MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

Vergelijkbare documenten
MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

MJA3-Sectorrapport 2014 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MEE-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MEE-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA-Sectorrapport 2013 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2014 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2015 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

MJA-Sectorrapport 2012 Hoger beroepsonderwijs

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2013 Textielindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2014 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Textielindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen

MEE-Sectorrapport 2014 Bierbrouwerijen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2015 Nederlandse Glasindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2012 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2013 Railsector

MJA-Sectorrapport 2012 Grofkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2016 ICT

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

MEE-Sectorrapport 2015 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2017 ICT

MJA-Sectorrapport 2013 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Aardappelverwerkende industrie

MJA Sectorrapport 2011 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2011 Papier- en Kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Grofkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Gieterijen

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

Sectorrapport Metallurgische industrie 2011 (MJA-3)

MJA-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2012 Vleesverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2017 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2018 Oppervlaktebehandelende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2014 Railsector

Transcriptie:

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

Colofon Projectnaam: MEE-monitoring Raffinaderijen Datum: 25 juni 2014 Status: Definitief Locatie: Roermond Contactpersoon: Frank van der Pas

Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding... 1 Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik... 1 Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik... 2 Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP... 3 Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler... 3 Hoofdstuk 6. Tabellen... 5

Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Raffinaderijen Aantal MEE-deelnemers in 2013 5 Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport 5 Aantal toetreders in 2013 0 Aantal uittreders in 2013 0 Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ) 146.846 Effecten van maatregelen 2013 t.o.v. 2012 2013 t.o.v. 2009 Procesefficiencyverbetering 1,3% 4,6% Besparing in de keten [TJ] 2,6 158 Duurzame energie [TJ] 0,0 0,0 Resultaten Energieverbruik Het totale energieverbruik van de vijf raffinaderijen, die bij de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI 1 ) zijn aangesloten, bedroeg 146.846 TJ in 2013. Dit is ongeveer 0,9% lager dan in 2012. Dit komt vooral door de verbetering van de procesefficiency (1,3% verbetering in 2013). De totale hoeveelheid crude oil die in 2013 is verwerkt, is ten opzichte van 2012 met 0,2% gestegen. Dit is nauwelijks zichtbaar in het uiteindelijke energieverbruik van de raffinaderijen. Hoewel de totaal verwerkte hoeveelheid crude oil van de raffinaderijen met slechts 0,2% is gestegen, zijn de verschillen tussen de raffinaderijen aanzienlijk. Uitvoering van de EEP's van de sector In de EEP's heeft de sector een maximaal voorgenomen besparing door het treffen van maatregelen opgegeven die in 2016 tot een jaarlijkse geaggregeerde besparing ten opzichte van 2012 van 4.896 TJ kan leiden. Na één jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 2.000 TJ. Hiermee is in het eerste jaar van het EEP 2013-2016 reeds 41% van de sectordoelstelling gerealiseerd. Deze besparing wordt nagenoeg alleen door procesefficiency-maatregelen gerealiseerd. Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 1.998 TJ opgeleverd. De belangrijkste maatregelen op het gebied van procesefficiency zijn: vernieuwingen en optimalisaties rond (proces)fornuizen, optimalisatie van de gehele locatie door verbeterde afstemming van plants en utilities en optimalisatie van gasturbines. Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 158 TJ opgeleverd. Het betreft geen nieuwe besparingsmaatregelen, maar maatregelen die ook in 2012 al actief waren, in dat jaar met een totale besparing van 155 TJ. 1 In dit sectorrapport worden de bij de VNPI aangesloten raffinaderijen aangeduid als sector. I

Het betreft de opvang en het hergebruik van beladingsdampen, en de uitwisseling van materiaal- en energiestromen tussen nabijgelegen bedrijven. Inzet duurzame energie Duurzame energie is in 2013 binnen de VNPI-bedrijven niet toegepast. Vooruitblik Algemene ontwikkelingen in de Aardolie Raffinage Sector De raffinage industrie in Europa staat voor de uitdaging om in te spelen op afnemende vraag. Dit is het cumulatieve gevolg van wegvallende benzine export naar USA; efficiëntere motoren en bijmengverplichting in de EU; de recessie en tenslotte de afnemende aantrekkelijkheid van EU als productielocatie vanwege hoge energie kosten. In de laatste vijf jaar zijn circa 13 raffinaderijen gesloten en het wordt verwacht dat vóór 2020 nog eens 10-20% capaciteit zal verdwijnen. Steeds meer wordt de druk van importerende landen buiten Europa gevoeld. Deze beschikken over de nieuwste installaties en worden gesteund door lage prijzen voor aardgas en ruwe olie. Binnen het permanente Raffinage Forum van de Europese Unie worden deze ontwikkelingen herkend. Er is een roep om het risico van vroegtijdige uitholling van de raffinage industrie in Europa tegen te gaan. Het doel is om de levensvatbaarheid van de sector onder cumulatieve regeldruk te bewaken. Dat is nodig om het voor raffinaderijen weer aantrekkelijk te maken om te investeren in vernieuwing. Er is vastgesteld dat het langjarige tempo van energiebesparing van de beste raffinaderijen ter wereld ligt op 0,5% per jaar (1992-2010). Concawe (de EU branche vereniging van de raffinage industrie) verwacht, bij het huidige industriële klimaat, in haar vooruitzicht naar 2030 een besparing van 0 tot 0,5% per jaar. In 2013 werden raffinaderijen met nieuwe beleidsvoornemens geconfronteerd die een aanslag betekenen op de marges. De Cross-sectoral Correction Factor in ETS kwam circa 10% lager uit dan werd verwacht. Voorgenomen NEC doelstellingen naar 2030 vragen extra investeringen in emissie reductie. VNPI schat dat het gezamenlijk gevolg een kostenverhoging voor de sector meer dan 80 miljoen Euro per jaar zal betekenen. Het is nog ongewis welke rol de Nederlandse raffinaderijen in deze ontwikkelingen zullen spelen. Nederland is, veel meer dan andere Europese landen afhankelijk, van export. Goede toegankelijkheid in de Rotterdamse haven, en de omvang van de markt voor petroleum producten kan van een sterkte ook een kwetsbaarheid worden. De Nederlandse raffinage industrie rekent erop dat de overheid alert zal zijn op deze ontwikkelingen. Convenantactiviteiten VNPI voert strategische discussie met Nederlandse overheden over beleid gericht op de sector. Het gaat erom gedurende de energie transitie levering zekerheid van petroleum producten te garanderen. Daarnaast om vorm te geven aan de economische rol die Nederland ambieert te spelen in de aardolieketen. II

Onderzoekswerk met het doel om de invloed van regeldruk op de concurrentiepositie te kwantificeren heeft vertraging opgelopen. De invloed van ontwikkelingen is groot en onzeker zodat het lastig is om overeenstemming te bereiken over gegenereerde data. Het uitwerken van energie besparingsprojecten wordt door individuele raffinaderijen uitgevoerd. In een VNPI werkgroep worden deze periodiek in generieke zin besproken. Door een vertegenwoordiging van RVO, een raffinaderij en het warmtebedrijf Rotterdam werd een bezoek gebracht aan de MIRO raffinaderij in Karlsruhe om kennis te nemen van een succesvol project op het gebied van restwarmte benutting. Ervaring bij het opstellen en beoordelen van EEP s voor 2013-2016 leidde tot het plan om in 2014 een kennistraject te ontwikkelen over de typische energie systemen in een raffinaderij en de verbeteringen die daarin verwacht mogen worden. III

Energieverbruik [TJ primair] Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van de vijf raffinaderijen die bij de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie zijn aangesloten. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: de ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009; de verklaring van de verandering in energieverbruik van 2013 ten opzichte van 2012; de spiegeling ten opzichte van de geaggregeerde energie-efficiencyplannen (EEP's) 2013-2016; de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE-maatregelen vanaf 2010. Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MEE-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is vastgelegd in de Handreiking monitoring MEE. Details over de methodiek kunt u vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (www.rvo.nl/mee) Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van de VNPI-raffinaderijen vanaf 2009 zien. 160.000 Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik net Aardgasverbruik Warmteverbruik derden Verbruik overige brandstoffen 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Definitief MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen Pagina 1 van 5

Energie [TJ primair] Energieverbruik vorig jaar 148.130 PE-maatregelen (besparend) - 1.998 Volume-effect (verhogend) 286 Overige invloedsfactoren (besparend) - 620 Onverklaard (ontsparend) 1.047 Energieverbruik verslagjaar 146.845 Voor 2009 wordt alle energieverbruik als primaire energie getoond. Vanaf 2010 wordt het energieverbruik gesplitst in verschillende energiedragers. Het elektriciteitsverbruik in de grafiek betreft de elektriciteit die de raffinaderijen van het externe elektriciteitsnet hebben ingetrokken uitgedrukt in primaire energie. Drie raffinaderijen wekken met een interne WKK gevoed met (eigen) raffinaderijgas of aardgas ook zelf elektriciteit op. Het totale elektriciteitsverbruik (ingekocht en zelf opgewekt) is als fractie van het totale energiegebruik van de sector klein. Het warmteverbruik is de warmte die de raffinaderijen van derden betrekken. Het verbruik overige brandstof betreft hoofdzakelijk het gas dat bij het raffinageproces vrijkomt en intern de raffinaderijen gebruikt wordt voor hoofdzakelijk warmteopwekking. Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren. 150.000 145.000 140.000 135.000 2012 2013 Nieuwe maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben dit jaar een besparend effect gehad (1998 TJ). Het Volume-effect (286 TJ) is verhogend (meer energieverbruik) als gevolg van een toename van de productie. Het volume-effect van de sector als geheel is klein (0,2%), echter voor de afzonderlijke bedrijven hebben grotere volume-effecten opgetreden. Waar de ene raffinaderij over 2013 tov. 2012 een procentuele verhoging van de productie had, was dat bij de andere raffinaderij een productieverlaging. De bandbreedte van deze productieverandering was 26%. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de bedrijven hebben gerapporteerd, zoals bijvoorbeeld een lager energiegebruik per eenheid productie ten gevolge van een verhoogd productieniveau. De post onverklaard is de restpost. De restpost als som van de afzonderlijke bedrijven bedraagt 1.047 TJ met een ontsparend effect. Definitief MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen Pagina 2 van 5

PE-besparing Aandeel van energieverbruik Hoofdstuk 4. Spiegeling aan de geaggregeerde EEP's Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen maatregelen binnen de VNPI-raffinaderijen ten opzichte van het EEP-basisjaar 2012. Het staafdiagram geeft de doelstelling voor 2016 weer op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen van alle afzonderlijke bedrijven samen. Voortschrijdend resultaat versus sectordoelstelling 4,0% 3,0% Doelstelling 3,0% Resultaat 3,2% 3,3% 2,0% 1,6% 1,0% 1,3% 0,0% 2013 2014 2015 2016 Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler Het MEE-convenant kent twee pijlers: procesefficiency en ketenefficiency. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2010 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de VNPI-bedrijven. Procesefficiency 5,0% PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2010) 4,0% 4,6% 3,0% 3,3% 2,0% 1,0% 0,0% 0,5% 1,2% 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Definitief MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen Pagina 3 van 5

KE-besparing De effecten op het gebied van procesefficiency (PE) zijn cumulatief. Daarom wordt ieder jaar alleen het effect van nieuwe en/of geïntensiveerde maatregelen gerapporteerd. Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 1.998 TJ opgeleverd. In de grafiek is de toename van 1,3% van PE-besparingen in 2013 tov. 2012 zichtbaar. De belangrijkste maatregelen op het gebied van procesefficiency zijn: vernieuwingen en optimalisaties rond (proces)fornuizen, optimalisatie van de gehele locatie door een verbeterde afstemming van plants en utilities en optimalisatie van gasturbines. Ketenefficiency KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2009) 0,20% Productieketen Productketen 0,15% 0,10% 0,05% 0,035% 0,025% 0,067% 0,081% 0,042% 0,00% 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Het effect van alle lopende en nieuwe maatregelen op het gebied van ketenefficiency wordt ieder jaar opnieuw gerapporteerd. De ketenmaatregelen in 2013 waren maatregelen die ook in 2012 zijn gerapporteerd. Het totale energiebesparingseffect van de ketenmaatregelen is in 2013 maar weinig groter dan in 2012 (+3 TJ). Voor de sector raffinaderijen wordt de grootste bijdrage aan de efficiencyverbetering gerealiseerd door maatregelen behorend tot de pijler procesefficiency (98%). Definitief MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen Pagina 4 van 5

Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiegebruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar. De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2010 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare en relevante cijfers vanaf 2009 tot en met 2013 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013 in dit rapport zijn meegenomen. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Werkelijk energieverbruik 145.609 150.453 152.294 148.130 146.845 Besparing door PE-maatregelen 745 1.069 3.271 1.998 KE-besparing in de productieketen 0 64 102 121 KE-besparing in de productketen 0 0 53 37 Inkoop van duurzame energie 0 0 0 0 Opwekking van duurzame energie 0 0 0 0 Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013. Categorie Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie Subcategorie Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2012 Verwacht eindresultaat in 2016 ( EEP s) Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar Procesmaatregelen 3.497 1.341 Installaties en gebouwen 167 6 Energiezorg en gedragsmaatregelen 688 309 Strategische projecten 315 341 Subtotaal procesefficiency 4.668 1.998 Maatregelen in de productieketen 68 19 Maatregelen in de productketen 159-16 Subtotaal ketenefficiency 228 3 Inkoop van duurzame energie 0 0 Opwekking van duurzame energie 0 0 Subtotaal duurzame energie 0 0 Totaal 4.896 2.000 Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders. Bedrijfsnaam Status in 2013 Meegenomen in 2013? BP Refinery Rotterdam B.V. Deelnemer Ja Europoort ESSO Nederland B.V., Raffinaderij Rotterdam Deelnemer Ja Botlek Kuwait Petroleum Europoort B.V. Deelnemer Ja Europoort Shell Nederland Raffinaderij B.V. Deelnemer Ja Hoogvliet Zeeland Refinery Deelnemer Ja Nieuwdorp Toelichting *** Definitief MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen Pagina 5 van 5