Inhoudsopgave Dankwoord 5 Inhoudsopgave 7 Afkortingen 13 Figuren en tabellen 15 DEEL I Hoofdstuk 1. Inleiding 17 1 Late start van het debat omtrent waarborgen in herstelgerichte processen 21 2 Het juridische kader 24 3 Reserves 32 4 Factoren die de waarborgendiscussie beïnvloeden 33 5 Afbakening van de vraagstelling 38 6 Opbouw van het boek 39 7 Terminologie 40 8 Afsluitingsdatum van het onderzoek 42 DEEL II Hoofdstuk 2.Voorstelling van het empirische onderzoek 43 1 Keuze voor een veldonderzoek 43 2 Keuze van de bemiddelingspraktijk 43 3 Verkennende fase 48 4 Gegevensverzameling 49 5 Dataverwerking en -analyse 53 6 De onderzoekspopulatie 53 6.1 Bemiddelingsovereenkomsten 53 6.1.1 De bestudeerde overeenkomsten 53 6.1.2 Relevantie van de bemiddelingsovereenkomsten 57 6.1.3 Dataverzameling en -verwerking 59 6.2 Vonnissen 60 6.2.1 De onderzochte vonnissen uit het arrondissement Dendermonde 60 6.2.2 Relevantie van de vonnissen 60 6.2.3 Dataverzameling en -verwerking 60 6.2.4 Gewijzigde juridische situatie sinds 1 januari 2006 61 6.3 Bemiddelaars 61 6.3.1 De geïnterviewde bemiddelaars 61 6.3.2 Relevantie van de bemiddelaars 62 6.3.3 Dataverzameling en -verwerking 62 7
HERSTELRECHT EN PROCEDURELE WAARBORGEN 6.4 Magistraten 63 6.4.1 De geïnterviewde magistraten 63 6.4.2 Relevantie van de magistraten 63 6.4.3 Dataverzameling en -verwerking 64 7 Besluit 65 Hoofdstuk 3. Herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in 67 Vlaanderen 1 Een korte geschiedenis 67 1.1 Actieonderzoek herstelbemiddeling in gerechtelijk arrondissement Leuven 67 1.2. Bemiddelingsdienst in gerechtelijk arrondissement Leuven 68 1.3 Uitbreiding naar andere gerechtelijke arrondissementen 69 1.4 Oprichting Suggnomè. Forum voor Herstelrecht en Bemiddeling vzw 70 1.5 Verwettelijking van de herstelbemiddelingspraktijk 72 2 Situering ten aanzien van de strafrechtsbedeling 74 2.1 Verwijzing naar bemiddeling en bemiddelingsaanvragen 74 2.2 Selectiecriteria 77 3 De herstelbemiddelingsprocedure 78 3.1 Deelnemers 78 3.2 Verloop van het bemiddelingsproces 79 4 Regelgevend kader 81 5 De bemiddelingsdossiers 83 5.1 Aard van de misdrijven 83 5.2 Kenmerken van verdachte en slachtoffer 84 5.3 Directe versus indirecte bemiddeling 84 5.4 Duur van de bemiddeling 84 6 Situering van herstelbemiddeling vóór vonnis ten aanzien van andere bemiddelingspraktijken voor meerderjarige daders in strafrechtelijke context 85 DEEL III Hoofdstuk 4. Schuld en het vermoeden van onschuld 87 1 Voorvraag één: het vermoeden van onschuld 88 2 Voorvraag twee: voor welke herstelrechtelijke programma s is onze vraagstelling relevant? 89 2.1 Splitsing van het strafproces 92 2.2 Guilty plea 95 2.3 Bekentenis 98 3 Voorvraag drie: verschillende concepten van schuld 102 4 Kwesties met betrekking tot herstelgerichte processen, het vermoeden van onschuld en (juridische) schuld 107 8
INHOUD 4.1. Kan men uit de bemiddeling of conference als buitengerechtelijke afhandeling conclusies trekken met betrekking tot de juridische schuld? 107 4.2 Heeft deelname aan een bemiddeling of conference (vóór vonnis) implicaties voor de juridische schuld wanneer de zaak voor de strafrechter komt? 110 4.3 Laat het vermoeden van onschuld toe dat parketmagistraten en rechters verwijzen naar bemiddeling of conferencing? 112 4.4 De verdachte en het slachtoffer in herstelrechtelijke processen vóór vonnis: bekommernissen en mogelijke oplossingen een discussie 114 5 Verantwoordelijkheid in het strafproces versus verantwoordelijkheid in herstelrecht: van passieve verantwoordelijkheid over actieve verantwoordelijkheid naar responsabilisering? 119 5.1 Toekomstgerichtheid versus blik naar het verleden 122 5.2 Actieve versus passieve verantwoordelijkheid 123 5.3 Herstelrecht en responsabilisering 124 5.4 Gericht op de belangen van het slachtoffer? 127 6 Het vermoeden van onschuld binnen herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 130 6.1 Herstelbemiddeling en het vermoeden van onschuld 130 6.2 De eis van de bekennende verdachte 132 6.3 Vormen van schuld in de bemiddeling 135 6.3.1 Feitelijke schuld 135 6.3.2 Schuldgevoelens, spijt, schaamte 136 6.4 Over mogelijke spanningen tussen het bemiddelingsgebeuren en het strafrechtelijke traject 137 Hoofdstuk 5. Rechtsbijstand 145 1 Rechtsbijstand in herstelrechtelijke regelgeving en literatuur 146 1.1 Rechtsbijstand door wie? 149 1.2 Rechtsbijstand bij de aanvang van het herstelgericht proces 151 1.3 Rechtsbijstand tijdens het herstelgericht proces? 154 1.4 Rechtsbijstand bij beëindiging van het herstelgericht proces 160 1.5 Rechtsbijstand: soms verplicht en zo nodig kosteloos? 161 2 Rechtsbijstand binnen herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 164 2.1 Rechtsbijstand in individuele bemiddelingsprocessen 164 2.1.1 Juridische informatie en advies: door wie? 165 2.1.3 Rechtsbijstand tijdens en na het bemiddelingsproces 170 2.2 Structurele betrokkenheid van de advocatuur bij herstelbemiddeling 174 2.3 Slotbedenkingen 176 9
HERSTELRECHT EN PROCEDURELE WAARBORGEN Hoofdstuk 6. Proportionaliteit 179 1 Het proportionaliteitsbeginsel in de herstelrechtelijke regelgeving en literatuur 182 1.1 Bovengrenzen én ondergrenzen? 183 1.2 Een herstelrechtelijke proportionaliteit? 187 1.3 De ijkpunten 188 1.3.1 De schade als startpunt voor het afwegen van de herstelrechtelijke reactie 189 1.3.2 De mate van schuld buitenspel? 191 1.3.3 Herstel als tweede ijkpunt 193 1.3.4 Wie bepaalt of voldoende en niet teveel is hersteld? 193 1.4 Proportionaliteit en de sfeerovergang van herstelproces naar strafprocedure 194 2 Herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 195 2.1 Billijkheid in de plaats van proportionaliteit 195 2.2 Een billijke oplossing voor de aangerichte schade met het oog op herstel 197 2.2.1 Schade 197 2.2.2 Herstel 199 2.3 De sfeerovergang van herstelbemiddeling naar het strafproces 203 2.3.1 De uitkomst van de analyse van de vonnissen 206 2.3.2 De houding van de magistraten: nemen zij de bemiddelingsuitkomst in rekening? 208 3 Besluit: proportionaliteit in het herstelrecht? 214 Hoofdstuk 7. Neutraliteit en onpartijdigheid 215 1 Inconsistente definiëring 218 2 Problemen met neutraliteit 219 3 Procesbegeleiding en inhoudelijke inbreng 221 3.1 De persoon van de bemiddelaar 221 3.2 Empathie en erkenning 222 3.3 Inhoudelijk advies 223 4. Onpartijdigheid en machtsonevenwichten 226 5 Neutraliteit en persoonlijke of professionele banden met de partijen 232 6 Onafhankelijkheid en de banden met justitie, slachtoffer- en daderorganisaties 233 6.1 Onafhankelijkheid ten aanzien van justitie 233 6.2 Politieambtenaren als bemiddelaars 237 6.3 Onafhankelijkheid ten aanzien van dader- of slachtofferorganisaties 240 7 Neutraliteit en onpartijdigheid in herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 242 7.1 Neutraliteit in de zin van de beperking van de rol van de bemiddelaar tot procesbegeleiding 243 10
INHOUD 7.2 De onpartijdigheid of meerzijdige partijdigheid van de bemiddelaar 246 7.3 Geen vooringenomenheid omwille van connecties met de partijen 249 7.4 Onafhankelijkheid van justitie 249 8 Besluit 251 Hoofdstuk 8. Vrijwilligheid 253 1 Vrijwilligheid in de herstelrechtelijke regelgeving en literatuur 255 2 Dimensies van vrijwilligheid in herstelgerichte processen 258 3 Beperkingen van vrijwilligheid in herstelgerichte processen 262 3.1 Druk vanuit de strafrechtelijke context 263 3.2 Druk uitgeoefend door de verwijzer en de bemiddelaar 267 3.3 Onvrijwilligheid door ongelijkheid tussen de partijen of beperkingen bij één van de partijen, door druk van de naaste omgeving of de advocaat. 271 4 Vrijwilligheid in herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 272 4.1 Dimensies van vrijwilligheid in herstelbemiddeling 273 4.2 Beperkingen van vrijwilligheid in herstelbemiddeling 275 5 Besluit 283 Hoofdstuk 9. Vertrouwelijkheid 285 1 Openbaarheid in het strafproces 286 2 Vertrouwelijkheid in het herstelrecht 290 3 Toch openbaarheid in herstelgerichte processen? 293 3.1 Openheid met het oog op kwaliteitsbewaking en het creëren van een publiek draagvlak 296 3.1.1 Openstellen van de bijeenkomsten 296 3.1.2 Extern toezicht op de uitkomst van het herstelgericht proces 301 3.1.3 Overleg met de achterban die niet aanwezig is op de bijeenkomsten 304 3.2. Openheid in functie van de (verdere) justitiële besluitvorming 305 3.2.1 Rapportage door de bemiddelaar aan de bevoegde justitiële autoriteit 305 3.2.2 Enkele andere punctuele kwesties 311 4 Vertrouwelijkheid in herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 313 4.1 Vertrouwelijkheid als principe 313 4.2 Standaarduitzondering: partijen behoren overeen te komen welke informatie wel vrijgegeven kan worden 314 4.3 Openheid in functie van kwaliteitsbewaking en creatie van een maatschappelijk draagvlak? 324 11
HERSTELRECHT EN PROCEDURELE WAARBORGEN 4.4 Openheid in functie van de verdere gerechtelijke besluitvorming? 326 4.4.1 Minimale rapportage aan de justitiële autoriteiten 326 4.4.2 Zeer beperkte meldingsplicht van de bemiddelaar bij nieuwe feiten 328 4.5 Enkele overblijvende kwesties 331 4.5.1 Het doorgeven van informatie aan de andere partij (bij indirecte bemiddeling) 331 4.5.2 Gegevensbescherming en het doorgeven van informatie aan derden 331 4.6 Besluit: schaarse externe controle en veel gewicht op de schouders van de bemiddelaar 333 DEEL IV Hoofdstuk 10: Slotbeschouwingen 335 1 De vraagstelling 335 2 De methode 336 3 Beantwoording van de onderzoeksvragen 337 3.1 De strafrechtelijke waarborgen 337 3.2 De herstelrechtelijke waarborgen 342 3.3 Bedenkingen vanuit het onderzoek van herstelbemiddeling voor meerderjarige verdachten in Vlaanderen 345 4 Afsluitende beschouwingen 346 Bibliografie 353 Literatuur 353 Regelgeving, beleidsstukken en jurisprudentie 379 Summary 383 1 The issue 383 2 The method 384 3 Answering the research questions 385 3.1 The criminal justice guarantees 385 3.2 The restorative justice guarantees 390 3.3 Considerations based on the empirical research into victim-offender mediation for adult suspects in Flanders 393 4 Closing considerations 394 Curriculum vitae 397 12