Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Oogsten 9 1.1 Oogstmoment 9 1.2 Oogstwerkzaamheden 12 1.3 Oogstmethoden 14 1.4 Kwaliteitseisen voor het product 25 1.5 Apparatuur voor oogstverwerking 30 1.6 Afsluiting 35 2 Transport 37 2.1 Het gebruik van diverse karren en pallets 37 2.2 Aanvoer- en beladingsvoorschrift 42 2.3 Fust en voorraadbeheer 45 2.4 Verpakken 46 2.5 Herkenbaarheid van producten 50 2.6 Transport naar veiling of klant 54 2.7 Afsluiting 58 3 Arbeid 60 3.1 Functies binnen het bedrijf 60 3.2 Arbeidsbehoefte 64 3.3 Registratie 66 3.4 Afsluiting 69 4 Koelen 70 4.1 Koelen in de keten 70 4.2 Voorkoelen 76 4.3 Flower ice 81 4.4 De koelcel op het teeltbedrijf 82 4.5 Afsluiting 86 5 Afzet 88 5.1 Prijsvorming 88 5.2 Houdbaarheid 95 5.3 Voorbehandelen 97 5.4 Afzetkosten 105 5.5 Toegevoegde waarde 108 5.6 Afsluiting 117 INHOUD 7
6 Veiling en handel 119 6.1 Afzetkanalen 119 6.2 Leveringsdocumenten 130 6.3 Productkeuring 135 6.4 Afsluiting 141 7 Kwaliteit en rendement 143 7.1 Kwaliteitszorgsystemen 143 7.2 Keurmerken in de glastuinbouw 156 7.3 Bedrijfsvergelijking 162 7.4 Oogstregistratie 166 7.5 Afsluiting 175 Trefwoordenlijst 177 8 KWALITEIT OOGSTEN EN AFZET VERBETEREN
1 Oogsten Oriëntatie Oogsten vraagt een heel serieuze voorbereiding. Ten eerste moet je het meest optimale oogstmoment bepalen. Je moet je daarbij natuurlijk afvragen welke factoren het oogstmoment kunnen beïnvloeden. Een volgend aandachtspunt zijn de oogstwerkzaamheden zelf. Op welke manier oogst je? Pluk je of knip je het product? Wat doe je vervolgens met het product? Je kunt het product verzamelen in een mand of buisrailkar. Een ander belangrijk aspect is de arbeid. Maak je als ondernemer gebruik van vast personeel of werk je met uitzendkrachten? Fig. 1.1 Gewassen kun je op verschillende manieren oogsten. Trostomaten worden geknipt. 1.1 Oogstmoment De meeste bananen worden geïmporteerd uit Zuid-Amerika. Deze worden groen geoogst en verpakt in dozen. De reis per schip over oceaan duurt ongeveer veertien dagen. De importeur rijpt de bananen met ethyleen. De handel zorgt er vervolgens voor dat de bananen in het juiste rijpingsstadium in de winkel liggen. Met koelen en het gebruik van ethyleen kun je de afzet naar de winkelier/consument goed regelen. De banaan is dus een flexibel product. Dit is echter niet met veel producten het geval. De volgende factoren kunnen het oogstmoment bepalen: rijpheid; grootte; prijs; ruimtegebrek; plantbelasting; moment van de dag. OOGSTEN 9
Hieronder gaan we nader op deze factoren in. Rijpheid Bij snijbloemen, bloeiende potplanten en verkleurende vruchten is rijpheid bepalend voor het oogstmoment. Voor talrijke van deze producten is een ideaal oogstmoment vastgesteld. Veel veilingen hebben kaarten en boekjes uitgegeven waarop foto s van de producten staan in verschillende stadia. Vaak is het oogsttijdstip per seizoen verschillend. Tomaten worden in de zomer groener geoogst dan in de winter. Door de hogere temperatuur in de zomer rijpen de vruchten namelijk sneller door. Als je bloemen te rauw oogst, dan bevat de bloem nog niet voldoende suikers om goed open te kunnen gaan. Als je bloemen te rijp oogst, dan zijn ze uitgebloeid voordat ze bij de consument zijn. Het aantal bloeiende bloempjes bepaalt bij de meeste potplanten het oogstmoment. Een consument koopt geen bloeiende potplant waarvan alle bloemen nog in de knop zitten. Bij vruchten zoals paprika en tomaat bepaalt de kleur mede het oogstmoment. Grootte Bij groene potplanten bepaalt de grootte doorgaans het oogstmoment. Bladplanten zoals Ficus en Hedera groeien gewoon door wanneer ze voldoende ruimte hebben. De teler bepaalt zelf welke maat plant hij wil verkopen. Dit heeft hij in zijn teeltplan vastgelegd. Stel, je wilt Ficus benjamina van 60 cm telen in potten van 13 cm. Er staan dan 20 planten per m 2 in de kas op het moment van afleveren. Wil je grotere of kleinere ficussen telen dan heb grotere of kleinere potten nodig. En er staan dan natuurlijk minder of meer planten per m 2 kas. Bij bladgewassen die een krop vormen, bepaalt het gewicht het oogstmoment. Zo moet eikenbladsla minimaal 100 gram per krop wegen en ijsbergsla 200 gram. De teler kan zelf een keuze maken om de sla licht of zwaar te oogsten. Prijs en planning spelen hierbij ook een rol. Fig. 1.2 De grootte van de radijs bepaalt de oogstrijpheid. 10 KWALITEIT OOGSTEN EN AFZET VERBETEREN
Prijs Bij veel producten kun je de oogst enkele dagen vervroegen of verlaten. Langer is vaak niet mogelijk, omdat bijvoorbeeld de vrucht te klein of te groot is. Meestal past het ook niet in de planning om vroeger of later te oogsten. Veel bedrijven hebben namelijk een vast oogstritme. Een tomatenbedrijf oogst bijvoorbeeld op maandag, woensdag en vrijdag. Toch spelen bedrijven in op de prijs, met name bedrijven die snijbloemen telen. In de aanloop naar feestdagen als moederdag, Valentijnsdag en Kerstmis zijn de prijzen meestal hoger. Een teler weet hoelang een teelt duurt. Door het kiezen van de juiste data (planten, verduisteren of belichten) kan hij het oogstmoment redelijk plannen. Bij een enkele snijbloem, zoals bij de Anthurium, kun je bloemen sparen. Je oogst dan alleen de rijpste bloemen en voor de feestdagen oogst je alle oogstrijpe bloemen. Ruimtegebrek Ruimtegebrek speelt alleen in de potplantenteelt. Bij veel teelten worden de potten ruimer gezet gedurende de teelt om de planten meer groeiruimte te geven. Wanneer je dit niet doet krijg je een kwalitatief mindere plant. Door een foutje in de planning of door bijvoorbeeld donker weer moet je het eindproduct eerder oogsten dan de bedoeling was. Je hebt namelijk de ruimte nodig om de jongere planten meer groeiruimte te geven. Plantbelasting Wanneer een komkommerplant een bepaalde grootte heeft, vormt deze zijn eerste vrucht, vervolgens een tweede enzovoort. De vruchten groeien uit. Er kan een moment ontstaan dat alle energie van de plant naar de vruchten gaat en niet naar de groei van de plant. De plant is dan te zwaar belast. Gelukkig worden er regelmatig vruchten geoogst, zodat er een evenwicht is tussen vruchtgroei en plantgroei. Het kan dus voorkomen dat een oogster een oogstbare vrucht laat hangen om de plantbelasting op peil te houden. Is de plantbelasting te laag, dan gaat de plant te vegetatief groeien. Dit speelt ook bij andere vruchtgroenten zoals tomaat, paprika en aubergine. Moment van de dag Gedurende de nacht is er minder verdamping. Dit komt door de lagere temperatuur in de kas. De plant vult alle cellen maximaal met water. In de ochtend is de celspanning groot. De kruidachtige delen van de plant zijn dan knapperiger, waardoor je ze gemakkelijk kunt breken. Wanneer de plant wat langer verdampt heeft, wordt de stengel weer wat taaier. Wanneer het uitkomt binnen de planning kun je dus beter oogsten in de ochtend dan in de middag. Vragen 1.1 a Hoe bepaal je de oogstrijpheid bij snijbloemen, bloeiende kamerplanten, groene kamerplanten en vruchtgroenten? b Waarom is het lastig voor een potplantenteler tijdens de teelt te beslissen om bijvoorbeeld een grotere maat te gaan telen? c Wat kan er gebeuren wanneer je de plantbelasting flink verlaagt door vruchten te oogsten? OOGSTMOMENT 11