INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / XV Hoofdstuk 1 Inleiding / 1 1.1 Het belang van filantropie / 1 1.2 Enkele cijfers over de filantropische sector / 2 1.3 Rechtvaardigingen voor fiscale faciliteiten / 3 1.3.1 Algemeen / 3 1.3.2 Heterogeniteitstheorie en neutraliteit / 4 1.3.3 Interdependentietheorie en de belastinguitgaven / 5 1.3.4 Social origins en pluralisme / 5 1.3.5 Aantrekkelijke vestigingsplaats / 6 1.4 De voorgeschiedenis van de fiscale faciliteiten in vogelvlucht / 6 1.5 Methodologie / 8 Hoofdstuk 2 Soorten instellingen / 11 2.1 Inleiding / 11 2.2 Instellingen / 12 2.3 ANBI / 13 2.3.1 Wettelijke definitie / 13 2.3.1.1 Inleiding / 13 2.3.1.2 Uitgesloten rechtsvormen / 13 2.3.1.3 Toets algemeen nut / 14 2.3.1.4 Elektronisch gegevens openbaar maken / 15 2.3.1.5 Ministeriële voorwaarden / 15 2.3.1.6 Vestigingsplaats / 15 2.3.1.7 Aanwijzing door de inspecteur / 17 2.3.1.8 Intrekking rangschikking / 18 2.3.1.9 ANBI-register / 18 2.3.2 Publiekrechtelijke lichamen / 18 2.3.3 Limitatieve opsomming algemeen nut / 19 2.3.4 Integriteitstoets / 20 2.4 Culturele instelling / 21 2.4.1 Doelstelling invoering culturele instelling / 21 2.4.2 Kwalificatie als culturele instelling / 21 VII
2.5 SBBI / 22 2.5.1 Algemeen / 22 2.5.2 Sociaal belang / 22 2.5.3 Voorwaarden / 23 2.5.3.1 Inleiding / 23 2.5.3.2 Sociaal belang / 24 2.5.3.3 Niet aan de winstbelasting onderworpen / 24 2.5.3.4 Bezoldiging voor beleidsbepalers / 24 2.5.3.5 Vestigingsplaats / 25 2.5.4 Kwalificatie als SBBI / 25 2.6 Steunstichting SBBI / 25 2.7 Overig doelvermogen / 26 2.8 Conclusies en aanbevelingen / 27 Hoofdstuk 3 Algemeen belang, cultureel belang en sociaal belang / 29 3.1 Inleiding / 29 3.2 Algemeen belang / 29 3.2.1 De wettelijke opsomming / 29 3.2.1.1 Inleiding / 29 3.2.1.2 Welzijn / 31 3.2.1.3 Cultuur / 31 3.2.1.4 Onderwijs, wetenschap en onderzoek / 31 3.2.1.5 Bescherming van natuur en milieu / 31 3.2.1.6 Gezondheidszorg / 32 3.2.1.7 Jeugd- en ouderenzorg / 32 3.2.1.8 Ontwikkelingssamenwerking / 32 3.2.1.9 Dierenwelzijn / 33 3.2.1.10 Religie, levensbeschouwing en spiritualiteit / 33 3.2.1.11 Bevordering van de democratische rechtsorde / 33 3.2.1.12 Volkshuisvesting / 33 3.2.1.13 Een combinatie van twee of meer van de bovengenoemde doelen / 34 3.2.1.14 Steunstichtingen / 34 3.2.1.15 Geen restcategorie / 35 3.2.1.16 Loketinstellingen / 35 3.2.2 Algemeen belang niet tegenover beperkt belang / 36 3.2.3 Algemeen belang tegenover particulier belang / 39 3.2.3.1 Inleiding / 39 3.2.3.2 Particulier belang van de instelling / 40 3.2.3.3 Particulier belang van leden / 41 3.2.4 Dubbele toets algemeen belang / 43 3.2.4.1 Inleiding / 43 3.2.4.2 Kwalitatieve toets: rechtstreeks het algemeen belang beogen / 44 3.2.4.3 Kwantitatieve toets: nagenoeg uitsluitend het algemeen belang beogen / 45 3.2.5 Statutair en feitelijk algemeen nut beogen / 46 3.2.5.1 Inleiding / 46 VIII
3.2.5.2 Geen feitelijke werkzaamheden / 46 3.2.5.3 Statutair niet algemeen nut beogend; feitelijk wel / 48 3.2.6 Commerciële activiteiten / 49 3.2.6.1 Algemeen / 49 3.2.6.2 Jurisprudentie / 51 3.2.7 Casuïstiek / 53 3.2.7.1 Koepelorganisaties / 53 3.2.7.2 Kerkelijk/levensbeschouwelijk / 54 3.2.7.3 Sport / 58 3.2.7.4 Belangenbehartigers/Vakbonden/Politieke partijen / 60 3.2.7.5 Volkshuisvesting/Sociale woningverhuur / 62 3.2.7.6 Kinderkampen/vakanties / 63 3.2.7.7 Stadsherstel/historisch erfgoed/nsw / 65 3.2.7.8 Muziek/harmonieën/festivals / 66 3.2.7.9 Sociaal ondernemen/microkredieten / 68 3.2.7.10 Geweld / 69 3.3 Cultureel belang / 70 3.4 Sociaal belang / 71 3.5 Conclusies en aanbevelingen / 73 Hoofdstuk 4 Nadere uitwerking voorwaarden ANBI en steunstichting SBBI / 75 4.1 Inleiding / 75 4.2 Voorwaarden voor ANBI s / 75 4.2.1 Algemeen / 75 4.2.2 Geen winstoogmerk / 76 4.2.3 Algemeen belang / 78 4.2.4 Beschikkingsmacht / 79 4.2.5 Anti-oppoteis / 81 4.2.5.1 Doelstelling / 81 4.2.5.2 Vermogen / 82 4.2.5.3 Redelijkerwijs nodig / 82 4.2.5.4 Winstuitdelingen door een dochtermaatschappij / 84 4.2.6 Beloning beleidsbepalend orgaan / 85 4.2.6.1 Beleidsbepalend orgaan / 85 4.2.6.2 Kostenvergoeding en vacatiegeld / 85 4.2.6.3 Wenselijkheid van een beloningsnorm / 87 4.2.7 Actueel beleidsplan / 87 4.2.8 Beheerkosten / 88 4.2.9 Bestemming liquidatiesaldo / 89 4.2.9.1 Algemeen / 89 4.2.9.2 Wijziging per 2012 / 89 4.2.9.3 Overgangsregeling / 90 4.2.10 Eisen administratie / 91 4.2.11 Openbaar maken informatie via internet / 92 4.2.12 Commerciële tarieven / 93 IX
4.2.12.1 Algemeen / 93 4.2.12.2 Winstoogmerk vereist / 94 4.2.12.3 Bestedingsnorm / 94 4.2.13 Rangschikking bij voor bezwaar vatbare beschikking / 95 4.2.13.1 Aanvraag ANBI-status / 95 4.2.13.2 Aanwijzing met terugwerkende kracht / 96 4.2.13.3 Groepsbeschikking / 97 4.2.14 Gevolgen bij beëindigen ANBI-status / 98 4.2.14.1 Intrekken ANBI-beschikking (met terugwerkende kracht) / 98 4.2.14.2 Fiscale gevolgen bij intrekking beschikking / 99 4.2.14.3 Informatieplicht ex-anbi s / 100 4.2.15 Meldpunt misbruik door ANBI s / 102 4.3 Voorwaarden steunstichting SBBI / 102 4.3.1 Algemeen / 102 4.3.2 Landelijke koepelorganisaties / 103 4.3.3 Investering voor bijzondere viering / 103 4.3.4 Statutaire vereisten / 104 4.3.5 Bezoldiging beleidsbepalers / 104 4.3.6 Besteding van de ingezamelde gelden / 104 4.3.7 Administratie / 105 4.4 Conclusies en aanbevelingen / 105 Hoofdstuk 5 Inkomstenbelasting / 107 5.1 Inleiding / 107 5.2 Wettelijk kader giftenregeling / 107 5.3 Historie giftenregeling / 108 5.3.1 Besluit IB 1941 / 108 5.3.2 Wet IB 1964 / 108 5.3.3 Wet IB 2001 / 109 5.4 Wie geniet de giftenaftrek? / 110 5.4.1 Algemeen / 110 5.4.2 Toerekening aan partners / 110 5.4.3 Toerekening aandeelhouder vennootschap / 110 5.4.4 Inzamelingsacties / 111 5.5 Rangorderegeling / 112 5.5.1 Algemeen / 112 5.5.2 Gift als ondernemingskosten / 113 5.5.3 Gift als aftrekbare kost bij de bron dienstbetrekking / 114 5.5.4 Gift bij de bron werkzaamheden van artikel 3.90 e.v. / 114 5.5.5 Gift onder de vermogensrendementsheffing / 114 5.6 Giften / 114 5.6.1 Inleiding / 114 5.6.2 Bevoordelingen uit vrijgevigheid / 115 5.6.3 Verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat / 116 5.6.3.1 Inleiding / 116 X
5.6.3.2 Verplichte bijdragen / 116 5.6.3.3 Geen directe tegenprestatie / 117 5.6.4 Giften in natura / 118 5.6.5 Het voor eigen rekening nemen van kosten / 119 5.6.6 Afzien van een arbeidsvergoeding / 120 5.6.6.1 De congruentieregel / 120 5.6.6.2 Werkzaamheden door ondernemers / 120 5.6.6.3 Werkzaamheden door werknemers / 121 5.6.7 Vrijwilligersregeling / 121 5.6.8 Legaat als gift / 123 5.7 Gewone giften / 124 5.8 Periodieke giften / 124 5.8.1 Inleiding / 124 5.8.2 Historie / 125 5.8.2.1 Periodieke giften versus andere giften / 125 5.8.2.2 Periodieke giften ook aftrekbaar aan verenigingen met minimaal 25 leden / 126 5.8.3 De voorwaarden voor een periodieke gift nader bezien / 128 5.8.3.1 Inleiding / 128 5.8.3.2 Uitkering / 128 5.8.3.3 Vast en gelijkmatig / 130 5.8.3.4 Uiterlijk eindigen bij overlijden / 131 5.8.3.5 Uiterlijk eindigen bij overlijden / 132 5.8.3.6 Berusten op een notariële of onderhandse akte / 133 5.8.3.7 Gedurende vijf of meer jaren / 134 5.9 Culturele giften / 134 5.10 Techniek van de giftenregeling / 135 5.10.1 Schriftelijke bescheiden / 135 5.10.2 Drempel en plafond / 136 5.10.3 Negatieve giftenaftrek / 137 5.10.4 Tijdstip van aftrek / 137 5.11 De toekomst van de giftenaftrek / 138 5.11.1 Inleiding / 138 5.11.2 De aard van de giftenaftrek / 138 5.11.3 Voorstellen tot afschaffing giftenaftrek / 140 5.12 Conclusies en aanbevelingen / 142 Hoofdstuk 6 Vennootschapsbelasting / 145 6.1 Inleiding / 145 6.2 Wettelijk kader / 145 6.3 Beperkte belastingplicht / 146 6.4 Keuze voor integrale belastingplicht / 148 6.5 Aftrek van fictieve vrijwilligerskosten / 150 6.5.1 Algemeen / 150 6.5.2 Voorwaarden / 152 6.5.3 Concurrentieverstoring / 152 XI
6.5.4 Cumulatiebepaling / 153 6.6 Fondswerversaftrek / 154 6.6.1 Algemeen / 154 6.6.2 Voorwaarden / 156 6.7 Bestedingsreserve / 157 6.7.1 Algemeen / 157 6.7.2 Voorwaarden / 158 6.7.3 Ernstige concurrentieverstoring / 159 6.7.4 Vrijval van de bestedingsreserve / 159 6.8 Giftenaftrek / 160 6.8.1 Inleiding / 160 6.8.2 Inhoud en werking van de giftenaftrek / 160 6.8.3 Giftenaftrek: een dode letter? / 161 6.8.4 Twee bijzondere giften / 162 6.9 Conclusies en aanbevelingen / 164 Hoofdstuk 7 Successiewet / 165 7.1 Inleiding / 165 7.2 Historie / 165 7.3 Vrijstelling van schenk- en erfbelasting / 166 7.4 Kwijtschelding van schenk- en erfbelasting / 167 7.4.1 Schenking vanwege bijzondere gebeurtenis / 167 7.4.2 Verkrijging door een andere staat / 167 7.4.3 Overdracht kunstvoorwerpen ter betaling van erfbelasting / 168 7.4.4 Omzetting, fusie of taakafsplitsing / 168 7.4.5 Vereenzelviging / 168 7.5 Conclusies en aanbevelingen / 169 Hoofdstuk 8 Overige fiscale faciliteiten / 171 8.1 Inleiding / 171 8.2 Wet op de loonbelasting 1964 / 171 8.3 Wet op belastingen van rechtsverkeer / 171 8.4 Wet belastingen op milieugrondslag / 173 8.5 Wet op de omzetbelasting 1968 / 174 Hoofdstuk 9 De fiscale regeling voor goede doelen in Europees perspectief / 175 9.1 Inleiding / 175 9.2 Invloeden van het Europese recht / 175 9.2.1 Jurisprudentie HvJ EU / 175 9.2.2 Gevolgen voor Nederland / 178 9.2.3 Volledige gelijke behandeling buitenlandse ANBI s? / 179 9.3 Europese Stichting (Fundatio Europaea) / 181 9.3.1 Inleiding / 181 9.3.2 Belangrijkste vereisten van de FE / 182 9.3.3 Fiscale behandeling / 184 XII
9.4 Common Consolidated Corporate Tax Base / 186 9.4.1 Inleiding / 186 9.4.2 Giftenaftrek in de CCCTB / 187 9.4.3 Definitie van charitatieve instellingen / 187 9.5 Conclusies en aanbevelingen / 189 Hoofdstuk 10 Overige regelgeving / 191 10.1 Inleiding / 191 10.2 Validatiestelsel filantropie / 191 10.2.1 Doelstelling en inhoud / 191 10.2.2 Fiscale aspecten validatiestelsel / 192 10.3 Publicatieplicht handelsregister stichtingen en verenigingen / 193 10.4 Conclusies en aanbevelingen / 193 Hoofdstuk 11 Conclusies en aanbevelingen / 195 Chronologisch Register Jurisprudentie en besluiten / 199 Trefwoordenregister / 207 XIII