeelzaalwerk (PSZ) Welzijnswerk ouderen (WO) Lokaal welzijn kinderen (12-) Lokaal welzijn jongeren (12+) 2012 Vergelijkingsgroep Landelijk 1.300 uur 1.300 uur 1.360 1.429 1.200 uur 1.250 uur 1.317 1.356 1.200 uur 1.250 uur 1.316 1.352 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.340 Lokaal welzijn overig 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.349 Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadsliedenwerk (SRW) Ouderenadviseurs werk (OAW) Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) Maatschappelijke opvang (MO) Niet voldoende data 1.307 1.327 Niet voldoende data 1.308 1.304 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.348 1.200 uur 1.250 uur 1.338 1.353 1.200 uur 1.250 uur 1.304 1.309 Niet voldoende data 1.382 Kinderdagopvang (DO) Niet voldoende data 1.519 Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Gastouderopvang kinderen (GO) Niet voldoende data 1.515 Niet voldoende data Niet voldoende data Overige activiteiten 1.200 uur 1.250 uur 1.310 1.343 Beheer accommodaties 1.300 uur 1.300 uur 1.354 1.383 Pagina 23 / 24 - Brief op Maat MOgroep -

Bijlage: Lijst van afkortingen AMW BSO/NSO DO fte GO LW overig Algemeen Maatschappelijk Werk Buitenschoolse/Naschoolse Opvang Kinderdagopvang full time equivalent Gastouder Opvang Lokaal Welzijnswerk overig LW12- Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen tot 12 jaar LW12+ Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen van 12 jaar en ouder MD steun advies MO MW OAW Overige MaDi PSZ SRW W&MD WO Maatschappelijke Dienstverlening steun- en adviespunten Maatschappelijke Opvang Maatschappelijk Werk Ouderen Adviseurswerk Overige Maatschappelijke Dienstverlening Peuterspeelzaalwerk Sociaal Raadsliedenwerk Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Welzijnswerk Ouderen Pagina 24 / 24 - Brief op Maat MOgroep -