GIF Duur van de voorstelling: 1u30 geen pauze Première vrijdag 18 december 2009 NTGent Minnemeers
GIF tekst regie spel zang & muzikale leiding dramaturgie scenografie assistenten scenografie lichtontwerp kostuumontwerp opnameleiding regieassistentie productieleiding communicatie pers publiekswerking techniek decor en kostuums Lot Vekemans Johan Simons Elsie de Brauw Steven Van Watermeulen Steve Dugardin Koen Tachelet Leo De Nijs Luc Goedertier Flup Beys Dennis Diels Marc Swaenen An De Mol Marc Swaenen Katelijne Laevens Marieke Cardinaels Caroline Eliano Benny D haeseleer Dirk Crommelinck Manny Dassen Guido D hont ateliers NTGent met dank aan alle medewerkers van NTGent en aan Giga Services Benelux Tijdens de voorstelling hoort u de volgende liederen van John Dowland (1563-1626): A sheperd in a shade, In darkness let me dwell, Time stands still, I saw my lady weep en Flow my tears.
Jammerende vrouwen boven het lijk van hun gesneuvelde mannen en zonen, op wraak beluste krijgers die hun machinegeweer leegschieten op de begrafenis van hun strijdmakkers, bleke vrouwen onder zwarte sluiers, vereenzamende weduwnaars, in tranen zwelgende weduwen. De beelden van heftig verdriet die via de media tot ons komen, blijven vaak hangen in uiterlijke kenmerken. Ze zeggen zelden iets over de pijn vanbinnen, over verdriet dat zich heeft vastgezet en geen buitenkant meer heeft. Hoe ziet dat vastgezette verdriet eruit, verdriet waar geen lucht aan kan? En wat gebeurt er als de pijn zelf de reden van bestaan wordt, wanneer verdriet de motor wordt van denken en doen? Tuinafval afgesloten van de lucht begint te rotten. Een wonde die niet ververst wordt, begint te stinken. Net zo is het met innerlijke pijn wanneer mensen een dierbaar iemand zijn verloren. Verdriet is niet noodzakelijk mooi, het is vaak lelijk en afstotelijk. Verdriet brengt mensen niet noodzakelijk dichter bij elkaar, het kan mensen ook fundamenteel scheiden. Verdriet is niet altijd louterend, het kan mensen vergiftigen en van binnenuit leeg vreten. Verdriet is niet de zalf, het is de wonde. Wanneer het verdriet zacht is geworden en terug verbinding maakt met de wereld buiten zichzelf, wanneer verdriet hanteerbaar wordt, dan is, paradoxaal genoeg, het verdriet misschien al voorbij. Het is lastig om niet in stereotiepen over verdriet te spreken. Dat komt omdat die stereotiepen voor een deel natuurlijk ook kloppen. Ook Lot Vekemans, de schrijfster van Gif, gaat ze niet uit de weg. De portretten die ze schildert van haar twee protagonisten zijn herkenbaar en op een bepaalde manier heel eenvoudig. De ene sluit zich op in het verdriet, de ander slaagt erin opnieuw zin aan het leven te geven De ene zit vast in het verleden, de ander probeert de deur naar de toekomst te openen. Terwijl de ene op zoek is naar iemand om samen op te gaan in het verleden, zoekt de ander iemand die hem zegt dat het goed is om een punt te zetten achter het verleden. De man en de vrouw uit Gif overkomt wat zoveel mensen overkomt na een verlies: waar ooit liefde en levensvreugde tussen hen was, is er nu alleen nog de dood en de onmogelijkheid om voorbij het verdriet te geraken. Allebei zijn ze verscheurd door verdriet, maar slagen er niet in om samen te rouwen. Was het kind ooit een teken van verbinding tussen hen beiden, dan is het nu een teken van hun verwijdering. Bijzonder aan Gif is dat het over veel meer dan twee individuele levensverhalen gaat. Het gaat over een botsing van mogelijke levenshoudingen. Die botsing is complex en niet in stereotiepen te vangen. In die botsing is ook geen eenduidige waarheid laat staan een waardeoordeel - te vinden, wel menselijkheid. Gif gaat over twee mensen die ooit van elkaar hebben gehouden maar door hun verlies elkaar weer zijn verloren. En die vervolgens hun leven toch op elkaar proberen te leggen. Bijzonder aan die ontmoeting is de kracht die ervan uitgaat: soms
destructief, soms opbouwend, en tenslotte ook troostend. Maar vooraleer die troostende kracht kan worden vrijgemaakt, moet het terrein worden geëffend, moet er lucht en wind en water stromen, zodat het oordeel kan plaats maken voor empathie, zelfbehoud voor solidariteit, pantsering voor kwetsbaarheid. Ik had jou vast, en jij hem, je zong heel zachtjes. Elkaar vasthouden en zingen, is het genoeg om alsnog te worden gered? Steve Dugardin over de muziek: De muziek uit Gif bestaat uit liederen van de zestiende-eeuwse Engelse componist en zanger John Dowland. Zijn liederen weerspiegelen de melancholieke cultus die domineerde in de hofkringen rond Elizabeth I. De teksten dragen veelzeggende titels als In darkness let me dwell en Go crystal tears. Zanger Steve Dugardin: John Dowland is zijn hele leven door de dood en het rouwen gefascineerd geweest. Zijn liederen zijn doordrongen van de intensiteit die dood en verlies met zich meebrengen. Maar de keuze voor Dowland is niet alleen inhoudelijk. Het heeft ook te maken met de vorm van de voorstelling. Ik heb geen orkest ter beschikking en zing dus a capella. De liederen van Dowland, in tegenstelling tot heel wat ander liedrepertoire, verdragen het om gezongen te worden zonder onderliggende harmonie. Bovendien heeft het a capella zingen een meerwaarde. Door het bijna gesproken karakter van de liederen, lijkt het soms alsof er een derde persoon opduikt in het stuk. Ik zie mijn bijdrage dan ook niet als een muzikale ondersteuning, maar eerder als iets dat in het verlengde ligt van de gespeelde scènes, als onderdeel van een stuk kamermuziek dat ik samen met de acteurs op de scène zet. Schrijfster Lot Vekemans over de tekst: Gif is een nieuwe theatertekst van Lot Vekemans, die door NTGent voor het eerst wordt opgevoerd. Op het NTGentrepertoire stond van haar al de monoloog Zus van, gespeeld door Elsie de Brauw, over Ismene, de vergeten zus van de antieke heldin Antigone. Ook Gif gaat over mensen die proberen te leven met wat er niet is en wel had moeten zijn. Lot Vekemans: In de periode dat Zus van werd gespeeld, zaten Elsie en ik bij elkaar en toen ik haar vroeg waar het volgende stuk over zou kunnen gaan, antwoordde zij plompverloren: over een man en een vrouw die een kind verloren hebben. Tja. Toen was het even stil. Het is ook nogal een onderwerp. Het verliezen van je kind is één van de verschrikkelijkste dingen die kunnen gebeuren in een mensenleven. Ik heb zelf in mijn nabije omgeving ervaren wat de impact van een dergelijk drama is. Daarom aarzelde ik aanvankelijk, maar het idee liet me niet los. Wat gebeurt er met je als de grond vanonder je voeten wordt weggeslagen? Hoe ga je daar mee om, als door het noodlot alle houvast plots verdwijnt?
Al snel kwam ik er op uit dat er niet één manier is om met zo n drama om te gaan. Het verwerken van een dergelijk verlies is in essentie een individueel verhaal. En juist dat verschil in benadering levert een voor theater interessante spanning op. Vandaar dat ik voor een dialoog heb gekozen tussen een vader en een moeder twee mensen die ooit samen waren maar dat nu niet meer zijn. Terwijl ze toch het verlies van hun kind, hun verleden, gemeenschappelijk dragen. Het was niet mijn bedoeling om het over archetypen te hebben: voor mij staat de mannenrol niet symbool voor dé man in het algemeen, net zoals de vrouw niet symbool staat voor alle vrouwen. Maar hoe dan ook duiken er elementen op waarmee je een onderscheid kunt maken, als je wilt: tussen typisch mannelijk en typisch vrouwelijk. We hebben toch allemaal de neiging om dat soort van veralgemeningen te maken. Maar het is verre van eenduidig: bij het schrijven van de mannenrol bijvoorbeeld had ik lange tijd het gevoel dat ik hem typisch vrouwelijke dingen liet zeggen. Tot bij een eerste lezing bleek dat veel mensen zijn benadering juist typisch mannelijk vonden. Het schrijven is sowieso in fases verlopen. In eerste instantie was ik vrij ver met de vrouwenrol, en dat had zonder twijfel veel te maken met het feit dat ik wist dat ik die rol voor Elsie (de Brauw) schreef. Ik kon haar stem horen tijdens het schrijven, als het ware, en dat helpt mij altijd enorm. Het uittekenen van de mannenrol voor Steven (Van Watermeulen) is pas goed op dreef gekomen nadat ik Opening Night had gezien. Daarin zit een scène tussen Elsie en Jacob Derwig, een heel intiem moment tussen een man en een vrouw. Door de toon van dat gesprek kreeg ik opeens een veel duidelijker beeld voor ogen van wat de man in mijn stuk zou kunnen zijn. Het belangrijkste verschil tussen de man en de vrouw in dit stuk is dat de één naar het verleden kijkt en de ander eigenlijk vooruit wil kijken, maar dat nog niet helemaal durft. Met name de man wil aan een nieuw hoofdstuk te beginnen, al is er ook nog die aarzeling: kan het wel? Mag het al? Het lijkt erop alsof hij daarvoor nog om de toestemming van zijn ex vraagt. Terwijl die juist helemaal gericht is op het verleden, daar helemaal in opgaat. Zij wil en kan het verlies van hun kind niet loslaten. Ze staan als het ware rug tegen rug, hun blik elk de andere kant op. Om die reden kun je deze dialoog ook beschouwen als twee verhalen naast elkaar: ze proberen elkaar wel te raken, maar dat lukt maar tot op zekere hoogte.
Lot Vekemans theatertekst Gif kreeg de Taalunie Toneelschrijfprijs 2010 en werd uitgegeven door De Nieuwe Toneelbibliotheek (www.denieuwetoneelbibliotheek.nl). Elsie de Brauw won met haar vertolking in Gif de Theo d Or 2011 (beste vrouwelijke hoofdrol van het seizoen), overigens de tweede maal in haar carrière dat ze deze prijs ontving (eerder ook voor Opening Night van NTGent & Toneelgroep Amsterdam). Biografieën van spelers en makers vindt u op www.ntgent.be/productie/gif
www.ntgent.be Vind NTGent leuk op facebook en wees de eerste om nieuwtjes te horen en foto s van achter de schermen te zien. Laat ons weten wat u van onze voorstelling vond! Tweet #gif @NTGent of reageer via www.ntgent.be/productie/gif