ICT Strategie Examennummer: 24634 Datum: 19 november 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur



Vergelijkbare documenten
ICT-strategie Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur

Case: Click & Koop (100 punten) Oosterhaven, J. A. (2007, tweede druk). ICT-strategie en organisatie, hfdst. 3, p. 85.

ICT-strategie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Case: Bos Snoep bv (100 punten) ICT-strategie en -organisatie, hfdst. 2.3, p. 29

ICT-Strategie Examennummer: 8838 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00-14:30 uur

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (40 punten) Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend.

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

ICT-Strategie Examennummer: Datum: 29 mei 2010 Tijd: uur uur

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 8 december 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

MANAGEMENT 03A. HBO / University of Applied Sciences. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R

Public relations en mediarelaties Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Procesmanagement Examennummer: Datum: 19 november 2011 Tijd: 15:00 uur - 16:30 uur

Nog meer meerwaarde? Dan moet inkoop strategisch worden. Noord Nederlands Inkoop Congres 26 april 2007

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Meerkeuzevragen (40 punten) Vraag Antwoord Verwijzing naar vindplaats in studiemateriaal

Inhoud. Deel 1 Wat is een bedrijf? 17. Inleiding 14

Kennissessie Strategic Control

voorbeeldexamen I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006

Business marketing Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Commerciële calculaties

Managementcontrol Examennummer: Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (40 punten)

De Next Practice. Wilbert Teunissen Management Consultant Informatiemanagement

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management. Hoofdstuk 3 Strategisch management

Management in de zorg Examennummer: Datum: 23 november 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Uitvoeren van een portfolioanalyse voor meer focus

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 22 september 2012 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 17 september 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Managementcontrol Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Financiële analyse en rapportage Examennummer: Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Concurrentiestrategieën

PORTERS VIJFKRACHTENMODEL

20 mei Management van IT 1. Management van IT. Wat is dat eigenlijk? IT organisaties: overeenkomsten en verschillen

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

DEFINITIES COMPETENTIES

Verandermanagement. Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen

Stappenplan: Scenarioplanning in de zorg

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 10

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 25 juni 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Business Model Analyse met het Canvas André Miedema

Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald.

Management en organisatie Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Vastgoedinformatiesystemen. Thijs van der Spil

Impact Cloud computing

Hoofdstuk 10 Concurrentievoordeel creëren

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

Management & Organisatie Examennummer: Datum: 24 maart 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Uitwerkingen examen saunacentrum De Badhoeve

DEMO en Financiële dienstverlening

Management en organisatie Examennummer: Datum: 10 december 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Netwerkbeheer Examennummer: Datum: 17 november 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

dinsdag 7 februari 2012 H3 Strategisch management

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfskundige informatica Examennummer: Datum: 19 november 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Communicatie in organisaties Examennummer: Datum: 25 juni 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Impact Cloud computing

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Advies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie

Managementinformatiesysteem

Commerciële calculaties

Saxionstudent.nl Blok1

What to do voor strategisch management?

Waarom is standaardisatie noodzakelijk?

Het aantal te behalen punten in dit voorbeeldexamen is. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten er behaald kunnen worden.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT WOENSDAG 14 DECEMBER UUR

22 maart Voor de digitale economie

DE GEREEDSCHAPSKIST VAN DE INFORMATIESPECIALIST (2)

Beheerste transformatie met behulp van Enterprise Architectuur

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 17 november 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Wat verwachten jullie van dit gastcollege?

Financiële deskundigheid Examennummer: Datum: 27 maart 2010 Tijd: 13:00 uur 14:30 uur

Hoofdstuk 14 Prijsbeleid

Canon s visie op digitale transformatie van organisaties. you can

Management van overheid en non-profit Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Jan van der Wel, Zorgondernemer, Bestuurslid RGFHMR, Bedrijfskunde. Van bedreigingen naar kansen in de innoverende fysiotherapiepraktijk

Oefenmateriaal NIMA B1 Sales

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

Inleiding rechten Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Deel 1. Strategisch denken. Theoretische verkenningen van strategisch management Wat is strategie? 27

Canon s visie op digitale transformatie van organisaties. you can

Commerciële calculaties

KPN ÉÉN Op weg naar ICT zonder zorgen

Hoofdstuk 8 Relatiemarketing

SWOT-ANALYSE. SWOT en confrontatiematrix aangeboden door 1

STRATAEGOS CONSULTING

Introductie. Beschrijving van je onderneming

Innovatiemanagement. Samenvatting/Presentatie Hoofdstuk 3 Wat kun je innoveren? Door Anne Werkman en Els de Jong

Transcriptie:

ICT Strategie Examennummer: 24634 Datum: 19 november 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 7 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten) Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Geen Wij wensen u veel succes!

Meerkeuzevragen (40 punten) De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Voor een correct antwoord: 1 punt 1. Welke kernvraag geeft antwoord op de vraag welke producten en diensten moeten worden geleverd? a. Hoe genereren we geld? b. Welke klanten bedienen we? c. Welke waarde leveren we? 2. Welke van de onderstaande grondleggers is geïnspireerd door de analytische benadering van de Boston Consultancy Group? a. Mintzberg b. Porter c. Prahalad & Hamel 3. Uit welke 2 elementen bestaat het businessmodel van een onderneming? a. Kernstategie en beleid b. Waardepropositie en strategie c. Waardepropositie en waardeleverend systeem 4. Toenemende onveiligheid biedt goede winstkansen aan ontwikkelaars van beveiligingsprogramma s en beveiligingsbedrijven. Welke omgevingsfactor triggert deze ontwikkeling? a. Economie b. Sociaal c. Technologie NCOI Opleidingsgroep 1

5. Tot welke categorie in de BCG-matrix behoort een verliesgevende business met onaantrekkelijke vooruitzichten? a. Bleeder b. Dog c. Vraagteken 6. Welk concurrentietype wordt door Kotler omschreven als niet sterk of snel reagerend op een strategische zet van de concurrent? a. Selectief b. Stochastisch c. Terughoudend 7. Een onderneming laat zich in alles leiden door factoren die bepalend zijn in het gedrag van klanten. Van welke generieke strategie is hier sprake? a. Focusstrategie b. Laagste-kostenstrategie c. Productdifferentiatie 8. Welke van onderstaande alternatieven is een onderdeel van een waardeleverend systeem? a. Bedrijfsprocessen b. Marktpropositie c. Strategie 9. Een organisatie heeft besloten zich te richten op die klanten die zeer belangrijk zijn voor de onderneming. Tot welke soort strategische zetten wordt deze werkwijze gerekend? a. Concurrentieverminderende zetten b. Operatieverbeterende zetten c. Positieverbeterende zetten 10. Een sector reguleert zelf hoeveel beroepsbeoefenaren er in de sector werkzaam zijn. Welke toetredingsdrempel wordt hier toegepast? a. Politieke toetredingsdrempel b. Strategische toetredingsdrempel c. Structurele toetredingsdrempel 11. Wanneer is een prijsverlaging defensief van karakter? a. Als concurrenten de prijsverlaging niet kunnen evenaren. b. Als de onderneming marktaandeel verliest door hoge prijzen. c. Als na prijsverlaging het business-segment nog winstgevend is. NCOI Opleidingsgroep 2

12. Wat is de basisgedachte achter het verbeteren van de waarde? a. De klant krijgt meer waar voor de prijs. b. Een tekort kan worden ingehaald. c. Hierdoor worden meer klanten getrokken. 13. Een organisatie stelt vast dat de grootste winst komt van klanten die niet tot de kernstrategie behoren. Wat moet deze organisatie doen vanuit het perspectief van de focus-strategie? a. Het portfolio aanpassen. b. Zich bereid tonen kansen te laten liggen. c. Zich bezinnen op de kernstrategie. 14. Wanneer is expansie naar een aangrenzend segment een goede zet? a. Als concurrenten dezelfde stap zetten. b. Als het leidt tot productdifferentiatie. c. Als het segment past bij de kernstrategie. 15. Wat is het gevolg van het verhogen van de concurrentiegraad in de business? a. De felheid van de concurrentie neemt af. b. De felheid van de concurrentie neemt toe. c. De felheid van de concurrentie wordt hierdoor niet beïnvloed. 16. Een producent van chemicaliën heeft te maken met een structureel slecht presterend ICT-proces. Welke procesverbeteringsmethode dient in deze situatie te worden gekozen? a. BPR b. Outsourcen c. TQM 17. In welke situatie is het verbeteren van de kostenstructuur een goede zet? a. De onderneming als kernstrategie laagste kosten voert. b. De waardepropositie wordt verbeterd. c. De winstgevendheid op korte termijn moet worden verbeterd. 18. Bij het definiëren van een recompete strategie kijkt een onderneming nadrukkelijk naar te onderscheiden segmenten en strategische groepen. Welke recompete mogelijkheid wordt dan onderzocht? a. Inspelen op een trendbreuk in wensen van klanten. b. Mixen van waardefactoren van concurrenten. c. Verkennen van een andere klantdefinitie. 3 NCOI Opleidingsgroep

19. Met welke twee elementen uit het strategic alignment-model heeft ICT-inrichting een directe relatie? a. Bedrijfsinrichting en ICT-strategie b. Bedrijfsstrategie en ICT-strategie c. Bedrijfsstrategie en bedrijfsinrichting 20. Een organisatie besluit prestaties van een onderdeel van de ICT-afdeling te vergelijken met andere externe leveranciers met als doel toonaangevend in de markt te worden. Tot welk thema van de strategiediscussie behoort deze activiteit? a. De businessdiscussie b. De economiediscussie c. De organisatiediscussie 21. Tot welke managementtaak behoort het regelen van de samenhang en samenwerking? a. Beleid bepalen en plannen. b. Organiseren en conditioneren. c. Sturen van de uitvoering. 22. Welke van onderstaande beschrijvingen hoort bij de ICT-architectuur? a. Doelstellingen, uitgangspunten en richtlijnen die in acht moeten worden genomen binnen de ICT-functie van een onderneming. b. Een beschrijving van de elementen van de informatiehuishouding en hun onderlinge samenhang. c. Een beschrijving van het proces van beleidsvorming en planning binnen de ICTfunctie. 23. Bij het vaststellen van de bedrijfsstrategie laat een onderneming zich onder andere leiden door de kansen die vanuit de ICT-omgeving worden geboden. Welk dominant alignment-perspectief wordt hier toegepast? a. Benutting ICT-potentieel b. Optimaliseren van ICT-service c. Transformatie door technologie 24. Wat is de eerste stap in het PQM-process? a. Definieer de bedrijfsprocessen. b. Identificeer de kritische succesfactoren. c. Stel vast welke processen kritisch zijn. NCOI Opleidingsgroep 4

25. Tot welke categorie interventies (Poels, 2006) wordt het inrichten van ICT-portfoliomanagement gerekend? a. Bedrijfseconomische interventies b. Dialoogbevorderende interventies c. Interventies die de ICT-kerncompetenties versterken 26. Een ICT-organisatie levert zijn producten wereldwijd in de vorm van portfolio s die voor kleinere gebruikersgroepen geschikt zijn. Welke ontwikkeling past bij deze omschrijving? a. Individualisering b. Mass customization c. Mondialisering 27. In welke fase verkeert een interne organisatie als de nadruk van coördinatie ligt op de bilaterale relaties tussen teams of individuen? a. Functionele verbanden b. Interne netwerkorganisatie c. Unitmanagement 28. Een ICT-omgeving is zo ingericht dat taken op basis van inhoud en omvang door het systeem aan medewerkers worden toegewezen. Van welk soort systeem is hier sprake? a. CRM b. ERP c. WFM 29. Op basis van ICT-ontwikkelingen in de markt wordt door een organisatie een raamwerk opgezet waaruit zal blijken hoe deze ontwikkelingen kunnen worden geïmplementeerd. Welke ideaaltypische aanpak (Poels en Van Klaveren) wordt hier beschreven? a. De breakthrough-aanpak b. De conventionele aanpak c. De innovatieve aanpak 30. In welke stap van het kortcyclisch scenario wordt vastgesteld wat relevante ontwikkelingen en keuzemogelijkheden zijn? a. Vaststellen actieplan b. Vaststellen strategieagenda c. Visieontwikkeling 5 NCOI Opleidingsgroep

31. Welke van onderstaande alternatieven is in het Strategic Alignment Model een onderdeel van de ICT-structuur? a. ICT-architectuur b. ICT-competenties c. ICT-governance 32. Een ICT-bedrijf besluit tot het op de markt brengen van een product dat een zeer specifieke taak binnen de organisatie kan vervullen. Welke differentiatiestrategie volgens Porter hoort hierbij? a. Access-based positioning b. Needs-based positioning c. Variety-based positioning 33. De Nederlandse overheid is een van de grootste afnemers van ICT-diensten. Wat is het effect op de krachtenveldanalyse van Porter als de overheid steeds meer neigt naar centralisatie van inkoop en ICT? a. De dreiging van substitutie neemt toe. b. De onderhandelingskracht van aanbieders neemt toe. c. De onderhandelingskracht van afnemers neemt toe. 34. Een ICT-organisatie besluit zich geheel te richten op software voor spraakherkenning ten behoeve van slechtziende pc-gebruikers. Van welke strategie maakt deze organisatie gebruik? a. Differentiatiestrategie b. Focusstrategie c. Kostenleiderschapstrategie 35. Bekijk de uitkomst van onderstaande MABA-analyse: Welke strategie hoort op basis van deze uitkomst bij producten C en D? a. Consolideren b. Desinvesteren c. Investeren NCOI Opleidingsgroep 6

36. Welk van onderstaande factoren hoort volgens de MABA-analyse bij marktaantrekkelijkheid? a. Distributiepositie b. Kwaliteit product c. Winstgevendheid 37. Welke marktbenadering volgens Kotler hanteert een bedrijf dat ervan uitgaat dat klanten vooral geïnteresseerd zijn in producten die breed verkrijgbaar en laag geprijsd zijn? a. Productbenadering b. Productiebenadering c. Verkoopbenadering 38. Een vernieuwing moet aansluiten bij onze bestaande normen en waarden en makkelijk in te passen zijn in het huidige gedrag. Welk element voor het adopteren van vernieuwingen wordt hier omschreven? a. Compatibiliteit b. Complexiteit c. Relatief voordeel 39. Hoe omschrijft Kotler het product dat de klant eigenlijk koopt? a. Het kernproduct b. Het tastbare product c. Het tastbare product plus alle dienstverlening eromheen 40. In welke fase van de product-levenscyclus is de strategie gericht op winstmaximalisatie en verdediging van het marktaandeel? a. Groeifase b. Introductiefase c. Volwassenheidsfase 7 NCOI Opleidingsgroep