Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15
BRV strategische visie Het Vlaams ruimtelijk beleid maakt zich sterk voor een goede integratie van Vlaanderen in de Noordwest-Europese delta om zo samen met verstedelijkte gebieden zoals de Randstad, het Ruhrgebied, Parijs en Londen een competitieve en innovatieve omgeving in de wereld te blijven. De internationale verbondenheid en het gemeenschappelijk functioneren van concentraties van menselijk kapitaal en economische activiteit, internationale instellingen en metropolitane voorzieningen zijn belangrijke ruimtelijke condities voor de verdere uitbouw van Vlaanderen als innovatieve regio van wereldformaat. Hiervoor: de krachten van de individuele steden in Vlaanderen bundelen 20/11/2015 2
Vlotte verbindingen Het Vlaams ruimtelijk beleid verbetert het gemeenschappelijk functioneren van concentraties van menselijk kapitaal en economische activiteit, internationale instellingen en metropolitane voorzieningen door mee in te staan voor vlotte verbindingen hiertussen. De verbondenheid tussen regio s met stedelijk karakter onderling en regio s met stedelijk karakter en internationale knooppunten is daarbij een prioriteit. 20/11/2015 3 20/11/2015 3
Kritische massa versterken Het Vlaams ruimtelijk beleid zal de kritische massa versterken door ontwikkelingen te enten op vervoersknooppunten. De verwachte bevolkingsgroei en bijhorende stedelijke ontwikkelingen worden ingezet om de gezamenlijke massa verder te verhogen. Een inefficiënte spreiding wordt daarbij tegengegaan. Ontwikkelingen worden daarom in de mate van het mogelijke geënt op multimodale knooppunten die de verschillende regio s met stedelijk karakter met elkaar verbinden. 20/11/2015 4
Metropolitane hefboomplekken ontwikkelen Het Vlaams ruimtelijk beleid treedt op als stuwende kracht om rond internationale en metropolitane knooppunten een geheel van metropolitane hefboomplekken te ontwikkelen. Dit zijn beperkte oppervlaktes ruwweg bepaald door de wandelafstand tot een halteplaats of station waar woningen, werkplekken en voorzieningen in zeer hoge densiteit en kwalitatief hoogwaardig samenkomen. Ze oefenen een grote aantrekkingskracht uit op (internationale) bezoekers en investeerders. Het zijn plekken met een sterke dynamiek en levendigheid rond de klok. 20/11/2015 5
Centraal deel van Vlaanderen Het centraal deel van Vlaanderen is het meest verstedelijkt en zal de sterkste bevolkingsgroei kennen. De concentraties van bevolking, economische activiteit, metropolitane voorzieningen, internationale toegangspoorten luchthaven Brussel en HST stations Antwerpen en Brussel-Zuid vormen de ruimtelijke ruggengraat waarmee Vlaanderen zich positioneert als competitieve metropool in de wereldeconomie. Metropolitaan vervoerssysteem als drager van de ontwikkelingen 20/11/2015 6
Stellingen 20/11/2015 7
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 1: 1 Hoogwaardige openbaar collectieve vervoerssystemen kunnen in de toekomst meer nog dan nu een rol spelen in de interstedelijke mobiliteit. Kritische succesfactor = locatiebeleid: spoornet de ruggengraat voor de ruimtelijke ontwikkeling Vergt ook investering in spoorvervoer (zie volgende slide) Alternatief: : nog diffusere ruimtelijke structuur en nog meer congestie 20/11/2015 8
Beeld uit onderzoek kritische massa (UGent-VUB-TUDelft, 2015)
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 2: Technologische disrupties zullen op middellange termijn (15 a 30 jaar) tot een verhoging van de capaciteit van het hoofdwegennet leiden (met een factor 1,5 à 4) Structurele ruimtelijke uitbreiding van het hoofdwegennet is daarom niet gewenst. Missing links en verbredingen/aanpak knelpunten in functie van verminderen incidentgevoeligheid wegennet niet van capaciteitsuitbreiding 20/11/2015 10
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 3: Om de frequente verstoring van het wegverkeer - kenmerkend voor de huidige interstedelijke mobiliteit - tegen te gaan is het wenselijk stedelijk en interstedelijk verkeer in de agglomeraties meer te ontvlechten. Doorgaande snelwegen dienen meer losgekoppeld te worden van stedelijke snelwegen. Onderliggende wegennetten dienen efficiënter de stadsregionale verplaatsingen op te vangen en zo het hoofdwegennet te ontlasten. De robuustheid van het interstedelijk verkeerssysteem dient verhoogd worden door intermodale verknoping om de last miles op te vangen 20/11/2015 11
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 4: Hoogwaardige interstedelijke fietssnelwegen vormen een ontbrekend netwerk. Aaneenschakeling van stadsregionale netwerken ( FietsGEN s ) dient daarom voorzien te worden. Ook voor afstanden tot 20 à 25 km (o.a. tussen stedelijke kernen) kan het fietsverkeer in de toekomst een rol gaan spelen (combinatie van e-bikes, fietssnelwegen en stijgende populariteit actieve verplaatsingswijzen). Deze fietsnetwerken dienen ontvlochten te worden van het autoverkeersnetwerk. 20/11/2015 12
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 5: De interstedelijke mobiliteitsvraag zal in de toekomst toenemen, vnl. ten gevolge van de bevolkingstoename (mogelijk + 1,5 miljoen verplaatsingen per dag). Daarom is het wenselijk meer in te zetten op de meest ruimte-efficiënte efficiënte vervoerswijze voor het interstedelijk personenvervoer, met name het spoorvervoer. Ondanks technologische sprongen in de efficiëntie van het autosysteem zal de capaciteit per ruimte-eenheid eenheid van hoogwaardig spoorvervoer ook op termijn van circa 25 a 30 jaar minstens 10 keer hoger blijven dan die van het autoverkeer. 20/11/2015 13
Expertenworkshop Interstedelijke Mobiliteit Stelling 6: Transferpunten tussen individueel vervoer en collectief vervoer dienen in de toekomst de voornaamste schakeling te vormen tussen interstedelijk en stedelijk vervoer. Dit vergt een uitbouw van deze verknopingen en een afbouw van de vloeiende overgang van interstedelijke en binnenstedelijke automobiliteit (bv. door het invoeren van stadstol maar ook de ruimtelijk ontknoping van deze wegennetten). 20/11/2015 14
Bedankt voor uw input! 20/11/2015 15