veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013

Vergelijkbare documenten
veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 31 januari 2014

* UM * Melk- en fokveebedrijf Graumans

Omgevingsvergunning OV

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Omgevingsvergunning OV

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging

in in ii mi ii mm ii ii

VERZONDEN 1 8 JUL Omgevingsvergunning

eurne Maatschap Wijnen F.J.W.P. & Frawij B.V. Moorveld PN LIESSEL

Ontwerp besluit UV

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld.

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutraal veranderen inrichting) Datum: 25 april 2016 Gemeente Bronckhorst Zaaknummer:

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

in in miii ii inn ii i ii

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT. Omgevingsvergunning (intrekking op verzoek) datum: Gemeente Bronckhorst nr

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

milieuvoorschriften (ontwerp). brandweer, OND/div, De Roever, publicatie (MM) Steenbergen, 22 mei 2013

*UM * 4. Dat waar in de voorschriften is bepaald dat deze gelden tot 31 december 2013, deze

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Hoarnestreek RN Tzummarum. Omgevingsvergunning

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VLISSINGEN

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

* *

*UM * Steenbergen, 19 juni Geachte heer,

Omgevingsvergunningen

BESCHIKKING. Milieuneutrale Omgevingsvergunning

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

eurne Eijnden Hoeve V.O.F. t.a.v. de heer M. van den Eijnden Griendtsveenseweg B DEURNE

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

* *

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

*UM * Steenbergen, 27 februari Geachte,

OMGEVINGSVERGUNNING. Ensartech NL-1

*UM * VOF Van der Riet Rommens Maatschap. Steenbergen, 1 juli Geachte heer,

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Verlenen omgevingsvergunning Wij hebben de omgevingsvergunning verleend. U vindt de vergunning in de bijlage.

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Besluit Milieuneutraal veranderen. Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan INVISTA Polyester B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

eurne Deurne, 6 september 2016 Kenmerk: / Betreft: toezending omgevingsvergunning en acceptatie melding Bijlage: 1

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

Aanmeldnotitie Besluit Mer

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

MAATWERKBESLUIT *D * D

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 2 november 2015 Gemeente: Bronckhorst zaaknummer:

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Wij hebben op 14 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van AVI Den

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Besluit omgevingsvergunning milieuneutrale wijziging. Aanvraagnummer: OLO Zaaknummer:

*UM * Stichting Stadlander Rooseveltlaan DE BERGEN OP ZOOM. Steenbergen, 6 mei Geachte heer Van Loon,

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit milieuneutraal veranderen. MGG Netherlands BV te Tegelen gemeente Venlo

.41. Gemeente. Omgevingsvergunning ^grzonden 1 7 DEC 2012

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Besluit Milieuneutraal veranderen. Hoogweg Luttelgeest B.V., Nieuwlandseweg 9 Luttelgeest

* *

Transcriptie:

z.n.a. UM1302432 *UM1302432* ons kenmerk : UM1302432 zaaknummer : ZK13000036 uw kenmerk : 703215 uw brief van : 31 januari 2013 afdeling : Publiekszaken contactpersoon : Chris Franken telefoonnr. : 0167-543 428 bijlage(n) : diverse De heer H.J. Derksen Mariaweg 6 4671 PP DINTELOORD onderwerp : omgevingsvergunning activiteit beperkt veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013 Geachte heer Derksen, Op 31 januari 2013 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning, activiteit milieuneutraal veranderen van een inrichting ontvangen. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is gelegen aan de Mariaweg 6 te Dinteloord. De aanvraag is geregistreerd onder ZK13000036. Hieronder treft u onze beslissing op uw aanvraag aan. Beslissing Op grond van artikel 2.1 en 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hebben wij besloten de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteit: - Milieu neutraal veranderen van een inrichting Overwegingen Beschrijving van de inrichting Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd betreft de volgende veranderingen: - de sleufsilo's voor de opslag van Corn Cob Mix (CCM) worden niet gerealiseerd; - de mestopslagloods wordt verplaatst. Deze wordt niet gerealiseerd achter stal 6, maar deze wordt aangevraagd achter gebouw 1 (op de plaats waar de sleufsilo's waren voorzien en die volgens opgave nog aanwezig is); - in gebouw 1 wordt een dieseltank (5 m 3 ) gerealiseerd in plaats van de twee tanks van 1 en 2 m 3 die eerder zijn vergund; - de indeling van gebouw 1 wordt veranderd: er worden 4 gerstsilo's (elk 9 ton) en een voormenger (60 m 3 ) gerealiseerd; - de afzuiging van de kraamhokken in stal 3 (5 afdelingen) wordt anders uitgevoerd: er is sprake van 1 ventilator in de middelste afdeling, de overige 4 afdelingen zijn met een luchtkanaal op deze ventilator aangesloten; i.a.a.: z.n.a.

- in stal 7 wordt de indeling van de afdeling met 27 opfokzeugen veranderd: in plaats van de huidige indeling van de hokken worden 4 hokken met gelijke afmeting gerealiseerd; - in stal 7 wordt de indeling van de rondloopstal veranderd: in plaats van 2 ligbedden worden 3 ligbedden gerealiseerd, er wordt een loopgang gerealiseerd en het berenhok en de drink- en separatieruimte worden op een andere plaats gesitueerd. - tussen gebouw 1 en gebouw 3 wordt een extra voersilo geplaatst, waardoor de totale opslagcapaciteit van mengvoer 78 ton bedraagt; - er wordt een propaantank (10 m 3 ) gerealiseerd in plaats van de tank van 8 m 3 op een andere locatie; - de luchtwasser van stal 4 van het merk Uniqfill (95% emissiereductie, BWL 2008.09.V2) wordt vervangen door een luchtwasser van het merk AAC (95% emissiereductie, BWL 2008.08.V2); - de dieraantallen in stal 4 worden gewijzigd: er worden 280 vleesvarkens minder gehouden en de vrijkomende stalruimte wordt opgevuld met 128 guste en dragende zeugen en 64 opfokzeugen. De veranderingen zijn aangegeven en toegelicht in de bij de aanvraag gevoegde bijlagen. Hierin wordt ook vermeld dat achter stal 6 een "zuuropslagtank" (verwisselbare emballage van 1 m 3 ) wordt geplaatst. Dit is in de vergunde situatie ook het geval. Alleen de locatie wijzigt iets. Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in artikel 4.21 van de Regeling omgevingsrecht gestelde eisen. Activiteitenbesluit milieubeheer Per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden. De aangevraagde inrichting betreft een type C inrichting zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit, waarbij sprake is van een IPPC-installatie voor het houden van dieren. Het Activiteitenbesluit milieubeheer is op deze inrichting van toepassing, met uitzondering van hoofdstuk 4, hoofdstuk 5 en de overige hoofdstukken voor zover is aangegeven dat deze niet van toepassing zijn. De aanvraag omgevingsvergunning beschouwen wij ook als melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de zaken die daaronder vallen. Vergunningsituatie Op 25 augustus 2009 is een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het houden van varkens. Op 1 oktober 2010 zijn de Wabo, het bijbehorende Besluit omgevingsrecht en de ministeriële Regeling omgevingsrecht in werking getreden. Op grond van artikel 1.2 van het overgangsrecht zoals opgenomen in de Invoeringswet Wabo wordt een vergunning die is verleend ingevolge de Wm gelijkgesteld met een omgevingsvergunning in de zin van de Wabo. 2

Omgeving van de inrichting De inrichting ligt aan de Mariaweg 6 te Steenbergen, kadastraal bekend als gemeente Steenbergen, sectie H, nummer 667. De omgeving van de inrichting wordt aangemerkt als agrarisch buitengebied. Beschrijving van de inrichting De inrichting betreft een varkenshouderij. Overwegingen Van de procedure zoals omschreven in artikel 3.10, lid 3 van de Wabo kan gebruik worden gemaakt als: 1. de verandering van de inrichting niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning is toegestaan; 2. voor de verandering geen verplichting bestaat tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, en 3. de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. 1. Milieugevolgen Voor de genoemde veranderingen zijn de milieuaspecten ammoniak, geur, fijn stof, bodem en externe veiligheid beoordeeld. Hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is op deze inrichting van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.113 tot en met 3.121. Ammoniak De aanvraag moet voor het aspect ammoniak worden getoetst aan het gestelde in de Wet ammoniak en veehouderij (hierna: Wav). De beoordeling van ammoniak heeft betrekking op de veranderingen aan stal 4. De luchtwasser van stal 4 van het merk Uniqfill (95% emissiereductie, BWL 2008.09.V2) wordt vervangen door een luchtwasser van het merk AAC (95% emissiereductie, BWL 2008.08.V2). De ammoniakemissiefactoren die zijn opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij zijn voor beide luchtwassystemen gelijk. Het aantal en soort dieren in deze stal blijft gelijk. Deze verandering leidt niet tot een toename van de totale ammoniakemissie. De verandering van het aantal dieren leidt tot een afname van de totale ammoniakemissie. Er worden 280 vleesvarkens minder gehouden. De ammoniakemissie per vleesvarken op dit stalsysteem (BWL 2008.09.V2) bedraagt 0,13 kg per jaar. Deze verandering leidt tot een afname van de ammoniakemissie met 36,40 kg per jaar. De vrijkomende stalruimte wordt opgevuld met 128 guste en dragende zeugen en 64 opfokzeugen. De ammoniakemissie per guste/dragende zeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 0,21 kg per jaar. De ammoniakemissie per opfokzeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 0,13 kg per jaar. Deze verandering leidt tot een toename van de ammoniakemissie met 35,20 kg per jaar. De totale ammoniakemissie neemt door de veranderingen af met 1,20 kg per jaar. De depositie op omliggende natuur zal niet toenemen. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. 3

Geur De aanvraag moet voor het aspect geur vanwege de dierenverblijven worden getoetst aan het gestelde in de Wet geurhinder en veehouderij (hierna: Wgv). De beoordeling van geur heeft betrekking op de veranderingen aan stal 4 en de wijziging aan de afzuiging van de kraamhokken in stal 3. De luchtwasser van stal 4 van het merk Uniqfill (95% emissiereductie, BWL 2008.09.V2) wordt vervangen door een luchtwasser van het merk AAC (95% emissiereductie, BWL 2008.08.V2). Deze verandering leidt niet tot een toename van de totale geuremissie. De geuremissiefactoren die zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij zijn voor beide luchtwassystemen gelijk. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. De verandering van het aantal dieren leidt tot een afname van de totale geuremissie. Er worden 280 vleesvarkens minder gehouden. De geuremissie per vleesvarken op dit stalsysteem (BWL 2008.09.V2) bedraagt 16,1 ou E /s. Deze verandering leidt tot een afname van de geuremissie met 4.508,0 ou E /s. De vrijkomende stalruimte wordt opgevuld met 128 guste en dragende zeugen en 64 opfokzeugen. De geuremissie per guste/dragende zeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 13,1 ou E /s. De geuremissie per opfokzeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 16,1 ou E /s. Deze verandering leidt tot een toename van de geuremissie met 2.707,2 ou E /s. De totale geuremissie neemt door de veranderingen af met 1.800,8 ou E /s. De afzuiging van de kraamhokken in stal 3 (5 afdelingen) wordt anders uitgevoerd: er is sprake van 1 ventilator in de middelste afdeling, de overige 4 afdelingen zijn met een luchtkanaal op deze ventilator aangesloten. Hiertoe zijn in de bijlage bij de aanvraag om omgevingsvergunning geurberekeningen opgenomen. Deze geurberekeningen hebben wij gecontroleerd en juist bevonden. Uit de geurberekeningen in de bijlage bij de aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat de aangevraagde geurbelasting op de woning aan de Mariaweg 4 meer bedraagt dan de geurnorm van 8,0 ou E /m 3. Conform artikel 3, lid 4 van de Wgv kan toch een omgevingsvergunning worden verleend wanneer: - de geurbelasting meer bedraagt dan de geurnorm; - het aantal dieren van één of meer diercategorieën toeneemt; - en een geurreducerende maatregel wordt toegepast. Een omgevingsvergunning kan dan worden verleend wanneer de geurbelasting niet meer bedraagt dan de geurbelasting volgens de vigerende vergunning minus de helft van de geurreductie door de geurreducerende maatregel. De aangevraagde geurbelasting op de woning aan de Mariaweg 4 (12,3 ou E /m 3 ) is hoger dan de geurnorm (8,0 ou E /m 3 ), het aantal dieren van één of meer diercategorieën neemt toe (128 guste en dragende zeugen, 64 opfokzeugen) en er wordt een geurreducerende maatregel toegepast (het verminderen van het aantal vleesvarkens in stal 4 met 280 stuks). De geurbelasting volgens de vigerende vergunning bedraagt (13,1 ou E /m 3 ) op de woning aan de Mariaweg 4. De geurreductie door de geurreducerende maatregel bedraagt (13,1 11,9 =) 1,2 ou E /m 3. Een omgevingsvergunning kan worden verleend wanneer de 4

geurbelasting niet meer bedraagt dan (13,1 (1,2 / 2) =) 12,5 ou E /m 3. De aangevraagde geurbelasting bedraagt 12,3 ou E /m 3. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Daarnaast wordt de geurhinder door de extra gerstsilo's en de voormenger in gebouw 1 beoordeeld. In gebouw 1 worden 4 extra gerstsilo's en een voormenger gerealiseerd. De opslag van gerst in silo's valt onder paragraaf 3.4.5 van het Activiteitenbesluit. De voormenger is inpandig opgesteld. In de revisievergunning van 25 augustus 2009 zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de opslag en het gebruik van brijvoer en bijproducten. Deze voorschriften zijn toereikend om eventuele geurhinder te voorkomen. In de vergunning van 25 augustus 2009 is overigens opgenomen dat de gemeente een geurrapport kan verlangen als toch geurhinder optreedt. Deze verandering leidt niet tot grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan op grond van de vigerende vergunning zijn toegestaan. Fijn stof De aanvraag moet voor het aspect fijn stof worden getoetst aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit, zoals bedoeld in bijlage 2 van de Wm. Voor het verlenen van de vergunning moet aannemelijk zijn gemaakt dat de gevraagde activiteit niet leidt tot het overschrijden van een grenswaarde. Wanneer voor fijn stof geen sprake is van een toename ten opzichte van de vergunde situatie behoeft niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitseisen. De beoordeling van fijn stof heeft betrekking op de veranderingen aan stal 4 en de extra voersilo tussen gebouw 1 en 3. De luchtwasser van stal 4 van het merk Uniqfill (95% emissiereductie, BWL 2008.09.V2) wordt vervangen door een luchtwasser van het merk AAC (95% emissiereductie, BWL 2008.08.V2). Deze verandering leidt niet tot een toename van de emissie van fijn stof. De emissiefactoren voor fijn stof zijn voor beide luchtwassystemen gelijk. De verandering van het aantal dieren leidt tot een afname van de totale emissie van fijn stof. Er worden 280 vleesvarkens minder gehouden. De emissie van fijn stof per vleesvarken op dit stalsysteem (BWL 2008.09.V2) bedraagt 99 gram per jaar. Deze verandering leidt tot een afname van de emissie van fijn stof met 27.720 gram per jaar. De vrijkomende stalruimte wordt opgevuld met 128 guste en dragende zeugen en 64 opfokzeugen. De emissie van fijn stof per guste/dragende zeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 113 gram per jaar. De emissie van fijn stof per opfokzeug op dit stalsysteem (BWL 2008.08.V2) bedraagt 99 gram per jaar. Deze verandering leidt tot een toename van de emissie van fijn stof met 20.800 gram per jaar. De totale emissie van fijn stof neemt door de veranderingen af met 6.920 gram per jaar. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. De bijdrage van de inrichting aan de verspreiding van fijn stof in de omgeving veroorzaakt door de emissies door het vullen van voersilo's zijn verwaarloosbaar. De extra voersilo tussen gebouw 1 en 3 leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Bodem Voor het aspect bodem moet worden voldaan aan Afdeling 2.4 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Aangezien dit in het Activiteitenbesluit is geregeld, kunnen hieraan alleen nog voorschriften worden gesteld als met het gestelde in het Activiteitenbesluit niet (meer) voldaan zou worden aan BBT. Hiervan is geen sprake. 5

Veiligheid De aanvraag heeft betrekking op een propaantank van 10 m 3 in plaats van de tank van 8 m 3. Voor deze propaantank worden regels gesteld in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit (één tank met een inhoud van minder dan 13 m 3 ). Aangezien de propaantank valt onder de regels van het Activiteitenbesluit kunnen hieraan alleen nog voorschriften worden gesteld als met het gestelde in het Activiteitenbesluit niet (meer) voldaan zou worden aan BBT. Hiervan is geen sprake. De opslag van dieselolie in de bovengrondse tank dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de richtlijn PGS 30. De voorschriften van de vigerende vergunning zijn niet meer toereikend, omdat het gaat om een inpandige opslag. Hoewel de nadelige gevolgen voor het milieu niet toenemen, zijn op de situatie toegesneden voorschriften nodig. Hiertoe is een voorschrift aan dit besluit verbonden. 2. Milieueffectrapport Het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r. ) geeft (indicatieve) waarden aan wanneer een milieueffectrapportage (MER) opgesteld dient te worden. In onderdeel C van de bijlage bij het Besluit m.e.r. staan de drempelwaarden waarbij altijd een m.e.r.-plicht geldt. In onderdeel D van dezelfde bijlage staan de drempelwaarden genoemd waarbij een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Deze drempelwaarden zijn indicatieve waarden. Bij de m.e.r.-beoordeling toetst het bevoegd gezag of bij een bepaald project belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Als dat het geval is kan het bevoegd gezag besluiten dat er een MER nodig is. De aanvraag om omgevingsvergunning heeft betrekking op het uitbreiden van een installatie, zoals bedoeld in het Besluit m.e.r. voor het huisvesten van zeugen met 128 dierplaatsen. De drempelwaarden die zijn opgenomen in onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. worden niet overschreden. Eerder is beoordeeld dat de veranderingen niet leiden tot grotere of nadelige gevolgen voor het milieu. Er bestaat daarom geen verplichting tot het maken van een MER. 3. Geen andere inrichting De veranderingen leiden niet tot een andere inrichting dan waarvoor eerder vergunning is verleend. Advies Op grond van het Besluit omgevingsrecht zijn voor deze procedure geen adviseurs aangewezen. Conclusie Uit toetsing van de aanvraag aan bovenstaande punten is het volgende gebleken. Ad 1. de verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu; Ad 2. voor de in de aanvraag opgenomen veranderingen bestaat geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer; Ad 3. de bedrijfsactiviteiten blijven ongewijzigd, de verandering leidt niet tot een andere inrichting waarvoor eerder een vergunning is verleend. Aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 3.10, lid 3 van de Wabo wordt voldaan. De omgevingsvergunning kan dan ook worden verleend. 6

Voorwaarden: artikel 2.22 van de Wabo (voorschriften) 1. De inpandige opslag van dieselolie (tank met een inhoud van 5 m 3 ) in een bovengrondse tank moet voldoen aan het gestelde in de voorschriften van de publicatie "PGS 30, Vloeibare brandstoffen bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 30.2011 versie 1.0 (december 2011))": a. 2.2.1 tot en met 2.2.5; b. 2.3; c. 2.4.1; d. 2.6.1, 2.6.3 tot en met 2.6.13 en 2.6.15; e. 3.2; 3.3 en 3.5; f. 3.6.1 en 3.6.3 tot en met 3.6.5; g. 4.2.1 tot en met 4.2.9 en 4.2.11; h. 4.3 en 4.5; i. 5.2.1 en 5.2.2; j. 5.4 en 5.5; k. 5.6.1 en 5.6.4 tot en met 5.6.6. Bij besluit behorende documenten De volgende documenten maken onderdeel uit van het besluit en zijn als zodanig gewaarmerkt: - BEM1300522 703215_1359630968343_130131-SBO - BEM1300523 703215_1359631053234_130121-milieutekening - BEM1300524 703215_1359631147933_papierenformulier Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is getoetst aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat de aanvraag voldoet en daarom verlenen wij de gevraagde omgevingsvergunning. Bezwaarclausule De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend bij het college van burgemeester en wethouders, Postbus 6, 4650 AA Steenbergen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team Bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 DH Breda Publicatie De verlening van de vergunning publiceren wij op de gemeentelijke website www.gemeente-steenbergen.nl, onder Bekendmakingen. 7

Vragen? Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met mij via nummer 0167 543 428. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Steenbergen, C. Franken Omgevingsmanager 8