Stabiliseren van de schouder Kijkoperatie Bankart laesie

Transcriptie

1 Stabiliseren van de schouder Kijkoperatie Bankart laesie H Inhoudsopgave Inleiding... 2 Het schoudergewricht... 2 Wat is een Bankart Laesie?... 2 Klachten bij een Bankart Laesie... 2 Voorbereidingen voor opname... 2 Extra hulp nodig?... 3 De operatie... 3 Na de operatie... 3 Medicijnen... 3 De eerste dag na de operatie... 4 Fysiotherapie... 4 Controle... 4 Complicaties... 4 Revalidatie en herstel... 4 Beperkt bewegen... 4 Wond en pleisters... 5 Pijnstillers... 5 Wanneer waarschuwt u het ziekenhuis?... 5 Vragen... 5 Pagina 1 van 5

2 Inleiding In overleg met uw orthopedisch chirurg heeft u besloten om uw schouder te laten stabiliseren. Dit gebeurt via een kijkoperatie. U wordt voor deze operatie opgenomen op de Orthopedie Verpleegafdeling van het HagaZiekenhuis, locatie Sportlaan. Soms kunt u dezelfde dag al naar huis In deze folder vindt u uitleg over deze operatie. Algemene informatie over uw opname vindt u in de behandelwijzer die u op de Orthopedie Polikliniek meegekregen heeft. Heeft u hier nog vragen over? Stel deze dan gerust aan uw arts, fysiotherapeut of verpleegkundige. Het schoudergewricht De schouder is het meest beweeglijke gewricht in ons lichaam. De schoudergordel is een keten van gewrichten. Door de schoudergordel en een groot aantal spieren en banden kan de arm bewegen ten opzichte van het bovenlichaam. Wat is een Bankart Laesie? De kom van het schoudergewricht is oppervlakkig. De schouderkop is in verhouding groot. Dit maakt het schoudergewricht instabiel. Bij een val of krachtige beweging kan de schouder uit de kom gaan (luxatie). Daarbij kan ook de kraakbeenrand (labrum) losscheuren. Als ook het kapsel met banden (ligamenten) aan de voorkant losscheurt, heet dit een Bankart Laesie. Klachten bij een Bankart Laesie Bij een Bankart Laesie is de kans groter dat uw schouder vaker uit de kom gaat. Verder voelt uw schouder soms: pijnlijk, vooral bij gooibewegingen ontstoken instabiel. Voorbereidingen voor opname Houd rekening met een lange herstelperiode. De eerste 4 weken na de operatie kunt u de geopereerde schouder en arm niet gebruiken. U zult uw arm niet omhoog kunnen doen. Voor veel alledaagse handelingen heeft u maar 1 hand beschikbaar. Het is daarom belangrijk dat u zich van tevoren goed op de eerste periode na de operatie voorbereidt. Oefen bijvoorbeeld alvast met naar de wc gaan. Zorg verder voor: kleding die u makkelijk (met 1 hand) kunt aan- en uittrekken hulp bij (zwaar) huishoudelijk werk en boodschappen doen eenvoudig te bereiden maaltijden. Pagina 2 van 5

3 Extra hulp nodig? Als u extra hulp nodig denkt te hebben, kunt u dit bij uw opname aangeven bij de verpleegkundige. De verpleegkundige dient dan tijdens uw opname een aanvraag in bij de transferverpleegkundige, die de eventuele nazorg voor u kan regelen. Zie ook de folder Transferpunt. De operatie Het is belangrijk dat uw schouder niet beweegt tijdens de operatie. Daarom krijgt u een houder in de hand. De houder wordt met verband aan uw hand vastgemaakt. Tijdens de operatie ligt u op uw zij. De houder wordt in een mechanische arm geplaatst. Zo blijft uw schouder in de juiste houding staan. Eerst wordt uw schouder steriel afgedekt. Dan maakt de orthopedisch chirurg 3 of 4 sneetjes in uw schouder. Met een kleine camera onderzoekt de orthopedisch chirurg de binnenkant van uw schouder. Indien tijdens de operatie blijkt dat de beschadiging in uw schouder meer is dan verwacht, dan kan de orthopedisch chirurg besluiten dat een andere operatie nodig is. Deze wordt dan op een later moment gepland. Als er geen belemmeringen zijn, gaat de geplande kijkoperatie door. Via de sneetjes bedient de orthopedisch chirurg de instrumenten. Eerst wordt het weefsel losgemaakt van het kommetje van het schouder gewricht. Dan wordt de beschadigde kraakbeenring (het labrum) met kapsel teruggehecht op het bot van de schouderkom. Dit gebeurt met behulp van hechtingen en botankers (een soort schroefjes die in het bot worden gebracht). De sneetjes worden dichtgemaakt met hechtpleisters. Daaroverheen komt een verband. De operatie duurt ongeveer 90 minuten. Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Verpleegkundigen controleren uw bloeddruk, hartslag, ademhaling, wond en infuus. Ook vragen ze regelmatig of en hoeveel pijn u heeft. Bent u misselijk? Zeg dit dan meteen tegen de verpleegkundige. U krijgt hier dan medicijnen voor. Als alles goed gaat, brengt een verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling. Terug op de verpleegafdeling mag u weer wat eten en drinken. De verpleegkundige controleert weer uw bloeddruk, hartslag, ademhaling, et cetera. Uw arm kan door de verdoving nog gevoelloos zijn. Dit duurt meestal niet langer dan 24 uur. Na de operatie vertelt de orthopedisch chirurg hoe de operatie gegaan is. U krijgt uitleg over waar u de eerste tijd op moet letten en over welke bewegingen u wel en niet mag maken met de schouder en arm. Medicijnen U krijgt na de operatie pijnstillers van de verpleegkundige. Voor goede pijnbestrijding is het belangrijk dat u deze meteen inneemt. Verder is het belangrijk dat u tijdens de opname nooit zomaar uw eigen medicijnen inneemt (als u die gebruikt). Overleg altijd eerst met de verpleegkundige. Pagina 3 van 5

4 De eerste dag na de operatie De verpleegkundige helpt u waar dit nodig is. De orthopedisch chirurg of arts-assistent komt bij u op de verpleegafdeling langs. De arts beoordeelt de operatiewond en vraagt hoe het met u gaat. Als alles goed gaat, mag u naar huis. Eerst verwijdert de verpleegkundige het slangetje voor het infuus van uw hand. Fysiotherapie Na de operatie komt uw arm in een sling. Dit is een soort mitella of draagdoek. De sling voorkomt dat u te veel beweegt, of uw spieren actief gebruikt. Zo is de kans klein dat de hechtingen losscheuren. De fysiotherapeut legt uit hoe u de sling moet gebruiken. Zorg ervoor dat uw hand hoger hangt dan de elleboog. U krijgt ook instructies van de fysiotherapeut voor oefeningen voor uw elleboog, pols en hand. Controle U krijgt bij uw ontslag 2 afspraken voor controle mee: 3 weken na de operatie bij de verpleegkundig specialist 10 weken na uw operatie bij de orthopedisch chirurg. Complicaties De kans is klein, maar houdt u er rekening mee dat (een van) de volgende complicaties kunnen optreden: nabloeding trombose (een stolsel in een bloedvat) wondinfectie een verminderd of doof gevoel door een beschadigde huidzenuw: meestal verdwijnen deze klachten vanzelf, soms zijn ze blijvend een tijdelijk stijve, pijnlijke schouder door een ontsteking van het gewrichtskapsel (frozen shoulder). Het is soms moeilijk in te schatten hoeveel het gerekte kapsel moet worden ingekort. Te veel inkorten geeft een te strakke schouder. Fysiotherapie kan dan helpen om de schouder losser te maken. Te weinig inkorten betekent nog steeds een onstabiele schouder. Uw klachten kunnen dan terugkomen. Revalidatie en herstel Beperkt bewegen Het duurt 3 tot 6 weken voordat het kapsel en de bindweefselrand zijn vastgegroeid. Tot die tijd mag u de schouder niet actief bewegen. De schouder mag niet naar buiten draaien. Het kan een half jaar duren voordat uw schouder volledig hersteld is. Voor goed herstel is het belangrijk dat u zich goed aan de volgende leefregels houdt: u draagt de sling 24 uur per dag, 3 weken lang u mag uw schouder na 3 tot 6 weken onder begeleiding van een fysiotherapeut meer bewegen: de orthopedisch chirurg vertelt u wanneer u hiermee mag beginnen u mag uw arm na 6 tot 12 weken weer rustig gaan gebruiken Pagina 4 van 5

5 u begint na 8 weken voorzichtig met spierversterkende oefeningen. Vraag uw orthopedisch chirurg na 10 weken, of en wanneer u weer kunt werken en/of sporten. Wond en pleisters In het begin mag de wond niet nat worden. Over de hechtpleisters plakt u speciale waterafstotende douchepleisters. U krijgt deze in het ziekenhuis mee. Vervang de douchepleister: als de wond lekt als de pleister loslaat na 5 dagen. De hechtpleisters op de wond vallen er vanzelf af. Dit duurt ongeveer 10 dagen. Pijnstillers U gebruikt na de operatie 3 tot 4 keer per dag pijnstillers. Tijdens het vooronderzoek of bij uw ontslag krijgt u een recept mee voor pijnstilling. U kunt de medicijnen ophalen bij uw apotheek. Verdeel de pijnstillers goed over de 24 uur en neem ze op vaste tijden in. Bijvoorbeeld 3 keer per dag, om de 8 uur. Wordt de pijn minder? Dan mag u de pijnstillers zelf afbouwen/verminderen. Bij sommige pijnstillers neemt u s ochtends eerst een tablet voor bescherming van de maagwand. Zie ook de folder Anesthesie. Wanneer waarschuwt u het ziekenhuis? Neem contact op met het ziekenhuis: als de wond erg rood is als de wond (steeds meer) lekt als het wondgebied dik wordt bij hevige pijn bij een blijvend kloppend gevoel bij koorts (boven 38,5 C) bij een nabloeding. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze dan gerust. U vindt de contactgegevens in de behandelwijzer. HagaZiekenhuis Locatie Leyweg, Leyweg 275, 2545 CH Den Haag Locatie Sportlaan, Sportlaan 600, 2566 MJ Den Haag Pagina 5 van 5