Semantiek (2IT40) Jos Baeten. HG 7.19 tel.: Hoorcollege 3 (12 april 2007)

Vergelijkbare documenten
Semantiek (2IT40) Jos Baeten. Formele Methoden. HG 7.19 tel.: Hoorcollege 1 (29 maart 2007)

Semantiek (2IT40) Bas Luttik. HG 7.14 tel.: Hoorcollege 8 (7 juni 2007)

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, mei 2007

Bewijs door inductie

IN2505 II Berekenbaarheidstheorie Tentamen Maandag 2 juli 2007, uur

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Elfde college complexiteit. 23 april NP-volledigheid III

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2017

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Uitwerking Opgaven Formele talen, grammaticas en automaten Week 1

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

Logica 1. Joost J. Joosten

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2018

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

TW2020 Optimalisering

Beslisbare talen (1) IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Beslisbare talen (2) Beslisbare talen (3) De talen: College 7

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

RAF belangrijk te onthouden

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Aanbevolen opgaven. Wat is oneindigheid? College 5

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

V.4 Eigenschappen van continue functies

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 22 maart 2009 ONEINDIGHEID

Uitwerking tentamen Analyse van Algoritmen, 29 januari

FP-theorie. 2IA50, Deel B. Inductieve definities 1/19. / department of mathematics and computer science

Logica voor Informatica

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Logica 1. Joost J. Joosten

Recursie en inductie i

III.3 Supremum en infimum

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Notatie van verzamelingen. Lidmaatschap. Opgave. Verzamelingen specificeren

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie College 4. Opsommers versus herkenners (Th. 3.21) Opsommers

b) Niet geldig. Zij π(n)(p) = 1 als n is even, anders π(n)(p) = 0. Schrijf

Derde college complexiteit. 7 februari Zoeken

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

Doorzoeken van grafen. Algoritmiek

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Vierde college complexiteit. 14 februari Beslissingsbomen

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Voorbeeld NDTM. Aanbevolen opgaven. College 3

De klasse van recursief opsombare talen is gesloten onder en. Dit bewijzen we met behulp van een recursieve opsomming

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Logica voor AI. Bisimulatie en niet-karakteriseerbaarheid. Antje Rumberg. 21 november Correspondentie.

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Zevende college complexiteit. 7 maart Mergesort, Ondergrens sorteren (Quicksort)

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

Verzamelingen deel 3. Derde college

Geadjungeerde en normaliteit

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Turingmachines. Turingmachine en Taal. College 2

Logica voor Informatica

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Programmeermethoden NA. Week 3: Controlestructuren

Tentamen in2505-ii Berekenbaarheidstheorie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Inleiding Analyse 2009

1 Recurrente betrekkingen

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer

Automaten en Berekenbaarheid 2016 Oplossingen #4

Opgaven Inleiding Analyse

Uitleg van de Hough transformatie

Termherschrijfsystemen en Propositie-Algebra

Programmeren & Correctheid

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Tentamentips. Tomas Klos. 14 december 2010

Logica voor AI. Responsiecollege. Antje Rumberg. 12 december Kripke Semantiek. Geldigheid. De bereikbaarheidsrelatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete modellen in de toegepaste wiskunde (WISB136) Uitwerkingen proeftentamen.

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen

Hertentamen Topologie, Najaar 2009

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

3 De stelling van Kleene

Inleiding Wiskundige Logica

Begrenzing van het aantal iteraties in het max-flow algoritme

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Zesde college complexiteit. 19 maart Mergesort, Ondergrens sorteren Quicksort, Shellsort

RuG-Informatica-cursus Discrete Structuren, versie 2009/2010

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Vijfde college complexiteit. 21 februari Selectie Toernooimethode Adversary argument

Uitwerking Herkansingstentamen Speltheorie,

Automaten & Complexiteit (X )

7 Deelbaarheid. 7.1 Deelbaarheid WIS7 1

Functievergelijkingen

Enkele valkuilen om te vermijden

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Ter Leering ende Vermaeck

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Negende college algoritmiek. 15 april Dynamisch Programmeren

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Transcriptie:

Jos Baeten josb@wintuenl http://wwwwintuenl/~josb/ HG 719 tel: 040 247 5155 Hoorcollege 3 (12 april 2007)

Voorbeeld [Bewijstechniek 2 niet altijd succesvol] Executie van commands is deterministisch: c Com c, σ σ 0 & c, σ σ 1 σ 0 = σ 1 Bewijspoging: Beschouw de mogelijke vormen van de afleiding met de transities c, σ σ 0 en c, σ σ 1 als conclusie Probleem: In het geval c while b do c komt c weer voor in de premisse van (C7), dus structuurinductie helpt niet Hoorcollege 3 (12 april 2007) 1/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is welgefundeerd; Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is welgefundeerd; de binaire relatie < op Z is Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is welgefundeerd; de binaire relatie < op Z is niet welgefundeerd Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is welgefundeerd; de binaire relatie < op Z is niet welgefundeerd Bij iedere welgefundeerde relatie op A hoort een inductieprincipe: Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] Een binaire relatie op een verzameling A heet welgefundeerd (Eng: well-founded) als er geen oneindig rijtje a 0, a 1,, a i, van elementen van A bestaat zo dat a i a 1 a 0 Bijvoorbeeld: de binaire relatie < op N is welgefundeerd; de binaire relatie < op Z is niet welgefundeerd Bij iedere welgefundeerde relatie op A hoort een inductieprincipe: a A P (a) desda a A ( b a P (b)) P (a) }{{} doorgeefeigenschap Hoorcollege 3 (12 april 2007) 2/20

Welgefundeerde inductie [well-founded induction] (2) De binaire relatie < 1 op N gedefinieerd door m < 1 n n = m + 1 is welgefundeerd Het bijbehorende inductieprincipe is natuurlijke inductie De binaire relatie 1 op Aexp gedefinieerd door a 1 a a is een onmiddellijke subexpressie van a is welgefundeerd Het bijbehorende inductieprincipe is structuurinductie op Aexp Hoorcollege 3 (12 april 2007) 3/20

De deelafleidingsordening Gegeven een verzameling R van regelinstanties, hebben we (al eerder) het begrip R-afleiding als volgt gedefinieerd: (i) een regelinstantie ( /y) R is een R-afleiding van y; (ii) als ({x 1,, x n }/y) R en d i een R-afleiding van x i (1 i n), dan is ({d 1,, d n }/y) een R-afleiding van y We schrijven d 1 d als d = ({d 1,, d n }/y) en d = d i voor zekere 1 i n; d heet dan een onmiddellijke deelafleiding van d De transitieve afsluiting van 1 is de deelafleidingsordening Als d d dan heet d een deelafleiding van d Hoorcollege 3 (12 april 2007) 4/20

Voorbeeldafleiding 2, σ 2 (A1) (A2) (A1) X, σ 3 4, σ 4 (A5) X 4, σ 12 5, σ 5 2 + ((X 4) 5), σ 9 (X 4) 5, σ 7 (A3) (A1) (A4) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 5/20

Inductie op afleidingen Zij R een verzameling regelinstanties en zij D de verzameling van alle R-afleidingen De deelafleidingsordening is een welgefundeerde binaire relatie op D, dus er is een bijbehorend inductieprincipe: d D P (d) desda d D ( d d P (d )) P (d) }{{} doorgeefeigenschap Dit inductieprincipe heet inductie op afleidingen Hoorcollege 3 (12 april 2007) 6/20

Executie van commands is deterministisch (0) Stelling: Voor alle c Com: Als c, σ σ 0 en c, σ σ 1, dan σ 0 = σ 1 Bewijs: Stel c, σ σ 0 en c, σ σ 1 Dan zijn er afleidingen d 0 en d 1 zo dat d 0 c, σ σ 0 ; en d 1 c, σ σ 1 We doen inductie op de afleiding d 0 en onderscheiden 7 gevallen op grond van de laatste regelinstantie in d 0 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 7/20

Executie van commands is deterministisch (1) Geval 1: laatste regelinstantie is een instantie van (C1) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 8/20

Executie van commands is deterministisch (1) Geval 1: laatste regelinstantie is een instantie van (C1) Dan c skip en d 0 = { skip, σ σ (C1) } en d 1 = { skip, σ σ (C1) }, dus σ 0 = σ = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 8/20

Executie van commands is deterministisch (2) Geval 2: laatste regelinstantie is een instantie van (C2) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 9/20

Executie van commands is deterministisch (2) Geval 2: laatste regelinstantie is een instantie van (C2) Dan c X := a en { d 0 = a, σ m X := a, σ σ[m/x ] (C2) } en d 1 = { a, σ n X := a, σ σ[n/x ] (C2) } Hoorcollege 3 (12 april 2007) 9/20

Executie van commands is deterministisch (2) Geval 2: laatste regelinstantie is een instantie van (C2) Dan c X := a en { d 0 = a, σ m X := a, σ σ[m/x ] (C2) } en d 1 = { a, σ n X := a, σ σ[n/x ] (C2) } De evaluatie van arithmetic expressions is deterministisch, dus m = n, en dus σ 0 = σ[m/x ] = σ[n/x ] = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 9/20

Executie van commands is deterministisch (3) Geval 3: laatste regelinstantie is een instantie van (C3) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 10/20

Executie van commands is deterministisch (3) Geval 3: laatste regelinstantie is een instantie van (C3) Dan c c 0 ; c 1 en d 0 = c 0, σ σ 0 c 1, σ 0 σ 0 (C3) en d 1 = c 0, σ σ 1 c 1, σ 1 σ 1 (C3) c 0 ; c 1, σ σ 0 c 0 ; c 1, σ σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 10/20

Executie van commands is deterministisch (3) Geval 3: laatste regelinstantie is een instantie van (C3) Dan c c 0 ; c 1 en d 0 = c 0, σ σ 0 c 1, σ 0 σ 0 (C3) en d 1 = c 0, σ σ 1 c 1, σ 1 σ 1 (C3) c 0 ; c 1, σ σ 0 c 0 ; c 1, σ σ 1 De afleiding die c 0, σ σ 0 bewijst, is een deelafleiding van d 0, dus volgens de inductiehypothese geldt σ 0 = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 10/20

Executie van commands is deterministisch (3) Geval 3: laatste regelinstantie is een instantie van (C3) Dan c c 0 ; c 1 en d 0 = c 0, σ σ 0 c 1, σ 0 σ 0 (C3) en d 1 = c 0, σ σ 1 c 1, σ 1 σ 1 (C3) c 0 ; c 1, σ σ 0 c 0 ; c 1, σ σ 1 De afleiding die c 0, σ σ 0 bewijst, is een deelafleiding van d 0, dus volgens de inductiehypothese geldt σ 0 = σ 1 We kunnen vervolgens nog een keer de inductiehypothese toepassen, nu voor de deelafleiding die c 1, σ 0 σ 0 bewijst, en daaruit volgt dan σ 0 = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 10/20

Executie van commands is deterministisch (4) Geval 4: laatste regelinstantie is een instantie van (C4) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 11/20

Executie van commands is deterministisch (4) Geval 4: laatste regelinstantie is een instantie van (C4) Dan c if b then c 0 else c 1 en d 0 = b, σ true c 0, σ σ 0 (C4) en d 1 = if b then c 0 else c 1, σ σ 0 if b then c 0 else c 1, σ σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 11/20

Executie van commands is deterministisch (4) Geval 4: laatste regelinstantie is een instantie van (C4) Dan c if b then c 0 else c 1 en d 0 = b, σ true c 0, σ σ 0 (C4) en d 1 = b, σ true c 0, σ σ 1 (C4) if b then c 0 else c 1, σ σ 0 if b then c 0 else c 1, σ σ 1 (Merk op: omdat b, σ true en evaluatie van boolean expressions deterministisch is, is de laatst toegepaste regel in d 1 ook (C4)) De afleiding die c 0, σ σ 0 bewijst, is een deelafleiding van d 0, dus volgens de inductiehypothese geldt σ 0 = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 11/20

Executie van commands is deterministisch (5) Geval 5: laatste regelinstantie is een instantie van (C5) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 12/20

Executie van commands is deterministisch (5) Geval 5: laatste regelinstantie is een instantie van (C5) Dan c if b then c 0 else c 1 en d 0 = b, σ false c 1, σ σ 0 (C5) en d 1 = if b then c 0 else c 1, σ σ 0 if b then c 0 else c 1, σ σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 12/20

Executie van commands is deterministisch (5) Geval 5: laatste regelinstantie is een instantie van (C5) Dan c if b then c 0 else c 1 en d 0 = b, σ false c 1, σ σ 0 (C5) en d 1 = b, σ false c 1, σ σ 1 (C5) if b then c 0 else c 1, σ σ 0 if b then c 0 else c 1, σ σ 1 (Merk op: omdat b, σ false en evaluatie van boolean expressions deterministisch is, is de laatst toegepaste regel in d 1 ook (C5)) De afleiding die c 1, σ σ 0 bewijst, is een deelafleiding van d 0, dus volgens de inductiehypothese geldt σ 0 = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 12/20

Executie van commands is deterministisch (6) Geval 6: laatste regelinstantie is een instantie van (C6) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 13/20

Executie van commands is deterministisch (6) Geval 6: laatste regelinstantie is een instantie van (C6) Dan c while b do c en d 0 = b, σ false (C6) en d 1 = while b do c, σ σ while b do c, σ σ Hoorcollege 3 (12 april 2007) 13/20

Executie van commands is deterministisch (6) Geval 6: laatste regelinstantie is een instantie van (C6) Dan c while b do c en d 0 = b, σ false (C6) en d 1 = while b do c, σ σ b, σ false while b do c, σ σ (C6) (Merk op: omdat b, σ false en evaluatie van boolean expressions deterministisch is, is de laatst toegepaste regel in d 1 ook (C6)) Dus σ 0 = σ = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 13/20

Executie van commands is deterministisch (7) Geval 7: laatste regelinstantie is een instantie van (C7) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 14/20

Executie van commands is deterministisch (7) Geval 7: laatste regelinstantie is een instantie van (C7) Dan c while b do c en d 0 = b, σ true c, σ σ 0 while b do c, σ 0 σ 0 (C7) en while b do c, σ σ 0 d 1 = while b do c, σ σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 14/20

Executie van commands is deterministisch (7) Geval 7: laatste regelinstantie is een instantie van (C7) Dan c while b do c en d 0 = b, σ true c, σ σ 0 while b do c, σ 0 σ 0 (C7) en while b do c, σ σ 0 d 1 = b, σ true c, σ σ 1 while b do c, σ 1 σ 1 (C7) while b do c, σ σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 14/20

(Merk op: omdat b, σ true en evaluatie van boolean expressions deterministisch is, is de laatst toegepaste regel in d 1 ook (C7)) De afleiding die c, σ σ 0 bewijst, is een deelafleiding van d 0, dus volgens de inductiehypothese geldt σ 0 = σ 1 We kunnen vervolgens nog een keer de inductiehypothese toepassen, nu voor de deelafleiding die while b do c, σ 0 σ 0 bewijst, en daaruit volgt dan σ 0 = σ 1 Hoorcollege 3 (12 april 2007) 15/20

Regelinductie voor commands [rule induction for commands] We kunnen met de regels voor de executie van commands ook direct een inductieprincipe associëren: Om te bewijzen dat P (c, σ, σ ) voor alle c Com en σ, σ Σ zo dat c, σ σ, is het voldoende om te bewijzen dat alle regels voor de executie van commands de eigenschap P bewaren Bijvoorbeeld, (C7) bewaart P als voor alle c Com en σ, σ Σ: b, σ true & c, σ σ & P (c, σ, σ ) & while b do c, σ σ & P (while b do c, σ, σ ) P (while b do c, σ, σ ) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 16/20

Voorbeeld: bewijs met regelinductie voor commands Definieer de functie loc L : Com Pow(Loc) met inductie naar de structuur van commands: loc L (skip) =, loc L (X := a) = {X }, loc L (c 0 ; c 1 ) = loc L (if b then c 0 else c 1 ) = loc L (c 0 ) loc L (c 1 ), loc L (while b do c) = loc L (c) Propositie: Zij Y een locatie Dan geldt voor alle c Com en σ, σ Σ zo dat c, σ σ : Y loc L (c) σ(y ) = σ (Y ) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 17/20

Welgefundeerd vs minimaal element Zij een binaire relatie op de verzameling A Zij Q een deelverzameling van A Een minimaal element van Q is een element m Q zó dat b m b Q Hoorcollege 3 (12 april 2007) 18/20

Welgefundeerd vs minimaal element Zij een binaire relatie op de verzameling A Zij Q een deelverzameling van A Een minimaal element van Q is een element m Q zó dat b m b Q Propositie: is welgefundeerd dan en slechts dan als elke niet-lege deelverzameling Q van A een minimaal element heeft Hoorcollege 3 (12 april 2007) 18/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Bewijs: Laat w while true do skip en stel w, σ σ Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Bewijs: Laat w while true do skip en stel w, σ σ Dan is er een minimale afleiding d zo dat d w, σ σ ; Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Bewijs: Laat w while true do skip en stel w, σ σ Dan is er een minimale afleiding d zo dat d w, σ σ ; de laatste regelinstantie in d moet een instantie van (C7) zijn: d = true, σ true skip, σ σ w, σ σ w, σ σ (C7) Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Bewijs: Laat w while true do skip en stel w, σ σ Dan is er een minimale afleiding d zo dat d w, σ σ ; de laatste regelinstantie in d moet een instantie van (C7) zijn: d = true, σ true skip, σ σ w, σ σ w, σ σ (C7) Maar dan bevat d een deelafleiding d zo dat d w, σ σ, terwijl we hebben aangenomen dat d minimaal is: Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Toepassing minimaliteit: loop! Propositie: Voor alle σ, σ Σ: while true do skip, σ σ Bewijs: Laat w while true do skip en stel w, σ σ Dan is er een minimale afleiding d zo dat d w, σ σ ; de laatste regelinstantie in d moet een instantie van (C7) zijn: d = true, σ true skip, σ σ w, σ σ w, σ σ (C7) Maar dan bevat d een deelafleiding d zo dat d w, σ σ, terwijl we hebben aangenomen dat d minimaal is: tegenspraak! Hoorcollege 3 (12 april 2007) 19/20

Voor volgende keer Uit het dictaat: 31, 32, 34, 35, 36, 313 Aanvullende opgaven: A8 Opgave van de week: Breid de operationele semantiek van IMP uit met regels voor de constructie do c while b De executie van do c while b gaat net als de executie van while b do c met dat verschil dat de conditie b niet getest wordt voordat de body c de eerste keer wordt uitgevoerd 1 Bewijs vervolgens met inductie op afleidingen dat voor alle σ, σ Σ: als while b do c, σ σ, dan do (if b then c else skip) while b, σ σ 1 Maak in je regels voor do-while geen gebruik van de aanwezigheid van while-do in de taal Hoorcollege 3 (12 april 2007) 20/20