Zundertse Regelgeving

Vergelijkbare documenten
Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Beleidsnota Plattelandswoning

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen. 2. De ingekomen zienswijze te weerleggen.

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

BELEIDSNOTA PLATTELANDSWONINGEN

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Beleidsnota plattelandswoningen

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Telefoonnummer: Datum: 24 september 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9.

29 januari 2014 H. de Paepe. Onderwerp Beleidsnota woningen in het buitengebied van de gemeente Lansingerland 2014

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Beleidsnota Plattelandswoningen. Beleid met betrekking tot aanwijzing van plattelandswoningen in de gemeente Wijchen

Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED HERZIENING 2015, MOLENEIND 9 NL.IMRO.0263.BP1126-VG01 vastgesteld

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Kadernota bestemmingsplanherziening Buitengebied 2016 Module mestbeleid

Hoofdstuk 1 Het begrip plattelandswoning geïntroduceerd in de ruimtelijke ordening

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

8 november Te besluiten om:

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan

2 - Datum vergadering: ŭ Nota openbaar: Ja

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 29 september 2009 Agendanummer : 4

MEMO: MOTIVERING WEIGERING OMGEVINGSVERGUNNING t.b.v. raad (werktuigenberging achter Burgweg 2) 22 oktober 2018

VERZONDEN 1 9 jam 2017

Bestemmingsplan Bloemenbuurt Ontwerp

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Omgevingsvergunning OV

Datum: 16 december 2014 Nummer: Onderwerp: Aanwijzings- en delegatiebesluit Omgevingsvergunning gemeente Dinkelland

Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout

Parapluplan plattelandswoningen Venlo

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Zuidbroek herziening 2

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Zundertse Regelgeving

GEMEENTE BARNEVELD. Dossiernummer: 8798 Omgevingsloketnummer: Kenmerk: - O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

Uitspraak /1/R2

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

ONTWERP Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Behelp 1

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

Onderwerp Afgeven van een (ontwerp)vvgb voor woning van de fam. Sikkema aan de Westersingel 9 Noardburgum

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1

Overzicht wijzigingen bestemmingsplan Buitengebied West (van ontwerp naar vastgesteld)

Interne documenten

Beltweg EM Siebengewald. Rapportnummer: R Datum: 4 juni 2014 S T A M M E N

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

BELEIDSREGELS TWEEDE (BEDRIJFS)WONINGEN IN HET BUITENGEBIED

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Transcriptie:

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer Naam regeling: Beleidsregel plattelandswoning Citeertitel: Beleidsregel plattelandswoning Wettelijke grondslag 4:81 Awb Vastgesteld door Gemeenteraad Datum vaststelling 24 april 2014 Kenmerk besluit 2014/3869 Datum publicatie 7 mei 2014 Bron publicatie Zundertse Bode Datum inwerkingtreding 8 mei 2014 Datum melding arrondissementsparket - Bijzonderheden -

De raad van de gemeente Zundert; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11-03-2014; gehoord het advies van de Ronde Hal d.d. 01-04-2014; gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet; besluit: 1. de 'Beleidsregel plattelandswoning' vast te stellen; 2. in de eerstvolgende herziening (veegactie) van het bestemmingsplan Buitengebied Zundert een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid op te nemen. Inleiding In de gemeente Zundert hebben agrarische bedrijven in de meeste gevallen één en in sommige gevallen twee of meer bedrijfswoningen. In de praktijk komt het voor dat agrarische bedrijfswoningen worden bewoond door burgers (dit kan de rustende boer zijn, of bewoners die nooit een relatie met het agrarisch bedrijf hebben gehad). Tot voor kort bracht dit twee problemen met zich mee: enerzijds was het gebruik als 'burgerwoning' in strijd met het bestemmingsplan en anderzijds bracht dit gebruik ook met zich mee dat er een hoger beschermingsniveau tegen nadelige milieueffecten gold. Want in het kader van milieuwetgeving werd uitgegaan van het feitelijk gebruik en niet van de planologische status. Daarvoor heeft de wetgever een oplossing bedacht en kwam met de Wet plattelandswoningen (1 januari 2013). Het college van burgemeester en wethouders heeft op 19 november 2013 de commissie Grondgebied gepeild over deze wet. De commissie Grondgebied wil positief omgaan met de mogelijkheid om plattelandswoningen binnen de gemeente Zundert toe te staan en de mogelijkheden van de Wet plattelandswoning in ruime zin te implementeren. Dit kader geeft aan op welke manier en onder welke voorwaarden meegewerkt wordt aan een verzoek tot aanwijzing van een plattelandswoning. De Wet plattelandswoning in het kort De wet (die is opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) definieert de 'plattelandswoning' als volgt: een bedrijfswoning behorende tot of voorheen behorende tot een agrarisch bedrijf die op grond van het bestemmingsplan (of beheersverordening) of op grond van een verleende omgevingsvergunning door een derde bewoond mag worden, die met betrekking tot het bijbehorende agrarisch bedrijf wordt beschouwd als onderdeel van deze inrichting. Wat houdt dit nu precies in? Deze wet maakt het mogelijk om planologisch toe te staan dat de agrarische bedrijfswoningen in het buitengebied bewoond mogen worden door niet-agrariërs (burgers c.q. derden, die geen binding hebben met het agrarisch bedrijf). Deze voormalige bedrijfswoningen die door niet-agrariërs worden bewoond worden dan ook niet meer beschermd tegen de milieugevolgen van het bijbehorende agrarische bedrijf. De wetgever heeft het dus mogelijk gemaakt dat bedrijfswoningen ook door derden mogen worden bewoond, waarbij de juridische status gelijk blijft aan de status van de agrarische bedrijfswoning (blijft binnen de agrarische bestemming vallen en dus nog steeds agrarisch bestemd). De plattelandswoning wordt dan ook niet meer beschermd voor milieugevolgen van het agrarisch bedrijf waartoe de bedrijfswoning (planologisch gezien) behoorde. Wel kunnen omliggende bedrijven alsnog te maken krijgen met een wijziging in de geldende afstandsnormen door het toekennen van de status 'plattelandswoning'. Ingeschat wordt dat in de meeste gevallen er sprake is van een lagere afstandsnorm, maar in hoeverre daar ook daadwerkelijk sprake van is dient te worden onderzocht zodra er een verzoek om een plattelandswoning wordt ingediend. De gemeente is namelijk nog steeds verantwoordelijk voor een 'goed woon- en leefklimaat' in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Hier wordt terzijde dan ook opgemerkt dat het dus niet zo is dat omliggende bedrijven óók geen rekening hoeven te houden met de plattelandswoning. Er blijven afstandsnormen gelden. Ook wordt nog vermeld dat de wetgever het dus niet mogelijk maakt om een plattelandswoning toe te kennen bij een niet-agrarisch bedrijf of andere functies.

Een voorbeeld Er zijn twee agrarische bouwvlakken (op de een is een veehouderij, op de ander is een boomkwekerij gevestigd) naast elkaar en de onderlinge afstand is slechts 25 m. De bedrijfswoning van de boomkwekerij wordt een plattelandswoning. Dit is een nieuwe planologische ontwikkeling. De afstandsnorm vanaf de veehouderij is in beginsel 50 m volgens de Wet geurhinder. Daar kan de plattelandswoning niet aan voldoen. Omdat het een nieuwe planologische ontwikkeling is (ondanks dat het gaat om een bestaande woning) dient heel goed bekeken te worden of de veehouderij, vanwege die nieuwe ontwikkeling toch niet alsnog in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt. De bestaande situatie van de veehouderij zal waarschijnlijk niet veel hinder ondervinden, maar ook de uitbreidingsmogelijkheden mogen niet onevenredig worden beperkt. De bedrijfswoning bij de rode pijl wordt een plattelandswoning. Het agrarisch bedrijf bij de blauwe pijl hoeft 'geen rekening te houden' met de plattelandswoning. Dit agrarisch bedrijf valt ook binnen hetzelfde bestemmingsvlak als de plattelandswoning. Maar de bedrijven bij de oranje pijlen kunnen mogelijk wel in hun bedrijfsvoering worden belemmerd (denk hierbij bijvoorbeeld aan driftzones omdat er ter plaatse van de groene pijl gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen of als het bedrijf bij de oranje pijl een veehouderij zou zijn en de afstand zou bijvoorbeeld maar 15 m zijn). In het kader van een goede ruimtelijke ordening en een goed woon- en leefklimaat kan niet direct de plattelandswoning worden toegekend en dient te worden bekeken of er nog steeds sprake is van een goed woon- en leefklimaat en of bedrijven niet (onevenredig) in hun bedrijfsvoering worden belemmerd. Doel van deze beleidsregel De wetgever heeft een grote een behoorlijke beleidsvrijheid aan de gemeenten gegeven. Daarom is het verstandig om die vrijheid in te vullen door het vaststellen van een beleidsregel. Het doel van deze beleidsregel is: duidelijkheid te bieden aan burgers onder welke voorwaarden en op welke wijze de gemeente medewerking verleent aan een plattelandswoning; grip te houden op het gebruik van en in het buitengebied (leefbaarheid en bruikbaarheid), geen nieuwe knelpunten te laten ontstaan; zorgdragen voor een goed woon- en leefklimaat voor zowel de woning, het bijbehorende agrarische bedrijf en omliggende bedrijven, zonder ruimtelijke bezwaren. Randvoorwaarden voor het toekennen van een plattelandswoning 1. toekenning gebeurt enkel op verzoek; Het college zal niet zelf ambtshalve de aanduiding 'plattelandswoning' toekennen; 2. de betrokken partijen, de agrariër en de (toekomstige) bewoner van de plattelandswoning hebben ingestemd met de aanwijzing van de agrarische bedrijfswoning tot plattelandswoning. Indien het een

conflictsituatie betreft of er is sprake van een afsplitsing die vóór 4 september 2012 al heeft plaatsgevonden, heeft het college wel de mogelijkheid om alsnog medewerking te verlenen aan een plattelandswoning, zonder dat er een instemming wordt overlegd; Door om een instemming te vragen van beide betrokken partijen is duidelijk dat de agrariër ook weet dat enerzijds hij geen 'rekening meer hoeft te houden' met de plattelandswoning, maar anderzijds wel in zijn uitbreidingsmogelijkheden beperkt kan worden (denk bijvoorbeeld aan het niet meer mogen bouwen van een bedrijfswoning). 3. het betreft een bestaande bedrijfswoning binnen de bestemming 'Agrarisch-Agrarisch bedrijf'; Indien de aanduiding bedrijfswoning is opgenomen in het bestemmingsplan binnen het bestemmingsvlak, dan kan nooit aanspraak gemaakt worden op een plattelandswoning. De Wet plattelandswoning strekt ook niet zover dat bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven kunnen worden aangemerkt als 'plattelandswoning' of dat er illegale woningen daarmee kunnen worden gelegaliseerd; 4. aanvragers tonen aan dat er sprake is van een nog actief reëel of volwaardig agrarisch bedrijf binnen dezelfde bestemming. Indien er twijfel bestaat kan het college een advies van de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen verplichten; Omdat het een wettelijke voorwaarde is dat er nog sprake moet zijn van een actief bijbehorend agrarisch bedrijf is het noodzakelijk dat dit ook wordt aangetoond. Indien er slechts nog sprake is van een hobbymatige agrarische activiteit, kan niet meer gesproken worden over een plattelandswoning en dient overwogen te worden of de bestemming 'Wonen' kan/moet worden toegekend; 5. de plattelandswoning zal gebruikt worden voor burgerbewoning; Voor de huisvesting van arbeidsmigranten in de bedrijfswoning is al een andere regeling opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied; 6. indien de woning in het boomteeltontwikkelingsgebied is gelegen, mag de plattelandswoning de intensivering van dit gebied niet belemmeren, daarbij dient in ieder geval rekening gehouden te worden met driftzones ten opzichte van het erf van de plattelandswoning; Het boomteeltontwikkelingsgebied is van groot belang voor de ontwikkeling van boomkwekerijen binnen onze gemeente. Binnen dit agrarisch gebied zijn de (uitbreidings)mogelijkheden voor boomkwekers groot. Deze mogelijkheden moeten niet belemmerd worden door het toekennen van een plattelandswoning; 7. 'derde' bedrijven en omliggende functies mogen niet beperkt worden (in hun bedrijfsvoering) en ook hun uitbreidingsmogelijkheden moeten niet onevenredig ingeperkt worden door de plattelandswoning; De plattelandswoning belemmert in ieder geval niet het bijbehorende agrarische bedrijf binnen het 'eigen' bestemmingsvlak. Maar omliggende agrarische, maar ook niet agrarische bedrijven kunnen mogelijk wel hinder ondervinden (denk ook hier aan driftzones). Dat geldt ook voor andere functies (denk daarbij bijvoorbeeld aan gasleidingen in het kader van externe veiligheid). Omdat, ondanks dat er feitelijk misschien sprake is van een bestaande situatie, betekent het toekennen van een aanduiding 'plattelandswoning' wel een nieuwe planologische situatie waardoor de ruimtelijke situatie opnieuw moet worden bekeken en alle belangen opnieuw moeten worden afgewogen. Aangetoond moet zijn dat deze bedrijven en functies niet of niet onevenredig worden belemmerd in hun mogelijkheden door de komst van een plattelandswoning en een acceptabel woon- en leefklimaat behouden blijft waardoor voldaan wordt aan het begrip 'goede ruimtelijke ordening'.

8. de toekenning van de plattelandswoning kan niet leiden tot een nieuwe bedrijfswoning binnen het agrarisch bouwvlak. De plattelandswoning blijft onderdeel van het agrarisch bouwvlak en behoudt zijn agrarische bestemming; De voormalige bedrijfswoning die tot plattelandswoning wordt omgezet blijft vanuit juridisch-planologisch oogpunt deel uitmaken van het agrarisch bouwvlak. Aan een nieuwe bedrijfswoning voor het bijbehorende agrarische bedrijf zal dan ook geen medewerking worden verleend. Vandaar ook dat de instemming van de agrariër wordt gevraagd; 9. dat de tuin bij de woning ook tot de plattelandswoning behoort; 10. er wordt gebruik gemaakt van de bestaande inritten, tenzij er een noodzaak bestaat om de plattelandswoning separaat te ontsluiten of er een verbeterde ruimtelijke kwaliteit ontstaat en mits geen afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige beeldkwaliteit en de verkeersveiligheid; Door deze regel op te nemen ontstaan er niet nodeloos veel uitritten op een bestaande weg en wordt ook voorkomen dat de plattelandswoning zich in ruimtelijk opzicht verder afsplitst van het agrarisch bedrijf; 11. de bouwregels voor de agrarische bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken uit het bestemmingsplan Buitengebied Zundert blijven van toepassing op de plattelandswoning. Er kunnen geen bedrijfsgebouwen ten behoeve van de plattelandswoning worden opgericht en er kan geen aanspraak gemaakt worden op de sloop/bonusregeling; Omdat de plattelandswoning in juridisch-planologisch opzicht nog steeds een agrarische bedrijfswoning is (in planologische zin dus niet afgesplitst wordt van de agrarische bestemming) en er qua bouwregelgeving geen onderscheid meer is tussen een burgerwoning (750m3 inhoud) en een bedrijfswoning, blijven de bouwregels voor de agrarische bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken van toepassing. Echter een beroep op de sloop/bonusregeling kan niet gedaan worden (het agrarisch bedrijf is immers nog steeds actief) en blijft 100 m2 aan bijgebouwen het maximum. 12. de binnenplanse mogelijkheden in het bestemmingsplan Buitengebied tot wijziging van de bestemming in het kader van het beleid 'Vrijkomende agrarische bedrijfslocaties' zijn niet meer van toepassing indien er een aanduiding plattelandswoning is toegekend binnen de bestemming 'Agrarisch-Agrarisch bedrijf'; Een plattelandswoning is enkel toegestaan bij een agrarisch bedrijf. Als het agrarisch bedrijf stopt en graag een ander gebruik wenst (het bestemmingsplan Buitengebied kent wijzigingsbevoegdheden om bijvoorbeeld een niet-agrarisch bedrijf toe te staan of een recreatieve of maatschappelijke functie), vervalt ook de aanduiding plattelandswoning. Gelet op het huidige provinciale beleid (splitsen is niet toegestaan) en de gemeentelijke sloopregeling bij omzetting naar een definitieve bestemming 'Wonen' is herbestemming lastig. Dan kan enkel middels maatwerk (een bestemmingsplanherziening) worden bezien hoe (in planologische zin) omgegaan zal en kan worden met de beëindiging van het agrarisch bedrijf. Vandaar dat bij punt 2. ook een verklaring wordt gevraagd van de agrariër zodat ook duidelijk is dat de agrariër op de hoogte is de mogelijke consequenties en akkoord is met de aanduiding 'plattelandswoning'. Procedure plattelandswoning Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Zundert op 4 september 2012 was de Wet plattelandswoning nog niet in werking getreden. Het bestemmingsplan voorziet dan ook niet in een binnenplanse afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid voor de plattelandswoning. Voorgesteld wordt om in de eerstvolgende herziening (veegactie) alsnog een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor de plattelandswoning. Dit houdt in dat er een begripsbepaling wordt toegevoegd, de mogelijkheid wordt opgenomen om een aanduiding 'plattelandswoning' op te nemen binnen

de bestemming 'Agrarisch-Agrarisch bedrijf' en de hierboven gestelde voorwaarden ook opgenomen worden in de wijzigingsbevoegdheid. Tot het moment dat de wijzigingsbevoegdheid zoals hierboven genoemd in werking is getreden, zal medewerking worden verleend middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan ex artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 3 van de Wabo. Indien er sprake is van een onherroepelijke omgevingsvergunning zullen deze plattelandswoningen in de dan eerstvolgende herziening worden meegenomen en aangeduid worden op de planverbeelding middels de aanduiding 'plattelandswoning'. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 24-04-2014 De raad voornoemd. De griffier, J.J. Rochat De voorzitter, L.c. Poppe-de Looff