EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17 Vastgesteld op 01-09-16 Vastgesteld door Bestuur Nederlandse Associatie voor Eaminering Bijzonderheden geen Pagina 1
Eind- en toetstermen *) = Zie toelichting 1 Rechtshandelingen 1.1 De kandidaat kan het onderscheid tussen eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen 1.2 De kandidaat kan nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen 1.3 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige rechtshandeling 1.4 De kandidaat kan de wilsgebreken aangeven. 2 Vertegenwoordiging 2.1 De kandidaat kan het onderscheid tussen middellijke en onmiddellijke vertegenwoordiging uitleggen. 2.2 De kandidaat kan de lastgevingsovereenkomst 3 Goederenrecht 3.1 De kandidaat kan de rechtspositie van de eigenaar, de bezitter en de houder 3.2 De kandidaat kan het verschil tussen bezit te goeder en niet te goeder trouw aangeven. 3.3 De kandidaat kan de volgende wijzen van bezitsverschaffing toelichten: feitelijke overgave levering constitutum possessorium traditio brevi manu traditio longa manu 3.4 De kandidaat kan aangeven in welke gevallen van vrijwillig en onvrijwillig bezitsverlies sprake is. 3.5 De kandidaat kan de beperkingen op het eigendomsrecht aangeven. 3.6 De kandidaat kan de kwalitatieve rechten en kwalitatieve verplichtingen 3.7 De kandidaat kan de actie tot opvordering van eigendom (revindicatie) 3.8 De kandidaat kan aangeven wat als bestanddeel van een zaak wordt aangemerkt. 3.9 De kandidaat kan de wijzen van eigendomsverkrijging onder algemene titel en onder bijzondere titel 3.10 De kandidaat kan de regels van het burenrecht 3.11 De kandidaat kan de regels van de mandeligheid 3.12 De kandidaat kan de beperkte rechten en afhankelijke rechten aangeven. 3.13 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige eigendomsoverdracht 3.14 De kandidaat kan de leveringsformaliteiten voor roerende zaken, registergoederen en vorderingen op naam 3.15 De kandidaat kan derdenbescherming bij verkrijging van goederen 4 Verjaring 4.1 De kandidaat kan de begrippen bevrijdende verjaring en verkrijgende verjaring uitleggen. 4.2 De kandidaat kan stuiting en verlenging van de verjaring uitleggen. 5 Zekerheidsrechten 5.1 De kandidaat kan het pandrecht 5.2 De kandidaat kan het hypotheekrecht en de hypotheekbedingen 6 Verhaalsrecht op goederen 6.1 De kandidaat kan de bevoorrechte vorderingen op bepaalde goederen en het gehele vermogen herkennen. 6.2 De kandidaat kan het recht van retentie Vermogensrecht niveau 5 Pagina 2
*) = Zie toelichting 6.3 De kandidaat kan de positie van de verschillende schuldeisers verklaren. 7 Verbintenissenrecht 7.1 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige verbintenis 7.2 De kandidaat kan de bronnen van verbintenissen herkennen. 7.3 De kandidaat kan de natuurlijke verbintenis uitleggen. 7.4 De kandidaat kan de rechtsfiguren pluraliteit van schuldenaren, schuldeisers en hoofdelijke verbondenheid uitleggen. 7.5 De kandidaat kan de onderscheiding van de volgende obligatoire overeenkomsten toelichten: onbenoemde, benoemde en gemengde overeenkomsten consensuele, reële en formele overeenkomsten wederkerige en eenzijdige overeenkomsten overeenkomsten om niet en onder bezwarende titel vergeldende en kansovereenkomsten voorbijgaande en voortdurende overeenkomsten principale en accessoire overeenkomsten 7.6 De kandidaat kan de totstandkoming van de overeenkomst aangeven. 7.7 De kandidaat kan de wilsgebreken na totstandkoming van een overeenkomst 7.8 De kandidaat kan de vernietigbaarheid van bedingen (grijze lijst en zwarte lijst) in algemene voorwaarden 7.9 De kandidaat kan de rechtsgevolgen van de overeenkomst omschrijven. 7.10 De kandidaat kan de rechtmatige daad 7.11 De kandidaat kan de rechtsgevolgen van overmacht aangeven. 7.12 De kandidaat kan toelichten wanneer een ingebrekestelling is vereist. 7.13 De kandidaat kan de vereisten voor opschorting aangeven. 7.14 De kandidaat kan de rechtsvorderingen bij toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) aangeven. 7.15 De kandidaat kan de ongedaanmakingsverbintenissen na ontbinding omschrijven. 7.16 De kandidaat kan de wijzen van tenietgaan van verbintenissen 8 Onrechtmatige daad 8.1 De kandidaat kan de voorwaarden voor een actie uit onrechtmatige daad aangeven. 8.2 De kandidaat kan risicoaansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid 8.3 De kandidaat kan de regels met betrekking tot de productaansprakelijkheid aangeven. 8.4 De kandidaat kan de bijzondere vormen van schade door onrechtmatige daad 9 Koopovereenkomst 9.1 De kandidaat kan de regels van gewone koop en consumentenkoop 9.2 De kandidaat kan de bepalingen met betrekking tot koop met eigendomsvoorbehoud 9.3 De kandidaat kan vaststellen wanneer sprake is van een onderzoeksplicht en een mededelingsplicht. 9.4 De kandidaat kan bij niet-nakoming door de koper of verkoper de volgende acties toelichten: nakoming schadevergoeding ontbinding 9.5 De kandidaat kan het opschortingsrecht van de koper Vermogensrecht niveau 5 Pagina 3
*) = Zie toelichting 9.6 De kandidaat kan het risico in verband met specieskoop en genuskoop 9.7 De kandidaat kan de beschermingsbepalingen voor de consumentenkoper vaststellen in geval van ongevraagde toezending. 9.8 De kandidaat kan de regels met betrekking tot de koop op afstand en koop op proef 9.9 De kandidaat kan huurkoop en koop op afbetaling uitleggen. 10 Huurovereenkomst 10.1 De kandidaat kan de verplichtingen van de huurder en verhuurder 10.2 De kandidaat kan de regels met betrekking tot dringende werkzaamheden en renovatie van de zijde van de verhuurder aangeven. 10.3 De kandidaat kan koop breekt geen huur 10.4 De kandidaat kan het klusrecht van de huurder 10.5 De kandidaat kan de acties van de huurder bij een gebrek aangeven. 10.6 De kandidaat kan de regels met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte 10.7 De kandidaat kan de verschillende wijzen van beëindiging van de huurovereenkomst met betrekking tot woonruimte aangeven. 10.8 De kandidaat kan de regels in geval van medehuurschap van woonruimte 10.9 De kandidaat kan de regels van art.7:290-bedrijfsruimte 10.10 De kandidaat kan de rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst van art.7:230a-bedrijfsruimte 10.11 De kandidaat kan de ontruimingsbescherming verklaren. Vermogensrecht niveau 5 Pagina 4
TOETSMATRIJS Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17 Toetsvorm online Toetsduur 2 uur (120 minuten) Totaal aantal vragen 30 Geslaagd bij 55% van het totaal aantal te behalen punten *) Toegestane hulpmiddelen woordenboek rekenmachine niet-geannoteerde wettenbundel Burgerlijk Recht Eindterm Toetsterm(en) %age %age Vraagsoort **) pnt min pnt ma 1, 2 en 6 1.4, 2.1 en 6.1 6 7 open vragen 1 en 2 1.1, 1.2, 1.3 en 2.2 3 7 open vragen 3 3.2, 3.4, 3.5, 3.8 en 3.12 10 10 open vragen 3 3.1, 3.3, 3.6, 3.7, 3.9, 3.10, 3.11, 3.13, 3.14 en 3.15 6 10 open vragen 4 4.1 en 4.2 3 4 open vragen 5 5.1 en 5.2 3 7 open vragen 6 6.2 en 6.3 3 7 open vragen 7 7.1, 7.5, 7.7, 7.8, 7.10, 7.12 en 7.16 6 10 open vragen 7 7.2, 7.3, 7.4, 7.6, 7.9, 7.11, 10 10 open vragen 7.13, 7.14 en 7.15 8 8.1 3 4 open vragen 8 8.2 en 8.4 3 7 open vragen 8 8.3 3 4 open vragen 9 9.1, 9.2, 9.4 t/m 9.8 6 10 open vragen 9 9.3 3 4 open vragen 9 9.9 3 4 open vragen 10 10.1, 10.3, 10.4, 10.6, 10.8 t/m 10.11 6 10 open vragen 10 10.2, 10.5 en 10.7 6 7 open vragen Verdeling beheersingsniveaus in percentage van het aantal punten: 50 50 De verdeling in punten en beheersingsniveau kan 5% afwijken van de opgegeven waarden. *) Iemand met 54,99% van het totaal aantal te behalen punten is niet geslaagd. **) Een open vraag is een vraag waarbij een kandidaat zelf een antwoord moet formuleren. Bij een gesloten vraag maakt een kandidaat een keuze uit gegeven opties. Voor een voorbeeld van door de Associatie gebruikte vraagsoorten, klik hier. Pagina 5