Verbreed Gemeentelijk

Vergelijkbare documenten
Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

De Veranderende Zorgplicht

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Gezien het voorstel van het college, nr d.d.1 december 2015;

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

TOETSING VERBREED GRP

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding

Verordening afvoer hemelwater en grondwater

SONENBREUGEL GEMEENTE

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Verordening afvoer hemelwater en grondwater gemeente Leeuwarden 2014

4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater.

Gelet op artikel 10.32a Wet Milieubeheer en artikel 154 van de Gemeentewet;

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Hoogeveen

Verordening hemelwater en grondwater s-hertogenbosch 2017

CVDR. Nr. CVDR305377_1

: Watertoets Den Omgang

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Plicht tot afkoppelen

Toelichting rioolaansluit- en afkoppelverordening gemeente Oldebroek

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Afkoppelen van bestaande bebouwing

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Infoblad Bouwbesluit 2012

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014;

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaande conceptverordening en begrotingswijziging vast te stellen.

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Verordening hemelwater en grondwater 's- Hertogenbosch 2017

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Wetstechnische informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

Veelgestelde vragen over afkoppelen

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Gemeente Heusden - Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

Wetstechnische informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Nieuwe riolering in uw straat

Verordening afvoer hemelwater en grondwater

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

Basisopleiding Riolering Module 1

Verordening afvoer hemelwater en grondwater

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Wetstechnische informatie

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Aansluitverordening Riolering gemeente Westerwolde

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Water- en Rioleringsplan

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Beter omgaan met hemelwater

Transcriptie:

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2017

BIJLAGE 1 FUNCTIONELE EISEN, MAATSTAVEN EN MEETMETHODEN

Doel 1: doelmatige inzameling van stedelijk afvalwater Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 1.1 Alle percelen binnen de gemeentegrenzen waar stedelijk afvalwater vrijkomt moeten op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten, uitgezonderd situaties waar individuele behandeling doelmatiger is. Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij individuele behandeling doelmatiger is. 1.2 Afvalwater moet de juiste samenstelling hebben. Er mogen geen lozingen op de riolering plaatsvinden die negatieve gevolgen hebben voor de werking. 1.3 Inzameling van stedelijk afvalwater via de perceelsaansluiting moet gewaarborgd zijn. Geen overtreding van de lozingsvoorwaarden conform de Wet milieubeheer. Verstopping van een huisaansluitleiding op gemeentelijk terrein moet binnen 24 uur verholpen zijn of er moeten noodvoorzieningen zijn getroffen. Verstopping van een huisaansluiting op privéterrein valt onder verantwoordelijkheid van de eigenaar. Registratie van percelen die nog niet zijn aangesloten op de riolering en geen eigen zuivering hebben. Controle, handhaving en registratie. Waarnemingen en klachtenregistratie. Doel 2: doelmatige inzameling van (overtollig) hemelwater Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 2.1 Een adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. 2.2 Het ingezamelde hemelwater moet zo veel mogelijk gescheiden worden gehouden van vuilwater, mits dit efficiënt en doelmatig is. Bij verbouwing van bestaande woningen/gebouwen worden hemelwater en vuilwater gescheiden aangeboden. Bij nieuwbouw van woningen/gebouwen wordt hemelwater en vuilwater gescheiden aangeboden. Wanneer het perceel van een particulier grenst aan oppervlaktewater, dan voorziet de particulier zelf in afvoer naar het oppervlaktewater. Bij vervanging van riolering, wegreconstructies, herstructurering en nieuwbouw wordt bekeken of het efficiënt en doelmatig is om het hemelwater te scheiden van het vuilwater (afkoppelen). Controle, registratie en handhaving bevoegd gezag. Controle op geografische gegevens en GBKN. Basisrioleringsplan. Ontwerp stedelijke ontwikkeling.

2.3 De inzameling van hemelwater via kolken moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Plasvorming bij kolken moet beperkt zijn, en moet na afloop van de regenbui snel weg zijn. Waarneming en klachtenregistratie. Doel 3: doelmatige inzameling van (overtollig) grondwater Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 3.1 Een adequate inzameling van grondwater, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. 3.2 Het ingezamelde grondwater (drainagewater) moet zo veel mogelijk gescheiden worden gehouden van vuilwater, mits dit efficiënt en doelmatig is. Percelen waarvan de eigenaar zich wil ontdoen van overtollig grondwater zijn aangesloten op een inzamelsysteem voor hemelwater of afvalwater. Wanneer een perceel grenst aan oppervlaktewater en directe lozing geoorloofd is, dan voorziet de perceelseigenaar zelf in de afvoer van het grondwater naar het oppervlaktewater. Bij vervanging van riolering, wegreconstructies, herstructurering en nieuwbouw wordt bekeken of het efficiënt en doelmatig is om het drainagewater te scheiden van het vuilwater. Doel 4: doelmatig transport van het ingezamelde afvalwater naar een geschikt lozingspunt Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 4.1 De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om zowel bij droog weer als bij hevige neerslag het aanbod te kunnen verwerken, uitgezonderd in bijzondere omstandigheden. 4.2 Het rioolstelsel en de bijbehorende voorzieningen moeten in goede staat zijn. 4.3 De afstroming moet gewaarborgd zijn en de vervuilingstoestand moet acceptabel zijn. 4.4 De bedrijfszekerheid van de hoofdgemalen moet gewaarborgd zijn. Capaciteit is berekend op geen wateroverlast bij ontwerpbui 8 van de Leidraad Riolering (standaardbui die zich 1 keer per 2 jaar voordoet). Hinder is geaccepteerd. Water op straat mag voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit en waterdichtheid mogen niet voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen beperkt voorkomen. Gemalen moeten aangesloten zijn op het telemetriesysteem. Controle, registratie en handhaving bevoegd gezag. Controle op geografische gegevens en GBKN. Basisrioleringsplan. Ontwerp stedelijke ontwikkeling. Hydraulische ontwerpberekeningen basisrioleringsplan bui 8. Waarneming. Klachtenregistratie. Periodieke inspectie. Periodieke inspectie. Registreren van de werking van gemalen via een

4.5 Het ingezamelde afvalwater moet zonder overmatige aanrotting de rioolwaterzuiver bereiken. Een piket storingsdienst is 7 dagen per week 24 uur per dag beschikbaar. Storingen moeten binnen 24 uur opgelost zijn of er moeten noodmaatregelen getroffen worden. Het maximale aantal storingen per gemaal is 2 keer per jaar. De verblijftijd in het riool bedraagt maximaal 24 uur. telemetriesysteem. Halfjaarlijkse inspectie en reiniging van gemalen. Jaarlijkse onderhoudsinspectie van gemalen. Storingsregistratie. Hydraulische ontwerpberekening. Basisrioleringsplan. Doel 5: voorkomen van overlast voor milieu en leefomgeving Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 5.1 De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater De vuiluitworp moet voldoen aan de door de Emissieberekeningen conform moet beperkt zijn. waterbeheerder gestelde eisen. Rioned Leidraad module C2100 neerslagreeks van ten minste 10 jaar (eenduidige basisinspanning). Meten overstortingen. 5.2 Uittreden van rioolwater naar bodem en grondwater Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid mogen niet Periodieke inspectie. moet beperkt zijn. voorkomen. 5.2 De riolering moet zodanig ont- en belucht worden dat Geen overlast door stank. Registratie van klachten en meldingen overlast door stank wordt voorkomen. 5.4 Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering moet beperkt zijn. 5.5 Er moet gebruik gemaakt worden van materialen die de waterkwaliteit niet negatief beïnvloeden. Afstemmen van werkzaamheden met interne en externe partijen. Bereikbaarheid zo veel mogelijk handhaven. Indien mogelijk, effectief en efficiënt sleufloze technieken toepassen (relining). Toepassing van materialen in goten, afvoerleidingen en dakbedekkingen die niet uitlogen. 5.6 Snelle afhandeling van storingen en klachten. Storingen worden snel gemeld aan de storingsdienst via het telemetriesysteem. Een piket storingsdienst is 7 dagen per week over stank. Procedure voor afstemming. Waarnemingen en klachten. Bouwvergunning, bouwverordening en bouwstoffenbesluit. Registreren van de werking van gemalen via een telemetriesysteem.

24 uur per dag beschikbaar voor storingen en klachten. Storingen moeten binnen 24 uur opgelost zijn of er moeten noodmaatregelen getroffen worden. Storingsregistratie. Klachtenregistratie. Doel 6: efficiënt rioleringsbeheer Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 6.1 Het rioleringsbeheer moet afgestemd worden op andere gemeentelijke taken. 6.2 Gebruikers van de riolering moeten bekend zijn bij de gemeente en ongewenste lozingen moeten voorkomen worden. 6.3 Er moet inzicht zijn in de toestand en het functioneren van de riolering. Op operationeel niveau moeten jaarprogramma s uitgewerkt worden voor infrastructurele werken. Er moet afstemming plaats vinden met werken in de openbare ruimte (wegen, groen, kunstwerken, herstructurering, etc). Geen regenwaterlozingen op drukriolering. Geen lozing van drainagewater en oppervlaktewater op vuilwaterriool of gemengd riool. Geen illegale aansluitingen. Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden. Alle nieuwe aansluitingen worden gemaakt door of namens de gemeente. Vuilwaterriolen ouder dan 20 jaar worden eenmaal per tien jaar geïnspecteerd via een camera-inspectie. Regenwaterriolen ouder dan 20 jaar worden eenmaal per twintig jaar geïnspecteerd via een camera-inspectie. Overstorten worden jaarlijks visueel gecontroleerd. Gemalen worden jaarlijks gecontroleerd, Toetsing van vgrp en operationele programma s op deze maatstaf. Inspectie. Registratie. Steekproefsgewijze controle bij bedrijven. Conform op te stellen uitvoeringsplan voor reiniging en inspectie. Conform op te stellen meetplan. Leeftijd BRP s maximaal tien jaar.

6.4 Rioleringsgegevens moeten direct beschikbaar en toegankelijk zijn. 6.5 De kosten van het rioolbeheer moeten op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau liggen. waarvan eenmaal per twee jaar door een extern bedrijf. Lozingspunten van persleidingen worden eenmaal per zeven jaar gecontroleerd. De werking van het rioolstelsel in het bijzonder gemalen en overstorten wordt bewaakt via monitoring op afstand (telemetrie). Herberekening van de riolering in een basisrioleringsplan eenmaal per tien jaar, of vaker indien daar aanleiding toe is. Gegevens over riolering, pompen/gemalen en overige randvoorzieningen worden digitaal vastgelegd. Maximaal vier weken achterstand in verwerking van revisiegegevens. De werking van pompen en gemalen is op ieder gewenst moment te controleren via monitoring op afstand (telemetrie). Aanvaardbare kosten op lange termijn Conform eisen WION. Eenmaal per twee jaar actualiseren van het kostendekkingsplan. Doel 7: communicatie Nr. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 7.1 Coördinatie van alle watervragen van burgers. Eén waterloket voor alle watervragen, Inrichten van een waterloket. watervergunningen en watermeldingen. 7.2 Burgers weten wat zij wel en niet in het riool mogen lozen. Regelmatige communicatie over lozingsvoorschriften. Conform op te stellen communicatieplan. 7.3 Burgers zijn bekend met de beperkingen die gelden bij een gescheiden rioolstelsel. Gerichte communicatie bij ombouw van gemengd stelsel naar gescheiden stelsel. Conform op te stellen communicatieplan.

BIJLAGE 2 GROND- EN HEMELWATERBELEID

Notitie Contactpersoon Cor Lont Datum 28 december 2012 Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Grond- en hemelwaterbeleid gemeenten Dongeradeel en Dantumadiel Relevante wet- en regelgeving bij hemel- en grondwateroverlast Waterzorgplichten gemeente Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 is onder andere de Wet milieubeheer gewijzigd. Door deze wet heeft de gemeente drie zorgplichten op het gebied van water gekregen, de afvalwaterzorgplicht, de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht. Deze zorgplichten zijn vastgelegd in de Wet milieubeheer respectievelijk de eind 2009 in werking getreden Waterwet. Voorliggende beleidsnotitie gaat in op de hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht en hoe de gemeenten Dongeradeel en Dantumadiel hier invulling aan geven. De afvalwaterzorgplicht is verwerkt in de bestaande rioleringsplannen van beide gemeenten. Wettelijk gezien zijn gemeenten verplicht om per 2013 beleid te hebben ten aanzien van de grond- en hemelwaterzorgplicht. Met voorliggende beleidsnotitie geven gemeente Dongeradeel en Dantumadiel invulling aan deze verplichting. Eind 2013 wordt dit beleid integraal onderdeel van het dan vast te stellen nieuwe verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan. Leeswijzer In deel 1 van deze notitie wordt ingegaan op de juridische aspecten van hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht. In deel 2 worden situaties beschouwd die zich in de praktijk binnen de gemeenten voor kunnen doen en waarbij concrete invulling moet worden gegeven aan de beleidsruimte die beide zorgplichten bieden. Als bijlage is een overzicht van het voorgestelde ambitieniveau opgenomen. De opbouw van de notitie is als volgt: 1. Juridisch kader 1.1 Hemelwaterzorgplicht 1.2 Grondwaterzorgplicht 1.3 Verbreed GRP 1.4 Rioolheffing Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 1\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL 2 Vertaling naar praktijksituaties 2.1 Wanneer is er sprake van overlast? 2.2 Planvormingsfase 2.3 Realisatiefase 2.4 Bestaande situatie/beheer- en onderhoudsfase 2.5 Overige relevante aspecten Bijlage 1 Ambitieniveau 2\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL 1 Juridisch kader 1.1 Hemelwaterzorgplicht In art. 3.5 Waterwet is de hemelwaterzorgplicht opgenomen. De tekst daarvan luidt: Artikel 3.5 Waterwet 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk De gemeente heeft op basis van deze bepaling de taak om het afvloeiend hemelwater doelmatig in te zamelen. Het betreft een inspanningsverplichting, maar die is niet geheel vrijblijvend. De gemeente heeft een ontvangstplicht ten aanzien van hemelwater dat een perceelseigenaar niet zelf kan afvoeren, maar er moet wel eerst gekeken worden of de perceelseigenaar het afvloeiend hemelwater zelf kan verwerken. Van de perceelseigenaar kan worden verlangd dat hij zijn perceel zodanig inricht dat infiltratie van hemelwater mogelijk is. Indien het gehele perceel verhard is en infiltratie onmogelijk is, dan kan er niet in redelijkheid een beroep worden gedaan op de gemeentelijke zorgplicht. Alleen wanneer de eigenaren niet zelf redelijkerwijs hun hemelwater kunnen afvoeren naar oppervlaktewater of de bodem, moet de gemeente voorzieningen aanbieden. Om invulling te geven aan de hemelwaterzorgplicht heeft de gemeente wel beleidsvrijheid. De inzameling moet doelmatig zijn. De gemeenten kunnen voor hun situatie bepalen hoe ze er het beste invulling aan kunnen geven. In het rioleringsplan moet duidelijk komen te staan wat het beleid van de gemeente is ten aanzien van de afvoer van afvloeiend hemelwater. Het kan worden geborgen, getransporteerd en nuttig worden toegepast, al dan niet na zuivering. Bij de uitvoering van de zorgplicht zullen de gemeenten moeten afwegen op welke wijze zij met hemelwater omgaat. In voorliggende beleidsnotitie wordt dit vastgelegd waarna het eind 2013 als integraal onderdeel wordt opgenomen in het verbreed GRP. Hiermee weten particulieren in hoeverre zij zelf voor de afvoer van afvloeiend hemelwater moeten zorgen en wat zij van de gemeenten kunnen verwachten. 1 1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 578, nr. 3, pp. 10-13. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 3\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Naast het vastleggen van het beleid in een rioleringsplan, kunnen burgemeester en wethouders in een verordening eisen stellen aan lozingen van afvloeiend hemelwater vanuit huishoudens. In onderstaand tekstkader wordt hier nader op ingegaan. Een belangrijk punt bij het infiltreren van hemelwater in de bodem of het afvoeren hiervan naar oppervlaktewater is de kwaliteit van het afstromende hemelwater. In het nieuwe Lozingenbesluit wordt in beginsel geen onderscheid meer gemaakt naar verontreinigd en niet verontreinigd hemelwater. Bij normaal huishoudelijk gebruik is hemelwater zonder meer afkoppelbaar, zonder dat er maatregelen getroffen moeten worden. Is er toch reden om in bepaalde gevallen maatregelen te verlangen, dan moeten er specifieke eisen worden gesteld aan de te nemen maatregelen. Met andere woorden: direct infiltreren/afvoeren van hemelwater is regel, tenzij er specifiek anders wordt bepaald. Afkoppelen In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer (afgekort: Wm) is opgenomen dat gemeenteraden de bevoegdheid hebben en in het belang van de bescherming van het milieu bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvalwater op de riolering alsmede het beëindigen van het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater: Artikel 10.32a 1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat: a. Bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en b. Het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd 2. Van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt geen gebruikgemaakt, indien van degene bij wie afvloeiend hemelwater of grondwater vrijkomt redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat water kan worden gevergd 4\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Gelet op de voorkeursvolgorde afvalwaterbeheer van art. 10.29a Wm geniet het de voorkeur om hemelwater zoveel mogelijk gescheiden te houden van afwater tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater. Art. 10.29a Wm luidt als volgt: Artikel 10.29a Wm Een bestuursorgaan houdt er bij het uitoefenen van een bevoegdheid krachtens deze wet, voor zover die bevoegdheid wordt uitgeoefend met betrekking tot afvalwater, rekening mee dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat in de navolgende voorkeursvolgorde: a. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt b. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt c. Afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater d. Huishoudelijk afvalwater en, voor zover doelmatig en kostenefficiënt, afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt worden ingezameld en naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet getransporteerd e. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, wordt hergebruikt f. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het milieu wordt gebracht en g. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet wordt getransporteerd Het afkoppelen kan in een hemelwaterverordening worden geregeld. Hierin moet een termijn worden bepaald waarbinnen afgekoppeld dient te worden. Op die manier wordt een eigenaar van een perceel gedwongen op (korte of lange) termijn de hemelwaterafvoer af te koppelen van het vuilwaterriool. Voor bestaande bouwwerken is deze verplichting redelijk, indien een andere wijze van afvoeren of verwerken van hemelwater mogelijk is. De gemeente dwingt zo de perceelseigenaren af te koppelen waar dat in redelijkheid van de perceelseigenaren kan worden verlangd. Per gemeente kan verschillen hoe daar invulling aan wordt gegeven. De modelverordening van de VNG stelt voor om gebieden aan te wijzen waar afgekoppeld moet worden. Bijvoorbeeld waar een stelsel ligt waar hemelwater gescheiden kan worden afgevoerd. Het moment kan ook verschillen. Een natuurlijk moment, na bijvoorbeeld weg- en of rioolrenovatie, is redelijk om vanaf dan af te koppelen. De situatie is per gemeente verschillend. Zo kan de gemeente in heel haar grondgebied of in bepaalde delen van eigenaren verlangen dat zij het hemelwater op eigen terrein afvoeren of naar een nabijgelegen watergang. In een gemeente waar de grondwaterstand al heel hoog is en geen oppervlaktewater aanwezig, is het onredelijk om dat af te dwingen. Daarin zit een stukje beleidsvrijheid die de Wet milieubeheer open laat. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 5\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Een legitieme reden om af te koppelen is ook dat het rioolstelsel dat er ligt, niet geschikt is voor afvoer van hemelwater. Een mechanisch rioolstelsel is bijvoorbeeld niet geschikt om hevig regenbuien te kunnen verwerken. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat van eigenaren enige inspanning kan worden verlangd. Bij verwerking op eigen terrein kan van de perceelseigenaar worden verlangd de tuin zodanig in te richten dat infiltratie in de bodem mogelijk is, indien er geen gescheiden stelsel aanwezig is. Indien er echt geen mogelijkheden zijn of het niet in redelijkheid van de perceelseigenaar kan worden verlangd af te koppelen, kan een ontheffing worden aangevraagd. Per geval zal het College bekijken wat de mogelijkheden zijn en of de ontheffing kan worden verleend. 1.2 Grondwaterzorgplicht In artikel 3.6 Waterwet is de grondwaterzorgplicht opgenomen. De tekst daarvan luidt: Artikel 3.6 Waterwet 1. De gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van de beheerder of de provincie behoort 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk De zorgplicht ziet toe op het nemen van maatregelen in het openbare gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Bestemmingen van de grond kunnen bijvoorbeeld wonen en werken zijn. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor openbaar terrein van de overheid voor zover er geen ander overheidslichaam verantwoordelijk voor is. Het gaat om structurele nadelige gevolgen waarbij het normale gebruik van bovengrondse gebruiksfuncties wordt beperkt of belemmerd. Een incidentele overstroming valt hier dus niet onder. Bij de bestemmingsfase moet rekening worden gehouden met de zorgplicht middels de watertoets en bij de inrichtingsfase middels de grondexploitatie en bouwvoorschriften. Een nieuwe verplichting voor de gemeente is dat zij binnen de grenzen van de doelmatigheid maatregelen dient te nemen indien de grondwaterstand structureel nadelige gevolgen met zich meebrengt voor de gebruiksfunctie van gronden. In de praktijk kunnen de maatregelen inhouden dat grondwater wordt verzameld, getransporteerd, geborgen, nuttig wordt toegepast of terug wordt gebracht in de bodem of het oppervlaktewater en eventueel moet het licht gezuiverd worden indien het niet schoon genoeg is om direct in de bodem of het oppervlaktewater te lozen. 6\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL De gemeenten krijgen evenals bij de afvalwaterzorgplicht en hemelwaterzorgplicht beleidsvrijheid om de grondwaterzorgplicht uit te oefenen. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de inzameling van het grondwater op zijn eigen perceel. De verantwoordelijkheid voor de gemeente houdt op bij de particuliere perceelsgrens. De gemeente is daarom verantwoordelijk voor de afvoer van het ingezamelde grondwater vanaf de perceelsgrens en voor grondwater dat van openbaar terrein van de gemeente komt en voor het beheer van de afwateringsvoorzieningen opdat deze steeds goed blijven functioneren. Dit is vergelijkbaar met de rioleringszorgplicht. De perceelseigenaren hebben zelf de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede staat van de in hun eigendom zijnde percelen en gebouwen. Net als bij de hemelwaterzorgplicht kan de gemeente ook hier in een verordening, of gezamenlijke verordening met de hemelwaterverordening (het wordt dan de hemel- en grondwaterverordening) bepalen dat het grondwater dat vrijkomt bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen of ontwateren op een andere wijze wordt afgevoerd dan via het vuilwaterriool. 1.3 Verbreed GRP De gemeenten dienen op basis van art. 4.22 Wm ook een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te hebben. In het GRP staan doelen opgesteld voor het rioleringsbeleid, die zijn uitgewerkt in activiteiten die de gemeente moet ondernemen om de doelen te halen. In het GRP staat welke voorzieningen aanwezig zijn binnen de gemeente om stedelijk afvalwater in te zamelen en te transporteren. Sinds de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken, is het GRP verbreed, omdat het ook de hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht bevat. Daarom staat in het verbrede GRP ook een overzicht van de voorzieningen voor de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater en de voorgenomen maatregelen ter voorkomen of beperking van nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Volgens de wetsgeschiedenis hoeft dit laatste alleen indien er grondwaterproblemen zijn. De gemeenten zullen in het verbreed GRP duidelijk moeten aangeven wanneer sprake is van structurele grondwaterstandproblemen. Dit gebeurt op basis van voorliggende notitie die integraal onderdeel zal zijn van het eind 2013 vast te stellen verbreed GRP. 1.4 Rioolheffing De gemeenten kunnen rioolheffing heffen ter dekking van de onkosten die zijn gemaakt in verband met het beheer van een openbaar riool waar de burger gebruik van maakt en de aansluiting op het rioolstelsel. De grondslag hiervoor staat in art. 229 lid 1 sub a Gemeentewet. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 7\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Art. 229 Gemeentewet Rechten kunnen worden geheven ter zake van: a. Het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn b. Het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten c. Het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt 2. Geen rechten kunnen worden geheven ter zake van het gebruik van voorzieningen en het genot van diensten waarvan de kosten kunnen worden bestreden door het heffen van een belasting als bedoeld in artikel 228a, zulks met uitzondering van het aanbrengen van een aansluiting op een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater als bedoeld in artikel 10.30, eerste lid, van de Wet milieubeheer of op een systeem als bedoeld in artikel 10.33, tweede lid, van die wet 3. Voor de toepassing van deze paragraaf en de eerste en vierde paragraaf van dit hoofdstuk worden de in het eerste lid bedoelde rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen Om de zorgplichten te kunnen vervullen is art. 228a Gemeentewet ingevoerd waarin een rioolheffing is gecreëerd. Artikel 228a 1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. De inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en b. De inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken 2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven 3. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit dat fonds De opbrengst van de rioolheffing moet de kosten, die de zorgplichten met zich meebrengen, bekostigen. De rioolheffing komt in de plaats van het rioolrecht. 2 2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 578, nr. 3 p. 21. 8\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee collectieve maatregelen voor de gemeenten kunnen worden bekostigd. De rioolheffing is er alleen om de kosten te dekken om de taken uit te kunnen voeren die de gemeenten rechtens verplicht is. Met de rioolheffing kunnen de gemeenten alle kosten die direct of indirect te maken hebben met de inzameling, transport, berging en verwerking van stedelijk afvalwater en afvloeiend hemelwater en de kosten om maatregelen te nemen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen of te beperken, worden bekostigd. Directe kosten zijn kosten die te maken hebben met de investeringen in het rioolstelsel, indirecte kosten zijn bijvoorbeeld apparaatskosten (salaris, huisvesting, reprokosten). Het is mogelijk twee heffingen op te leggen: één voor het huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater en één voor het hemelwater en ingezameld grondwater. De gemeenten krijgen de vrijheid om de heffing nader in te vullen. Dit kan door middel van een belastingverordening waarin wordt bepaald wie belastingplichtige is, wat de heffingsgrondslag en de heffingsmaatstaf zijn. Verantwoordelijkheid Het antwoord op vraag is dat de gemeente de verantwoordelijkheid heeft voor de doelmatige inzameling van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater, oftewel zij heeft een afvalwater-, hemelwater- en grondwaterzorgplicht. In bovenstaande paragrafen is uiteengezet wat deze zorgplichten inhouden voor de gemeente. Particuliere eigenaren kunnen de gemeente aanspreken op haar zorgplichten. Tegelijkertijd kan de gemeente ook iets van de burgers verwachten. Indien er hemelwateroverlast is, dan moet eerst gekeken worden of het op eigen terrein kan worden geborgd. Als een tuin geheel verhard is, dan mag de gemeente van de burger verlangen de tuin zodanig aan te passen dat infiltratie van hemelwater mogelijk is op eigen terrein. Via de hemelwaterverordening kan de gemeente in het strengste geval van iedereen verlangen dat er wordt afgekoppeld. Dit moet wel beleidsmatig zijn vastgesteld (door middel van deze beleidsnotitie en het eind 2013 vast te stellen nieuwe verbreed GRP). Ook voor grondwater dat eigenaren willen aanbieden aan de gemeente, kan de gemeente in zo n verordening, maar dan hemel- en grondwaterverordening, aangeven dat dit niet op het openbaar rioolstelsel mag. Wat betreft grondwater moet er structureel overlast zijn. Niet indien één of twee keer in het jaar de kelders onder water lopen. Een hoge grondwaterstand kan bijdragen aan structurele overlast. Alleen dan zal de gemeente maatregelen moeten treffen om aan haar grondwaterzorgplicht te voldoen. Welke maatregelen de gemeente neemt en hoe de burger het moet interpreteren, moet volgen uit het verbrede GRP. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 9\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL 2 Vertaling naar praktijksituaties In de huidige praktijksituatie zijn in beide gemeenten locaties bekend waar burgers overlast ervaren van overtollig grond- of hemelwater. De gemeenten zijn hiermee geen uitzondering in Fryslân of Nederland. Enerzijds kan als gevolg van klimaatveranderingen en bodemdaling 3 het aantal meldingen van overlast toenemen, anderzijds betekend niet elke melding dat er (juridisch) sprake is van overlast. De eerste vraag die hierbij dan ook beantwoord dient te worden is wat verstaan de gemeenten onder grond- of hemelwateroverlast?. Vervolgens kan de beleidsruimte die de zorgplicht biedt per situatie concreet worden ingevuld. Hierbij wordt in voorliggende notitie onderscheid gemaakt in de volgende situaties: Planvormingsfase Realisatiefase Bestaande situatie/beheer- en onderhoudsfase Overige relevante aspecten: o Bodemdaling o Duurzaamheid o Loketfunctie o Monitoring Per situatie gaat de notitie in op de verantwoordelijkheid van burgers en gemeenten en praktische (keuze) mogelijkheden. 2.1 Wanneer is er sprake van overlast? Niet bij elke melding van een burger over grond- of hemelwateroverlast is er per definitie werkelijk sprake van overlast in juridische zin. Grondwateroverlast Juridisch gezien kan grondwateroverlast worden gedefinieerd als: Grondwaterstanden die leiden tot structureel nadelige gevolgen voor de aan de grond gegeven bestemming. Om te bepalen of er sprake is van grondwateroverlast beoordelen de gemeenten bij een melding van grondwateroverlast allereerst of de gebruiksfunctie in het geding is. 3 Bodemdaling zoals hier bedoelt vindt met name in Dongeradeel plaats als gevolg van de winning van aardgas. Door het beleid van Wetterskip Fryslân om de peilen van het oppervlaktewater hier niet op aan te passen zakt het oppervlak dichter naar het (grond)water waardoor de kans op nattere situaties en grondwateroverlast toeneemt. Met name in veengronden zakt het oppervlak ook door veenoxidatie. Deze situaties doen zich voor in het buitengebied van met name Dantumadiel en niet in bebouwd gebied. 10\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Dit kan betekenen dat er bij woningen waar gedurende de gehele winter sprake is van een vochtige kruipruimte, maar waar dit het woonklimaat niet aantast (geen optrekkend vocht), geen sprake is van overlast. Daarentegen kan bij woningen waar gedurende één maand sprake is van een vochtige kruipruimte, waar dit het woonklimaat wel aantast, wel sprake zijn van overlast. Het definiëren van een situatie als overlast heeft daarmee dus niet altijd een verband met de hoogte van het grondwater en de duur van hoge grondwaterstanden, maar altijd met het gevolg op de gebruiksfunctie. Als de gebruiksfunctie in het geding wordt de oorzaak achterhaald. In geval van een redelijk vermoeden dat grondwater de oorzaak is en niet bijvoorbeeld lekke leidingen dan onderzoeken de gemeenten de actuele grondwaterstanden door gebruik te maken van bestaande peilbuizen (indien beschikbaar) of door nieuwe peilbuizen te plaatsen met meetapparatuur. Vervolgstappen richting maatregelen worden beschreven in paragraaf 2.4. Bij het nemen van maatregelen wordt gekeken naar het doelmatigheidsprincipe. Doelmatigheidsprincipe Doelmatig betekent dat de kosten van maatregelen maatschappelijk in verhouding staan tot de mate en omvang van de overlast. In meest concrete vorm zou dit een vaste verhouding zijn van kosten in euro s tegen over de mate van overlast en bijvoorbeeld het aantal percelen dat overlast ondervind. Omgaan met grond- en hemelwateroverlast vraagt echter altijd maatwerk. Het vaststellen van een vast bedrag per inwoner per gradatie van overlast als maatstaaf voor doelmatigheid zou geen recht doen aan het benodigde maatwerk. Hemelwateroverlast In de GRP en van beide gemeenten staat wateroverlast gedefinieerd als: het onderlopen van woningen, bedrijfspanden en winkels als gevolg van zware regenval Deze definiëring betekent dat naast de gebruikelijke acceptatie van water-op-straat (geen overlast maar hooguit hinder) ook het onderlopen van trottoirs en tuinen niet onder hemelwateroverlast worden geschaard. Vaak gaat het om economische schade als gevolg van zware regenval en met deze definitie is het begrip economische schade gedefinieerd. Zware regenval kent vele gradaties. De rioolstelsels van de gemeenten zijn ontworpen op een neerslagsituatie die zich statistisch gezien eens in de twee jaar voor doet (bui 8). Bij deze situatie kan het rioolstelsel de neerslag verzamelen en afvoeren zonder dat er overtollig water-op-straat staat. Uitgezonderd enkele probleemlocaties zal in extremere situaties hooguit hinder ontstaan zonder een groot risico op economische schade. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 11\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Door berekeningen uit het basis rioleringsplan (BRP) en/of ervaringskennis binnen de gemeenten zijn de probleemlocaties bij zware regenval bekend. Bui 8 kan ook hier door het rioolstelsel worden verwerkt, maar bij extremere neerslagsituaties ontstaan hier eerder problemen. Op veel van deze locaties zijn voor zover mogelijk de nodige maatregelen getroffen of zullen deze worden getroffen (bijvoorbeeld bij rioolvervanging). In alle gevallen wordt bij het nemen van maatregelen net als bij grondwateroverlast gekeken naar het doelmatigheidsprincipe. Bij hemelwaterzorgplicht spreekt men niet van structurele overlast. Overlast door hemelwater kenmerkt zich doordat het incidenteel optreedt, op het moment van (te) veel neerslag. Vervolgstappen richting maatregelen worden beschreven in paragraaf 2.4. 2.2 Zorgplicht in planvormingsfase Voorkomen is beter dan genezen. De planvormingsfase voor uitbreiding of reconstructie van bebouwd gebied is het moment om preventief de kans op grond- en hemelwateroverlast te beperken. Als er eenmaal sprake is van overlast dan zijn maatregelen veelal gericht op het beperken van deze overlast, volledig wegnemen van deze overlast is (vooral bij grondwateroverlast) erg lastig. Het is van belang Wetterskip Fryslân tijdig bij de planvorming te betrekken. De kans op grondwateroverlast kan preventief tegen worden gegaan door hier rekening mee te houden bij de locatie- en ontwerpkeuze. Bij hemelwaterafvoer kan afwenteling op omliggende gebieden voorkomen worden en worden ontwerpkeuzes gemaakt op basis van de voorkeursvolgorde: (Her)gebruik van hemelwater Bergen en vertraagd afvoeren Rechtstreeks afvoeren naar oppervlaktewater Afvoeren naar het rioolstelsel Grondwater Het preventief tegengaan van wateroverlast begint bij de locatiekeuze voor bebouwd gebied. Daar waar mogelijk moet de waterhuishouding worden meegenomen in de keuze voor de locatie van de uitbreiding. De ene locatie is beter geschikt dan de andere. Dit wil niet zeggen dat op locaties die minder geschikt zijn geen uitbreiding plaats kan vinden. Maar tijdens de planfase dient rekening te worden gehouden met ontwerpkeuzes ten aanzien van maaiveldhoogte, grondsoort/bodemopbouw, waterpeil, waterstructuur en type bebouwing. Samen met Wetterskip Fryslân dient al in deze fase de watertoetsprocedure te worden doorlopen om de wateraspecten in de planvorming te waarborgen. 12\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Hemelwater Bij nieuwbouw of herstructurering gaat de voorkeur uit naar het omgaan met hemelwater op het perceel waar het valt (de bron). Hierbij is de burger zelf verantwoordelijk voor de inzameling en de verwerking van het hemelwater. Verwerking kan plaatsvinden op eigen terrein door infiltratie in de bodem of het lozen op oppervlaktewater. Water dat niet redelijkerwijs door de perceelseigenaar kan worden verwerkt, wordt door de gemeenten doelmatig ingezameld en verwerkt. Voor de borging van hemelwateraspecten in ruimtelijke ontwikkelingen stellen de gemeenten de onderstaande handvatten centraal. Daarbij geldt als principe dat waterproblemen niet worden afgewenteld op de omgeving maar zoveel mogelijk in of bij de (nieuw)bouwlocatie worden verwerkt. De voorkeursvolgorde is: 1. (Her)gebruik van hemelwater; het hemelwater wordt opgevangen om binnen de ontwikkeling nuttig in te zetten waardoor het niet tot afvoer komt 2. Bergen en vertraagd afvoeren; na (hevige) regenval wordt water in het plangebied opgevangen en tijdelijk geborgen om vervolgens vertraagd te worden afgevoerd naar de openbare ruimte. Voorbeelden zijn: bergingsvijvers, wadi s, groene daken, infiltratieriolering, verlaagde parkeerterreinen et cetera 3. Rechtstreeks afvoeren naar oppervlaktewater; indien hemelwater niet kan worden geborgen wordt het afgevoerd naar gebieden met oppervlaktewater zoals vijvers, sloten en kanalen 4. (alleen voor herstructurering) Afvoeren naar het rioolstelsel; alleen als de eerste drie opties niet mogelijk zijn vindt afvoer plaats via de (vuilwater-)riolering. Voor nieuwbouw (herbouw) op percelen geldt (in lijn met de bouwverordening) dat het afvalwater en hemelwater gescheiden moet worden ingezameld en bij afvoer naar het gemeentelijk rioolstelsel, ter hoogte van de perceelgrens gescheiden moet worden aangeboden Om verontreiniging van het hemelwater tegen te gaan, schrijven de gemeenten voor om bij nieuwbouw niet-uitlogende materialen toe te passen. Juridisch check nog geen uitsluitsel. In deze notitie wordt onder herstructurering verstaan het volledig reconstrueren van bestaand bebouwd gebied en daarmee geschaard onder nieuwbouw. Hierdoor dient het omgaan met grond- en hemelwater preventief mee te worden genomen in de planvorming en realisatiefase. Wegreconstructies al dan niet in combinatie vervanging van riolering is geen herstructurering. Wel biedt dit mogelijkheden om maatregelen te nemen bij bestaande overlastsituaties. In voorkomende gevallen vormt vervanging van oude riolering een risico op (toename van) grondwateroverlast. Verantwoordelijkheid In de planvormingsfase is de burger nog niet direct betrokken. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om preventief het grond- en hemelwater voldoende in de planvorming mee te nemen. Wel kan al worden nagedacht over de toekomstige verdeling van verantwoordelijkheid. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 13\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Ambitieniveau De planfase is bij uitstek het moment om de kans op grond- en hemelwateroverlast tegen te gaan. De gemeenten betrekken daarom Wetterskip Fryslân tijdig (locatiekeuze) bij de planvorming. Ambitie van de gemeenten is om bij nieuwbouwlocaties toekomstige nadelige gevolgen van overtollig hemelwater en hoge grondwaterstand te voorkomen. 2.3 Realisatiefase In de realisatiefase is het zowel bij het bouwrijp als het woonrijp maken van belang dat de wateraspecten uit de planvormingsfase correct worden overgenomen. Dit klinkt vanzelfsprekend maar toch ontstaan hier vaak problemen. Er zijn in Nederland vele voorbeelden bekend van nieuwbouwlocaties waar de bouwvoor niet goed blijkt te zijn doorbroken, drainage niet of onvolledig is aangelegd of een onvoldoende robuust watersysteem is aangelegd. In tegenstelling tot een bestaande situatie is er in de realisatiefase ruimte om maatregelen te treffen. Wateraspecten die hier meegenomen moeten worden zijn: Het voldoende doorbreken van de bestaande bouwvoor Bij het bouwrijp maken voldoende hoog aanleggen van de locatie Het aanleggen van een robuuste waterstructuur Het aanleggen van drainage Zorgen voor correcte informatie aan aannemers en particulieren Verantwoordelijkheid De eerste vertaling van de planfase naar de realisatiefase, het bouwrijp maken, is de verantwoordelijkheid van de gemeenten/ontwikkelaar. Bij de bouw ontstaat een gedeelde verantwoordelijkheid tussen perceeleigenaar/bouwer en gemeente/ontwikkelaar. De gemeente/ontwikkelaar is verantwoordelijk voor het realiseren en in stand houden van de wateraspecten in/op het openbaar terrein zoals regenwaterafvoeren en drainage. Perceeleigenaren/bouwers zijn verantwoordelijk voor maatregelen op het perceel zoals bouwen conform voorschriften zoals diepte van de kruipruimte of kruipruimteloos correct aansluiten van hemelwaterafvoeren of vasthouden van water op het eigen perceel. Ambitieniveau In de realisatiefase is het van belang dat de wateraspecten uit de planvormingsfase correct worden overgenomen en dat de aannemer of particulier goed wordt geïnformeerd. De gemeenten zien hier op toe. Ambitie van de gemeenten is om bij nieuwbouwlocaties toekomstige nadelige gevolgen van overtollig hemelwater en hoge grondwaterstand te voorkomen. 2.4 Bestaande situatie Meldingen van burgers over grond- en hemelwateroverlast komen vanuit bestaande situaties. 14\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Dit kunnen zowel (delen van) oudere woonwijken zijn (bijvoorbeeld wijken uit de jaren zeventig staan bekend om hun wateroverlastsituaties) als recente nieuwbouwwijken waar preventieve maatregelen in de planvormingsfase en realisatiefase onvoldoende effect hebben gesorteerd. Belangrijke oorzaken waardoor overlast ontstaat zijn (combinaties van): Te laag bouwpeil ten opzichte van oppervlaktewaterpeil Te laag bouwpeil ten op zichte van omgeving Slecht doorlatende bodemlagen Niet goed doorbreken van de bouwvoor Te weinig oppervlaktewater In bestaande situaties zijn de mogelijkheden om overlast te voorkomen beperkt (vooral voor grondwateroverlast) en richten eventuele maatregelen zich meer op het beperken dan voorkomen van overlast. Ook de vraag ten aanzien van verantwoordelijkheid (particulier, waterschap of gemeenten) komt dan nadrukkelijk aan de orde evenals de mate van inspanning. Beoordeling van een melding Indien er een melding over grond- of hemelwateroverlast binnenkomt bij de gemeenten dienen de gemeenten vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van een overlastsituatie binnen de definitie zoals vastgesteld in paragraaf 2.1, bij wie de verantwoordelijkheid ligt en vervolgens of er doelmatige oplossing mogelijk is. In onderstaand schema is dit weergegeven. Dit schema wordt vervolgens tekstueel toegelicht. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 15\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Bij grondwateroverlast: 0a Is de gebruiksfunctie in het geding? Ja: Dan oorzaak onderzoeken Nee: dan geen overlast in juridische zin 0b Blijkt grondwater probleemveroorzaker? Ja: Dan door naar 1 Nee: Dan geen grondwateroverlast Bij hemelwateroverlast 0a Loopt water panden in? Ja: Dan naar 0b Nee: Dan sprake van hinder, geen overlast 0b Is locatie bekent als probleemlocatie? Ja: Dan melder informeren dat doelmatige maatregelen zijn genomen/worden voorbereid Nee: Dan door naar 1 1. Kan van de melder redelijkerwijs worden verwacht dat hij/zij zelf maatregelen treft? Ja: Geen gemeentelijke plicht, optioneel wel adviseren over mogelijke oplossingen (zie mogelijke technische oplossingen) Nee: Dan door naar juridische zorgplicht 16\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL 2. Valt de melding onder de juridische zorgplicht Ja: Dan door naar doelmatigheid Nee: Dan door naar gemeentelijke ambitie 3. Valt de melding onder de gemeentelijke ambitie om meer los van de juridische zorgplicht toch bij te dragen in de oplossing Ja: Dan door naar doelmatigheid Nee: Geen gemeentelijke plicht 4. Is er een doelmatige oplossing voorhanden Ja: uitvoeren (zie mogelijke technische oplossingen) Nee: Vrijstelling van gemeentelijke zorgplicht Mogelijke technische oplossingen Een perceeleigenaar heeft in beginsel meerdere mogelijkheden om zich te ontdoen van overtollig grond- of hemelwater of om nadelige effecten tegen te gaan. De mogelijkheden zijn locatie en situatiespecifiek: voorbeeld Constructieve maatregelen aan de bebouwing om nadelig effect van grondwater tegen te gaan Aanleggen drainage om overtollig grondwater af te voeren Infiltreren van overtollig hemelwater in de bodem Aanleg van een regenwaterafvoer Daar waar een perceeleigenaar het overtollige water aan wil bieden bij de gemeenten hanteren de gemeenten de volgende voorkeursvolgorde op basis van doelmatigheid: Aansluiten op een bestaande regenwaterafvoer (oppervlaktewater of regenwaterriool 4 ) Aanleg van nieuw oppervlaktewater Aanleg van een nieuwe regenwaterafvoer (tijdelijk) aansluiten op een gemengd rioolstelsel 5 Aantonen dat doelmatig afvoeren niet mogelijk is Afkoppelen op verzoek van de gemeente Vanuit het principe om afvalwater en schoon hemelwater gescheiden af te voeren worden gemengde rioolstelsels bij vervanging veelal vervangen door gescheiden rioolstelsels. 4 Beoordelen of dit regenwaterriool voldoende capaciteit heeft op basis van basis rioleringsplan (BRP) 5 Deze mogelijkheid heeft niet de voorkeur, maar kan worden toegepast indien het de enige doelmatige maatregel is. Ook in gevallen waarbij het duidelijk is dat binnen afzienbare tijd het gemengd rioolstelsel wordt vervangen door een gescheiden rioolstelsel kan dit een passende oplossing zijn. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 17\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL In een bestaande situatie waar de particulier het hemel- en afvalwater gemengd aanbiedt kan de gemeente particulieren verzoeken dit gescheiden aan te bieden. Dit vraagt een inspanning van de burger. De gemeente kan dit op verschillende manieren regelen of afdwingen: Op vrijwillige basis Een stimuleringsregeling Een verordening Een gemeente kan particulieren informeren over de gescheiden afvoer van hemel- en afvalwater en hen mededelen dat zij verplicht zijn af te koppelen. Bij onvoldoende respons kan de gemeente dit afdwingen door middel van een verordening. Deze beleidsnotitie is geen verordening, maar dient wel als basis voor uitgangspunten voor een eventuele grond- en/of hemelwaterverordening. Een andere insteek is het stimuleren van burgers om af te koppelen. Dit kan door (een deel van) de kosten voor rekening van de gemeente te nemen als burgers meedoen met afkoppelen tijdens rioolvervanging. Bij het vervangen van een rioolstelsel vinden er grootschalige grondwerkzaamheden plaats in een wijk of straat. Burgers ondervinden hier hinder van. Tegen relatief weinig meerkosten kan een aannemer ook de aanpassingen op het particuliere terrein meenemen. Dit levert een financieel voordeel op ten opzichte van het separaat afkoppelen door de burger zelf. Bijkomend voordeel hiervan is dat de kans op foutieve aansluitingen wordt beperkt. Volledig of gedeeltelijke afkoppeling Uit praktische overwegingen kan het zijn dat burgers wordt gevraagd een deel van hun verhard oppervlak af te koppelen. Veelal zijn er dan praktische bezwaren zoals verhard oppervlak aan de achterzijden van rijtjeswoningen. Overlast op/vanaf openbaar terrein Overtollig water op openbaar terrein kan ook oorzaak zijn van (een melding van) wateroverlast. De jurisprudentie is hierover erg streng. De gemeente riolering is gedimensioneerd op het kunnen afvoeren van neerslagsituaties die zich statistisch gezien één keer in de twee jaar voordoet zonder dat er water op straat blijft staan. In extremere situatie kan er wel water op straat blijven staan. Dit wordt geaccepteerd. Bij voorkeur blijft het water zoveel mogelijk binnen de trottoirbanden, waardoor het alleen tijdelijke hinder voor het verkeer kan betekenen. In zeer extreme situaties wordt ook het onderlopen van trottoirs en tuinen geaccepteerd, mits er geen economische schade optreedt (door binnenlopen van water in winkels, woningen, bedrijven). De gemeente weet uit ervaring welke locaties het gevoeligst zijn voor hinder en/of overlast door overtollig hemelwater. Op deze locaties neemt de gemeente waar mogelijk aanvullende maatregelen om de kans op overlast te verkleinen. 18\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Duidelijk is dat het gaat om natuurlijke omstandigheden waarbij niet bij alle extreme situatie een 100 % garantie op geen overlast kan worden gegeven. 2.5 Overige relevante aspecten Bodemdaling Met name in Dongeradeel en in mindere mate in Dantumadiel vindt bodemdaling plaats als gevolg van de winning van aardgas. Door het beleid van Wetterskip Fryslân om waterpeilen niet mee te laten dalen zakt het oppervlak dichter naar het waterpeil waardoor vernatting op kan treden. Dit kan ook gevolgen hebben voor de uitstroom van regenwaterafvoeren op oppervlaktewater en op overstorten. Voor grond- en hemelwateroverlast (mede) als gevolg van bodemdaling vindt afstemmen met de commissie bodemdaling/nam plaats. Voor aantoonbare negatieve effecten van bodemdaling is een schaderegeling van toepassing. Duurzaamheid/hergebruik In geval van overlastsituaties richten maatregelen zich of op effectbeperking of op het zo snel mogelijk afvoeren van overtollig grond- en/of hemelwater. De vaak goede kwaliteit van het gronden hemelwater biedt echter ook mogelijkheden op het vlak van hergebruik en duurzaamheid. Zo kan hemelwater worden opgevangen voor gebruik als spoelwater. Zeker bij nieuwbouwlocaties kan de gemeente een hoger ambitieniveau vastleggen. Loketfunctie Onderdeel van de Waterwet is dat de gemeente een loketfunctie heeft voor meldingen ten aanzien van water. Waar voorheen onduidelijkheid kon bestaan over waar een burger terecht kon met dergelijke meldingen (gemeente, waterschap of provincie) is de gemeente nu aanspreekpunt. Via het waterloket pakt de gemeente meldingen op of zet deze door naar waterschap of gemeente. Vanuit het Fries Bestuursakkoord Waterketen wordt gewerkt aan een inhoudelijke invulling van het waterloket Monitoring van grondwaterstanden Op locaties waar sprake is van hoge grondwaterstanden of klachten zijn er vaak geen gedetailleerde gegevens van grondwaterstanden bekend. Hierdoor kan discussie ontstaan over de ernst van de situatie en in het geval van maatregelen over de werking hiervan. Het monitoren van grondwaterstanden (liefst voor en na een gebeurtenis) kan bijdragen aan duidelijkheid over de ernst en soms ook oorzaak. Ook bij werkzaamheden die kunnen leiden tot een grotere kans op hogere grondwaterstanden en/of overlast is monitoring een handig middel. Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel 19\20

Kenmerk N001-1211690CNL-shp-V03-NL Grondwaterbeschermingsgebied Ter bescherming van de drinkwaterwinning van Vitens in Noardburgum is een grondwaterbeschermingsgebied aangewezen die zich uitstrekt tot in het westelijke deel van Dantumadiel (omgeving Veenwouden). In grondwaterbeschermingsgebieden wordt het grondwater beschermd ten behoeve van de winning voor de openbare drinkwatervoorziening (Waterhuishoudingsplan). Grondwaterbeschermingsgebieden zijn onderdeel van de milieubeschermingsgebieden met kwetsbare functies en waarden (Milieubeleidsplan). 20\20 Grond- en hemelwaterbeleid Dongeradeel en Dantumadiel

Bijlage 1

BIJLAGE 3 FINANCIELE ONDERBOUWING GEMEENTE DONGERADEEL

MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Anita Hazenberg, Henk Boonstra, Leo Pasveer, gemeente Dongeradeel : Marco de Kraker : gemeente Dantumadiel : BC3226 : Financiële paragrafen vgrp Dantumadiel en Dongeradeel : Financiële paragraaf Dongeradeel Datum : 25 september 2013 Status : Definitief (versie 2) Classificatie : Alleen voor intern gebruik 1 VERBREDE RIOOLHEFFING, WAT IS ER NODIG In dit hoofdstuk worden de kosten en baten (inning van de rioolheffing) van de rioleringszorg behandeld. De Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt dat de rioolheffing maximaal kostendekkend mag zijn (de gemeente mag besluiten om een deel van de kosten uit andere middelen te financieren). Het is daarnaast toegestaan om voor toekomstige (riool)vervangingen of groot onderhoud een voorziening in het leven te roepen en voor deze toekomstige uitgaven te sparen. Deze voorziening mag tevens ingezet worden om het tarief enigszins te egaliseren. Een meer dan 100% kostendekkende rioolheffing is niet toegestaan. Aan de uitgavenzijde wordt onderscheid gemaakt in lopende kapitaallasten, nieuwe investeringen (vervanging en afkoppeling), exploitatielasten (personele inzet en beheer en onderhoud stelsel) en overige maatregelen (zoals onderzoeken). Deze aspecten worden onderstaand behandeld. De inkomstenkant is de exponent van de uitgavenzijde. In hoofdstuk 1.4 wordt de heffing berekend die nodig is om een kostendekkend geheel te hebben en in de toekomst te houden. Om deze reden wordt een periode van 60 jaar in ogenschouw genomen. Er kan geanticipeerd worden op een toekomstige stijging of daling van de lasten. Naast de financiën, moet ook de personele kant niet uit het oog verloren worden. In hoofdstuk 1.7 wordt de theoretisch benodigde en daadwerkelijk aanwezige formatie voor riolerings- en stedelijk waterbeheer binnen de gemeente Dongeradeel belicht. Ook wordt met een schuin oog gekeken naar het effect van een eventuele fusie van de gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel op de theoretisch benodigde personele capaciteit van de binnendienst. Aangezien de buitendienst reeds samengevoegd is, wordt daar op voorhand geen verdere personele efficiency verwacht. 1.1 Algemeen Investeringen in de riolering moeten op grond van de gemeentelijke financiële voorschriften worden geactiveerd. Activeren leidt tot kapitaallasten. Basisregel: investeringen in het riool activeren en afschrijven Onder het BBV is de basisregel dat investeringen met economisch nut geactiveerd moeten worden (artikel 59, eerste lid BBV). Alle investeringen in het riool - ook de vervangingsinvesteringen- vallen onder de investeringen met een economisch nut. Immers, een gemeente kan middelen genereren via het riooltarief (artikel 59, tweede lid BBV). De geactiveerde investeringen leiden voor de duur van de afschrijfperiode tot kapitaallasten en deze lasten kunnen op grond van artikel 228a Gemeentewet in het tarief worden meegenomen [Notitie Riolering, Commissie BBV, oktober 2009]

Onderzoeken worden veelal niet geactiveerd: Activeren immateriële activa De mogelijkheid om immateriële activa te activeren is door de BBV aanzienlijk beperkt. Alleen kosten van onderzoek en ontwikkeling kunnen nog worden geactiveerd. Daarbij geldt ook nog de voorwaarde dat er reëel zicht moet zijn op de verwezenlijking van de plannen (bovendien moet het gaan om de verwezenlijking van tastbare zaken). De maximale afschrijvingstermijn is in de nieuwe BBV gesteld op 5 jaar. In Dongeradeel worden de investeringen ten behoeve van onderzoeken niet geactiveerd. Deze kosten worden gedekt vanuit de exploitatie. De gemeente Dongeradeel beschikt over een tweetal voorziening; te weten een voorziening ten behoeve van toekomstige (riool)vervangingen en een voorziening ten behoeve van de vervanging van pompen en gemalen. Daarnaast kent de gemeente een egalisatiereserve. In het kader van dit GRP wordt voorgesteld het saldo van de reserve deels in te zetten ten behoeve van het temperen van een stijging van de rioolheffing en deels over te zetten naar de Voorziening die enkel aangewend wordt voor Rioolvervanging. In het kader van de samenwerking met Dantumadiel en Kollumerland, Ferwerderadiel is gekeken naar de overeenkomsten en verschillen met betrekking tot de kostentoedelingen, kostendekking en uitgangspunten ten aanzien van de rioleringszorg. Doel van de analyse was om een aantal aspecten gelijk te trekken en om van elkaar te leren. In bijlage 1 is een tabel opgenomen met de resultaten van de analyse. De gemeente Dongeradeel zal het kostendekkingsplan tweejaarlijks evalueren en indien nodig actualiseren. Substantiële financiële afwijkingen ten opzichte van de raming worden aan het College gemeld. Eventuele overschotten als gevolg van (incidentele) voordelen worden toegevoegd aan de Voorziening ten behoeve van vervangingen. Op deze wijze worden eventuele overschotten direct ingezet om toekomstige (kapitaal)lasten te reduceren. Aangezien projecten doorgaans een langere looptijd dan één jaar hebben en uit doelmatigheidsoogpunt, kiest de gemeente er niet voor het plan jaarlijks te actualiseren. Het uitvoeringsplan is globaal van karakter en beschouwt een periode van 60 jaar. Wanneer een investering later uitgevoerd wordt, heeft dat geen consequenties voor het kostendekkingsplan c.q. de rioolheffing, aangezien de gemeente werkt met een voorziening (het geld blijft in de voorziening en zal op een later tijdstip voor het bestemde doel gebruikt worden). 1.2 Kapitaallasten De gemeente Dongeradeel hanteert momenteel een financiële afschrijvingstermijn van 25 jaar voor leidingen (riolering) en voor de vervanging van pompputten (bouwkundig). Mechanisch / elektrische vervanging van pompen en gemalen wordt ineens betaald uit de voorziening Rioolgemalen (groot onderhoud). De rekenrente voor geactiveerde investeringen bedraagt 4,5%. Activa wordt binnen de gemeente lineair afgeschreven, met uitzondering van rioleringsinvesteringen (vanwege gelijke kapitaallasten). In het kader van eenduidigheid wordt voor het kostendekkingsplan gerekend met lineaire afschrijving. Kapitaallasten (rente en afschrijving) starten in het jaar na gereedmelding. In dit plan is er van uit gegaan dat investeringen binnen hetzelfde jaar gereed komen (jaar n ) en de kapitaallasten derhalve in het volgende jaar (jaar n+1 ) gaan lopen. Investeringen in het verleden, ten behoeve van vervangingen of aanleg van randvoorzieningen, dan wel aansluiting van het buitengebied, zijn geactiveerd. Dit heeft geleid tot kapitaallasten. Onderstaande grafiek toont de lopende kapitaallasten van geactiveerde investeringen tot en met het (lopende) jaar 2013. In 2013 bedragen de kapitaallasten 39% van de totale inkomsten uit de rioolheffing. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 2 -

Nieuwe, nog uit te voeren investeringen leiden tot nieuwe kapitaallasten, tenzij deze investeringen direct vanuit de voorziening betaald (kunnen) worden: Werking van de voorziening Voor de rioolheffing bestaat de wettelijke mogelijkheid om via het tarief vooraf gepland te sparen voor toekomstige vervangingsinvesteringen (art 229b, tweede lid, onderdeel a, van de Gemeentewet). Ook deze spaarbedragen moeten op grond van de BBV aan een voorziening worden toegevoegd. In het jaar dat de vervangingsinvestering wordt gerealiseerd, komt deze als actief op de balans en kan de opgebouwde spaarvoorziening daarop in mindering worden gebracht. Via de spaarbedragen kan het opwaartse effect van de vervangingsinvesteringen op de rioolheffing dus worden gemitigeerd (bron: Bijlage Notitie Riolering BBV, april 2012) In het kostendekkingsplan zijn de spaarbedragen voor toekomstige vervangingen aangegeven als dotatiebedragen aan de voorziening. Om de (nieuwe) kapitaallasten zo laag mogelijk te houden en daarmee financiële armslag te creëren voor de toekomst, worden investeringen zo weinig mogelijk geactiveerd (het saldo van de voorziening wordt dus zo veel mogelijk ingezet om investeringsbedragen direct af te boeken). 1.3 Nieuwe investeringen planperiode Zoals in de vorige hoofdstukken van dit vgrp aangegeven is, zullen er de komende jaren investeringen plaatsvinden door rioolgerelateerde maatregelen uit te voeren. Vervangingsinvesteringen ten behoeve van riolering (buizen) worden geactiveerd en gedurende de economische afschrijvingstermijn afgeschreven, indien de voorziening ontoereikend is om deze investeringen direct af te boeken. Het maakt daarbij niet uit of de riolering vervangen wordt, dan wel in zijn geheel gerelined. Grootschalige relining wordt gelijkgesteld aan vervanging, waardoor hiervoor dezelfde financiële rekenkundige uitgangspunten gelden. grootschalige relining is een relatief begrip; als stelregel geldt dat het meerdere strengen betreft en dat als uitgangspunt geldt dat deze strengen (na relining) zullen blijven liggen, indien de overige strengen een aantal jaren later vervangen zouden worden. Zie bijlage 2 voor het rioolvervangingsplan. Vervangingsinvesteringen ten behoeve van pompen en gemalen worden geactiveerd en afgeschreven voor zover deze bouwkundige vervangingen betreffen én de voorziening Gemalen (groot onderhoud) ontoereikend is om deze investeringen direct af te boeken. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 3 -

Mechanisch / elektrische vervangingen van pompen en gemalen worden direct betaald uit de voorziening Gemalen (groot onderhoud). Ieder jaar vindt er een dotatie aan de voorziening plaats zodat alle vervangingskosten voor pompen en gemalen direct hieruit bekostigd kunnen worden. De dotatie aan deze voorziening bedraagt 60.000 per jaar gedurende de looptijd van dit GRP en loopt in de decennia daaropvolgend op tot maximaal 92.500 per jaar. Investeringen ten behoeve van Groot onderhoud, zoals het baggeren van waterbodems, mogen niet geactiveerd worden. Deze kosten komen ineens ten laste van de rioolheffing. Een eventuele bijdrage vanuit de Voorziening Rioolvervanging is toegestaan, zie onderstaand kader: Groot Onderhoud De gemeente Dantumadiel hanteert de volgende definitie voor het begrip groot onderhoud: Onderhoud van ingrijpende aard dat op een groot deel van het object wordt uitgevoerd én na een langere gebruiksperiode moet worden verricht, ook wel lang-cyclisch onderhoud genoemd. Hieronder vallen bijvoorbeeld deel-reliningen van rioolbuizen, voor zover dit de levensduur van het rioolstelsel als geheel niet verlengt, en het periodiek opschonen van de bodems van retentievoorzieningen. Investeringen voor groot onderhoud mogen niet geactiveerd worden. Wanneer er sprake is van groot onderhoud, zullen de investeringsbedragen derhalve direct uit de voorziening onttrokken (moeten) worden, dan wel ten laste moeten komen van de exploitatie. Baggerkosten mogen betaald worden uit de rioolheffing indien deze baggerkosten meer dan slechts zijdelings met de zorgplichten samenhangen. Procedure baggerkosten gemeente Amsterdam (LJN BC0240) en cassatie bij de Hoger Raad (LJN BL0990): uit dit arrest blijkt dat baggerkosten, mits deze in grotere maten dan slechts zijdelings met de riolering/zorgplichten samenhangen, verhaalbaar zijn via de rioolheffing. Dit wordt ook door de VNG uitgedragen in haar modelverordening rioolheffing: Als voorbeeld de kosten voor baggeren. Als het baggeren samenhangt met het onderhoud van gemeentelijk oppervlaktewateren en vaarwegen, dan kunnen de kosten niet uit de rioolheffing worden bekostigd. Vindt het baggeren plaats vanwege de ruiming van slib voor een van de zorgplichten, dan mogen de kosten wel uit de heffing worden bekostigd. Onder de oude rioolrechten heeft Hof Arnhem deze insteek goedgekeurd. Onderzoeken worden, zoals aangegeven, direct ten laste van de exploitatie gebracht. Externe kosten ten behoeve van het maken van beleid, zoals ondersteuning bij het opstellen van het GRP, mogen niet uit de rioolheffing betaald worden (Hof Arnhem 6 juli 2010, nr. 2009/00141). Deze kosten worden dan ook vanuit de algemene middelen gefinancierd. Een basisrioleringsplan (BRP) is geen beleidstuk. De kosten voor het opstellen van BRP-en worden wel vanuit de rioolheffing betaald; BRP-en zijn plannen die een directe link hebben met de uitvoering van vervangings- en verbeteringsmaatregelen (vergelijkbaar met de beoordeling van rioolinspecties en daaruit voortkomend operationeel vervangingsplan). Investeringen aanvullende op de exploitatie, zoals de kosten voor het reinigen en inspecteren van de vrijvervalriolering worden niet geactiveerd, maar komen direct ten laste van de rioolheffing. Voor een samenvatting van het kostendekkingsplan wordt verwezen naar bijlage 3. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 4 -

1.4 Exploitatielasten De exploitatielasten bedragen vanaf 2014 circa 1.050.000,- per jaar. Dit is exclusief lopende kapitaallasten en btw. FCL ECL omschrijving 2014 2015 2016 2017 2018 vanaf 2019 BTW 6722000 Verrekening kostenplaats FJZ 14.422 14.422 14.422 14.422 14.422 14.422 6722000 Verrekening kostenplaats Ontwikkeling 49.345 49.345 49.345 49.345 49.345 49.345 6722000 Verrekening kostenplaats Publiekszaken 772 772 772 772 772 772 6722001 Niet in te delen lasten 0 0 0 0 Reiniging riolering 0 0 0 0 0 0 X Inspectie riolering 0 0 0 0 0 0 X Reiniging kolken 1 x per jaar (spec.geb., binnenstad 2x per jaar) 0 0 0 0 0 0 X Veegvuil (30% straatveegkosten) 77.000 77.000 77.000 77.000 77.000 77.000 X Onkruidbestrijding 0 0 0 0 0 0 X 6722001 Aankopen niet duurzame goederen en dienst (inclusief monitoring) 152.763 152.763 152.763 152.763 152.763 152.763 X 6722001 Verzekering 303 303 303 303 303 303 X 6722001 Reserveringen 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 X 6722001 Kapitaallasten 6722001 Verrekening kostenplaats Gemeentewurk 654 654 654 654 654 654 6722001 Verrekening kostenplaats Ontwikkeling 62.763 62.763 62.763 62.763 62.763 62.763 6722005 Onvoorziene te vervangen huisaansluitingen 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 X nieuw Grondwatermaatregelen nader te definiëren 0 0 0 0 0 0 X 6722005 Personeel van derden 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 X 6722005 Elektriciteitsverbruik 48.900 48.900 48.900 48.900 48.900 48.900 X 6722005 Aankopen niet duurzame goederen en diens 104.196 104.196 104.196 104.196 104.196 104.196 X 6722005 Waterverbruik 75 75 75 75 75 75 X 6722005 Telefoonkosten 8.697 8.697 8.697 8.697 8.697 8.697 X 6722005 Verrekening kostenplaats Gemeentewurk 318.370 318.370 318.370 318.370 318.370 318.370 6722005 Verrekening kostenplaats Publiekszaken 3.088 3.088 3.088 3.088 3.088 3.088 6722005 Verrekening kostenplaats tractie 98.045 98.045 98.045 98.045 98.045 98.045 Totaal exploitatielasten (exclusief BTW en kapitaallasten) 1.049.393 1.049.393 1.049.393 1.049.393 1.049.393 1.049.393 Als gevolg van de crisis op de woningmarkt zal de toename van het aantal aansluitingen beperkt zijn. Daardoor nemen enerzijds de inkomsten niet (substantieel) toe, maar de beheer en onderhoudskosten evenmin. Om deze reden is er voor gekozen om in het kostendekkingsplan uit te gaan van een nulgroei. Straatvegen en onkruidbestrijding De gemeente Dongeradeel rekent 30% van van de straatveegkosten toe aan de rioolheffing ( 77 duizend). Uit het rekenkameronderzoek dat uitgevoerd is in buurgemeente Dantumadiel is gebleken dat de toerekening van een derde deel reëel is. De toerekening in Dongeradeel is lager en daardoor acceptabel. Als gevolg van de toename van het percentage gescheiden stelsels, wordt het nog belangrijker de straten en wegen goed en frequent te vegen. Hierdoor neemt enerzijds de verontreiniging van infiltratie- en regenwatertransportvoorzieningen af en verzamelt zich minder afval in de kolken (afname kosten kolkenzuigen), anderzijds neemt de kans op waterhinder en overlast als gevolg van verstoppingen af. De gemeente is voornemens een analyse uit te voeren naar de meerkosten van mechanische onkruidbestrijding in gescheiden gerioleerde gebieden en rechtstreeks op oppervlaktewater afwaterende wegen, in vergelijking tot de gangbare (DOB) onkruidbestrijding. De gemeente overweegt de extra kosten toe te rekenen aan de rioolheffing, aangezien deze kosten gemaakt worden ten behoeve van de verbrede zorgtaken. Aangezien de meerkosten op dit moment nog niet inzichtelijk zijn, wordt hier vooralsnog geen rekening mee gehouden in het kostendekkingsplan. Telemetrie en monitoring In het GRP is de aanschaf, installatie en het gebruik van telemetrie en monitoring voorzien. De kosten zijn niet exact in beeld, maar de kosten vallen onder de post Aankopen niet duurzame goederen en diensten. De investeringen worden niet geactiveerd (net als het mechanisch/elektrische deel van rioolgemalen), maar toegerekend aan de exploitatie. De reden is dat verwacht wordt dat de investeringsbedragen relatief constant zijn, 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 5 -

de economische levensduur varieert (van eenmalig tot langjarig) en hiermee de totale lasten beperkt kunnen worden (geen rentelasten). Dotatie aan voorziening Groot Onderhoud Er is een (bestaande) aparte voorziening ten behoeve van de dekking van de kosten voor mechanisch/elektrische vervangingen van gemalen. Jaarlijks vindt er een (gemiddeld kostendekkende) dotatie plaats aan deze voorziening. De dotatie bedraagt de komende jaren 60 duizend per jaar. Aangezien de kosten in de loop van de tijd zullen stijgen, zal de dotatie meegroeien. Onderstaande tabel toont de kosten voor mechanisch/elektrische vervangingen. Investeringen gemalen Dongeradeel 2014 2015 2016 2017 2018 vanaf 2019 hoofdgemalen incl. tunnelgemalen 33.750 20.000 63.250 9.500 48.250 34.950 randvoorzieningen 5.000 15.500 31.000 85.500 46.500 36.700 minigemalen 7.200 21.700 24.500 30.400 16.000 19.960 totaal 45.950 57.200 118.750 125.400 110.750 91.610 De dotatie aan de voorziening Groot Onderhoud ontwikkelt zich als volgt: Periode Dotatie voorziening Groot Onderhoud 2014 2018 60.000 per jaar 2019 2032 85.000 per jaar 2033 2057 90.000 per jaar 2058 2072 92.500 per jaar Basisrioleringsplannen Eens in de tien jaar worden de basisrioleringsplannen geactualiseerd. Deze actualisatie is nodig om een actueel en betrouwbaar beeld te houden van het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel en verbeteringsmaatregelen te (kunnen) treffen. De totale tienjaarlijkse kosten bedragen 100 duizend (exclusief BTW), verdeeld over twee gelijke jaarschijven. De eerst actualisatie is voorzien in 2021-2022. In het kostendekkingsplan zijn deze kosten voor de gehele doorkijk opgenomen. BTW De gemeente mag bij bepaling van de omvang van de lasten ten behoeve van de berekening van de toegestane hoogte van de riooltarieven de geraamde BTW meenemen (229b,2b Gemeentewet). De reden hiervan is dat vóór de invoering van het BTW-compensatiefonds dit ook al mocht en de gemeente bij de invoering van het BTWcompensatiefonds anders een niet bedoeld inkomstenverlies zou hebben geleden. Het gaat hierbij om alle BTW, dus zowel de BTW die drukt op goederen en diensten die direct als last op de exploitatie drukken of via een voorziening lopen, als ook de BTW die drukt op de investeringen, onverschillig of deze worden geactiveerd of uit een voorziening worden bekostigd. De gemeente Dongeradeel rekent de compensabele btw last toe aan de rioolheffing (bestaand beleid). Dit is derhalve een grondslag voor de berekening van de rioolheffing. De toegekende btw betreft: de door derden uitgevoerde (en dus btw-plichtige) werkzaamheden behorende tot de exploitatie inclusief btw over de dotatie aan de voorziening Gemalen (groot onderhoud), ter grootte van circa 105.500,- per jaar (21% btw) 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 6 -

19% btw over de lopende kapitaallasten voor investeringen vanaf 2003 (invoering btw-compensatiefonds), circa 167.500 per jaar. 21% btw over de dotatie aan de voorziening Rioolvervanging (variabel) 21% btw over de nieuwe kapitaallasten van in de toekomst te activeren (vervangings)investeringen (variabel) 1.5 Scenario s en keuzescenario De volgende scenario s zijn beschouwd, waarbij als uitgangspunt voor alle scenario s geldt dat het saldo van de bestaande egalisatiereserve (ter grootte van afgerond 428 duizend, ingezet om de stijging van de rioolheffing de komende jaren te temperen): a. Basisscenario (economische afschrijvingstermijn vrijvervalriolering 25 jaar) b. Verlengen economische afschrijvingstermijn vrijvervalriolering naar 40 jaar c. Verlengen economische afschrijvingstermijn vrijvervalriolering naar 60 jaar d. Als scenario b (40 jaar) en temporiseren uitvoering investeringen met één jaar (m.u.v. Fonteinslanden) e. Als scenario c (60 jaar) en temporiseren uitvoering investeringen met één jaar (m.u.v. Fonteinslanden) f. Als scenario d (40 jaar) met enkel de inflatiecorrectie in 2014 (2,5%) g. Als scenario e (60 jaar) met enkel de inflatiecorrectie in 2014 (2,5%) Scenario a: basisscenario (huidige economische afschrijvingstermijnen) Bij dit alternatief worden de huidige economische afschrijvingstermijnen gehanteerd, te weten 25 jaar voor vrijvervalriolering, bouwkundige onderdelen gemalen. Net als bij de overige varianten wordt het gehele saldo van de bestaande egalisatiereserve ingezet om de stijging van de rioolheffing de komende jaren enigszins te temperen. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de rioolheffing (na uitputting van de reserve) is dat de kapitaallasten in 2050 (dat is na de vervangingspiek) procentueel gezien in de lijn van de huidige kapitaallasten liggen (in 2013 liggen de kapitaallasten op 39%, maximale afwijking 5%). De volgende ontwikkeling van de rioolheffing volgt uit de berekening van deze variant. Scenario A Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2016 9,75% per jaar 2017 8,0% 2018 4,5% per jaar 2019 2029 3,5% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2039 2,0% per jaar Vanaf 2040 0 Rioolheffing 2050 Kapitaallasten 2050 528 per h.e. 42% t.o.v. inkomsten Scenario b: Verlengen economische afschrijvingstermijn vrijvervalriolering naar 40 jaar De economische afschrijvingstermijn voor riolering (buizen) en bouwkundige delen van gemalen staat op 25 jaar. Deze termijn is meer in lijn met de technische levensduur te brengen door deze te verlengen naar 40 jaar (eerste stap). Voordeel is dat de jaarlijkse kapitaallasten van een investering lager zijn; het nadeel is dat je deze lasten langer meeneemt waardoor je per saldo meer betaalt (15 jaar extra rentelasten). Bij dit alternatief wordt het gehele saldo van de bestaande egalisatiereserve, ter grootte van afgerond 428 duizend, ingezet (net als bij scenario a). 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 7 -

Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de rioolheffing (na uitputting van de reserve) is dat de kapitaallasten in 2050 (dat is na de vervangingspiek) procentueel gezien in de lijn van de huidige kapitaallasten liggen (in 2013 liggen de kapitaallasten op 39%, maximale afwijking 5%). De volgende ontwikkeling van de rioolheffing volgt uit de berekening van deze variant. Scenario B Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2016 8,5% per jaar 2017 7,0% 2018 3,75% per jaar 2019 2029 3,5% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2039 2,0% per jaar 2040 2043 1,5% per jaar 2044 1,0% Vanaf 2045 0 Rioolheffing 2050 538 per h.e. Kapitaallasten 2050 44% t.o.v. inkomsten Scenario c: Verlengen economische afschrijvingstermijn vrijvervalriolering naar 60 jaar De economische afschrijvingstermijn voor riolering (buizen) en bouwkundige delen van gemalen staat op 25 jaar. Deze termijn is meer in lijn met de technische levensduur te brengen door deze voor de buizen te verlengen naar 60 jaar en voor de bouwkundige delen van gemalen te verlengen naar 40 jaar. Voordeel is dat de jaarlijkse kapitaallasten van een investering lager zijn; het nadeel is dat je deze lasten langer meeneemt waardoor je per saldo meer betaalt (15 jaar extra rentelasten). Bij dit alternatief wordt het gehele saldo van de bestaande egalisatiereserve, ter grootte van afgerond 428 duizend, ingezet (net als bij scenario a). Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de rioolheffing (na uitputting van de reserve) is dat de kapitaallasten in 2050 (dat is na de vervangingspiek) procentueel gezien in de lijn van de huidige kapitaallasten liggen (in 2013 liggen de kapitaallasten op 39%, maximale afwijking 5%). De volgende ontwikkeling van de rioolheffing volgt uit de berekening van deze variant. Scenario C Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2015 7,6% per jaar 2016 2017 7,5% per jaar 2018 2029 3,5% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2039 2,0% per jaar 2040 2043 1,5% per jaar Vanaf 2044 0 Rioolheffing 2050 520 per h.e. Kapitaallasten 2050 42% t.o.v. inkomsten 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 8 -

Scenario d: Temporiseren uitvoering investeringen (en economische afschrijvingstermijn naar 40 jaar) De economische afschrijvingstermijnen worden verlengd naar 40 jaar (scenario b). Daarnaast worden alle uitvoeringsmaatregelen in de periode 2014-2019 een jaar naar achteren geschoven. Het gevolg is dat de kapitaallasten later gaan lopen en er derhalve de komende 2 à 3 jaar ruimte ontstaat om de heffing geleidelijker te laten stijgen en toch kostendekkend te blijven. Opgemerkt wordt dat het temporiseren niet geldt voor de werkzaamheden in Fonteinslanden. De ontwikkeling van de rioolheffing ziet er dan als volgt uit: Scenario D Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2017 7,0% per jaar 2018 5,25% per jaar 2019 4,5% per jaar 2020 2029 4,0% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2039 2,0% per jaar 2040 1,5% Vanaf 2041 0 Rioolheffing 2050 Kapitaallasten 2050 525 per h.e. 44% t.o.v. inkomsten Scenario e: Temporiseren uitvoering investeringen (en economische afschrijvingstermijn naar 60 jaar) De economische afschrijvingstermijn voor riolering wordt verlengd naar 60 jaar (scenario c). Daarnaast worden alle uitvoeringsmaatregelen in de periode 2014-2019 een jaar naar achteren geschoven. Het gevolg is dat de kapitaallasten later gaan lopen en er derhalve de komende 2 à 3 jaar ruimte ontstaat om de heffing geleidelijker te laten stijgen en toch komstendekkend te blijven. Opgemerkt wordt dat het temporiseren niet geldt voor de werkzaamheden in Fonteinslanden. De ontwikkeling van de rioolheffing ziet er dan als volgt uit: Scenario E Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2017 6,5% per jaar 2018 5,25% per jaar 2019 2029 4,0% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2039 2,0% per jaar 2040 1,5% Vanaf 2041 0 Rioolheffing 2050 513 per h.e. Kapitaallasten 2050 43% t.o.v. inkomsten Scenario f: Als scenario d met enkel de inflatiecorrectie in 2014 (2,5% verhoging) De aanbieding van de gemeentebegroting 2014 heeft reeds plaatsgevonden. Daarin is uitgegaan van een stijging van de rioolheffing met enkel de inflatiecorrectie, te weten 2,5%. Als alternatief is berekend wat het effect van dit voorstel op de (latere) ontwikkeling van de rioolheffing is. Verdere uitgangspunten: de economische afschrijvingstermijnen worden verlengd naar 40 jaar (scenario b). Daarnaast worden alle uitvoeringsmaatregelen in de periode 2014-2019 een jaar naar achteren geschoven. Het gevolg is dat de kapitaallasten later gaan lopen en er derhalve de komende 2 à 3 jaar ruimte ontstaat om de heffing 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 9 -

geleidelijker te laten stijgen en toch komstendekkend te blijven. Opgemerkt wordt dat het temporiseren niet geldt voor de werkzaamheden in Fonteinslanden. De ontwikkeling van de rioolheffing ziet er dan als volgt uit: Scenario F Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2,5% per jaar 2015 2016 9,75% per jaar 2017 9,5% per jaar 2018 5,25% per jaar 2019 2029 4,0% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2,0% per jaar Vanaf 2038 0 Rioolheffing 2050 510 per h.e. Kapitaallasten 2050 39% t.o.v. inkomsten Scenario g: Als scenario e met enkel de inflatiecorrectie in 2014 (2,5% verhoging) De aanbieding van de gemeentebegroting 2014 heeft reeds plaatsgevonden. Daarin is uitgegaan van een stijging van de rioolheffing met enkel de inflatiecorrectie, te weten 2,5%. Als alternatief is berekend wat het effect van dit voorstel op de (latere) ontwikkeling van de rioolheffing is. De economische afschrijvingstermijn voor riolering wordt verlengd naar 60 jaar (scenario c). Daarnaast worden alle uitvoeringsmaatregelen in de periode 2014-2019 een jaar naar achteren geschoven. Het gevolg is dat de kapitaallasten later gaan lopen en er derhalve de komende 2 à 3 jaar ruimte ontstaat om de heffing geleidelijker te laten stijgen en toch komstendekkend te blijven. Opgemerkt wordt dat het temporiseren niet geldt voor de werkzaamheden in Fonteinslanden. De ontwikkeling van de rioolheffing ziet er dan als volgt uit: Scenario G Periode Stijging rioolheffing (exclusief indexatie) 2014 2,5% per jaar 2015 2016 8,75% per jaar 2017 7,5% per jaar 2018 5,0% per jaar 2019 2029 4,0% per jaar 2030 2036 3,25% per jaar 2037 2038 2,0% per jaar Vanaf 2039 0 Rioolheffing 2050 502 per h.e. Kapitaallasten 2050 42% t.o.v. inkomsten 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 10 -

Samenvatting scenario s Onderstaande tabellen tonen de ontwikkeling van de rioolheffing bij alle scenario s (exclusief inflatie). Jaar Scenario A Afschrijven in Scenario B Afschrijven in Scenario C Afschrijven in Scenario D 40 jaar en Scenario E E: 60 jaar en Scenario F 40 jaar en Scenario G 60 jaar en 25 jaar 40 jaar 60 jaar temporiseren temporiseren temp+2,5% temp+2,5% exclusief jaarlijkse inflatiecorrectie 2013 183 183 183 183 183 183 183 2014 200 198 197 195 195 187 187 2015 220 215 211 209 207 205 204 2016 241 233 227 224 221 225 222 2017 261 250 244 239 235 247 239 2018 272 259 253 252 247 260 250 2019 282 268 262 263 257 270 260 2020 292 277 271 274 267 281 271 2030 411 390 381 402 393 413 398 2040 528 509 498 525 513 510 502 2050 528 538 520 525 513 510 502 Absolute stijging rioolheffing bij verschillende scenario s Jaar Scenario A Afschrijven in Scenario B Afschrijven in Scenario C Afschrijven in Scenario D 40 jaar en Scenario E E: 60 jaar en Scenario F 40 jaar en Scenario G 60 jaar en 25 jaar 40 jaar 60 jaar temporiseren temporiseren temp+2,5% temp+2,5% exclusief jaarlijkse inflatiecorrectie 2014 9,75% 8,50% 7,60% 7,00% 6,50% 2,50% 2,50% 2015 9,75% 8,50% 7,60% 7,00% 6,50% 9,75% 9,00% 2016 9,75% 8,50% 7,50% 7,00% 6,50% 9,75% 8,75% 2017 8,00% 7,00% 7,50% 7,00% 6,50% 9,50% 7,50% 2018 4,50% 3,75% 3,50% 5,25% 5,25% 5,25% 5,00% 2019 3,50% 3,50% 3,50% 4,50% 4,00% 4,00% 4,00% 2020 3,50% 3,50% 3,50% 4,00% 4,00% 4,00% 4,00% Procentuele stijging rioolheffing bij verschillende scenario s Voorkeursscenario Gezien de situatie wordt voorgesteld scenario f als voorkeursscenario te hanteren; het betreft het scenario waarbij de economische afschrijvingstermijn verlengd wordt naar 40 jaar, de investeringen een jaar opschuiven (met uitzondering van maatregelen Fonteinslanden) en de stijging van de heffing 2014 beperkt wordt tot 2,5%, de inflatiecorrectie). De redenen hiervoor zijn: Een verlanging van de economische afschrijvingstermijn lijkt onvermijdelijk wanneer vastgehouden wordt aan de huidige ambitie én de benodigde stijging van de rioolheffing beperkt moet blijven; Een verlenging van de economische afschrijvingstermijn van 25 jaar naar 40 jaar is reëel en ligt meer in de lijn van de landelijk gemiddelde economische afschrijvingstermijn van 49 jaar (Stichting RIONED) Het BBV pleit er voor de economische en technische afschrijvingstermijn meer op elkaar af te stemmen. Aangezien de riolering langer dan 25 jaar meegaat (technisch gezien), is een verlenging van deze termijn niet bezwaarlijk. Een verlenging van de afschrijvingstermijn naar 40 jaar heeft minder risico s in zich dan een verlenging naar 60 jaar. Wanneer een riool op het moment van vervanging economisch nog niet geheel afgeschreven is, dient de resterende boekwaarde ineens als last genomen te worden. Een verlenging van de economische afschrijvingstermijn naar 40 jaar heeft tot gevolg dat er langer (en meer) rente betaald wordt dan bij een 25 jarige afschrijving (maar zoals gezegd is een verlenging niet te voorkomen); de rentelasten zijn over de gehele looptijd gezien lager dan bij een verlenging naar 60 jaar. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 11 -

Een verlenging zal in de praktijk onomkeerbaar blijken te zijn. De economische afschrijvingstermijn in een volgend GRP verlagen leidt tot hogere lasten op de korte termijn, waardoor dit niet snel plaats zal vinden. Om deze reden wordt een verlening van de termijn (ineens) naar 60 jaar afgeraden. In deze tijd is beperking van de lokale lasten een belangrijk uitgangspunt. Met dit scenario kan de heffing voor 2014 beperkt blijven. Wel wordt opgemerkt dat een lagere stijging in dit jaar gecompenseerd zal moeten worden in een of meerdere volgende jaren. De stijging van de heffing voor het komende jaar (2,5%) van dit scenario sluit aan bij de Begroting 2014, waardoor voor 2014 geen (ingrijpende) wijzigingen nodig zijn. Nogmaals de opmerking dat een te geringe stijging in een of meerdere volgende jaren gecompensserd dient te worden. 1.6 Ontwikkeling rioolheffing In deze paragraaf wordt uitgegaan van het voorkeursscenario f. Heffingseenheden In totaal wordt in 2013 een bedrag van 2.014.000 aan rioolheffing geïncasseerd. Het tarief voor de categorie woningen (dat geldt voor veruit het grootste deel van de aansluitingen), bedraagt 182,64. Wanneer de rioolheffing stijgt, is de procentuele stijging voor alle categorieën gelijk. Omgeslagen naar woningen, bedraagt het totaal aantal heffingseenheden 11.027 (wanneer dit getal vermenigvuldigd wordt met 182,64 komen de inkomsten overeen met de werkelijke inkomsten). Zoals eerder beschreven wordt er zowel aan inkomsten- als aan uitgavenzijde van uitgegaan dat het aantal heffingseenheden constant is. De totale lasten zullen als gevolg van de uit te voeren maatregelen (zie hoofdtekst GRP) stijgen. Om de toename van de lasten te kunnen dragen is een stijging van de rioolheffing niet te voorkomen. De voorziening Rioolvervanging wordt enerzijds gebruikt om de stijging de komende jaren enigszins af te zwakken en anderzijds om de sterke toename van de lasten in de toekomst op te vangen. De voorziening wordt enkel aangewend voor rioolvervangingen (en groot onderhoud). Andere lasten worden niet uit de voorziening gefinancierd. Uitgangspunt hierbij is dat de Voorziening ingezet wordt om de te activeren bedragen zo laag mogelijk te houden (zodat lage kapitaallasten bereikt worden) én dat de Egalisatiereserve ingezet wordt om de stijging te beperken. Onderstaande tabel toont de voorgestelde ontwikkeling van de rioolheffing in cijfers / percentages (exclusief jaarlijkse indexatie op basis van prijswijzigingen). Voor een overzicht van de ontwikkeling van de rioolheffing tot en met 2050 wordt verwezen naar het kostendekkingsplan in bijlage 3. Rioolheffing per heffingseenheid (woningen) afgerond op hele euro s Jaar Voorstel GRP 2014-2018 Vorig GRP (2008-2012) Afwijking heffing stijging heffing stijging * (exclusief indexatie) 2013 183 207 6,5% 24 2014 187 2,50% 220 5,5% 33 2015 205 9,75% 233 4,5% 28 2016 225 9,75% 243 3,5% 18 2017 247 9,50% 252 3,5% 5 2018 260 5,25% 260 3,5% 0 2019 270 4,00% 269 3,5% 1 -/- * = in vorig GRP ontwikkeling rioolheffing inclusief 1,5% indexatie per jaar 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 12 -

Uit de vergelijking met GRP 2008-2012 blijkt dat de huidige heffing ver achterblijft bij de destijds geprognosticeerde hoogte van de 100% kostendekkende heffing: het verschil bedraagt 24 per heffingseenheid in 2013 en 33 in 2014. Uit de berekeningen die in het kader van dit GRP gemaakt zijn, blijkt dat er na 2014 een snelle stijging van de heffing noodzakelijk is om de benodigde rioolgerelateerde investeringen te kunnen dekken. De komende planperiode wordt het verschil met de berekende heffing in het vorige GRP gereduceerd tot nul. Stichting RIONED heeft geprognosticeerd dat de gemiddelde rioolheffing in Nederland in 2020 220 per heffingseenheid bedraagt (inclusief indexatie). De rioolheffing van Dongeradeel ligt boven deze prognose. De redenen zijn enerzijds dat gemiddelde en kleinere gemeenten, alsmede landelijke gemeenten een hogere heffing hebben en anderzijds dat er in de berekeningen van Stichting RIONED vanuit gegaan is dat alle besparingen in het kader van het Bestuursakkoord Water gerealiseerd zijn, Daar zijn wij in onze berekeningen nog niet van uitgegaan. 1.7 Formatiecheck Om inzicht te krijgen in de benodigde personele middelen is gebruik gemaakt van de module D2000 personeel aspecten van gemeentelijke watertaken uit de Leidraad Riolering, alsmede van de invoergegevens van de landelijke benchmark 2010 (RIONED). In de leidraadmodule wordt voor de reguliere gemeentelijke rioleringszorg een aantal deeltaken onderscheiden. De gemeente Dongeradeel telt circa 25.000 inwoners, waardoor de gemeente in de categorie 20.000 tot 50.000 inwoners valt. Voor een gemeente van deze grootte wordt onderstaand per onderdeel een inschatting gemaakt van de benodigde formatie voor iedere deeltaak. Bij deze inschatting is uitgegaan van de situatie dat de gemeente de werkzaamheden zelf uitvoert. Nieuwe taken, de verbreding van de rioleringszorg, en uitbesteding van werkzaamheden zijn hierin meegenomen. Samenvatting tijdsbesteding (theoretisch benodigd, Leidraad Riolering) Tijdsbesteding [dagen] FTE (175 dagen per jaar) Planvorming, onderzoek en facilitair 270 1,5 Onderhoud 955 5,4 Maatregelen 388 2,2 Totaal (theoretisch benodigd) 1.613 9,1 De beschikbare formatie binnen de gemeente bedraagt 2,5 fte voor de binnendienst inclusief 0,5 fte voor de aansturing van de buitendienst (waarbij rekening is gehouden met een gezamenlijke buitendienst met de gemeente Dantumadiel). De overige benodigde capaciteit wordt uitbesteed of er wordt op projectbasis capaciteit ingehuurd. Van de buitendienst zijn geen exacte gegevens voorhanden. Wanneer gekeken wordt naar Dantumadiel en Dongeradeel als één organisatie volgt uit de berekening dat circa 13,8 fte benodigd is. Voor de gemeenten apart is de som van de benodigde formatie 15,0 fte. Zowel Dantumadiel als Dongeradeel hebben een te kleine formatie voor de binnendienst. Door ambtelijk samen te werken en de taken te verdelen kan dit tekort deels opgevangen worden (slimmer werken). Verwacht wordt dat de efficiencyslag grofweg verdubbeld indien ook Kollumerland en Ferwerderadiel betrokken worden. De gezamenlijke formatiebehoefte zal circa 2,5 fte lager zijn dan de benodigde formatie van de vier afzonderlijke gemeenten. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 13 -

BIJLAGE 1 TABEL RESULTATEN ANALYSE KOSTENTOEDELING EN KOSTENDEKKING GEMEENTEN Kostentoedeling en kostendekking vgrp Dantumadiel en Dongeradeel Financiële uitgangspunten voor het kostendekkingsplan Analyse van overeenkomsten en verschillen Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Kollumerland Toerekening Toerekenen kosten straatvegen ja, 1/3e deel ja, 30% van de totale kosten ja, 9.000 vast bedrag (50%) ja, 40% van totale kosten binnen b.k. Baggerkosten ja, deel ja, deel ja, 2.500 vast bedrag + projectmatig ja, bij herstel afvoerfunctie watergang Kosten wegherstel n.a.v. rioolvervanging ja, vaste dotatie per jaar ja, op projectbasis ja, 50% wegverharding (open) ja, op project basis perceptiekosten 100% 100% ja, doorbelasting organisatiekosten ja, 100% (is 3.000) leegstand, kwijtschelding (sociaal beleid) ja ja ja, kwijtschelding ca 150 gebruikers nee, eigenaren heffing BTW toerekening ja, exploitatie en afschrijving invest. ja, exploitatie en kapitaallasten ja, exploitatie, niet op investeringen ja, op exploitatie en investeringen toename aantal heffingseenheden nee nee ja, 10 per jaar gedurende planperiode ja, 10 per jaar gedurende planperiode kosten voor beleid (GRP) en BRP nee (BRP in vervolg wel) ja (GRP in vervolg niet) ja ja meerkosten mechanische onkruidbestrijding in afgekoppelde gebieden nee, wel kans voor toekomst nee, wel kans voor toekomst nee meerkosten mechanische onkruidbestrijding uren schrijven op projecten ja nee, tenzij subsidiabel ja ja Economische levensduur en afschrijving riolering (vrijverval/druk), randvoorzieningen 60 25 (of 40) 40 (25 jaar persleidingen) 40 (20 jaar drukriolering en relining) pompinstallaties (gemalen) 0 0 0 15 pompputten (bouwkundig) 30 25 25 15 grondwatervoorzieningen 30 25 40 (mtr OAS/BRP) n.v.t. afschrijving lineair annuïteit (lineair in nieuw GRP, gem.breed) lineair lineair rente (interne rekenrente) 4,50% 4,50% 4,64% 2,50%, vanaf 2014: 3,00% inflatie meegenomen in berekeningen nee nee nee nee start toerekening activa rentecomponent 50% in N rentecomponent N+1 rentecomponent N+1 rentecomponent 50% in N afschrijving N+1 afschrijving N+1 (in nieuw GRP) afschrijving N afschrijving 50% N Technische levensduur (afspraak) riolering (vrijverval/druk), randvoorzieningen 60 60 70 (45 jaar persleidingen) 60 (40 jaar drukriolering en relining) pompinstallaties (gemalen) 15 15 15 15 pompputten (bouwkundig) 45 45 45 40 grondwatervoorzieningen 30 30 60 n.v.t. Voorzieningen en reserves voorziening vervangingen nee (wel in nieuw GRP) ja nee ja voorziening groot onderhoud nee ja (voor pompen en gemalen) nee nee bestemmingsreserve / egalisatiereserve ja (op den duur vervalt deze) ja (op den duur vervalt deze) ja, egalisatiereserve t.b.v. vervangingen ja, t.b.v. voor- en nadelen investeringen Rioolheffing Grondslag rioolheffing: vastrecht ja ja ja (per perceel i.v.m. perceptiekosten) ja (voor woningen, bedrijven OZB) Gesplitste heffing afvalwater en grond+hemelwaterzorgplicht nee nee nee nee categoriën binnen 'woningen' nee ja, bij waterverbruik > 150 m3/jaar nee ja, buitengebied niet aangesloten vrijgesteld Apart tarief bedrijven/industrie ja nee nee ja, op basis van OZB categoriën binnen bedrijven/industrie ja (GRP: voorstel hierziening aantal) ja, bij waterverbruik > 150 m3/jaar nee ja, loodsen (enkel HWA lozingen) apart Worden garages/andere enkel hemelwaterlozers aangeslagen? ja ja ja, deels: gerageboxen ja Hoogte rioolheffing woningen (2013), vergelijkbaar? ja, 183,55 ja, 182,64 190,- (2012) -> 206,- (2013) 191,50 (2012) -> 234,70 (2013) 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 14 -

BIJLAGE 2 RIOOLVERVANGINGSPLAN Uitgangspunten: Ten behoeve van de vervanging van rioolleidingen wordt onderscheid gemaakt in 2 typen, te weten: - vrijvervalleidingen - drukriolering (persleidingen) De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: Vrijvervalriolering - Theoretische levensduur riolering: 60 jaar - Kosten bepaald op basis van Leidraad Riolering, Stichting RIONED (meeste recente versie, gedownload in april 2013). - Wegverharding: 70% elementen en 30% asfalt - Kosten herstel wegverharding: de kosten voor het herstel van wegverharding zijn gebaseerd op de ontgravingsbreedte van de weg ten gevolge van de vervanging van de riolering. Het (eventueel) herstraten of asfalteren van de resterende wegbreedte is derhalve niet opgenomen in de kostenbepaling en wordt niet gefinancierd uit de inkomsten vanuit de rioolheffing - Vrijvervalriolering en drukriolering: voor strengen met een onbekend jaar van aanleg is de totale vervangingswaarde berekend en verdeeld over de overige jaren, naar rato van aanleglengte in het betreffende jaar. - Bestaande riolering wordt vervangen door een buis met dezelfde (standaard) afmetingen. - Bemaling (cunet) wordt toegepast bij de vervanging van grotere buizen, te weten bij ronde buizen >400 mm en ei-buizen vanaf 400/600. - Bemalingskosten bedragen 30,- per m1 (inclusief toeslagen) voor buizen tot 700 mm en 40,- per m1 (inclusief toeslagen) voor buizen vanaf 700 mm. - Er wordt niet uitgegaan van stempeling en kosten voor opleveringsreiniging en controle. - Kosten zijn inclusief Uitvoeringskosten (10%), Algemene kosten, winst en risico (12%) en Voorbereiding, toezicht en advies (15%) - Kosten zijn exclusief btw. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 15 -

Vrijverval bestaande buis vervangen door bovenliggende verharding bemaling kosten vervanging bemaling totaal ei profiel 600 / 900 -> bt 800 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 1.140 40 1.180 ei profiel 500 / 750 -> bt 600 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 800 30 830 ei profiel 400 / 600 -> bt 500 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 660 30 690 ei profiel 300 / 450 -> bt 400 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 540 0 540 rond 1250 -> bt 1250 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 2.160 40 2.200 rond 1000 -> bt 1000 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 1.500 40 1.540 rond 900 -> bt 900 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 1.300 40 1.340 rond 800 -> bt 800 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 1.140 40 1.180 rond 700 -> bt 700 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 990 40 1.030 rond 600 -> bt 600 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 800 30 830 rond 500 -> bt 500 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 660 30 690 rond 450 -> bt 500 70% elementen / 30% gesloten incl.bemaling 660 30 690 rond 400 -> bt 400 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 540 0 540 rond 315 -> pvc 300 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 450 0 450 rond 300 -> pvc 300 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 450 0 450 rond 250 -> pvc 250 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 410 0 410 rond 200 -> pvc 200 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 370 0 370 rond <200 -> pvc <200 70% elementen / 30% gesloten excl. Bemaling 250 0 250 Drukriolering bestaande buis vervangen door bovenliggende verharding bemaling kosten vervanging bemaling totaal rond 450 -> (H)PE, pvc 450 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 240 0 240 rond 300 -> (H)PE, pvc 300 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 170 0 170 rond 250 -> (H)PE, pvc 250 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 155 0 155 rond 200 -> (H)PE, pvc 200 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 140 0 140 rond 125 -> (H)PE, pvc 125 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 122 0 122 rond 110 -> (H)PE, pvc 110 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 51 0 51 rond 100 -> (H)PE, pvc 100 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 51 0 51 rond 90 -> (H)PE, pvc 90 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 51 0 51 rond 75 -> (H)PE, pvc 75 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 35 0 35 rond 63 -> (H)PE, pvc 63 20% elementen / 80% onverhard excl. Bemaling 35 0 35 rond 50 -> (H)PE, pvc 50 incl sleuf/90%groen-10%elementen excl. Bemaling 35 0 35 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 16 -

Vrijvervalriolering: VRIJVERVAL Dongeradeel jaar vervanging 90 125 150 160 200 205 245 250 300 315 400 405 495 500 600 605 700 800 900 1000 1250 1300 1500 1800 270/350 280/430 300/450 380/580 400/600 500/750 600/900 800/1200 850 1250 1500 1800 2000 2500 2700 total 2013 21 584 6 416 147 1174 2014 116 437 115 6 287 961 2015 1119 346 426 295 89 283 203 2761 2016 213 627 446 347 1633 2017 31 31 2018 96 199 90 634 19 125 85 1248 2019 43 173 216 2020 13,86 117 263 515 189 105 16 23 18 11 108 233 783 87 13 2494,86 2021 264 460 61 73 201 84 69 1212 2022 332 40 417 149 348 59 183 27 1555 2023 230 125 82 260 9 1563 182 204 2655 2024 23 101 436 460 529,8 753 470 288 9 9 564 3642,8 2025 47 9 884 1586,79 311 101 186 1018 14 119 4275,79 2026 125 960 479 177 99 215,13 512 59 16 2642,13 2027 55 494 1419 246 2214 2028 34 188 449 59 69 1511 3010 2070 704 281 248 88 32 8743 2029 42 267 2562 192 829 156 312 13 465 31 66 4935 2030 135 38 564 126 1468 4 657 29 230 216 273 17 17 31 3805 2031 106 356 142 809 13 1426 2032 58 288 735 154 327 650 285 118 11 32 10 78 21 83 2850 2033 1202 556 311,7 2650,25 989 860 279 37 19 107 15 7025,95 2034 9 1136 226 784 431 1052 558 589 31 249 16 80 5161 2035 7 1233 607 153 2831 114 1642 17 910 419 6 26 14 7979 2036 19 50 35,4 532 244 302 741 9 973 436 142 578 85 83 49 46 5 60 35 19 4443,4 2037 6 7 44 1573 497 179 1258 753 947 455 46 10 19 33 5827 2038 182 14 906 319 42 242,06 4740 2340 981 1098 16 16 69 146 13 16 11140,06 2039 140 115 637 1420 1053 501 781 348 36 5031 2040 47 787 201 27 1784 1681 845 63 211 291 81 11 16 12 26 6083 2041 33 4 129 397 1250 176 1625 115 190 8 3927 2042 23 301 74 263 376 57 844 743,4 463 111 366 3621,4 2043 3 186 821 11 301 483 703 102 273 135 103 3121 2044 63 279 83 425 2045 37 22 401 369 392 9 16 178 168 1592 2046 39 36 223 197 110 27 632 2047 124 876 1000 2048 41 631 161 143 14 990 2049 32 196 840 354 27 353 76 148,24 2026,24 2050 82 249 166 1004 247 235 293 2276 2051 58 111 54 172 395 2052 33 279 307 209 25 853 2053 2 2631 7 335 221 286 327 376 4185 2054 33 103 2071 142 426 38 87 19 2919 2055 65 400 690 66 22 364 145 22 1774 2056 409 683 70 1162 2057 950 86 1036 2058 125 91 2818 1043 51 238 147 1062 13 42 5630 2059 28 5 460 22 124 584 406 389 20 120 13 20 46 45 2282 2060 97,3 133 3753 1784 164 677 813 14 369 37 19 40 7900,3 2061 2 23 599 37 109 1014 464 302 2550 2062 227 658 253 1136 263 36 2573 2063 512 375 950 349 219 1848 317 355 260 32 350 7 51 437 6062 2064 315 2277 1350 19 543 1194 232 44 39 72 6085 2065 30,65 161 2748 2035,46 210 2227 392 222 930 108 26 128 140 68 412 9838,11 2066 76 178 2239 4621 24 1390 33 232 219 9012 2067 59 161 205 3171 40 130 61 167 293 26 38 109 46 61 91 4658 2068 175 162 22 34 70 65 528 2069 140 251 1226 153 403 151 481 305 65 5 204 11 3395 2070 80 63 1473 172 47 255 16 25 75 86 2292 2071 16 172 55 1573 187 1046 10 42 35 132 3268 2072 15 16 121 25 41 218 >60 jr oud 165 49 1104,59 15 2078 1008 184 26 1635 20 54 13 21 6372,59 totaal 16 605,65 426,86 3391,3 3762,99 19305 23194,46 14188,7 41976,1 22963,4 26281 2846 346 15938,8 9974 483 4258,37 5583 39 441 113 41 607 484 125 274 6222 65 2078 324 272 264 29 130 74 319 39 147 136 207763,63 diameter 90 125 150 160 200 205 245 250 300 315 400 405 495 500 600 605 700 800 900 1000 1250 1300 1500 1800 270/350 280/430 300/450 380/580 400/600 500/750 600/900 800/1200 850 1250 1500 1800 2000 2500 2700 vervangingskosten 250 250 250 250 370 370 410 410 450 450 540 540 690 690 830 830 1.030 1.180 1.340 1.540 2.200 2.250 2.400 2.800 540 540 540 690 690 830 1.030 1.540 1.340 2.250 2.400 2.800 3.000 3.200 3.500 verrekening jaar vervanging kosten/jr ' >60jr' 2013-5.250 216.080 3.240 224.640 101.430 550.640 565.167 2014-42.920 179.170 51.750 7.080 154.980 435.900 447.400 2015-414.030 141.860 191.700 159.300 48.060 195.270 209.090 1.359.310 1.395.171 2016-78.810 257.070 200.700 239.430 776.010 796.483 2017-16.740 16.740 17.182 2018-35.520 81.590 40.500 342.360 13.110 67.500 45.900 626.480 643.008 2019-19.350 119.370 138.720 142.380 2020-3.465 43.290 107.830 231.750 102.060 72.450 13.280 23.690 21.240 14.740 166.320 125.820 540.270 72.210 36.400 1.574.815 1.616.362 2021-108.240 207.000 27.450 60.590 108.540 57.960 71.070 640.850 657.757 2022-83.000 14.800 187.650 80.460 187.920 40.710 151.890 64.800 811.230 832.632 2023-57.500 51.250 36.900 140.400 13.860 844.020 125.580 314.160 1.583.670 1.625.450 2024-5.750 41.410 196.200 248.400 365.562 624.990 484.100 339.840 12.060 13.860 304.560 2.636.732 2.706.294 2025-11.750 3.330 362.440 714.056 167.940 69.690 154.380 1.201.240 21.560 64.260 2.770.646 2.843.741 2026-31.250 432.000 258.660 122.130 82.170 221.584 604.160 31.860 36.000 1.819.814 1.867.824 2027-13.750 202.540 638.550 204.180 1.059.020 1.086.959 2028-8.500 69.560 166.130 24.190 28.290 679.950 1.625.400 1.428.300 584.320 289.430 292.640 47.520 89.600 5.333.830 5.474.547 2029-10.500 98.790 1.152.900 86.400 447.660 107.640 258.960 13.390 548.700 69.750 35.640 2.830.330 2.905.000 2030-33.750 9.500 208.680 51.660 660.600 1.800 354.780 15.660 158.700 179.280 322.140 26.180 40.800 47.740 2.111.270 2.166.970 2031-26.500 131.720 58.220 364.050 7.020 587.510 603.010 2032-21.460 118.080 330.750 69.300 176.580 448.500 236.550 121.540 12.980 49.280 22.500 42.120 47.250 232.400 1.929.290 1.980.189 2033-444.740 227.960 127.797 1.192.613 534.060 593.400 231.570 43.660 25.460 57.780 42.000 3.521.040 3.613.932 2034-3.330 420.320 92.660 352.800 193.950 568.080 385.020 488.870 31.930 293.820 24.640 224.000 3.079.420 3.160.661 2035-1.750 456.210 248.870 62.730 1.273.950 51.300 886.680 9.180 627.900 347.770 6.180 40.040 39.200 4.051.760 4.158.654 2036-4.750 12.500 13.098 196.840 100.040 123.820 333.450 4.050 525.420 300.840 117.860 595.340 100.300 127.820 107.800 110.400 2.700 135.000 84.000 53.200 3.049.228 3.129.673 2037-1.500 1.750 16.280 582.010 203.770 73.390 566.100 338.850 511.380 313.950 38.180 15.400 10.260 74.250 2.747.070 2.819.543 2038-45.500 5.180 335.220 130.790 17.220 108.927 2.133.000 1.263.600 676.890 911.340 13.280 18.880 106.260 78.840 20.020 44.800 5.909.747 6.065.658 2039-51.800 47.150 286.650 639.000 568.620 345.690 648.230 410.640 19.440 3.017.220 3.096.820 2040-11.750 291.190 82.410 11.070 802.800 756.450 456.300 34.020 145.590 241.530 95.580 16.940 21.440 28.800 72.800 3.068.670 3.149.628 2041-8.250 1.000 47.730 162.770 562.500 79.200 877.500 79.350 157.700 8.240 1.984.240 2.036.588 2042-5.750 75.250 27.380 97.310 154.160 23.370 379.800 334.530 250.020 76.590 376.980 1.801.140 1.848.658 2043-750 68.820 336.610 4.510 135.450 217.350 379.620 70.380 226.590 139.050 121.540 1.700.670 1.745.537 2044-28.350 125.550 44.820 198.720 203.963 2045-9.250 9.020 180.450 166.050 211.680 6.210 13.280 183.340 198.240 977.520 1.003.309 2046-14.430 14.760 100.350 106.380 75.900 27.810 339.630 348.590 2047-55.800 394.200 450.000 461.872 2048-15.170 283.950 86.940 118.690 16.520 521.270 535.022 2049-8.000 72.520 378.000 191.160 18.630 243.570 63.080 152.687 1.127.647 1.157.397 2050-30.340 112.050 74.700 542.160 170.430 242.050 345.740 1.517.470 1.557.504 2051-21.460 49.950 24.300 92.880 188.590 193.565 2052-8.250 125.550 138.150 112.860 20.750 405.560 416.259 2053-500 1.183.950 3.150 180.900 152.490 237.380 336.810 443.680 2.538.860 2.605.840 2054-8.250 42.230 931.950 63.900 230.040 20.520 72.210 22.420 1.391.520 1.428.231 2055-16.250 148.000 282.900 29.700 9.900 251.160 120.350 25.960 884.220 907.547 2056-184.050 368.820 48.300 601.170 617.030 2057-427.500 46.440 473.940 486.443 2058-31.250 33.670 1.155.380 469.350 22.950 128.520 79.380 732.780 10.790 49.560 2.713.630 2.785.221 2059-10.360 2.050 207.000 9.900 66.960 402.960 336.980 322.870 20.600 141.600 28.600 60.000 147.200 157.500 1.914.580 1.965.090 2060-24.325 49.210 1.538.730 802.800 88.560 467.130 674.790 11.620 380.070 43.660 57.000 128.000 4.265.895 4.378.438 2061-500 9.430 269.550 16.650 58.860 699.660 385.120 311.060 1.750.830 1.797.020 2062-83.990 269.780 103.730 511.200 118.350 19.440 1.106.490 1.135.681 2063-128.000 138.750 389.500 143.090 98.550 831.600 171.180 244.950 215.800 32.960 413.000 10.780 112.200 1.048.800 3.979.160 4.084.138 2064-78.750 842.490 553.500 7.790 244.350 537.300 125.280 51.920 93.600 201.600 2.736.580 2.808.776 2065-7.663 40.250 1.016.760 834.539 94.500 1.002.150 211.680 119.880 641.700 89.640 21.580 131.840 165.200 163.200 1.153.600 5.694.181 5.844.405 2066-19.000 44.500 828.430 1.894.610 10.800 625.500 17.820 125.280 151.110 3.717.050 3.815.113 2067-14.750 40.250 75.850 1.300.110 18.000 58.500 32.940 90.180 202.170 17.940 31.540 128.620 70.840 195.200 318.500 2.595.390 2.663.862 2068-71.750 72.900 15.180 28.220 37.800 44.850 270.700 277.842 2069-35.000 92.870 502.660 68.850 181.350 81.540 259.740 210.450 53.950 5.900 110.160 5.940 1.608.410 1.650.843 2070-20.000 23.310 603.930 77.400 25.380 137.700 11.040 17.250 77.250 101.480 1.094.740 1.123.621 2071 4.000 43.000 20.350 644.930 84.150 564.840 6.900 28.980 29.050 135.960 1.562.160 1.603.373 2072-3.750 5.920 49.610 13.500 42.230 115.010 118.044 onbekend - 41.250 12.250 408.698 6.150 851.980 453.600 99.360 17.940 882.900 13.800 44.820 17.420 58.800 2.908.968 totaal 4.000 151.413 106.715 847.825 1.392.306 7.142.850 9.509.729 5.817.367 18.889.245 10.333.530 14.191.740 1.536.840 238.740 10.997.772 8.278.420 400.890 4.386.121 6.587.940 52.260 679.140 248.600 92.250 1.456.800 1.355.200 67.500 147.960 3.359.880 44.850 1.433.820 268.920 280.160 406.560 38.860 292.500 177.600 893.200 117.000 470.400 476.000 113.172.903 113.172.917 ronde buis ei-profiel koker-profiel

Drukriolering: Druk- en persriolering Dongeradeel diameter jaar vervanging 50 63 90 110 125 160 205 245 395 405 2034 24 2036 10 99 365 2038 129 1058 2040 61 83 20 2045 15 2046 114 2047 121 405 2048 172 2050 75 2051 513 2053 9 1043 2055 2908 2056 371 2058 229 247 2059 31 2060 406 282 2061 266 2062 76 2063 236 190 3216 2064 192 4 2065 69 3938 1634 12 223 1368 2066 7437 258 83 2067 404 15 2068 536 2069 52 22 680 2071 46 133 2072 104 607 kosten / m2 35 35 51 51 122 135 140 155 210 210 jaar vervanging 2034 3.240 3.240 2035 2036 510 12.078 76.650 89.238 2037 2038 18.060 163.990 182.050 2039 2040 2.135 4.233 2.800 9.168 2041 2042 2043 2044 2045 765 765 2046 5.814 5.814 2047 4.235 20.655 24.890 2048 6.020 6.020 2049 2050 2.625 2.625 2051 26.163 26.163 2052 2053 315 140.805 141.120 2054 2055 101.780 101.780 2056 12.985 12.985 2057 2058 8.015 12.597 20.612 2059 1.581 1.581 2060 14.210 43.710 57.920 2061 9.310 9.310 2062 2.660 2.660 2063 8.260 9.690 450.240 468.190 2064 9.792 560 10.352 2065 2.415 137.830 83.334 612 31.220 287.280 542.691 2066 260.295 13.158 10.126 283.579 2067 14.140 2.100 16.240 2068 18.760 18.760 2069 1.820 1.122 82.960 85.902 2070 2071 2.346 27.930 30.276 2072 3.640 74.054 77.694 6.650 604.800 105.723 86.649 179.218 144.045 504.980 207.700 27.930 363.930 2.231.625

Totale kosten per jaar: Waarbij de kosten voor de jaren 2014 t/m 2020 afkomstig zijn van de uitvoeringsplanning. De vervangingskosten voor de periode 2020 t/m 2072 zijn gebaseerd op de technische levensduur. lange termijn korte termijn investeringsplan vervangingsjaar vrijvervalriolering (projectmatig) vrijverval drukriolering Totaal 2013 565.167 1.300.000 1.300.000 2014 447.400 1.681.992,00 1.681.992 2015 1.395.171 2.250.000,00 2.250.000 2016 796.483 1.690.384,00 1.690.384 2017 17.182 1.080.000,00 1.080.000 2018 643.008 1.145.000,00 1.145.000 2019 142.380 675.000,00 675.000 2020 1.616.362 600.000 1.495.313 1.966.650 2021 657.757 536.708 1.366.650 2022 832.632 711.583 1.366.650 2023 1.625.450 1.504.402 1.366.650 2024 2.706.294 2.585.245 1.366.650 2025 2.843.741 2.722.692 2.714.565 2026 1.867.824 1.746.775 2.714.565 2027 1.086.959 965.910 2.714.565 2028 5.474.547 5.353.498 2.714.565 2029 2.905.000 2.783.951 2.714.565 2030 2.166.970 2.045.921 2.184.551 2031 603.010 481.961 2.184.551 2032 1.980.189 1.859.140 2.184.551 2033 3.613.932 3.492.883 2.184.551 2034 3.160.661 3.039.612 3.240 2.184.551 2035 4.158.654 4.037.605 2.732.469 2036 3.129.673 3.008.624 89.238 2.732.469 2037 2.819.543 2.698.494 2.732.469 2038 6.065.658 5.944.609 182.050 2.732.469 2039 3.096.820 2.975.772 2.732.469 2040 3.149.628 3.028.579 9.168 2.732.469 2041 2.036.588 1.915.539 2.732.469 2042 1.848.658 1.727.609 2.732.469 2043 1.745.537 1.624.488 2.732.469 2044 203.963 82.914 2.732.469 2045 1.003.309 882.260 765 587.687 2046 348.590 227.541 5.814 587.687 2047 461.872 340.823 24.890 587.687 2048 535.022 413.973 6.020 587.687 2049 1.157.397 1.036.348 587.687 2050 1.557.504 1.436.455 2.625 1.153.213 2051 193.565 72.517 26.163 1.153.213 2052 416.259 295.211 1.153.213 2053 2.605.840 2.484.791 141.120 1.153.213 2054 1.428.231 1.307.182 1.153.213 2055 907.547 786.499 101.780 1.258.609 2056 617.030 495.981 12.985 1.258.609 2057 486.443 365.395 1.258.609 2058 2.785.221 2.664.172 20.612 1.258.609 2059 1.965.090 1.844.042 1.581 1.258.609 2060 4.378.438 4.257.389 57.920 2.829.448 2061 1.797.020 1.675.972 9.310 2.829.448 2062 1.135.681 1.014.633 2.660 2.829.448 2063 4.084.138 3.963.089 468.190 2.829.448 2064 2.808.776 2.687.728 10.352 2.829.448 2065 5.844.405 5.723.356 542.691 2.918.799 2066 3.815.113 3.694.064 283.579 2.918.799 2067 2.663.862 2.542.813 16.240 2.918.799 2068 277.842 156.793 18.760 2.918.799 2069 1.650.843 1.529.794 85.902 2.918.799 2070 1.123.621 1.002.573 863.287 2071 1.603.373 1.482.324 30.276 863.287 2072 118.044 3.005 77.694 863.287 totaal 113.172.917 10.422.376 102.750.541 2.231.625 115.404.541 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 2 -

BIJLAGE 3 KOSTENDEKKINGSPLAN Scenario F Gemeente Dongeradeel Kostendekkingsplan rioleringszorg versie 5: definitief d.d. 25 september 2013 BASISSCENARIO bestemmingsreserve inzetten om stijging heffing te temperen Huidige rioolheffing 2013 (per h.e.) 183 Uiteindelijke Rioolheffing (2072): 510 Saldo voorziening 2013: 969.194 Saldo voorziening 2072: 9.636.530 lopende kpa.lst (2013) 882.043 39% kapitaallasten in 2050 ná vervangingspiek percentage 2013 +/ - 5% 2.221.355 39% Uitgangspunten financiering: - Lineaire afschrijving - Economische afschrijvingstermijn: Dongeradeel Rioleringsbuizen (vrijverval en druk/ pers) en rvz 40 jaar Pompinstallaties (gemalen) (exploitatie) 1 jaar Pompputten (bouwkundig) 40 jaar Telemetrie (exploitatie) 1 jaar Onderzoeken (exploitatie) 1 jaar Grondwatervoorzieningen 40 jaar - Rentepercentage (interne rekenrente) 4,50 % - BTW (vanaf 1 oktober 2012) 21% - alle uitgaven exclusief BTW - Technische levensduur kan afwijken van de economische levensduur - 100% kostendekkend tarief - Voorziening mag niet negatief staan - Geegaliseerde tariefstijging en inzet voorziening - Berekeningen exclusief indexatie 5.000.000 4.500.000 4.000.000 3.500.000 stand voorziening 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 password = dhv 0 jaar 2013 2016 2019 2022 2025 2028 2031 2034 2037 2040 2043 2046 2049 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 3 -

JAAR INKOMSTEN Kleinverbruik Rioolheffing Stijging heffing Oninbaar Toevoeging uit # h.e. kleinverbruik Inkomsten rioolheffing en bestemmings Totaal omgerekend exclusief indexatie totaal Leegstand reserve uitgangspunt = nulgroei in 5 jr naar 0 2013 11.027 182,64 2.014.000 0 232.422 2.246.422 2014 11.027 187,21 2,50% 2.064.350 0 250.190 2.314.540 2015 11.027 205,46 9,75% 2.265.624 0 108.000 2.373.624 2016 11.027 225,49 9,75% 2.486.522 0 74.000 2.560.522 2017 11.027 246,91 9,50% 2.722.742 0 0 2.722.742 2018 11.027 259,88 5,25% 2.865.686 0 0 2.865.686 2019 11.027 270,27 4,00% 2.980.314 0 2.980.314 2020 11.027 281,08 4,00% 3.099.526 0 0 3.099.526 2021 11.027 292,32 4,00% 3.223.507 0 0 3.223.507 2022 11.027 304,02 4,00% 3.352.447 0 0 3.352.447 2023 11.027 316,18 4,00% 3.486.545 0 0 3.486.545 2024 11.027 328,83 4,00% 3.626.007 0 0 3.626.007 2025 11.027 341,98 4,00% 3.771.047 0 0 3.771.047 2026 11.027 355,66 4,00% 3.921.889 0 0 3.921.889 2027 11.027 369,88 4,00% 4.078.765 0 0 4.078.765 2028 11.027 384,68 4,00% 4.241.915 0 0 4.241.915 2029 11.027 400,07 4,00% 4.411.592 0 0 4.411.592 2030 11.027 413,07 3,25% 4.554.969 0 0 4.554.969 2031 11.027 426,49 3,25% 4.703.005 0 0 4.703.005 2032 11.027 440,35 3,25% 4.855.853 0 0 4.855.853 2033 11.027 454,67 3,25% 5.013.668 0 0 5.013.668 2034 11.027 469,44 3,25% 5.176.612 0 0 5.176.612 2035 11.027 484,70 3,25% 5.344.852 0 0 5.344.852 2036 11.027 500,45 3,25% 5.518.560 0 0 5.518.560 2037 11.027 510,46 2,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2038 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2039 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2040 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2041 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2042 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2043 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2044 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2045 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2046 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2047 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2048 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2049 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 2050 11.027 510,46 0,00% 5.628.931 0 0 5.628.931 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 4 -

JAAR LASTEN Exploitatielasten Lopende kapitaallasten Nieuwe BTW 19% BTW 21% BTW exclusief oude kapitaallast BTW component over alle over nieuwe Subtotale BTW investeringen t/ m 2012 vervangingen exploitatie lopende kap lst kap lst (vervanging) lasten incl BRP in jaar N+1 2013 961.393 882.043 0 86.926 167.588 0 2.097.950 2014 1.049.393 882.043 91.000 105.406 167.588 19.110 2.314.540 2015 1.049.393 882.043 139.433 105.406 167.588 29.281 2.373.144 2016 1.049.393 881.261 294.641 105.406 167.440 61.875 2.560.015 2017 1.049.393 881.261 408.144 105.406 167.440 85.710 2.697.353 2018 1.049.393 881.261 475.578 105.406 167.440 99.871 2.778.949 2019 1.074.393 878.707 542.823 110.656 166.954 113.993 2.887.526 2020 1.074.393 878.707 575.609 110.656 166.954 120.878 2.927.198 2021 1.124.393 865.616 693.537 121.156 164.467 145.643 3.114.812 2022 1.124.393 842.786 771.094 121.156 160.129 161.930 3.181.488 2023 1.074.393 842.786 843.612 110.656 160.129 177.159 3.208.735 2024 1.074.393 782.893 908.570 110.656 148.750 190.800 3.216.063 2025 1.074.393 761.610 964.605 110.656 144.706 202.567 3.258.537 2026 1.074.393 687.591 1.107.904 110.656 130.642 232.660 3.343.847 2027 1.074.393 687.591 1.244.835 110.656 130.642 261.415 3.509.533 2028 1.074.393 686.072 1.379.759 110.656 130.354 289.749 3.670.983 2029 1.074.393 652.770 1.512.060 110.656 124.026 317.533 3.791.438 2030 1.074.393 551.922 1.638.990 110.656 104.865 344.188 3.825.014 2031 1.124.393 471.965 1.719.990 121.156 89.673 361.198 3.888.375 2032 1.124.393 471.965 1.794.312 121.156 89.673 376.806 3.978.305 2033 1.129.393 252.744 1.863.294 122.206 48.021 391.292 3.806.951 2034 1.129.393 252.744 1.911.592 122.206 48.021 401.434 3.865.391 2035 1.129.393 233.444 1.952.508 122.206 44.354 410.027 3.891.933 2036 1.129.393 136.954 2.022.343 122.206 26.021 424.692 3.861.609 2037 1.129.393 65.148 2.078.651 122.206 12.378 436.517 3.844.293 2038 1.129.393 0 2.126.039 122.206 0 446.468 3.824.106 2039 1.129.393 2.170.844 122.206 455.877 3.878.320 2040 1.129.393 2.217.389 122.206 465.652 3.934.640 2041 1.179.393 2.265.746 132.706 475.807 4.053.652 2042 1.179.393 2.319.489 132.706 487.093 4.118.681 2043 1.129.393 2.375.386 122.206 498.831 4.125.816 2044 1.129.393 2.430.024 122.206 510.305 4.191.929 2045 1.129.393 2.486.812 122.206 522.230 4.260.641 2046 1.129.393 2.433.720 122.206 511.081 4.196.401 2047 1.129.393 2.380.629 122.206 499.932 4.132.160 2048 1.129.393 2.327.538 122.206 488.783 4.067.920 2049 1.129.393 2.274.446 122.206 477.634 4.003.679 2050 1.129.393 2.221.355 122.206 466.485 3.939.439 2051 1.179.393 2.168.264 132.706 455.335 3.935.698 2052 1.179.393 2.115.172 132.706 444.186 3.871.458 2053 1.129.393 2.062.081 122.206 433.037 3.746.717 2054 1.129.393 1.976.490 122.206 415.063 3.643.152 2055 1.129.393 1.924.861 122.206 404.221 3.580.681 2056 1.129.393 1.799.974 122.206 377.995 3.429.568 2057 1.129.393 1.751.678 122.206 367.852 3.371.129 2058 1.131.893 1.663.034 122.731 349.237 3.266.895 2059 1.131.893 1.564.522 122.731 328.550 3.147.696 2060 1.131.893 1.520.526 122.731 319.310 3.094.461 2061 1.181.893 1.416.640 133.231 297.494 3.029.258 2062 1.181.893 1.375.369 133.231 288.827 2.979.320 2063 1.131.893 1.303.614 122.731 273.759 2.831.997 2064 1.131.893 1.206.098 122.731 253.281 2.714.003 2065 1.131.893 1.143.225 122.731 240.077 2.637.927 2066 1.131.893 1.049.930 122.731 220.485 2.525.039 2067 1.131.893 1.016.487 122.731 213.462 2.484.574 2068 1.131.893 929.640 122.731 195.224 2.379.488 2069 1.131.893 845.135 122.731 177.478 2.277.237 2070 1.131.893 763.188 122.731 160.270 2.178.082 2071 1.181.893 684.736 133.231 143.795 2.143.654 2072 1.181.893 585.799 133.231 123.018 2.023.941 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 5 -

VOORZIENING VERVANGING RIOLERING JAAR VOORZIENING VOORZIENING BTW netto Stand voorz Jaarruimte jaarruimte toevoeging per 1 januari Bruto investering Onttrekking uit Netto investering Stand voorz baten minus lasten (last) voorziening (incl. jaarruimte) vervangingen Voorziening te activeren per 31 december 2013 148.472 25.768 122.704 969.194 1.300.000 0 1.300.000 969.194 2014 0 0 0 969.194 1.681.992 969.194 712.798 0 2015 480 83 397 397 2.250.000 397 2.249.603 0 2016 507 88 419 419 1.690.384 419 1.689.965 0 2017 25.389 4.406 20.983 20.983 1.080.000 20.983 1.059.017 0 2018 86.737 15.054 71.684 71.684 1.145.000 71.684 1.073.316 0 2019 92.788 16.104 76.684 76.684 675.000 76.684 598.316 0 2020 172.328 29.908 142.420 142.420 1.966.650 142.420 1.824.230 0 2021 108.695 18.864 89.830 89.830 1.366.650 89.830 1.276.820 0 2022 170.959 29.671 141.288 141.288 1.366.650 141.288 1.225.362 0 2023 277.810 48.215 229.595 229.595 1.366.650 229.595 1.137.055 0 2024 409.945 71.147 338.797 338.797 1.366.650 338.797 1.027.853 0 2025 512.510 88.948 423.562 423.562 2.714.565 423.562 2.291.003 0 2026 578.043 100.321 477.721 477.721 2.714.565 477.721 2.236.844 0 2027 569.232 98.792 470.440 470.440 2.714.565 470.440 2.244.125 0 2028 570.933 99.088 471.845 471.845 2.714.565 471.845 2.242.720 0 2029 620.154 107.630 512.524 512.524 2.714.565 512.524 2.202.041 0 2030 729.955 126.686 603.269 603.269 2.184.551 603.269 1.581.283 0 2031 814.630 141.382 673.248 673.248 2.184.551 673.248 1.511.303 0 2032 877.548 152.302 725.246 725.246 2.184.551 725.246 1.459.305 0 2033 1.206.717 209.430 997.287 997.287 2.184.551 997.287 1.187.264 0 2034 1.311.221 227.567 1.083.654 1.083.654 2.184.551 1.083.654 1.100.897 0 2035 1.452.920 252.160 1.200.760 1.200.760 2.732.469 1.200.760 1.531.709 0 2036 1.656.951 287.570 1.369.381 1.369.381 2.732.469 1.369.381 1.363.088 0 2037 1.784.638 309.731 1.474.908 1.474.908 2.732.469 1.474.908 1.257.561 0 2038 1.804.825 313.234 1.491.591 1.491.591 2.732.469 1.491.591 1.240.878 0 2039 1.750.611 303.825 1.446.786 1.446.786 2.732.469 1.446.786 1.285.683 0 2040 1.694.291 294.051 1.400.241 1.400.241 2.732.469 1.400.241 1.332.228 0 2041 1.575.279 273.396 1.301.884 1.301.884 2.732.469 1.301.884 1.430.585 0 2042 1.510.250 262.109 1.248.140 1.248.140 2.732.469 1.248.140 1.484.329 0 2043 1.503.116 260.871 1.242.244 1.242.244 2.732.469 1.242.244 1.490.225 0 2044 1.437.003 249.397 1.187.605 1.187.605 2.732.469 1.187.605 1.544.864 0 2045 1.368.290 237.472 1.130.818 1.130.818 587.687 587.687 0 543.131 2046 1.432.531 248.621 1.183.910 1.727.041 587.687 587.687 0 1.139.354 2047 1.496.771 259.770 1.237.001 2.376.355 587.687 587.687 0 1.788.668 2048 1.561.012 270.919 1.290.092 3.078.760 587.687 587.687 0 2.491.073 2049 1.625.252 282.069 1.343.183 3.834.256 587.687 587.687 0 3.246.569 2050 1.689.492 293.218 1.396.275 4.642.844 1.153.213 1.153.213 0 3.489.631 De voorziening Riolering wordt aangewend voor investeringen in het kader van vervanging van riolering (buizen) en het bouwkundige deel van pompen en rioolgemalen. Aan deze grondslag ligt het vervangingsplan voor riolering en het bouwkundige deel van pompen en gemalen ten grondslag zoals opgenomen in bijlage 2 (riolering). Indien een investering doorgeschoven wordt beïnvloedt dat de rioolheffing niet; dit leidt namelijk tot een extra dotatie aan de voorziening. En zoals vermeld mag deze voorziening alleen gebruikt worden voor genoemde doeleinden. De geprognosticeerde netto dotatie aan de voorziening bij scenario a bedraagt in de periode 2013-2072 circa 77 miljoen. De vervangingsinvesteringen in die periode zijn geraamd op circa 115 miljoen. Extra dotaties aan de voorziening zullen derhalve niet snel leiden tot een te hoge stand van de voorziening (een stand die hoger is dan de verwachte investeringen). Daarnaast wordt het kostendekkingsplan tweejaarlijks geëvalueerd en vindt er (minimaal) 4 à 5 jaarlijks een actualisatie plaats in het kader van het nieuwe GRP. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 6 -

VOORZIENING GROOT ONDERHOUD VOORZIENING VOORZIENING JAAR Stand voorz Dotatie uit per 1 januari Onttrekking uit Stand voorz exploitatie (inclusief dotatie) Voorziening per 31 december pompen en gemalen 60.000 321.130 29.000 292.130 2013 60.000 352.130 45.950 306.180 2014 60.000 366.180 57.200 308.980 2015 60.000 368.980 118.750 250.230 2016 60.000 310.230 125.400 184.830 2017 60.000 244.830 110.750 134.080 2018 85.000 219.080 91.610 127.470 2019 85.000 212.470 91.610 120.860 2020 85.000 205.860 91.610 114.250 2021 85.000 199.250 91.610 107.640 2022 85.000 192.640 91.610 101.030 2023 85.000 186.030 91.610 94.420 2024 85.000 179.420 91.610 87.810 2025 85.000 172.810 91.610 81.200 2026 85.000 166.200 91.610 74.590 2027 85.000 159.590 91.610 67.980 2028 85.000 152.980 91.610 61.370 2029 85.000 146.370 91.610 54.760 2030 85.000 139.760 91.610 48.150 2031 85.000 133.150 91.610 41.540 2032 90.000 131.540 91.610 39.930 2033 90.000 129.930 91.610 38.320 2034 90.000 128.320 91.610 36.710 2035 90.000 126.710 91.610 35.100 2036 90.000 125.100 91.610 33.490 2037 90.000 123.490 91.610 31.880 2038 90.000 121.880 91.610 30.270 2039 90.000 120.270 91.610 28.660 2040 90.000 118.660 91.610 27.050 2041 90.000 117.050 91.610 25.440 2042 90.000 115.440 91.610 23.830 2043 90.000 113.830 91.610 22.220 2044 90.000 112.220 91.610 20.610 2045 90.000 110.610 91.610 19.000 2046 90.000 109.000 91.610 17.390 2047 90.000 107.390 91.610 15.780 2048 90.000 105.780 91.610 14.170 2049 90.000 104.170 91.610 12.560 2050 De Voorziening Groot Onderhoud wordt enkel aangewend voor de elektrisch/mechanische vervangingen van pompen en gemalen. De dotatie kan jaarlijks bijgesteld worden. De dotatie en investeringen zijn over de gehele beschouwde periode (tot en met 2072) in evenwicht. 25 september 2013 Alleen voor intern gebruik - 7 -

BIJLAGE 4 FINANCIELE ONDERBOUWING GEMEENTE DANTUMADIEL

MEMO Aan : Gerrie Veldsink, gemeente Dantumadiel Van : Marco de Kraker Kopie : Dossier : BC3226 Project : Financiële paragrafen vgrp Dantumadiel en Dongeradeel Betreft : Financiële paragraaf Dantumadiel Datum : 12 augustus 2013 Status : Definitief, versie 2 Classificatie : Alleen voor intern gebruik 1 VERBREDE RIOOLHEFFING, WAT IS ER NODIG In dit hoofdstuk worden de kosten en baten (inning van de rioolheffing) van de rioleringszorg behandeld. De Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt dat de rioolheffing maximaal kostendekkend mag zijn (de gemeente mag besluiten om een deel van de kosten uit andere middelen te financieren). Het is daarnaast toegestaan om voor toekomstige (riool)vervangingen of groot onderhoud een voorziening in het leven te roepen en voor deze toekomstige uitgaven te sparen 1. Deze voorziening mag tevens ingezet worden om het tarief enigszins te egaliseren. Een meer dan 100% kostendekkende rioolheffing is niet toegestaan. Aan de uitgavenzijde wordt onderscheid gemaakt in lopende kapitaallasten, nieuwe investeringen (vervanging en afkoppeling), exploitatielasten (personele inzet en beheer en onderhoud stelsel) en overige maatregelen (zoals onderzoeken). Deze aspecten worden onderstaand behandeld. De inkomstenkant is de exponent van de uitgavenzijde. In hoofdstuk 1.4 wordt de heffing berekend die nodig is om een kostendekkend geheel te hebben en in de toekomst te houden. Om deze reden wordt een periode van 60 jaar in ogenschouw genomen. Er kan geanticipeerd worden op een toekomstige stijging of daling van de lasten. Naast de financiën, moet ook de personele kant niet uit het oog verloren worden. In hoofdstuk 1.7 wordt de theoretisch benodigde en daadwerkelijk aanwezige formatie voor riolerings- en stedelijk waterbeheer binnen de gemeente Dantumadiel belicht. Ook wordt met een schuin oog gekeken naar het effect van een eventuele fusie van de gemeentes Dantumadiel en Dongeradeel op de theoretisch benodigde personele capaciteit van de binnendienst. Aangezien de buitendienst reeds samengevoegd is, wordt daar op voorhand geen verdere personele efficiency verwacht. 1 = Sparen kan eveneens door het creëren financiële ruimte in de toekomst door nu minder investeringen te activeren. Lagere kapitaallasten leiden tot meer ruimte voor toekomstige investeringen.