1 september 2005 1 september 2008



Vergelijkbare documenten
Nieuwe kans op extra instroom

CONVENANT WIJKLEERBEDRIJF VENRAY SAMENWERKINGSPARTNERS

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Via de wijk aan het werk

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR

Doelomschrijving vier deelnemende scholen

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Branchegericht opleiden in de regio: er is veel mogelijk. Anja de Schutter Peter Steltman

Onderzoeken Werkplekleren

CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST 3 O's

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

De motor van de lerende organisatie

De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist

Projectplan. Cultuur als middel om onderwijs en omgeving te verbinden Mw. N. Remerie, P. Holland, M. Jakubowski en dhr. C. van Herkhuizen(penvoerder)

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

De missie van het Vakcollege

Gouden handjes? Gouden toekomst!

SAMEN LOOPBAANLEREN VERANKEREN OP SCHOOL WORKSHOP VOOR DECANEN SAMEN MET SCHOOLLEIDERS. Inge Kirsten De loopbaan van de leerling centraal

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

bewust Alternatieve Leerweg

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

Deel 2. Gevolgd onderwijs pag onderwijs op dit moment pag. 10

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Resultaten Monitor Ad-ronde 4B samenwerking mbo-hbo

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen

De verschillende soorten docentenstages Uitgangspunten Organisatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk De Haagse Hogeschool

PLAN VAN AANPAK CONVENANT LOONWERK-ONDERWIJS AOC S

XSservice BV. Samenwerking Project Boris & PROFIJT

De Gemengde Leerweg. wellantcollege ll. Informatie voor leerkrachten basisscholen

(Voortgezet) speciaal onderwijs voor leerlingen met een langdurige ziekte en/of lichamelijke beperking. Piramide werkt op het Podium

Toptechniek in Bedrijf Programmalijn 1

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

Mobiliteit in Logistiek Een inclusieve oplossing voor de Achterhoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WELKOM OP HET GROENE LYCEUM!

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs

Instituut voor Sociale Opleidingen

Toekomstplan. 12 februari Versie 1.1. Retail & Leisure Academy

Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding

Iedereen doet mee Geleerde lessen

Datum: 2 april 2015 Onderwerp: beleidskader regionale doorlopende leerlijn plus doelen 2015 kerngroep Toptechniek in Bedrijf Noordoost-Brabant

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO. Noord - Limburg Gemeente Venlo. 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief)

Pitstop Een onderzoek naar innovatie binnen het TT-Instituut

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Servicedocument. Leidinggeven en ondernemen ( )

Energizing the city: Almere energy axis

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Intentieverklaring Versie:

Stimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Zes nieuwe ICT-opleidingen voor het MBO

Slim samenwerken binnen en tussen vmbo en mbo in Zeeland. Presentatie tbv Bustour Slim Samenwerken VNG 27 maart 2013

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Voor Arbeid en Kansen (VAK) Plan van aanpak bij een gemeente. Het succes van samenwerking

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

Project Eén Groen Lyceum 1/10/2014-1/10/2016

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Middelbaar Beroepsonderwijs bij. Scholengemeenschap Bonaire

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Oplegvel Collegebesluit

Strategische Personeelsplanning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

Het invullen neemt ongeveer 20 minuten in beslag. U kunt de vragenlijst invullen tot 29 april 2016.

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Regionaal Investeringsfonds mbo

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Contextschets Techniek

Projectplan. 1 - Praktische gegevens Plaats Pilot Den Haag. Projectleider. Arno van Houwelingen / Peter Eskens. Deelnemende instellingen

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Transcriptie:

Titel project Aanvrager Contactpersoon Begin- en einddatum van het project Vakwerk Academie Interconfessionele Scholengroep Amsterdam e.o. / Scholengemeenschap Oost / Zuidoost (ISA) A. Pouwels 1 september 2005 1 september 2008 A. Uitgangspunten voor project Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie die wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen Het probleem waarvoor dit project een oplossing aandraagt is de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt. Daar waar beroepsonderwijs zou moeten leiden tot een goede voorbereiding op een beroep, is er veel jeugdwerkloosheid en vroegtijdige uitstroom onder leerlingen van het VMBO, MBO en HBO. Tegelijkertijd manifesteren zich in diverse sectoren tekorten omdat werkgevers er niet in slagen voldoende gekwalificeerd personeel te vinden en/of op te (laten) leiden. In de regio Amsterdam Oost en Zuidoost is de jeugdwerkloosheid een groot probleem, waarbij aangetekend wordt dat het hier voornamelijk gaat om allochtone jongeren. Zo zijn er bijvoorbeeld in de regio Amsterdam tussen de 40 en 50 vacatures in de scheepsmotorensector. Er zijn geen beroepsopleidingen die voldoen aan de specifieke vraag in deze richting. In de regio bestaat tevens een tekort aan flexibel en goed gekwalificeerd administratief personeel. Onderwijsinstellingen zoeken naar verbetering middels verschillende onderwijsconcepten, waarbij de integratie van de praktijk in het onderwijs vaak een rol speelt. Ook de aanpak van ongemotiveerde jongeren via allerlei vormen van hulpverlening is een vaak gevolgde strategie. Scholen zoeken naar goede mogelijkheden om allochtone en laag opgeleide jongeren te begeleiden naar een realistische beroepskeuze binnen het niveau waarop ze functioneren. Bedrijfsleven en overheden ontplooien initiatieven die variëren van veelomvattende plannen voor jeugdzorg tot werving in het buitenland. Zonder uit te weiden of te citeren uit de vele publicaties hierover, onderscheiden we in dit probleem enkele detailleringen. A. Veel jonge mensen behalen geen beroepskwalificatie. Jongelui die zo n kwalificatie wel bezitten, zijn desondanks vaak onvoldoende voorbereid op de eisen die een baan aan hen stelt. B. De regio kent grote jeugdwerkloosheid terwijl bedrijven in de regio er onvoldoende in slagen gekwalificeerde werknemers te vinden. C. De scholen in de beroepskolom zoeken naar oplossingen voor de vroegtijdige uitstroom van hun leerlingen. D. De aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus laat veel te wensen over. Dit wordt gezien als één van de factoren die leiden tot vroegtijdig afhaken. De deelproblemen gelden vrijwel zonder uitzondering voor alle sectoren van het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt. Ze gelden sterker naarmate het opleidingsniveau lager is. In dit project willen de scholen voor VMBO, MBO en HBO in Amsterdam Oost en Zuidoost, samen met partners uit het bedrijfsleven, dit complexe probleem aanpakken door middel van de Vakwerk Academie. In essentie is de Vakwerk Academie een Leerbedrijven Centrum dat bestaat uit een verzameling bedrijfjes van, voor en door leerlingen uit de hele beroepskolom. De scholen brengen 1

er een deel van hun opleiding onder. Dat opleidingsdeel wordt aangeboden als concreet werk. De leerlingen van het VMBO, de deelnemers van het MBO en de studenten van het HBO leren hier van en met elkaar on the job. De deelnemende partners verwachten dat dit zal leiden tot aanzienlijke verbeteringen, omdat de Vakwerk Academie: opleidt in de arbeidsmarkt, met en door werkgevers, wat zal leiden tot: o betere beroepsvoorbereiding o grotere motivatie voor jonge mensen o implementatie van geschikte onderwijsconcepten opleidt in de gehele beroepskolom, wat zal leiden tot: o afstemming tussen de verschillende onderwijsniveaus o opleidingsperspectief voor jongeren en de uitdaging om door te leren o arbeidsmarktperspectief o flexibel opgeleide werknemers 2. Beschrijf de doelen specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden. Omschrijf het draagvlak voor de doelen binnen het samenwerkingverband. Beschrijf de doelen / het doel van het project Opmerking vooraf: In de doelstellingen worden streefniveaus genoemd waarin de werknemers van de Vakwerk Academie worden vergeleken met vergelijkbare groepen die niet in de Vakwerk Academie zijn opgeleid. Ten behoeve van deze vergelijking wordt gebruik gemaakt van de data die de gemeente Amsterdam jaarlijks verzamelt. Als nulmeting gelden de data over het schooljaar 2003 2004. Een uitsplitsing hiervan naar de deelnemende scholen zal in juli 2005 beschikbaar zijn. Ook interviews worden gebruikt als toetsingsinstrument. Uit de probleemstelling zijn de volgende doelstellingen afgeleid: (letters corresponderen met de vorige paragraaf, we noemen eerst opnieuw het deelprobleem en dan de bijbehorende doelen) A. Gediplomeerden zijn formeel gekwalificeerd voor de arbeidsmarkt als ze minimaal niveau 2 MBO hebben. In de praktijk zijn ze ondanks het behaalde diploma vaak onvoldoende voorbereid op de eisen die het werken in een bedrijf aan hen stelt. Tegelijkertijd is er een grote groep die geen arbeidsmarktkwalificatie behaalt. Onderzoeksvraag: Sluit opleiden in de Vakwerk Academie beter aan op het werken in een bedrijf? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 1. 80 tot 100% van de werknemers van de Vakwerk Academie vindt binnen 6 maanden na het behalen van een beroepskwalificatie een baan en 80% van hen heeft na 1 jaar nog steeds een baan. 2. Na opleiding in de Vakwerk Academie, stroomt 80 tot 100% van de werknemers uit de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO en uit de niveau 1 opleidingen van het MBO, succesvol door naar niveau 2 opleidingen in het MBO en behaalt daar een beroepskwalificatie. 3. Uit interviews blijkt dat werkgevers tevreden zijn over de beroepsvaardigheden en de werknemerscompetenties van werknemers die zijn opgeleid in de Vakwerk Academie. B. De regio kent grote jeugdwerkloosheid, met name onder lager opgeleide allochtone jongeren. De regio kent een tekort aan gekwalificeerde werknemers in diverse sectoren en met name administratief personeel. Waar het hier gaat om relatief laag opgeleid personeel zouden bedrijven graag werven op de locale arbeidsmarkt, maar ze slagen er onvoldoende in hier werknemers te vinden. 2

Onderzoeksvraag: Leidt opleiden in de Vakwerk Academie binnen een sector die moeite heeft werknemers te rekruteren voor laag gekwalificeerd werk, tot voldoende motivatie bij jonge mensen om in die sector zulk werk te accepteren? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 4. Per jaar vinden minimaal 25 werknemers van de Vakwerk Academie een baan in een sector die tot nu toe moeite heeft werknemers te rekruteren en minimaal 80% van hen heeft die baan (of een vergelijkbare baan) na 1 jaar nog. 5. Uit interviews blijkt dat het werken in de Vakwerk Academie bijdraagt aan een realistischer beroepskeuze door laag opgeleide (allochtone) leerlingen. Onderzoeksvraag: Levert opleiden van (laag gekwalificeerd) administratief personeel in de Vakwerk Academie een zodanige verbetering van hun arbeidskwaliteit op dat ze deels kunnen voorzien in het tekort aan administratief personeel in de regio? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 6. Van de administratief medewerkers binnen de Vakwerk Academie vindt 80 tot 100% binnen 6 maanden na het behalen van een beroepskwalificatie een baan als administratief medewerker en minimaal 80% van hen heeft die baan (of een vergelijkbare baan) na 1 jaar nog. C. De scholen in de beroepskolom in deze regio hebben behoefte aan mogelijkheden om het onderwijs voor hun leerlingen / deelnemers / studenten boeiend te maken. De vroegtijdige uitstroom uit het VMBO en het MBO wordt algemeen in verband gebracht met het al te schoolse (lees ook: theoretische) karakter van deze opleidingen. Met name in de beroepsgerichte leerwegen van het VMBO en in de niveau 1 en 2 opleidingen van het MBO wordt het opleiden op de werkplek als een reële mogelijkheid gezien hier verbetering in te brengen. De scholen verwachten hiervan ook impulsen voor verbetering van de didactiek door de interactie met werkgevers als medeopleiders. Onderzoeksvraag: Leidt opleiden in de Vakwerk Academie tot meer enthousiasme voor school? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 7. Het spijbelgedrag onder de VMBO-ers in de Vakwerk Academie vermindert met 80 tot 100% ten opzichte van hun schooltijd voordat ze werkten in de Vakwerk Academie. Dit positieve effect is na een jaar nog merkbaar 8. De vroegtijdige uitval onder VMBO-ers en deelnemers van niveau 1 en 2 is 30 tot 50% minder dan bij vergelijkbare groepen in de nulmeting. Onderzoeksvraag: Leidt opleiden in de Vakwerk Academie tot implementatie van geschikte didactische werkvormen voor de beroepskolom? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 9. Scholen en bedrijven ontwikkelen een adequate werkwijze om vast te stellen welke leerstof vervangen wordt door het werk in de Vakwerk Academie en hoe die wordt getoetst. 10. Leermeesters en werkmeesters beschrijven het werk in een leerbedrijf in de stijl van een vorm van natuurlijk leren, waaraan zowel in school als in de Vakwerk Academie wordt gewerkt. 11. Scholen voor VMBO ontwikkelen variaties op hun curriculum waar opleiden via de Vakwerk Academie op een adequate wijze in past. D. De aansluiting tussen verschillende onderwijsniveaus laat veel te wensen over. Dit project poogt een bijdrage te leveren aan het vormgeven van de beroepskolom. De verwachting is dat door dit project de doorstroming tussen de niveaus zal verbeteren. Tevens leidt de samenwerking tussen jonge mensen van verschillende opleidingsniveaus door peergroup education tot verbetering van werknemerscompetenties. Onderzoeksvraag: 3

Leidt opleiden in de Vakwerk Academie tot betere doorstroming naar andere onderwijs niveaus? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 12. Van de VMBO-ers uit de Vakwerk Academie stroomt 80 tot 100% door naar een MBO opleiding en behaalt het diploma. 13. Van de MBO 4 medewerkers uit de Vakwerk Academie stroomt 30 tot 50% door naar het HBO en voltooit de opleiding. 14. Uit interviews blijkt dat succesvolle doorstroming mede wordt beïnvloed door de samenwerking met leeftijdgenoten uit hogere opleidingsniveaus Onderzoeksvraag: Leidt samenwerking tussen leeftijdgenoten van verschillende opleidingsniveaus (peergroup education) tot verbetering van werknemerscompetenties? Deze vraag is positief beantwoord als de volgende doelen zijn bereikt: 15. Uit interviews met leidinggevende medewerkers blijkt dat 80 tot 100% van de medewerkers uit de laagste opleidingsniveaus tijdens het werken in de Vakwerk Academie geen problemen vertoont die te maken hebben met het aanvaarden van autoriteit. 16. Uit interviews met leidinggevende medewerkers blijkt dat 80 tot 100% van de medewerkers uit de laagste opleidingsniveaus over voldoende zelfverantwoordelijkheid, initiatief en sociale vaardigheid beschikken, dan wel hierin belangrijke vorderingen maken. Uit interviews met laatstgenoemde groep blijkt dat het voorbeeld van leeftijdgenoten uit hogere opleidingsniveaus hier een positieve invloed heeft. Doelen t.a.v. Organisatie en Onderwijs 17. De samenwerking tussen scholen voor VMBO, MBO en HBO leidt tot de volgende positieve effecten (soms al in eerder genoemde doelen gespecificeerd): o Afstemming van didactiek en pedagogiek draagt bij aan de ontwikkeling van doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen o Inverdienen van studietijd bij doorstroming naar een hoger opleidingsniveau door betere afstemming van de opleidingsprogramma s o Stimulans tot doorleren o Vertrouwdheid van werknemers met opleidingsverschillen Doelen t.a.v. Financiën 18. De Vakwerk Academie genereert binnen 3 jaar voldoende financiële opbrengsten om te kunnen voortbestaan als regulier opleidingsinstrument voor de samenwerkende scholen en bedrijven. Doelen t.a.v. voorwaarden 19. Het project levert jaarlijkse overzichten (deels uitgesplitst per sector) van productie, financiën, personeel en organisatie, waaruit kan worden afgeleid: a. Wat is de optimale bedrijfsomvang voor een goede organisatie? (Hierbij wordt ook gelet op de relatie met de vele partners in onderwijs en bedrijfsleven en de opleidingsbehoefte van de scholen in de regio) b. Welke omvang is optimaal om facilitaire bedrijven van voldoende omvang (gelet op hun opleidende functie) op te kunnen zetten? c. Welke omvang is optimaal om studenten van het HBO een geschikte opleidingsplaats te bieden in het general management, het financieel management en het personeelsmanagement? 20. Het project levert HBO studenten een continue stroom onderzoeksopdrachten ten aanzien van alle doelstellingen die hiervoor zijn genoemd. De onderzoeksgegevens leveren adequate analyses van de Vakwerk Academie op. Deze dienen enerzijds als managementinformatie en leiden anderzijds tot eventuele bijstellingen waarmee de Vakwerk Academie een blijvend 4

opleidingsinstrument kan worden voor het Nederlandse beroepsonderwijs en bedrijfsleven. 21. Aan het eind van het derde projectjaar worden de doelen geëvalueerd en verschijnt een publicatie met conclusies en aanbevelingen. Draagvlak voor de doelen Alle gestelde doelen sluiten aan bij het politieke en maatschappelijke denken over het beroepsonderwijs. Het project sluit tevens aan bij de recente onderwijsontwikkelingen waarin de omslag wordt gemaakt naar competentiegericht leren (bijv. het Natuurlijk Leren concept van het APS). Ook sluiten de doelen aan bij de wens van het bedrijfsleven om leerlingen zodanig op te leiden dat zij na hun scholingstijd bedrijfsklaar zijn, zodat de tijd om hen in te werken en te begeleiden binnen het bedrijf aanmerkelijk wordt bekort. De deelnemende scholen zien het belang van de doelen scherp in. De scholen zien het liefst dat hun leerlingen aan de slag kunnen na hun scholingstijd of doorstromen naar een opleiding op een hoger niveau (talentontwikkeling). Het draagvlak vanuit de deelnemende scholen om sterk praktijkgericht onderwijs aan te gaan bieden, waarbij leren en werken worden geïntegreerd, blijkt uit de algehele deelname door het nagenoeg complete beroepsonderwijs in de regio Amsterdam Oost en Zuidoost. Door de samenwerking binnen de beroepskolom krijgen leerlingen, deelnemers, studenten de mogelijkheid van en met elkaar te leren. De partners uit het bedrijfsleven die betrokken zijn bij het project zien ook het belang van de Vakwerk Academie in. De Vakwerk Academie draagt bij tot het (branche)gericht opleiden van personeel hetgeen zowel de branche waarin de bedrijven werkzaam zijn ten goede komt als ook de leerlingen omdat hun kansen op de arbeidsmarkt toenemen. De partner Global Start heeft ervaring met mensen die langdurig buiten het arbeidsproces hebben gestaan. Hun training in een bedrijfsmatige omgeving vergroot de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk. Global Start doet dit uiterst succesvol: 80 90% van de tijdelijke medewerkers die bij Global Start een werktraject ingaan, stroomt door naar een passende functie binnen het reguliere bedrijfsleven. Global Start wil haar expertise inzetten voor de leerlingen van de Vakwerk Academie. Tijdens het uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat er veel mogelijke partners zowel in onderwijs als bedrijfsleven aan de Vakwerk Academie mee willen doen. In de loop van het project zal het aantal deelnemende partners geleidelijk worden uitgebreid. Het is voor bedrijven interessant om leerlingen in een opleidingsomgeving te laten kennisnemen van de werkzaamheden die binnen het specifieke bedrijf of de branche gedaan worden. De Vakwerk Academie voorziet in de roep om meer praktijkgericht onderwijs. 3. Thema s van het project Het project is gericht op versterking van de relatie onderwijs bedrijfsleven: verbetering van rendement van het beroepsonderwijs verhoging van de kwaliteit en professionaliteit van de output innovatie van pedagogiek en didactiek Ja Nee 5

4. Inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband Naam partner samenwerkingsverband ISA (Augustinus College en College De Meer) ROC ASA Omschrijving inhoudelijke inbreng Penvoerder en trekker van het project. Leermeesters. Leerlingen worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie. Mede trekker van het project. Leermeesters. Deelnemers worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie. Omschrijving deskundigheid Grote onderwijsinstelling met VMBO in alle leerwegen binnen de sectoren Zorg & Welzijn, Techniek, Economie. Ervaring met verandermanagement, onderwijsontwikkeling, leerwerktrajecten, assistentenopleiding, leerlingbedrijfjes Middelbare Beroepsopleidingen in Amsterdam met alle opleidingsniveaus in de sectoren Economie, Techniek en Zorg en Welzijn. Ervaring met verandermanagement en onderwijsontwikkeling Veel ervaring met het opleiden van risico-jongeren 6

Naam partner samenwerkingsverband Hogeschool InHolland ROC van Amsterdam, werkmaatschappij VMBO Montessori College Oost Wellant College, vestiging Linaeusstraat Scholengemeenschap Reigersbos Omschrijving inhoudelijke inbreng Mede initiatiefnemer. Studenten worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie. Onderzoeksopdrachten ten behoeve van managementinformatie, toetsing van de doelen en ontwikkeling van het geheel. Leermeesters, leerlingen worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie Leermeesters Leerlingen worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie Leermeesters Leerlingen worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie Leermeesters Leerlingen worden deels opgeleid in de Vakwerk Academie. Omschrijving deskundigheid Hoger Beroeps Onderwijs in alle sectoren. Onderzoekscapaciteit. Onderwijsontwikkeling. Management Onderdeel van groot ROC met alle sectoren. Meerdere VMBO scholen met alle leerwegen in de sectoren Economie, Zorg en Welzijn. Ervaring met verandermanagement, onderwijsontwikkeling, leerwerktrajecten, assistentenopleiding, doorlopende leerlijnen Veel ervaring met het opleiden van risico-jongeren VMBO school met alle leerwegen in de sectoren Economie, Zorg en Welzijn. Ervaring met onderwijsontwikkeling, leerwerktrajecten, assistentenopleiding, natuurlijk leren VMBO en MBO in de sector groen. Ervaring met natuurlijk leren en doorlopende leerlijnen. VMBO theoretische- en kaderberoepsgerichte leerweg in de sector economie. 7

Naam partner samenwerkingsverband Global Start Oranje Marine BV Quintas BV Meerzaan BV Stichting Welzijn Oost ING Amsterdam LAN AT WORK BV RENAULT AMSTERDAM BV Omschrijving inhoudelijke inbreng Werkmeester milieutechniek, werkmeester ict, productieafdeling gescheiden afval, computerrecycling Werkmeester scheepsmotorentechniek, onderhouds- en reparatieafdeling buitenboordmotoren, motoren voor instructie Werkmeester administratie, werkmeester callcenter, commerciële en administratieve trainingen Werkmeester evenementenbureau Werkmeester sociaal cultureel werk Kennis, outsourcing werk, managementondersteuning Werkmeester, kennis en ictapparatuur m.b.t. beveiliging Werkmeester voertuigen, Werkmeester magazijn Werkmeester plaatwerk Omschrijving deskundigheid Computerrecycling, opleiding en reïntegratie kansarme werkzoekenden. Kennis van de branche, netwerk. Interne opleiding monteurs en docenten. Kennis van de branche, netwerk. Zakelijke dienstverlening en accountancy. Kennis van de branche, netwerk. Erving in het competentiegericht opleiden in de praktijk Financiële en organisatorische deskundigheid en administratieve omgeving, kennis van e-bussiness en marktontwikkeling Kennis van IT en beveiliging Kennis van logistiek en magazijn, voertuigentechniek, metaalbewerking 8

5. Beschrijf de innovatie in het project Beschrijf de innovatie in het project: Heel kort gezegd is de innovatie binnen het project met name te vinden in de integrale aanpak van de mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt via enkele bijzondere invalshoeken. Die bijzondere invalshoeken zijn (ook weer kort gezegd): de inzet van de volledige kolom van het beroepsonderwijs, de inzet van nagenoeg alle scholen voor beroepsonderwijs in de regio, de inzet van ondernemers als medeopleiders. Om met de laatste te beginnen: De participatie van bedrijven garandeert dat de opleidingsplek geen simulatie is. Daar zal een stimulerende en corrigerende werking van uitgaan op de houding van alle medewerkers. Hun persoonlijke ontwikkeling en hun leerprestaties worden gestimuleerd, en gewaardeerd onderwijs en bedrijfsleven. De interactie tussen werkmeesters (lees: medewerkers van de participerende bedrijven) en leermeesters (lees: docenten van de participerende scholen) leidt logischerwijs tot vraaggestuurd onderwijs en biedt met name de docenten volop gelegenheid hun didactisch repertoire uit te breiden. Bedrijven hebben de gelegenheid branchegericht op te leiden met het oog op hun personeelsvoorziening, leerlingen kunnen aansluitend een baan vinden. In de tweede plaats: De intensieve manier waarop scholen in de regio in dit project samenwerken garandeert verspreiding van de opgedane ervaring en waar nodig bijsturing om tot grote kwaliteit te komen. Pedagogische kennis en didactische vaardigheid zal binnen alle scholen toenemen. Tenslotte: De aanwezigheid van jonge mensen in opleiding uit alle niveaus van de beroepskolom schept een leeromgeving van peergroup education. Hierin gaat dit project veel verder dan de tutor projecten die het onderwijs al langer kent. Eigenlijk kan het daarmee niet vergeleken worden. Want hoewel het (nagenoeg) leeftijdgenoten zijn die met elkaar werken, zijn de verhoudingen hiërarchisch en bedrijfsconform. De onderzoekscapaciteit van met name het HBO zorgt ervoor dat alle ontwikkelingen (bedrijfsmatig, financieel, didactisch, pedagogisch, ) worden gevolgd, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De grote schaal van de Vakwerk Academie staat borg voor implementatie en continuïteit. Uiterlijk een jaar na de start gaan meer bedrijven participeren. Zo wordt het mogelijk volwaardige werkzaamheden (van uitvoerend tot leidinggevend) aan te bieden in het facilitair bedrijf (administratie, technische dienst, schoonmaak, beveiliging, catering bijvoorbeeld). Miniondernemingen op dit gebied blijven in de eigen school meestal steken in simulatie en kleinschaligheid. Overzicht van projecten in de basis- en breedte strategie binnen het samenwerkingsverband: Naam partner Naam project Korte omschrijving Basis strategie Breedte strategie Augustinus College KiK Leerling-bedrijfje catering binnen eigen school één dag per week voor lwt. Augustinus College en De Dreef SamenWerken Gezamenlijk werken en leren van VMBO en PRO leerlingen College De Meer Activerende Ontwikkelingstraject werkvormen voor docenten Wellant College Natuurlijk leren Didactische vernieuwing Montessori College Oost Het Nieuwe Leren Innovatieve Techniek Didactische vernieuwing Vernieuwing onderwijsprogramma ROC s Natuurlijk leren Didactische vernieuwing ROC s Doorlopende leerlijnen Vernieuwing curriculum VMBO MBO 9

Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op vergelijkbare innovatieve projecten? Zo ja, omschrijf de wijze van oriëntatie de resultaten van de oriëntatie hoe gebruik is gemaakt van deze resultaten en waarin het eigen project onderscheidend is. Ja Nee In de onderzoeksfase van het project zijn gesprekken gevoerd met afzonderlijke ondernemers, ondernemersverenigingen, directies van scholen en bestuurders van de gemeente Amsterdam en de Stadsdelen. Hierbij was steeds het concept van De Vakwerk Academie uitgangspunt van gesprek waarbij onderzocht werd of het concept aansluit op de behoeften die gevoeld worden door de ondernemers. Daarnaast hebben wij in de onderzoeksfase aansluiting gezocht bij de Taskforce Jeugdwerkloosheid en hebben wij ons georiënteerd op projecten binnen het beroepsonderwijs om leerlingen voor te bereiden op hun toekomstige beroep. Een initiatief waar wij ons op georiënteerd hebben is de Arena Academie, een project dat van 1999 tot 2003 plaatsvond in Amsterdam Zuidoost. Ook dit initiatief poogde een brug te slaan tussen onderwijs en bedrijfsleven. De valkuilen (onduidelijk onderwijsconcept, vage samenwerkingsafspraken, grote vrijblijvendheid op alle terreinen) dienen voor ons als voorbeeld hoe het niet moet. Na een bestuurlijk echec zijn binnen de Arena Academie enkele simulatiebedrijven ingericht. De successen hiervan (leerlingen leren on the job ) bleven beperkt en worden in de Vakwerk Academie uitgewerkt in een marktconforme context. Ook de problemen die het kostte om de ervaringen met de simulatiebedrijfjes te implementeren in het curriculum van de school zijn leerzaam voor de Vakwerk Academie. Verder hebben wij ons intensief georiënteerd op het project Diensten Desk Amsterdam dat door het beroepsonderwijs in Amsterdam is geïnitieerd in het kader van de Regionale Arrangementen Beroepsonderwijs. Op basis van de reactie van het bedrijfsleven en de eigen waardering van de onderzochte initiatieven is de voorbereidingsgroep tot de conclusie gekomen dat de vorm van door leerlingen, deelnemers en studenten zelfstandig gedraaide bedrijven het meest voldoet aan de wens opleidingen en de beroepspraktijk zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Deze vorm biedt ondernemers de mogelijkheid partnerships aan te gaan waarbij of kennis wordt overgedragen of delen productie worden uitbesteed die de medewerkers in staat stellen een vak onder de knie te krijgen en zich actief voor te bereiden op hun toekomstig beroep / werkveld. Een van de doelstellingen van het project is dat de ondernemingen na verloop van tijd in staat zijn zich zelf te bedruipen (minimaal kostendekkend). Deze insteek is mede gekozen omdat uit de ervaringen die in de bestudeerde projecten was opgedaan bleek dat vrijblijvendheid fnuikend is voor het succes van de initiatieven. Medewerkers bleken moeilijk blijvend te motiveren als het niet echt was. Medewerkers krijgen nu de mogelijkheid zich in een marktgerichte omgeving te ontwikkelen tot goed getrainde en adequaat geschoolde medewerkers. 10

Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken. Docenten die worden ingezet in de Vakwerk Academie zijn daar leermeester. Zij begeleiden de werknemers in het leerproces. Zij maken de match tussen wat op school geleerd moet worden via instructie, studie en oefening en dat wat de school overlaat aan de Vakwerk Academie. De leermeesters werken nauw samen met de werkmeester (begeleider vanuit het participerende bedrijf). In school zorgen de docenten die leermeester zijn dat de nodige aanpassingen in curriculum en didactiek met de collega s afgestemd worden. De leermeester bewaakt het ontwikkelingsproces middels een persoonlijk ontwikkelingsplan. Daar waar nodig verzorgt hij/zij trainingen om medewerkers toe te rusten. De leermeesters zijn adviseurs voor het management en de afdeling Personeel en Organisatie van het Leerbedrijvencentrum als het gaat om het inkopen van onderwijs en trainingen. Docenten van de participerende onderwijsinstellingen beschikken veelal over specifieke kennis en kunde die niet alleen ingezet gaat worden ten behoeve van de medewerkers maar ook om het Leerbedrijvencentrum als het ware te ondersteunen met een Expertisecentrum. Docenten van HBO en MBO coachen deelnemers en studenten bij het opzetten en uitvoeren van onderzoeks - opdrachten en dragen mede zorg voor het implementeren van de resultaten. Het vormgeven van contextrijke opdrachten binnen het beroepsonderwijs wordt zo gestimuleerd. Het management van de participerende scholen faciliteert medewerkers om hun taken ten behoeve van de Vakwerk Academie uit te voeren. Uit het management wordt een stuurgroep samengesteld die de onderwijskundige verworvenheden van de Vakwerk Academie en hun implementatie in de scholen volgt en beoordeelt. Deze stuurgroep heeft geen zeggenschap over het management van de Vakwerk Academie. 11

B. Operationaliseren van aanpak 6. Beschrijf de operationele activiteiten Beschrijf de samenhang en planning van fasering, (operationele) activiteiten en mijlpalen in het project (zoals de tussenrapportage). Voorafgaand aan het project worden in de maanden april, mei en juni 2005 enkele pilots georganiseerd. Deze verschaffen informatie en draaiboeken voor de start in september 2006. Fase 1 looptijd: mijlpaal: Fase 2 Activiteit 1: Start Vakwerk Academie Activiteit 2: Voorbereiding uitbreiding Looptijd: schooljaar 2005 2006. Mijlpalen: Evaluatie en tussenrapportage; Bijstelling Business plan; Diplomering eerste medewerkers Activiteit 3: Voltooiing van de Vakwerk Academie Looptijd: schooljaren 2006 2007 en 2007 2008; Mijlpaal: Definitief businessplan Activiteit 4: Implementatie en presentatie van een nieuw opleidingsinstrument Looptijd: schooljaren 2006 2007 en 2007 2008; Mijlpaal: eindrapport Activiteit 1: Start Vakwerk Academie Omschrijving: Op de ingerichte locatie werken de eerste groepen in vier bedrijven. Tijdplanning: september 2005 juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: Vanaf september zijn wekelijks 70 medewerkers actief Aan het eind van het schooljaar hebben 200 medewerkers in de Vakwerk Academie gewerkt Financiële verantwoording op 1 december, 1 maart, 1 juni: de Vakwerk Academie speelt quitte in het eerste jaar Managementinformatie is maandelijks beschikbaar Management rapporteert op 1 maart en 1 juli Onderzoeksrapporten over doelstellingen op 1 juli beschikbaar: doelen zijn voor 80 tot 100% gehaald De eerste medewerkers zijn voor het einde van het schooljaar gediplomeerd. Ze hebben hun opleidingsduur met gemiddeld enkele maanden kunnen bekorten. Activiteit 2: Voorbereiding uitbreiding Omschrijving: Tegelijkertijd worden voorbereidingen getroffen voor een (vooralsnog beperkte) vestiging van de Vakwerk Academie in Amsterdam Oost, het toevoegen van meer bedrijven en het voltooien van het facilitair bedrijf. Voor de vestiging in Oost worden twee pilots georganiseerd Tijdplanning: september tot en met december 2005 12

Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: Een locatie in Amsterdam Oost is uiterlijk 1 november 2005 beschikbaar. Inrichting eind december 2005 afgerond. Pilots Oost in oktober en november 2005. Evaluatierapporten (als activiteit 2) beschikbaar op 1 december Uiterlijk 15 oktober is bekend welke bedrijven aan de vestiging in Zuidoost worden toegevoegd. Uiterlijk 1 december nieuw businessplan en nieuw draaiboek vastgesteld Vanaf 1 januari zijn wekelijks 140 medewerkers actief in Zuidoost en 70 in Oost Voor de startperiode van de vestiging in Oost (januari tot en met juni 2006) geldt mutatis mutandis wat voor de startperiode van de vestiging in Zuidoost is vermeld (activiteit 3) Activiteit 3: Voltooiing van de Vakwerk Academie Omschrijving: Vanaf september 2006 is de vestiging in Zuidoost op volle sterkte. Voortdurend monitoren van de activiteiten waarborgt een stevige organisatie en een steeds hogere kwaliteit van onderwijs en productie. Tijdplanning: schooljaren 2006 2007 en 2007 2008. Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: De doelstellingen worden in het schooljaar 2006 2007 voor 80 tot 100% waargemaakt. Over het schooljaar 2007 2008 moet 90 tot 100% gescoord worden. 1 augustus 2007 definitief businessplan Activiteit 4: Implementatie en presentatie van een nieuw opleidingsinstrument Omschrijving: Uit de resultaten van onderzoeken, verslagen en verantwoordingen wordt aan het eind van de projectperiode een rapport opgesteld. Dit rapport geeft een werkwijze en aanbevelingen waarmee partners elders Leerbedrijven Centra kunnen opzetten en de Vakwerk Academie wordt voortgezet. Tijdplanning: schooljaren 2006 2007 en 2007 2008. Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: Het eindrapport verschijnt uiterlijk 1 juni 2008. Het maakt duidelijk dat een LeerBedrijvenCentrum een geschikt en haalbaar opleidingsinstrument is, dat een adequaat antwoord biedt op de probleemstelling waarvoor de partners in Amsterdam Oost en zuidoost het in leven hebben geroepen. 7. Beschrijf de projectorganisatie Beschrijf de projectorganisatie Voor de looptijd van het project richten de scholen en bedrijven die van meet af aan actief deelnemen een projectorganisatie in. Deze leidt het project. Dat wil zeggen dat het geheel in de experimentele fase onder de projectorganisatie valt. Men moet dit niet verwarren met de organisatie van de Vakwerk Academie zelf. Die is voorwerp van onderzoek tijdens de projectfase. Opzet is voor de Vakwerk Academie een zelfstandige rechtspersoon op te richten. Een stuurgroep bestaande uit een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en één van de scholen, aangevuld met een onafhankelijk persoon, leidt de projectorganisatie. Zij is eindverantwoordelijk voor de opbrengsten van het project (lees: evaluatierapporten, onderzoeksverslagen, eindrapport, aanbevelingen, etc.) en de besteding van projectgelden. Onder de stuurgroep fungeert een werkgroep onderwijs, een werkgroep van werk- en leermeesters en een werkgroep financiën en organisatie. De werkgroep onderwijs wordt gevormd door de participerende scholen. Zij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en afstemming van curricula en voor het implementeren van didactische en organisatorische verworvenheden in de afzonderlijke scholen en voor de onderzoeken die hiermee 13

gemoeid zijn. De werkgroep werk- en leermeesters is verantwoordelijk voor de afstemming tussen school en Vakwerk Academie welke onderwijsdelen de school overlaat aan de Vakwerk Academie. Zij ontwikkelen tevens geschikte didactische werkvormen en wisselen die uit over de verschillende ondernemingen binnen de Vakwerk Academie. De werkgroep financiën en organisatie is verantwoordelijk voor de organisatie van de onderzoeken die het experimentele deel van het project betreffen en voor de besteding en verantwoording van de projectgelden. Werkgroepen rapporteren aan de stuurgroep. Elke werkgroep wordt voorgezeten door een lid van de stuurgroep. De stuurgroep rapporteert aan alle participanten. 8. Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten worden gerealiseerd Het verspreiden en implementeren van projectresultaten zijn geen activiteiten die voor subsidiering vanuit de subsidieregeling Innovatiearrangementen 2004 in aanmerking komen. Tegelijkertijd is in het kader van de regeling van belang dat perspectief op implementatie bestaat. Beschrijf de implementatieactiviteiten, planning en betrokkenheid van de partners van het samenwerkingsverband. Geef aan welke afspraken zijn gemaakt, hoe de financiering is geregeld en hoe de projectresultaten publiek beschikbaar komen. Beschrijf de rol van docenten en managers bij het uitvoeren van de activiteiten. Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd Verspreiding van de resultaten: Een website is actief vanaf 1 januari 2006 en wordt minimaal eens per maand bijgewerkt. Een elektronische nieuwsbrief gaat vanaf 1 september 2005 maandelijks naar alle participanten en kan door belangstellenden ook via de website worden aangevraagd. Dit is een activiteit van het evenementenbureau dat in de tweede fase actief wordt in de Vakwerk Academie. Hierover zijn al voorlopige afspraken gemaakt. Tussentijdse resultaten en eindrapport worden ter publicatie aangeboden aan vakbladen voor onderwijs en bedrijfsleven en de landelijke pers. Het evenementenbureau onderneemt hiertoe geëigende acties. Implementatie van de resultaten: De werkzaamheden van de medewerkers: Leermeesters en werkmeesters leggen vast hoe werkzaamheden worden uitgevoerd en ontwikkelen hiervoor tijdens het project standaarden. Dit geldt voor alle niveaus in de Vakwerk Academie en voor onderzoeksopdrachten. Leermeesters leggen vast welke consequenties het opleiden in de Vakwerk Academie heeft voor de didactische aanpak in school en voor het curriculum. Zij doen aanbevelingen aan de scholen over aanpassingen in de didactiek en het curriculum. Deze aanbevelingen zijn onderwerp van bespreking in de werkgroep onderwijs. Elke school is verantwoordelijk voor het doorvoeren van aanbevolen aanpassingen. De samenwerking van het onderwijs binnen de beroepskolom: Verworvenheden die voortvloeien uit de samenwerking van de complete beroepskolom worden vastgelegd in onderzoeksrapporten (zie doelstellingen). Zij zijn onderwerp van bespreking in de werkgroep onderwijs. Deze werkgroep doet aanbevelingen aan scholen in het samenwerkingsverband om consequenties voor curriculum, leerlijnen, ontwikkellijnen en didactiek door te voeren. Samenwerkende scholen beslissen hierover in gezamenlijk overleg. De samenwerking van de beroepskolom met bedrijven: Voorzover verworvenheden uit de samenwerking van bedrijven met de beroepskolom (of met scholen uit de beroepskolom) consequenties hebben op het gebied van organisatie zijn die onderwerp van gesprek in de stuurgroep. Als dit leidt tot aanbevelingen voor een bedrijf of school of het hele samenwerkingsverband, beslissen partners over eventuele doorvoering daarvan. 14

9. Beschrijf de wijze van evaluatie van project Evaluatiemethode Zoals al aangegeven bij het beschrijven van de doelstellingen, worden gegevens verzameld in de vorm van kengetallen en door middel van interviews. Dit is een geïntegreerd deel van het project, en bedoeld om ook na de projectfase voort te zetten. De verzamelde gegevens zullen met regelmaat beschikbaar zijn. Bij het begin van de uitvoeringsfase van het project (september 2005) staat vast wanneer welke gegevens beschikbaar moeten zijn. De stuurgroep laat een analyse maken en bespreekt die elk kwartaal of waar nodig vaker. Bijstellingen tengevolge van tussentijdse evaluaties worden gepubliceerd (zie hierboven) en zonodig verwerkt in de organisatie of in het draaiboek. Aan het eind van de projectperiode verschijnt een eindrapport waarin alle resultaten en bijstellingen leiden tot aanbevelingen. Met die aanbevelingen wordt enerzijds de Vakwerk Academie voortgezet als een blijvend opleidingsinstrument voor het samenwerkingsverband. Anderzijds dienen ze voor samenwerkingverbanden elders als leidraad om het opleidingsinstrument LeerBedrijvenCentrum zelf op te zetten. C. Samenvatting De Vakwerk Academie is een Leerbedrijven Centrum waar leerlingen van het VMBO, deelnemers van het MBO en studenten van het HBO medewerkers zijn van leerbedrijven. De leerbedrijven zijn partners van marktbedrijven die daar een deel van hun productie onderbrengen. De gezamenlijke leerbedrijven brengen hun administratie, de schoonmaak, de beveiliging en de catering onder in een facilitair bedrijf. Ook dit is een onderneming binnen de Vakwerk Academie. De productiemedewerkers zijn afkomstig uit het VMBO en uit niveau 1 en 2 opleidingen van het MBO. Het middenkader is afkomstig uit niveau 3 en 4 van het MBO en het overall management wordt gevoerd door studenten uit het HBO. De samenwerkende scholen voor VMBO, MBO en HBO in Amsterdam Oost en Zuidoost en hun partners uit het bedrijfsleven zijn ervan overtuigd hiermee een antwoord te hebben op een complex vraagstuk: de mismatch in de aansluiting beroepsonderwijs arbeidsmarkt. De participanten stellen zich tot doel de vroegtijdige uitval uit het beroepsonderwijs te verminderen en jonge mensen zo op te leiden dat ze goed voorbereid zijn op de eisen die een baan aan hen stelt. Bedrijven verwachten hiervan dat ze beter opgeleid en gemotiveerd personeel zullen krijgen, voor wie de inwerkperiode minder lang hoeft te duren. Ook zullen bedrijven in branches die moeite hebben om gekwalificeerd personeel te vinden in de gelegenheid zijn jongelui branchegericht op te leiden. Voor de leerlingen is er het perspectief dat doorleren de moeite waard is, want ze werken in een bedrijfsmatige setting met leeftijdgenoten die op een ander niveau verder leren. Bovendien kunnen ze profiteren van tijdwinst bij hun opleiding. De scholen zijn er van overtuigd dat de Vakwerk Academie een bijdrage levert aan betere afstemming van onderwijsprogramma s. 15