PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Heidi Vermeulen Studietrajectbegeleider: Nadine Bongaerts Mentor : Krista Pauwels (godsdienstjuf) Feedback op lesvoorbereiding in orde kleine aanpassingen nodig te herwerken en opnieuw indienen FLLLEX: xtraject 2.2: student met bachelor- of master diploma met beperkte onderwijservaring tweede jaar Aanvraag materiaal en voortaken: Vul de gevraagde informatie in: stageschool : Sint-Annaschool Baal leergebied : Levensbeschouwing: godsdienst stageklas : 5A onderdeel : Bewogen worden en in beweging komen aantal leerlingen : 22 lesonderwerp : In beweging en bewogen? Datum realisatie : 30 april 2015 lestijden : 9u50-10u40 1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN xgesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op privé-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, ) - 5.2.3.3. De leerlingen verkennen bij zichzelf en bij elkaar waardoor ze bewogen worden en hoe ze in beweging komen. Dat houdt in dat ze: Verschillende wijzen van bewogen worden bij zichzelf en bij elkaar kunnen onderscheiden: ontroerd worden, moeten van anderen, willen, verlangen, inzien, verontwaardigd zijn, zin hebben, dromen van,..; Kunnen en durven uitspreken of duidelijk maken aan elkaar waardoor ze persoonlijk en/of samen in beweging komen; De Bijbels-christelijke term roeping in verband kunnen brengen met bewogen worden; Vanuit een eigen ervaring herkennen en verwoorden dat wat henzelf of andere mensen als persoon beweegt, in zekere zin sterker is, groter dan henzelf; Ervaren en verwoorden hoe bewogenheid een gevoel geeft van echt leven: zin, iets om voor te leven, iets wat inhoud geeft aan het leven. 2. BEGINSITUATIE Welke achtergrondinformatie over de leerlingen/klas/school is belangrijk voor deze les? (Zie infowijzer). Wat moeten de leerlingen al kennen/kunnen zodat de lesdoelen gerealiseerd kunnen worden? Potentiële beginsituatie: Er zijn 22 leerlingen in de klas: 11 meisjes en 11 jongens Er is een digibord met internetverbinding in de klas aanwezig. Het is een rustige klasgroep De lessen godsdienst worden meestal door de vakleerkracht gegeven, al zijn er ook lessen die door de klasjuf gegeven worden. (bvb. de lessen rond het kerkelijk jaar). Actuele beginsituatie: Het is de laatste les uit het nieuwe thema Bewogen worden en in beweging komen. (lessen rond het vormsel heb ik niet gegeven) In deze les houd ik een kringgesprek. Ik zet de banken daarvoor aan de kant en zet stoelen in het midden van de klas. De les vindt plaats voor de voormiddagspeeltijd, dus er is tijd om de banken weer op zijn plaats te zetten.
3. BRONNEN Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te bereiden? Formuleer volgens de APA-methode. - Bogaerts, H. (2013). Het ontwerpen van lessen. Leuven: Acco. - Bogaerts, H., Borzée, M. (2013). Inleiding tot de didactiek voor toekomstige leerkrachten. Leuven: Acco. - Dalemans, L. e.a. (2013) Tuin van Heden: Handleiding. Wommelgem: Van In. - 4. AANDACHTSPUNTEN Vraag tijdig je lesonderwerpen aan. Dien minstens een week vooraf je lesontwerp in bij de klasmentor, tenzij anders afgesproken met hem/haar. Het lesontwerp geeft aan de student, de klasmentor en de opleiding een duidelijk beeld van de te realiseren les. Bordschema, handouts van slides, werkbladen en alle bijlagen worden toegevoegd aan het lesontwerp. Alle oefeningen en werkbladen worden eigenhandig ingevuld. Alle rubrieken worden weloverwogen en volledig ingevuld. Iedere stap uit de lesvoorbereiding moet steeds mondeling toegelicht en verantwoord kunnen worden. Na de lesrealisatie duidt de student op de lesvoorbereiding aan waar de doelen bereikt werden (groen) en waar bijsturing nodig was (geel). Indien wenselijk formuleert de student voor zichzelf alternatieven en maakt de transfer naar volgende lessen. De student neemt zelfstandig initiatief om brede leerkansen optimaal te benutten.
5. BORDSCHEMA Welke kernwoorden, schema s, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning? Welke borden zijn beschikbaar: digibord, magneetbord,? Pagina s uit leerwerkboek op digibord. (zie bijlage)
Intro TIJD DOELEN: Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van deze les/lesfase? Noteer in observeerbaar gedrag. 5 Basisdoel: De leerlingen blikken terug op vorige lessen 10 Basisdoel De leerlingen kunnen en durven verwoorden welke voorwerpen op verschillende momenten in het leven een steun kunnen zijn om zelfstandiger te worden. LEERPROCESBEGELEIDING (instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden) LEERLING LERAAR-ACTIVITEIT/WERKVORMEN Lkr vertelt dat we al heel wat lessen uit het thema bewogen worden en in beweging komen gedaan hebben. Lkr vertelt dat ze al heel het thema bezig zijn rond bewogen worden en in beweging komen. Lkr vertelt dat groter worden, opgroeien ook een vorm van in beweging komen is. Je beweegt van kind zijn tot volwassen zijn. Lkr vertelt ook dat dat een proces is dat heel langzaam gaat, zo langzaam dat je het zelfs niet eens merkt dat je verandert, dat je beweegt in de richting van volwassen zijn. MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE - materiaal waarvoor de student zelf zorgt - materiaal dat in de klas aanwezig is en waarvoor de mentor zorgt Kern Lkr vertelt dat tijdens dit proces naar volwassenheid er dingen / voorwerpen zijn die ons kunnen helpen om volwassen / groter / zelfstandiger te worden. Lkr geeft voorbeelden: Baby: tut of knuffel Kleuter: vast slaapritueel, lievelingsknuffel overal mee Lagere school: fiets voor meer zelfstandigheid, alleen op kamp Tiener: eigen zakgeld beheren Student: onafhankelijk van ouders door op kot te gaan, studentenjob, auto, diploma, Lkr laat lln leerwerkboek nemen op pag 84. Lkr legt opdracht uit: Leerwerkboek pag 84 Er zijn verschillende leeftijden getekend Bij elke leeftijd moeten lln (bij de tekening!) iets passend tekenen dat bij die leeftijd hoort en dat helpt om zelfstandiger te worden Op de lijntjes schrijven de lln waarom dat voorwerp helpt om zelfstandiger te worden. 7 Basisdoel:.De leerlingen weten hoe het kringgesprek in zijn werk gaat. Lkr bespreekt telkens kort klassikaal Lkr geeft lln de volgende opdrachten: Leerwerkboeken ophalen (verantwoordelijke lln) Banken aan de kant zetten Stoelen in een kring in het midden van de klas Lkr zet ook haar stoel in de kring In stilte op stoel gaan zitten (lln hebben niets nodig) Lkr zet de doos met de tekeningen, foto s en uitspraken op de grond in het Mooie doos Gelamineerde (gekleurde) woordkaarten Gelamineerde foto s, uitspraken,.
midden van de kring. Lkr legt opdracht uit: Kringgesprek Ieder neemt om de beurt een kaart uit de doos (zonder te kijken) Op de kaart kan ofwel een tekening, een foto of een uitspraak staan Er is even tijd om na te denken over wat er op staat Je laat de kaart NIET zien aan je medeleerlingen Straks (later in de les) vertelt de lln aan de rest van de klas wat die foto of uitspraak voor hem of haar betekent. Lkr legt de woordkaarten (die ze apart gehouden had) verspreid op de grond, rond de doos. Doel is: om de foto s en de uitspraken uit de doos bij de woordkaarten te leggen. Zowel de woordkaarten als de foto s en uitspraken in de doos hebben iets gemeenschappelijks: ze gaan allemaal over bewogen worden en in beweging komen. Verwerking 25 Basisdoel:.De leerlingen kunnen verwoorden waardoor ze persoonlijk geraakt / in beweging gezet worden. Lkr vertelt dat ze er aan gaan beginnen. Lkr laat enkele lln de woordkaarten voorlezen De lln nemen om de beurt een kaart uit de doos. Lln mogen even nadenken over wat het voor hen betekent De 1 ste lln vertelt wat er op zijn kaart staat en wat dat voor hem of haar betekent De lln legt zijn foto / tekening bij een gekleurde woordkaart Lln verwoordt waarom hij / zij het bij die kaart legt. 3 De banken worden weer op hun plaats gezet. De lln gaan naar buiten voor de voormiddagspeeltijd. Lesovergang