OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SCHOTEN

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/414 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SCHOTEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SCHOTEN ZITTING VAN : woensdag 13 APRIL 2016 AANWEZIG : De heer Aerts Guido, voorzitter wnd., mevrouwen Celis Diana, Van den Abbeele Gilberte, Deceunynck Ann, Swennen Godelieve en de heren Jozef Peeters, Molle Patrick, raadsleden en mevrouw Els De Deken, secretaris wnd. VERONTSCHULDIGD : De heer De Veuster Maarten, burgemeester, mevrouwen Van Osta Catharina, voorzitter, Peeters Kathelijne, De Winter Nelle, de heer Christof Victor, raadsleden en mevrouw Tilborghs Marleen, secretaris. De heer G. Aerts, voorzitter wnd., opent de openbare zitting om 14.10 uur. OPENBARE ZITTING Catharina Van Osta, voorzitter, Raadsleden Kathelijne Peeters, Nelle De Winter en Christof Victor zijn verontschuldigd voor de zitting, evenals mevrouw Marleen Tilborghs, OCMW-secretaris. Algemeen Bestuur 1. RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. NOTULEN ZITTING VERSLAG OPENBARE ZITTING DD. 02.03.2016. GOEDKEURING. De Raad keurt bij eenparigheid van stemmen het verslag van de openbare zitting van 02.03.2016 goed. Financiën 2. VZW KLIK SCHOTEN SCHOTEN. WERKINGSTOELAGE 2015-2016. GOEDKEURING. Mevrouw Smets, voorzitter van VZW KLIK Schoten, mevrouw Chris De Meulenaere, penningmeester van VZW KLIK Schoten en Marc Hendrickx, financieel beheerder OCMW, nemen deel aan deze bespreking. De Raad : Gelet op zijn besluit dd. 5.11.2014 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met vzw KLIK Schoten Schoten, in het bijzonder artikel 4 1 en artikel 5 1; Gelet op het verslag van mevrouw Vera Smets bij de werking in 2015 van vzw KLIK Schoten aan de hand van de nieuwe brochure van Appel & Ei; Overwegende dat de vrijwilligers naast het beheer van Appel & Ei bijkomende initiatieven nemen ter versterking van de doelgroep zoals huiswerkbegeleiding,

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/415 kookworkshop, enz.; Overwegende dat de vrijwilligers, met ondersteuning van bekende Schotenaren, alles in het werk stellen om ook zelf middelen voor de werking van vzw KLIK Schoten /te genereren; Gelet op de toelichting door mevrouw Chris De Meulenaere bij de jaarrekening 2015 en het definitieve budget 2016 van vzw KLIK Schoten; Gelet op zijn besluit dd. 14.10.2015 betreffende de werkingstoelage 2016 ten bedrage van 10.000,- euro voor vzw KLIK Schoten; Gelet op de gevoerde bespreking; Nadat mevrouw Vera Smets en mevrouw Chris De Meulenaere de vergadering verlaten hebben; BESLUIT eenparig : Artikel 1 : Akte te nemen van het werkingsverslag 2015 van vzw KLIK Schoten. Artikel 2 : Akte te nemen van de jaarrekening 2015 van vzw KLIK Schoten Schoten. Artikel 3 : Akkoord te gaan om de laatste schijf van de werkingstoelage 2015 ten bedrage van 2.500,- euro aan vzw KLIK Schoten over te maken. Artikel 4 : Akte te nemen van het budget 2016 van vzw KLIK Schoten Schoten. Artikel 5 : Akkoord te gaan om de eerste schijf van de werkingstoelage 2016 ten bedrage van 2.500,- euro aan vzw KLIK Schoten over te maken. Ict 3. LEVERINGEN EN DIENSTEN. FERRANTI. VERLENGING GARANTIE HARDWARESYSTEEM. GOEDKEURING. Het diensthoofd systeembeheer, ICT- en veiligheidsconsulent mevrouw Diane Willemsen woont de vergadering bij. De Raad : Gelet op zijn besluit in zitting dd. 29.06.2010 houdend toewijzing van de overheidsopdracht Vernieuwing informaticasysteem aan de firma Ferranti NV, gevestigd Noorderlaan 139 te 2030 Antwerpen, volgens de voorwaarden en modaliteiten van het bestek en de offerte ; Gelet op het feit dat de oorspronkelijke garantie op de hardware van het informaticasysteem ten einde liep op 30.07.2013 ; Overwegende dat het bestuur in 2013 een verlenging op de garantie genomen heeft voor de hardware van het informaticasysteem voor een periode van 3 jaar ;

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/416 Gelet op de ouderdom van het systeem en het feit dat er regelmatig kosten zijn en in de toekomst zeker nog wel zullen voorkomen ; dat het derhalve aangewezen is om de hardware-garantie terug te verlengen om reden dat dit goedkoper is dan het telkens te moeten betalen bij defecten ; Gelet op de offerte dd. 03.03.2016 met referte QUO-12204-M4R4B5 van Ferranti, gevestigd Romeynsweel 7 te 2030 Antwerpen, met keuze tussen 2 opties : - Optie 1 : verlenging garantie hardware-contract voor 1 jaar tegen de kostprijs van 11.964,33 excl. B.T.W., hetzij 14.476,84 incl. B.T.W. ; - Optie 2 : verlenging garantie hardware-contract voor 3 jaar tegen de kostprijs van 20.802,69 excl. B.T.W., hetzij 25.171,25 incl. B.T.W. ; Overwegende dat het beterkoop is om de hardware-garantie ineens te verlengen voor 3 jaar, aangezien dit over een periode van 3 jaar een besparing oplevert van 18.259,27 ; Gelet op de toelichtende nota dd. 11.03.2016 van het diensthoofd systeembeheer terzake ; Gelet op artikel 26, 1, f), van de wet op de overheidsopdrachten, dat stelt dat een overheidsopdracht mag geplaatst worden en gegund bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, indien werken, leveringen of diensten om technische redenen, slechts aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener kunnen verleend worden ; Overwegende dat voormelde opdracht onder toepassingsgebied van voormeld artikel van de wet op de overheidsopdrachten valt om reden dat de hardware in 2010 werd geleverd door de firma Ferranti en een degelijke garantie slechts kan verstrekt worden door de oorspronkelijke leverancier ; Gezien derhalve de opdracht onmiddellijk kan gegund worden zonder de markt te hoeven raadplegen ; Nadat mevr. Diane Willemsen de vergadering verlaten heeft ; Gelet op de gevoerde bespreking ; BESLUIT : bij eenparigheid van stemmen. Artikel 1 : De overheidsopdracht Afsluiten van een hardware support-contract voor 3 jaar op de huidige hardware-installatie te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 2 : De overheidsopdracht Afsluiten van een hardware support-contract voor 3 jaar op de huidige hardware-installatie te gunnen aan de firma Ferranti, gevestigd Romeynsweel 7 te 2030 Antwerpen, tegen de prijs van 20.802,69 excl. B.T.W., hetzij 25.171,25 incl. B.T.W. tegen de voorwaarden vermeld in zijn offerte dd. 03.03.2016 met referte QUO-12204-M4R4B5.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/417 Ouderenzorg 4. ASSISTENTIEWONINGEN SCHUTTERSHOF. PRIJSBEPALING OBLIGATIEPAKKETTEN. Mevr. Cynthia Van Wauwe neemt deel aan de vergadering. De Raad : Gelet op de financiële meerjarenplanning van het Project Zorgflats ; Overwegende dat in de financiële meerjarenplanning van het Project Zorgflats is voorzien dat de waarde van de obligatiepakketten jaarlijks wordt verhoogd; dat de bij herverkoop gerealiseerde meerwaarde belegd wordt en dat de opbrengst van deze beleggingen er onder meer voor moet zorgen dat het OCMW bij het beëindigen van de obligatielening over voldoende middelen beschikt om de obligatiehouders terug te betalen ; Overwegende dat het OCMW de roerende voorheffingen op het woonrecht verbonden aan de obligaties ten laste neemt; dat dit woonrecht door de fiscus destijds gewaardeerd werd op 3,5 % van de waarde van het pakket ; Overwegende dat ook op de opbrengst van de belegging van de meerwaarde roerende voorheffing verschuldigd is ; Gelet op de stijging van de roerende voorheffing naar 27% sinds 1 januari 2016. Gelet op de huidige rentevoeten ; Overwegende dat de netto opbrengst van de belegging van de meeropbrengst gerealiseerd op de herverkoop van obligaties niet hoog genoeg is om de roerende voorheffing op de belegging van de meerwaarde en het woonrecht te betalen; dat derhalve de kostprijs bij herverkoop van obligaties zou stijgen en de netto-opbrengst zou dalen ; Gelet op zijn besluit van 4 februari 2015 ; Gelet op de toelichtende nota dd. 13.04.2016 terzake van mevr. Cynthia Van Wauwe ; Gelet op de mondelinge toelichting over het financiële luik van deze nota door de heer Marc Hendrickx ; Gelet op de gevoerde bespreking ; BESLUIT eenparig : Enig Artikel : De obligatiepakketten in 2016 opnieuw te behouden op het niveau van de vastgestelde prijzen sinds 2013. De heer Marc Hendrickx en mevr. Cynthia Van Wauwe verlaten de vergadering.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/418 5. DIENST VOOR GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISZORG. KWALITEITSHANDBOEK. GOEDKEURING. De Raad: Overwegende dat het kwaliteitshandboek de richtlijnen bevat van het kwaliteitsbeleid van de Dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg; Gezien de dienst er naar streeft om een zo hoog mogelijke kwaliteit af te leveren in zijn werk aan de hand van opgemaakte procedures en door het in kaart brengen van de organisatiestructuren ; dat de dienst vanuit deze optiek maandelijks een kwaliteitsoverleg organiseert, waarbij het actueel houden van het kwaliteitshandboek een van de steeds terugkerende agendapunten is ; Gelet op het streefdoel om het hele handboek elke 2 jaar volledig door te nemen. Bij deze gelegenheid worden de beschreven procedures en structuren getoetst aan de realiteit ; Gelet op de voorliggende gecoördineerde versie van het kwaliteitshandboek van de dienst Gezinszorg en aanvullende thuiszorg, met markering van de items die het afgelopen jaar besproken werden en aangepast waar nodig ; Gezien de belangrijkste wijziging de toevoeging van een procedure rond seksueel grensoverschrijdend gedrag betreft. Elke welzijnsvoorziening is sinds 2015 verplicht om een procedure hieromtrent te hebben. Er werd dan ook een dergelijke procedure opgemaakt en aan het kwaliteitshandboek toegevoegd. Bovendien werd verder uitgewerkt hoe de dienst met deze procedure in praktijk zal omgaan ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT eenparig : Enig artikel : Verleent goedkeuring aan de gecoördineerde versie van het kwaliteitshandboek van de dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, inclusief de doorgevoerde wijzigingen. Gezinszorg Het Diensthoofd Gezinszorg en Kinderopvang mevrouw Lieve Verheyden woont de vergadering bij voor de punten 6 tot en met 19. 6. DIENSTENONDERNEMING DIENSTENCHEQUES. DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAGEN FEBRUARI 2016. De Raad: Gelet op de prestaties van februari 2016 ; Gelet op de gevoerde bespreking;

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/419 BESLUIT eenparig : Enig artikel: Akte te nemen van het activiteitenverslagen van februari 2016 van de dienstenonderneming dienstencheques voor gezinnen en voor ouderen. 7. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2016. De Raad: Gelet op de prestaties van februari 2016 ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT eenparig : Enig artikel: Akte te nemen van het activiteitenverslag van februari 2016 van het erkend kinderdagverblijf t Beertje. 8. KINDERDAGVERBLIJF DE KOEKOEK. DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2016. De Raad: Gelet op de prestaties van februari 2016 ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT eenparig : Enig artikel: Akte te nemen van het activiteitenverslag van februari 2016 van het zelfstandig kinderdagverblijf De Koekoek. 9. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2016. De Raad: Gelet op de prestaties van februari 2016 ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT eenparig : Enig artikel: Akte te nemen van het activiteitenverslag van februari 2016 van de dienst voor onthaalouders.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/420 10. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. JAARVERSLAG 2015. KWALITEITSPLANNING 2016. AKTENEMING. De Raad: Gelet op het kwaliteitsdecreet 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, hoofdstuk 3. Intern kwaliteitsbeleid, inzonderheid art. 5 3. een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door de voorziening zelf verwezenlijkt en inzonderheid art. 5 4. het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan het jaarverslag 2015 en de kwaliteitsplanning 2016 van kinderdagverblijf t Beertje. 11. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. JAARVERSLAG 2015. KWALITEITSPLANNING 2016. AKTENEMING. De Raad: Gelet op het kwaliteitsdecreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, hoofdstuk 3. Intern kwaliteitsbeleid, inzonderheid artikel 5 3. een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door de voorziening zelf verwezenlijkt en inzonderheid artikel 5 4. het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan het jaarverslag 2015 en de kwaliteitsplanning 2016 van de Dienst voor Onthaalouders. 12. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. AFSPRAKENNOTA VOOR OPVANGLOCATIE LODEWIJK WEIJTENSTRAAT 32B. AKTENEMING. De Raad: Gelet op zijn besluit in zitting dd. 18.11.2015 houdende akkoord dat de kinderopvanglocatie, Lodewijk Weytenstraat 32b, voornamelijk gebruikt zal worden als

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/421 kinderopvang voor kinderen van ouders die de verplichte Nederlandse les (1.1 en 1.2) en de inburgeringscursus moeten volgen; Gelet op zijn besluit in zitting dd. 19.12.2014 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de dienst voor onthaalouders Gelet op hoofdstuk 2. Het Beleid, 2.2.3. De Voorrangsregels, van voormeld huishoudelijk reglement ; Gelet op het voorstel van afsprakennota dd. 31.03.2016 van het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang, mevr. Lieve Verheyden, terzake; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de uitbreiding van de geldende voorrangsregels van de Dienst voor Onthaalouders betreffende de opvanglocatie, Lodewijk Weytenstraat 32b, van toepassing met ingang van 18.04.2016 en als volgt vast te stellen: - De ouders die de verplichte Nederlandse les moeten volgen, moeten niet woonachtig zijn in de gemeente Schoten. - Wanneer de bezetting van de opvanglocatie niet volledig is bemand kunnen er ook occasioneel kinderen worden opgevangen door kinderen waarvan de ouders geen Nederlandse les volgen. 13. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. EEN GEVARIEERD AANBOD AAN SPELMATERIAAL, BEWEGINGS- EN ANDERE ACTIVITEITEN, ZOWEL VOOR BINNEN ALS VOOR BUITEN. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Overwegende dat de realisatie van het pedagogisch beleid een belangrijk nieuw onderdeel vormt van het kwaliteitsmanagementsysteem in het kwaliteitshandboek; Gelet op het feit dat de procedure «een gevarieerd aanbod van spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, zowel voor binnen als voor buiten» een verplichte procedure is binnen het geheel van het pedagogisch beleid;

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/422 Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT bij eenparigheid van stemmen: Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «een gevarieerd aanbod van spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, zowel voor binnen als voor buiten» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.4. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagement-systeem : Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van de Dienst voor Onthaalouders, en vast te stellen als volgt: 1. Doel: - Het welbevinden en de betrokkenheid van elk kind verhogen door het aanbieden van een gevarieerd (en open) spelaanbod. - Via spel voldoende ontwikkelings- en ontplooiingskansen bieden voor elk kind op elk ervaringsgebied. - De interesses, mogelijkheden en talenten van kinderen oppikken, aanspreken en stimuleren in spel. 2. Toepassingsgebied: - Kinderen - Kinderbegeleiders en spelotheek - Dienstverantwoordelijken - Gezinnen 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - Alle medewerkers en kinderbegeleiders zijn bevoegd voor de toepassing van de procedure. - Het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang zien toe op de toepassing van de procedure. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de beleidsmatige eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: a) Een gevarieerd aanbod aan spelmateriaal: De kinderbegeleiders bieden voldoende spelmateriaal aan. Zij trachten te zorgen voor voldoende variatie in het aanbod. - Er zijn verschillende soorten: aangekocht, zelfgemaakt, kosteloos, levensecht, niet voor de hand liggend - Er is open materiaal: Hiermee kunnen de kinderen zelf een spel verzinnen. - Er is materiaal op maat: Voor alle talenten, interesses, spelgebieden, leeftijden, ervarings- en ontwikkelingsgebieden, dat alle zintuigen prikkelt

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/423 - Er is divers materiaal: Voor rustig/actief spel, voor grove/fijne bewegingen, groot/klein materiaal Om hun aanbod te verrijken kunnen de kinderbegeleiders een beroep doen op de spelotheek, die wordt uitgebaat door een team van vrijwilligers. Alle kinderbegeleiders van de dienst kunnen zich, mits de betaling van een klein jaarlijks bedrag, aansluiten bij de spelotheek. De spelotheek is gevestigd in een lokaal van de bejaardenflats van het OCMW. De spelotheek krijgt tweemaal per jaar een bedrag van het OCMW waarmee speelgoed kan worden gekocht. De vrijwilligers beslissen autonoom welk materiaal er wordt aangekocht, maar kunnen de dienstverantwoordelijken en hun collega-kinderbegeleiders hierbij consulteren. In hun aanbod houdt de spelotheek rekening met: - het maatschappijbeeld en de buurt (bv poppen met verschillende huidsleuren); - ecologie en duurzaamheid (plastiek wordt vervangen door hout); - de veiligheid van het materiaal. De kinderbegeleiders streven ernaar het materiaal op een aantrekkelijke wijze te presenteren, binnen het handbereik van de kinderen. Een overaanbod wordt vermeden. Tijdens de huisbezoeken hebben de dienstverantwoordelijken oog voor het aangeboden spelmateriaal. Ook vormingen worden gewijd aan dit thema. Het aangeboden spelmateriaal kan eveneens aan bod komen tijdens de werkvergaderingen. b) Een gevarieerd aanbod van bewegings- en andere activiteiten: De kinderbegeleiders bieden een gevarieerd aanbod van bewegings- en andere activiteiten aan. Zij trachten te zorgen voor voldoende variatie in het aanbod. - Er zijn verschillende soorten bewegings- en andere activiteiten: binnen/buiten, individueel/in groep, vrij/geleid, georganiseerd/spontaan, avontuurlijk/veilig, actief/rustig, fantasie/realistisch, jongens/meisjes, met/zonder materiaal, baby s/peuters - Er is een aanbod op maat: Voor alle talenten, interesses, spelgebieden, leeftijden, ervarings- en ontwikkelingsgebieden, dat alle zintuigen prikkelt De kinderbegeleiders spelen flexibel in op wat zich aandient en beperken dode momenten of wachttijden. Kinderen kunnen doorgaans kiezen of ze al dan niet deelnemen aan een welbepaalde activiteit. Het spelplezier primeert absoluut op het spelresultaat. De kinderbegeleiders hebben oog voor randvoorwaarden zoals muziek. Tijdens de huisbezoeken hebben de dienstverantwoordelijken oog voor het aanbod aan bewegings- en andere activiteiten. Ook vormingen worden gewijd aan dit thema. Het aanbod aan bewegings- en andere activiteiten kan eveneens aan bod komen tijdens de werkvergaderingen. Alle kinderbegeleiders werden ingelicht over het bestaan van de speelbank. c) Een gevarieerd aanbod binnen en buiten: Enkel kinderbegeleiders die een tuin hebben, of een groot terras, kunnen zich aansluiten bij de dienst. De kinderbegeleiders bieden binnen en buiten een gevarieerd aanbod aan. Zij trachten te zorgen voor voldoende variatie in het aanbod. - Er zijn, in de mate van het mogelijke, verschillende soorten (hoeken en zones): motorisch, rustig, fantasie, aan tafel, op de mat - Er is een aanbod op maat: Voor alle talenten, interesses, spelgebieden, leeftijden, ervarings- en ontwikkelingsgebieden, dat alle zintuigen prikkelt De kinderen kunnen doorgaans vrij kiezen tussen binnen- en buitenspelen. In de spelotheek kunnen heel wat grote speeltoestellen worden ontleend zoals fietsjes, glijbanen en dergelijke. De inrichting van de binnen- en buitenruimtes behoort tot de autonomie van de kinderbegeleider, mits uiteraard aan de wettelijke voorwaarden is voldaan (veiligheid, afmetingen ). Wij raden als dienst aan om: - de ruimten zo in te richten dat ze uitnodigen tot spel; - voldoende bewegingsvrijheid te voorzien in de ruimtes; - de kinderen op ontdekking te laten gaan in de ruimte; - oog te hebben voor structuur en avontuur; - oog te hebben voor randvoorwaarden zoals kleurgebruik, decoratie, verlichting, akoestiek ).

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/424 Tijdens de huisbezoeken hebben de dienstverantwoordelijken oog voor het binnen- en buitenaanbod. Ook vormingen worden gewijd aan dit thema. Spel kan eveneens aan bod komen tijdens de werkvergaderingen. Alle kinderbegeleiders werden ingelicht over het bestaan van de speelbank. 14. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. EEN GEVARIEERD AANBOD AAN SPELMATERIAAL, BEWEGINGS- EN ANDERE ACTIVITEITEN, ZOWEL VOOR BINNEN ALS VOOR BUITEN. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Overwegende dat de realisatie van het pedagogisch beleid een belangrijk nieuw onderdeel vormt van het kwaliteitsmanagementsysteem in het kwaliteitshandboek; Gelet op het feit dat de procedure «een gevarieerd aanbod van spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, zowel voor binnen als voor buiten» een verplichte procedure is binnen het geheel van het pedagogisch beleid; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT bij eenparigheid van stemmen: Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «een gevarieerd aanbod van spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, zowel voor binnen als voor buiten» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.4. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagement-systeem : Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van groepsopvang t Beertje, en vast te stellen als volgt : 1. Doel: - Het welbevinden en de betrokkenheid van elk kind verhogen door het aanbieden van een gevarieerd (en open) spelaanbod. - Via spel voldoende ontwikkelings- en ontplooiingskansen bieden voor elk kind op elk ervaringsgebied. - De interesses, mogelijkheden en talenten van kinderen oppikken, aanspreken en stimuleren in spel. 2. Toepassingsgebied: - Kinderen - Kinderbegeleiders - Verantwoordelijken

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/425 - Gezinnen 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - Alle medewerkers en kinderbegeleiders zijn bevoegd voor de toepassing van de procedure. - Het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang zien toe op de toepassing van de procedure. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de beleidsmatige eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: a) Een gevarieerd aanbod aan spelmateriaal: De groepsopvang beschikt over voldoende spelmateriaal, zowel voor binnen als voor buiten. Er is bovendien voldoende variatie in het aanbod. - Er zijn verschillende soorten: aangekocht, zelfgemaakt, kosteloos, levensecht, niet voor de hand liggend - Er is open materiaal: Hiermee kunnen de kinderen zelf een spel verzinnen. - Er is materiaal op maat: Voor alle talenten, interesses, spelgebieden, leeftijden, ervarings- en ontwikkelingsgebieden, dat alle zintuigen prikkelt - Er is divers materiaal: Voor rustig/actief spel, voor grove/fijne bewegingen, groot/klein materiaal Om het aanbod te verrijken kan de groepsopvang jaarlijks rekenen op een aankoopbudget. De kinderbegeleiders hebben ruime inspraak in welk materiaal er wordt aangekocht. Bij deze aankopen is er aandacht voor veiligheid, ecologie, diversiteit. Per leefgroep wordt een inventaris bijgehouden van het aanwezige materiaal. De verpleegkundige actualiseert deze inventaris op gezette tijdstippen. Al het aanwezige materiaal wordt op gezette tijdstippen onderhouden en nagekeken. Minimaal maandelijks wordt alles ontsmet en nagekeken. De kinderbegeleiders streven ernaar het materiaal op een aantrekkelijke wijze te presenteren, vele materialen binnen het handbereik van de kinderen. Een overaanbod wordt evenwel vermeden. Minstens elk uur wordt er ander materiaal aangeboden. Het oude materiaal wordt opgeruimd alvorens het nieuwe wordt aangeboden. De kinderen en de kinderbegeleidsters zingen tijdens het opruimen samen het opruimlied. b) Een gevarieerd aanbod aan bewegings- en andere activiteiten: De groepsopvang biedt een gevarieerd aanbod aan bewegings- en andere activiteiten. Er is voldoende variatie in het aanbod. - Er zijn verschillende soorten bewegings- en andere activiteiten: binnen/buiten, individueel/in groep, vrij/geleid, georganiseerd/spontaan, avontuurlijk/veilig, actief/rustig, fantasie/realistisch, jongens/meisjes, met/zonder materiaal, baby s/peuters - Er is een aanbod op maat: Voor alle talenten, interesses, spelgebieden, leeftijden, ervarings- en ontwikkelingsgebieden, dat alle zintuigen prikkelt De kinderbegeleiders spelen flexibel in op wat zich aandient, als het mooi weer is wordt er bijvoorbeeld steevast buiten gespeeld ook al stond er iets anders op de planning. Kinderen kunnen kiezen of ze al dan niet deelnemen aan een welbepaalde activiteit. Het spelplezier primeert absoluut op het spelresultaat. Er wordt per afdeling een map bijgehouden van het activiteitenaanbod. Ouders van de peuters kunnen in de gang per dag zien welke activiteiten werden gedaan. Afbeeldingen van de activiteiten worden dagelijks op een staander geplaatst. De groepsopvang heeft veel oog voor de randvoorwaarden. Zo worden de afdelingen versierd met knutselwerkjes, worden de ramen geschilderd in de thema s waarrond wordt gewerkt en staat er in de gang een tafel met decoratie rond dat thema. zoals muziek. c) Een gevarieerd aanbod binnen en buiten: De groepsopvang heeft een tuin die maximaal wordt benut bij mooi weer. Er zijn verschillende speeltoestellen en voldoende vrije ruimte. De kinderen, met uitzondering van de oudsten, kunnen kiezen of zij al dan niet buiten spelen. De buitenruimte biedt voldoende speelkansen en zet aan tot beweging. De binnenruimte:

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/426 - is een uitdagende omgeving voor de kinderen; - zet aan tot beweging; - biedt voldoende mogelijkheden om tot rust te komen; - is ingedeeld in zones en hoeken; - wordt optimaal benut, zo wordt er ook in de gangen soms gespeeld (fietsen, parcours ). De infrastructuur zet aan tot keuzevrijheid. Zo zijn er op de verschillende afdelingen open opbergkasten zodat kinderen zelfstandig speelgoed kunnen nemen. 5. Aanverwante documenten - Inventaris spelmateriaal - Map activiteitenaanbod - Ziko-vo formulier 15. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. PROCEDURE JAARLIJKSE ANALYSE VAN DE VORMINGSBEHOEFTEN VAN DE VERANTWOORDELIJKEN EN HET VOORZIEN VAN EEN AANBOD AAN VORMING DAT TEGEMOET KOMT AAN DE BEHOEFTEN. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Gelet op het feit dat de procedure «jaarlijkse analyse van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijken en het voorzien van een aanbod aan vorming dat tegemoetkomt aan de behoeften» een verplichte procedure van het kwaliteitsmanagementsysteem is; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «jaarlijkse analyse van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijken en het voorzien van een aanbod aan vorming dat tegemoetkomt aan de behoeften» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.13. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagement-systeem: Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van de dienst voor onthaalouders, en vast te stellen als volgt:

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/427 1. Doelstellingen: Via de toepassing van deze procedure wordt het vormingsaanbod jaarlijks afgestemd op: - de behoeften en vragen van de verantwoordelijken; - de werking van de kinderopvangvoorziening; - de verwachtingen van het OCMW; - actuele tendensen. Het verplicht te halen attest wordt minimaal behaald: Alle kinderbegeleiders en de dienstverantwoordelijken beschikken over een geldig attest kennis van levensreddend handelen bij kinderen. Dit wordt om de drie jaar hernieuwd. 2. Toepassingsgebied: Deze procedure is van toepassing op de dienstverantwoordelijken, het diensthoofd en het bestuur. 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - De diensthoofd volgt de vormingsbehoeften van de verantwoordelijken op en voorziet een aanbod dat hieraan tegemoet komt. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: Stap 1: Bevragen en verzamelen van de vormingsbehoeften van de dienstverantwoordelijken: Het diensthoofd bevraagt en verzamelt jaarlijks, op een vast moment, de vormingsbehoeften van de dienstverantwoordelijken. Zij gebruikt hiertoe het formulier Analyse van de vormingsbehoeften, dat door de VVSG werd ontwikkeld. Stap 2: Analyse van de bevraging en de verzameling van de vormingsbehoeften van de dienstverantwoordelijken: Na de bevraging en verzameling maakt het diensthoofd een analyse van de gegevens. Zij vult het formulier Analyse van de vormingsbehoeften voort aan. Stap 3: Vormingsaanbod inhoudelijk samenstellen: Het vormingsprogramma voor het daaropvolgende jaar wordt samengesteld. Dit gebeurt op basis van de conclusies van de gemaakte analyse. Stap 4: Goedkeuring door het OCMW: Het inhoudelijk voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de personeelsdienst/secretaris. Stap 5: Vormingsaanbod inplannen: Zodra het vormingsvoorstel wordt goedgekeurd door de personeelsdienst schrijven de dienstverantwoordelijken zich in voor de gekozen vormingen en/of studiedagen. Stap 6: Nazorg: Na elke vorming briefen de dienstverantwoordelijken elkaar en het diensthoofd. Stap 7: Implementatie in de werking: Na elke gevolgede vorming zoeken de dienstverantwoordelijken manieren om de verworven kennis om te zetten in de praktijk. 5. Aanverwante documenten: - Formulier Analyse van de vormingsbehoeften (VVSG)

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/428 16. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. PROCEDURE JAARLIJKSE ANALYSE VAN DE VORMINGSBEHOEFTEN VAN DE VERANTWOORDELIJKEN EN HET VOORZIEN VAN EEN AANBOD AAN VORMING DAT TEGELOET KOMT AAN DE BEHOEFTEN. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Gelet op het feit dat de procedure «jaarlijkse analyse van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijken en het voorzien van een aanbod aan vorming dat tegemoetkomt aan de behoeften» een verplichte procedure van het kwaliteitsmanagementsysteem is; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «jaarlijkse analyse van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijken en het voorzien van een aanbod aan vorming dat tegemoetkomt aan de behoeften» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.13. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagement-systeem : Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van groepsopvang t Beertje, en vast te stellen als volgt : 1. Doelstellingen: Via de toepassing van deze procedure wordt het vormingsaanbod jaarlijks afgestemd op: - de behoeften en vragen van de verantwoordelijke; - de werking van de kinderopvangvoorziening; - de verwachtingen van het OCMW; - actuele tendensen. Het verplicht te halen attest wordt minimaal behaald: Alle kinderbegeleiders en de verantwoordelijke beschikken over een geldig attest kennis van levensreddend handelen bij kinderen. Dit wordt om de drie jaar hernieuwd. 2. Toepassingsgebied: Deze procedure is van toepassing op de verantwoordelijke, het diensthoofd en het bestuur.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/429 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - De diensthoofd volgt de vormingsbehoeften van de verantwoordelijke op en voorziet een aanbod dat hieraan tegemoet komt. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: Stap 1: Bevragen en verzamelen van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijke: Het diensthoofd bevraagt en verzamelt jaarlijks, op een vast moment, de vormingsbehoeften van de verantwoordelijke. Zij gebruikt hiertoe het formulier Analyse van de vormingsbehoeften, dat door de VVSG werd ontwikkeld. Stap 2: Analyse van de bevraging en de verzameling van de vormingsbehoeften van de verantwoordelijke: Na de bevraging en verzameling maakt het diensthoofd een analyse van de gegevens. Zij vult het formulier Analyse van de vormingsbehoeften voort aan. Stap 3: Vormingsaanbod inhoudelijk samenstellen: Het vormingsprogramma voor het daaropvolgende jaar wordt samengesteld. Dit gebeurt op basis van de conclusies van de gemaakte analyse. Stap 4: Goedkeuring door het OCMW: Het inhoudelijk voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de personeelsdienst/secretaris. Stap 5: Vormingsaanbod inplannen: Zodra het vormingsvoorstel wordt goedgekeurd door de personeelsdienst schrijft de verantwoordelijke zich in voor de gekozen vormingen en/of studiedagen. Stap 6: Nazorg: Na elke vorming brieft de verantwoordelijke het diensthoofd. Stap 7: Implementatie in de werking: Na elke gevolgede vorming zoekt de verantwoordelijke manieren om de verworven kennis om te zetten in de praktijk. 5. Aanverwante documenten: - Formulier Analyse van de vormingsbehoeften (VVSG) 17. KINDEROPVANG DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. PROCEDURE ZELFEVALUATIE, MINSTENS EVALUATIE VAN HET KWALITEITSBELEID EN HET KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Gelet op het feit dat de procedure «zelfevaluatie, minstens evaluatie van het

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/430 kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem» een verplichte procedure van het kwaliteitsmanagementsysteem is ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «zelfevaluatie, minstens evaluatie van het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.16. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagementsysteem : Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van de Dienst voor Onthaalouders, en vast te stellen als volgt: 1. Doelstellingen: De dienst evalueert haar volledige werking: - binnen een cyclus van vijf jaar; - op basis van bronnen en resultaten; - op een systematische manier. De dienst legt hierbij haar sterktes en aandachtspunten vast en werkt op basis daarvan aanpassingen en/of verbeterprojecten uit, die gericht zijn op het behalen van welbepaalde verbeterdoelstellingen. De dienst voert deze aanpassingen door en/of verbeterprojecten uit, toetst af of de verbeterdoelstellingen worden bereikt en stuurt bij indien nodig. Dit alles wordt gerealiseerd door gebruik te maken van het zelfevaluatieinstrument van de VVSG. 2. Toepassingsgebied: De zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten. Het omvat aldus de gehele werking van de dienst. 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - De leden van het kwaliteitsoverleg voeren de zelfevaluatie uit. - Het diensthoofd kinderopvang en gezinszorg ziet toe op de uitvoering van de procedure. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: a) Inleiding: De dienst voert de zelfevaluatie uit door middel van het zelfevaluatie-instrument dat door de VVSG werd ontwikkeld. Via het zelfevaluatieinstrument worden de verschillende aspecten van de werking geëvalueerd. - Structuren: het organogram, de functies, de functie- en competentieprofielen - Alle procedures ( Structuren & procedures samen= Kwaliteitsmanagmentsysteem) - Resultaten - Kwaliteitsbeleid: de missie, de visie, de doelstellingen en strategie Het zelfevaluatie-instrument van de VVSG is opgehangen aan de PDCA (= plan, do, check & act)-cyclus. Het zelfevaluatie-instrument is een oplijsting van alle mogelijke (sub)thema s die betrekking hebben op de dienst (wettelijk vereiste evaluatiepunten, vergunningsvoorwaarden, aspecten die de werking bepalen). Bij elk (sub)thema staan de mogelijke bronnen en is een nietlimitatieve lijst van subvragen voorzien. Dit alles heeft tot doel een denkproces op gang te brengen waardoor de sterktes en zwaktes van de dienst komen bloot te liggen. Dit resulteert in een conclusie per (sub)thema waaruit verbeterdoelstellingen kunnen worden afgeleid. Om deze doelstellingen te realiseren worden aanpassingen en/of verbeterprojecten uitgetekend.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/431 b) Te doorlopen stappen: Stap 1: Het evalueren zelf: Vier keer per jaar, gespreid over een cyclus van vijf jaar, wordt het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem geëvalueerd. Dit gebeurt samen met andere Antwerpse diensten in de Werkgroepen kwaliteit die worden georganiseerd door de VVSG. De VVSG maakte een kalender voor de periode 2014-2018. Het kwaliteitsbeleid, de structuren en de procedures worden één voor één geëvalueerd aan de hand van het zelfevaluatie-instrument. - Alle bronnen worden opgelijst en bestudeerd. - De subvragen worden doorgenomen en op basis daarvan worden de sterke en zwakke punten opgelijst. Deze worden op hun beurt in een conclusie gegoten. Op basis daarvan worden aanpassingen of verbeterprojecten bepaald met het oog op het behalen van welbepaalde verbeterdoelstellingen. Na afloop van elke Werkgroep kwaliteit wordt een bijeenkomst van het kwaliteitsoverleg georganiseerd waarop de zelfevaluatiekaart van het welbepaalde thema door de dienstverantwoordelijken en het diensthoofd wordt ingevuld. We volgen voorts dezelfde werkwijze als die van de Werkgroep kwaliteit. Stap 2: Het uitwerken van de aanpassingen en/of de verbeterprojecten: Op basis van de conclusies uit het zelfevaluatie-instrument werkt het kwaliteitsoverleg aanpassingen of verbeterprojecten uit. Er wordt voor een aanpassing gekozen wanneer het gaat om een kleine, eenvoudige aanpassing in een document of aan een werkwijze. Er wordt voor een verbeterproject gekozen wanneer er een stapsgewijze aanpak nodig is. De aanpassingen of verbeterprojecten worden volgens prioriteit ingepland. a) Uitwerken van een aanpassing: - Stap 1: Het kwaliteitsoverleg omschrijft de aanpassing in de conclusie van de zelfevaluatie. - Stap 2: De aanpassing wordt uitgevoerd en toegepast. - Stap 3: De aanpassing wordt volgens noodzaak gecommuniceerd met medewerkers, bestuur en/of ouders. Een registratie van de doorlopen stappen is terug te vinden in de verslagen van het kwaliteitsoverleg. b) Uitwerken van een verbeterproject: - Stap 1: Het kwaliteitsoverleg formuleert de verbeterdoelstelling of kwaliteitsdoelstelling. - Stap 2: Voorbereiding: Het kwaliteitsoverleg werkt de voorbereidingsfase uit. Kennis en materiaal uit de sector en literatuur wordt verzameld, interne gegevens worden geïnventariseerd (Wat loopt goed? Wat hebben we in huis? ). - Stap 3: Uitwerking: Het kwaliteitsoverleg ontwerpt nieuw materiaal, een nieuwe werkwijze. Dit wordt voorgesteld aan medewerkers, collega s, bestuur. - Stap 4: Implementatie: Het kwaliteitsoverleg implementeert de nieuwe documenten, afspraken, werkwijze. Deze nieuwigheden worden in de praktijk gebracht en uitgetest. De tussentijdse en slotevaluaties en -rapportages worden geregistreerd op de projectfiche. - Stap 5: Bekrachtiging van het verbeterproject: De nieuwe werkwijze wordt opgenomen in het kwaliteitshandboek. - Stap 6: Evaluatie: Het kwaliteitsoverleg evalueert na een vooraf vastgelegde periode of de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt. Indien dit het geval blijkt, word de werkwijze voortgezet. Indien niet, dan wordt overgegaan naar de volgende stap. Van de evaluatie komt een schriftelijke neerslag op de projectfiche. - Stap 7: Bijsturing: Wanneer blijkt dat een doelstelling niet werd bereikt, beslist het kwaliteitsoverleg tot een bijsturing van het verbeterproject of tot het ontwikkelen van een volledig nieuw verbeterproject. De geplande stappen worden geregistreerd.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/432 Een registratie van de doorlopen stappen is terug te vinden in de projectfiche van het verbeterproject. Alle projectfiches worden bewaard in het kwaliteitshandboek onder het hoofdstuk Zelfevaluatie. 5. Aanverwante documenten - zelfevaluatie instrument van VVSG - verslagen kwaliteitsoverleg - projectfiches - kwaliteitshandboek 18. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. KWALITEITS- MANAGEMENTSYSTEEM. PROCEDURE ZELFEVALUATIE, MINSTENS EVALUATIE VAN HET KWALITEITSBELEID EN HET KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM. GOEDKEURING. De Raad: Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters van 22 november 2013 dat bepaalt dat het kwaliteitshandboek vanaf 1 april 2014 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving; Overwegende het feit dat je als organisator, vanaf de datum van de vergunning, met name 1 april 2014, twee jaar de tijd hebt om een kwaliteitshandboek op te stellen volgens de opbouw van de nieuwe regelgeving; Gelet op het feit dat je als organisator het aangepaste handboek in je werking moet implementeren tegen 31 maart 2016; Gelet op het feit dat de procedure «zelfevaluatie, minstens evaluatie van het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem, een verplichte procedure van het kwaliteitsmanagementsysteem is ; Gelet op de gevoerde bespreking; BESLUIT: bij eenparigheid van stemmen. Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de procedure «zelfevaluatie, minstens evaluatie van het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem» met ingang van 13.04.2016 op te nemen onder punt 4.16. van het hoofdstuk 4. Kwaliteitsmanagementsysteem : Processen en procedures van het kwaliteitshandboek van groepsopvang t Beertje, en vast te stellen als volgt : 1. Doelstellingen: De groepsopvang evalueert haar volledige werking: - binnen een cyclus van vijf jaar; - op basis van bronnen en resultaten; - op een systematische manier.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/433 De groepsopvang legt hierbij haar sterktes en aandachtspunten vast en werkt op basis daarvan aanpassingen en/of verbeterprojecten uit, die gericht zijn op het behalen van welbepaalde verbeterdoelstellingen. De groepsopvang voert deze aanpassingen door en/of verbeterprojecten uit, toetst af of de verbeterdoelstellingen worden bereikt en stuurt bij indien nodig. Dit alles wordt gerealiseerd door gebruik te maken van het zelfevaluatie-instrument van de VVSG. 2. Toepassingsgebied: De zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten. Het omvat aldus de gehele werking van de groepsopvang. 3. Verantwoordelijken en bevoegdheden: - De leden van het kwaliteitsoverleg voeren de zelfevaluatie uit. - Het diensthoofd kinderopvang en gezinszorg ziet toe op de uitvoering van de procedure. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn draagt de eindverantwoordelijkheid. 4. Werkwijze: a) Inleiding: De groepsopvang voert de zelfevaluatie uit door middel van het zelfevaluatie-instrument dat door de VVSG werd ontwikkeld. Via het zelfevaluatie-instrument worden de verschillende aspecten van de werking geëvalueerd. - Structuren: het organogram, de functies, de functie- en competentieprofielen - Alle procedures ( Structuren & procedures samen= Kwaliteitsmanagmentsysteem) - Resultaten - Kwaliteitsbeleid: de missie, de visie, de doelstellingen en strategie Het zelfevaluatie-instrument van de VVSG is opgehangen aan de PDCA (= plan, do, check & act)-cyclus. Het zelfevaluatie-instrument is een oplijsting van alle mogelijke (sub)thema s die betrekking hebben op de groepsopvang (wettelijk vereiste evaluatiepunten, vergunningsvoorwaarden, aspecten die de werking bepalen). Bij elk (sub)thema staan de mogelijke bronnen en is een nietlimitatieve lijst van subvragen voorzien. Dit alles heeft tot doel een denkproces op gang te brengen waardoor de sterktes en zwaktes van de groepsopvang komen bloot te liggen. Dit resulteert in een conclusie per (sub)thema waaruit verbeterdoelstellingen kunnen worden afgeleid. Om deze doelstellingen te realiseren worden aanpassingen en/of verbeterprojecten uitgetekend. b) Te doorlopen stappen: Stap 1: Het evalueren zelf: Vier keer per jaar, gespreid over een cyclus van vijf jaar, wordt het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem geëvalueerd. Dit gebeurt samen met andere Antwerpse groepsopvangvoorzieningen in de Werkgroepen kwaliteit die worden georganiseerd door de VVSG. De VVSG maakte een kalender voor de periode 2014-2018. Het kwaliteitsbeleid, de structuren en de procedures worden één voor één geëvalueerd aan de hand van het zelfevaluatie-instrument. - Alle bronnen worden opgelijst en bestudeerd. - De subvragen worden doorgenomen en op basis daarvan worden de sterke en zwakke punten opgelijst. Deze worden op hun beurt in een conclusie gegoten. Op basis daarvan worden aanpassingen of verbeterprojecten bepaald met het oog op het behalen van welbepaalde verbeterdoelstellingen. Na afloop van elke Werkgroep kwaliteit wordt een bijeenkomst van het kwaliteitsoverleg georganiseerd waarop de zelfevaluatiekaart van het welbepaalde thema wordt ingevuld. Voorts wordt dezelfde werkwijze gevolgd als die van de Werkgroep kwaliteit. Stap 2: Het uitwerken van de aanpassingen en/of de verbeterprojecten: Op basis van de conclusies uit het zelfevaluatie-instrument werkt het kwaliteitsoverleg aanpassingen of verbeterprojecten uit. Er wordt voor een aanpassing gekozen wanneer het gaat om een kleine, eenvoudige aanpassing in een document of aan een werkwijze. Er wordt voor een verbeterproject gekozen wanneer er een stapsgewijze aanpak nodig is. De aanpassingen of verbeterprojecten worden volgens prioriteit ingepland.

Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad : 2016/434 a) Uitwerken van een aanpassing: - Stap 1: Het kwaliteitsoverleg omschrijft de aanpassing in de conclusie van de zelfevaluatie. - Stap 2: De aanpassing wordt uitgevoerd en toegepast. - Stap 3: De aanpassing wordt volgens noodzaak gecommuniceerd met medewerkers, bestuur en/of ouders. Een registratie van de doorlopen stappen is terug te vinden in de verslagen van het kwaliteitsoverleg. b) Uitwerken van een verbeterproject: - Stap 1: Het kwaliteitsoverleg formuleert de verbeterdoelstelling of kwaliteitsdoelstelling. - Stap 2: Voorbereiding: Het kwaliteitsoverleg werkt de voorbereidingsfase uit. Kennis en materiaal uit de sector en literatuur wordt verzameld, interne gegevens worden geïnventariseerd (Wat loopt goed? Wat hebben we in huis? ). - Stap 3: Uitwerking: Het kwaliteitsoverleg ontwerpt nieuw materiaal, een nieuwe werkwijze. Dit wordt voorgesteld aan medewerkers, collega s, bestuur. - Stap 4: Implementatie: Het kwaliteitsoverleg implementeert de nieuwe documenten, afspraken, werkwijze. Deze nieuwigheden worden in de praktijk gebracht en uitgetest. De tussentijdse en slotevaluaties en -rapportages worden geregistreerd op de projectfiche. - Stap 5: Bekrachtiging van het verbeterproject: De nieuwe werkwijze wordt opgenomen in het kwaliteitshandboek. - Stap 6: Evaluatie: Het kwaliteitsoverleg evalueert na een vooraf vastgelegde periode of de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt. Indien dit het geval blijkt, word de werkwijze voortgezet. Indien niet, dan wordt overgegaan naar de volgende stap. Van de evaluatie komt een schriftelijke neerslag op de projectfiche. - Stap 7: Bijsturing: Wanneer blijkt dat een doelstelling niet werd bereikt, beslist het kwaliteitsoverleg tot een bijsturing van het verbeterproject of tot het ontwikkelen van een volledig nieuw verbeterproject. De geplande stappen worden geregistreerd. Een registratie van de doorlopen stappen is terug te vinden in de projectfiche van het verbeterproject. Alle projectfiches worden bewaard in het kwaliteitshandboek onder het hoofdstuk Zelfevaluatie. 5. Aanverwante documenten - zelfevaluatie instrument van VVSG - verslagen kwaliteitsoverleg - projectfiches - kwaliteitshandboek Logistiek 19. ERKEND KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. ZANDBAK. HERBESTEMMING. GOEDKEURING. De Raad : Overwegende dat de zandbak in het nieuwe kinderdagverblijf t Beertje noch kindvriendelijk noch onderhoudsvriendelijk is waardoor deze in de praktijk niet gebruikt kan worden. De plaatsing van een overkapping lost slechts een gedeelte van het probleem op ;