Schouderstabilisatie met de Latarjet procedure Orthopedie
Inleiding De behandelend arts heeft met u afgesproken dat u binnenkort een schouderoperatie zult ondergaan. De arts heeft u al informatie gegeven over deze ingreep. In deze folder kunt u het nog eens rustig nalezen. Het schoudergewricht Het schoudergewricht is een zogenaamd kogelgewricht, een gewricht dat bestaat uit een 'kom' waarin een 'kogel' in diverse richtingen kan bewegen. Het gewricht wordt bij elkaar gehouden door spieren (cuff), een kraakbeen ring om de kom (labrum) en het gewrichtskapsel (figuur 1). Figuur 1. Schoudergewricht. Vooraanzicht: 1 sleutelbeen 2 schouderdak 3 gewrichtskapsel 4 humeruskop 5 schouderblad 6 bovenarm Schouderinstabiliteit Het gewrichtskapsel en het labrum zorgen samen voor de stevigheid van de schouder. Een luxatie is het uit de kom schieten van de schouderkop. Dit komt voor na een ongeval, waarbij letsel is ontstaan aan het labrum en het kapsel en, in sommige gevallen, ook schade aan het bot. Als na een luxatie klachten ontstaan, zoals pijn bij bewegen, (steeds) vaker uit de kom schieten van de schouder of gevoel van instabiliteit, kan dit reden zijn om operatief in te grijpen. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2
Latarjet Schouderinstabiliteit waarbij sprake is van zowel labrum- als botletsel, wordt operatief behandeld met een Latarjet procedure. Dit is een operatie waarbij er aan de voorzijde een deel van het schouderblad verplaatst wordt en op de voorste rand van het schoudergewricht wordt bevestigd. Dit voorkomt het luxeren van de schouder door het verbreden van het gewrichtsoppervlak. De opname Voor informatie over de algemene gang van zaken in het ziekenhuis verwijzen wij u naar de patiëntengids en de folder over de afdeling orthopedie. De dag van de operatie wordt u opgenomen. Op de verpleegafdeling wordt u de weg gewezen en wordt u naar uw kamer gebracht. De verpleegkundige gaat na of alle voorbereidingen zijn verricht en of u nog vragen hebt. Uiteraard kunt u zelf eventuele vragen stellen. Voorbereiding op de operatie Voor de operatie krijgt u een operatiejasje om aan te trekken. Het is belangrijk dat u eventuele contactlenzen uit doet en nagellak/make-up verwijdert. Vervolgens wordt u door de verpleegkundige naar het operatiecomplex gebracht. Op het operatiecomplex wordt door de anesthesist een lokale verdoving geplaatst in de schouder-hals regio die de zenuwen naar de schouder en arm tijdelijk verdoofd. Dit voorkomt pijnklachten na de operatie. Fysiotherapie Voorafgaande of vlak na de operatie krijgt u instructies van de fysiotherapeut. Zij zullen u instrueren welke oefeningen en leefregels u de eerste weken na de operatie dient na te leven. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. Als u wakker wordt, is het mogelijk dat u enige mate van pijn voelt. De verpleegkundige zal u hiervoor pijnstillers aanbieden. Verder heeft u na de operatie: een mastersling om de geopereerde arm en een kussen achter de bovenarm een infuus of naald in de arm een pleister op de wond Als de anesthesist daar toestemming voor geeft, brengt de verpleegkundige u terug naar de dagverplegingsafdeling. Daar worden regelmatig controles uitgevoerd door de verpleegkundige. Mocht u ondanks de aangeboden pijnstilling alsnog veel pijn p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 3
ervaren, geef dit dan tijdig aan bij de verpleegkundige zodat zij extra pijnstilling kan toedienen. Als u niet misselijk bent mag u na de operatie weer wat eten en drinken. Ontslag Voor het ontslag naar huis zal de arts-assistent u bezoeken en zal er ter controle een röntgenfoto gemaakt worden. In principe kunt u de dag na de operatie (in de ochtend) met ontslag naar huis. Revalidatie Op aanwijzing van de arts en de fysiotherapeut wordt zo snel mogelijk gestart met een oefenprogramma. De eerste 6 weken draagt u een mastersling. In de tekeningen kunt u zien hoe u de sling aanbrengt. Let op dat de draagband over de gezonde schouder loopt. Ook zijn er een aantal oefeningen die u elke dag moet uitvoeren (figuur 2 en 3). Oefen dit 3 maal per dag gedurende 10 min. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 4
Slingeroefening (figuur 2): 1. Neem uw arm uit de mitella. 2. Ga in spreidstand staan en buig uw romp voorover. 3. Laat uw arm naar de grond hangen en maak ontspannen kleine draaibewegingen (voor- en achterwaarts, binnen- en buitenwaarts). Figuur 2: Slingeroefening Horizontale beweeglijkheid (figuur 3): 1. Neem uw arm uit de mitella. 2. Til uw arm, met ondersteuning van uw gezonde arm op tot de arm ten opzichte van uw romp een hoek van 90 graden maakt. 3. Houdt dit even vast en beweeg vervolgens rustig omlaag. Figuur 3: Horizontale beweeglijkheid p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 5
Let op! Om ervoor te zorgen dat het herstelde labrum niet onder grote spanning komt te staan, is het in de eerste 6 weken na de operatie niet toegestaan om de arm verder dan de neutraal stand naar buiten te draaien (figuur 4). U krijgt hiervoor nadere instructies van de fysiotherapeut op de afdeling voor ontslag naar huis. Figuur 4: Verbod om de arm naar buiten te draaien! Complicaties Schouderoperaties zijn veel voorkomende operaties waaraan weinig risico's verbonden zijn. Zoals bij iedere operatie bestaat er een kans dat het operatiegebied geïnfecteerd raakt of dat er een nabloeding optreedt. Gelukkig komt dit zeer zelden voor en worden er maatregelen voor, tijdens en na de operatie getroffen om dit te voorkomen. Ontslag Het tijdstip van ontslag wordt bepaald in overleg met de arts, fysiotherapeut en de afdeling. De verpleegkundige verzorgt een afspraak voor controle en een recept voor pijnstilling. De fysiotherapeut heeft u informatie gegeven over de oefeninstructies. U dient zelf voor vervoer naar huis te zorgen. Weer thuis Voor de periode tussen het ontslag uit het ziekenhuis en de eerste controle dient u de oefeningen zoals beschreven staan nauwgezet op te volgen. Bij toenemende pijn, p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 6
zwelling, roodheid of oplopende temperatuur van de schouder is het raadzaam tijdelijk het oefenprogramma te staken en rust te nemen. Controle U komt 2 weken na de operatie terug op de polikliniek voor wondcontrole. Dan worden de hechtingen verwijderd door de verpleegkundige. 6 weken en 3 maanden na de operatie vindt er een controle plaats door uw orthopedisch chirurg, voorafgaande aan deze controle zal er een röntgenfoto worden gemaakt van uw schouder. Er is een sportverbod gedurende de eerste 4 maanden na de operatie. Tot slot Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling. De tijd waarop de telefonische helpdesk dagelijks bereikbaar is, vindt u in de folder van de verpleegafdeling. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 7
Geef uw mening! Deel uw ervaring over Zuyderland Medisch Centrum op www.zorgkaartnederland.nl, een onafhankelijk kwaliteitsplatform voor de zorg. Op basis van uw ervaring kunnen wij onze zorgverlening verder verbeteren. Dagverpleging Meldpunt Oost 31 Telefoon 088 459 3800 Op werkdagen van 7.30 20.00 uur Orthopedie Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer 088-459 7433 Werkdagen: 9.00-12.00 en 14.00-16.00 uur Informatienummer 088-459 7823 Werkdagen: 8.30-12.00 en 13.30-16.30 uur Poliklinische operatieafdeling Meldpunt Oost 35 Telefoon: 088-459 7767 Op werkdagen: 8.00 16.30 uur Verpleegafdeling Meldpunt Oost 33 Telefoon 088 459 3500 Telefoonnummer van uw kamer: 046-486 Internet www.zuyderland.nl 1098 01-2016