Conclusie en persoonlijke stellingname

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Conclusie en persoonlijke stellingname"

Transcriptie

1 Masterscriptie Op welke manier en waarom worden een ANBI, een culturele instelling, een SBBI en een steunstichting SBBI fiscaal verschillend behandeld en is de wetgeving op dit punt in overeenstemming met de kwaliteitseisen voor wetgeving? Naam: Kenny Verhagen Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: Datum: 8 september 2014 Examencommissie: Mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een Hoofdstuk Twee Paragraaf 2.1 Paragraaf 2.2 Paragraaf 2.3 Paragraaf 2.4 Hoofdstuk Drie Paragraaf 3.1 Paragraaf 3.2 Paragraaf 3.3 Hoofdstuk Vier Inleiding ANBI Historie ANBI Wanneer is er tegenwoordig sprake van een ANBI volgens de wet? Het beogen van het algemeen nut Culturele instelling SBBI Historie SBBI Huidige SBBI-begrip Steunstichting SBBI Faciliteiten Paragraaf 4.1 Faciliteiten Wet inkomstenbelasting 2001 Paragraaf 4.2 Faciliteiten Wet vennootschapsbelasting 1969 Paragraaf 4.3 Faciliteiten Successiewet 1956 Hoofdstuk Vijf Paragraaf 5.1 Paragraaf 5.2 Paragraaf 5.3 Hoofdstuk Zes Paragraaf 6.1 Paragraaf 6.2 Paragraaf 6.3 Paragraaf 6.4 Paragraaf 6.5 Paragraaf 6.6 Paragraaf 6.7 Paragraaf 6.8 Hoofdstuk 7 Literatuurlijst Jurisprudentieregister Afkortingenlijst Vergelijking Inleiding Vergelijking van de definities en voorwaarden van de instellingen Vergelijking van de faciliteiten van de instellingen Kwaliteitseisen voor wetgeving Inleiding Rechtmatigheid en verwerkelijking van rechtsbeginselen Doeltreffendheid en doelmatigheid Subsidiariteit en evenredigheid Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid Onderlinge afstemming Eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid Korte conclusie Conclusie en persoonlijke stellingname 1

3 Hoofdstuk Een Inleiding In Nederland werd in 2011 bijna 4,3 miljard euro gegeven aan goede doelen. 1 Dit totaalbedrag is het resultaat van de optelsom van de geschatte giften van huishoudens, van nalatenschappen, van fondsen, van bedrijven en van de opbrengsten uit kansspelen. Dit komt neer op ongeveer 0,7% van het bruto binnenlands product van 601 miljard euro. 2 Daarnaast vindt er ook subsidiering van goede doelen door de overheid plaats. Het geefgedrag van de Nederlander is dus niet gering en wordt door de overheid op allerlei manieren ondersteund. Voor doelvermogens met een maatschappelijk nut zijn faciliteiten opgenomen in de inkomstenbelasting, in de vennootschapsbelasting en in de Successiewet. 3 Bovendien is er in 2012 een Geefwet tot stand gekomen die bestond uit een samenstel van overheidsmaatregelen die erop gericht waren het geefgedrag nog meer te stimuleren en de eventueel onnodige belemmeringen te elimineren. 4 Het ging hierbij niet om een grootscheepse verschuiving in beleid, maar om het optimaliseren van dat beleid en om maatregelen die erop gericht waren eventuele oneffenheden in beleid en wetgeving weg te nemen. 5 Het toenmalige kabinet was van mening dat bij het streven naar een kleinere overheid een overheid hoort die ruimte laat aan het maatschappelijke middenveld om initiatieven te ontplooien, een overheid die eventuele onnodige belemmeringen wegneemt voor particulieren en organisaties in hun streven goede doelen te verwezenlijken en een overheid die particuliere vrijgevigheid stimuleert. 6 Sinds het invoeren van de Geefwet met ingang van 2012 zijn er vier soorten instellingen te onderscheiden: de algemeen nut beogende instelling (ANBI), de culturele instelling (CI), de sociaal belang behartigende instelling (SBBI) en de steunstichting SBBI. Wanneer je kwalificeert voor één van de instellingen is tegenwoordig terug te vinden in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) alsmede in de Uitvoeringsregeling AWR. Bij de daar genoemde vereisten is het echter niet altijd meteen duidelijk wanneer je er aan voldoet. Wanneer beoog je bijvoorbeeld uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut. Of wanneer richt een ANBI zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend op cultuur. In dit onderzoek zal er gekeken worden wanneer er voldaan wordt aan de gestelde vereisten om aangemerkt te worden als één van de bovengenoemde instellingen. Verder zal er gekeken worden op welke faciliteiten de verschillende instellingen aanspraak kunnen maken en waarom er onderscheid gemaakt wordt tussen de verschillende instellingen. Dit alles overziende zal er daarna gekeken worden of de fiscale wetgeving op dit punt voldoet aan de kwaliteitseisen voor wetgeving zoals genoemd in de Nota Zicht op wetgeving. 7 Deze kwaliteitseisen zijn destijds (1991) onder andere opgesteld om wetgeving achteraf te evalueren. 8 Het gaat hier om de volgende kwaliteitseisen: rechtmatigheid en verwerkelijking van rechtsbeginselen doeltreffendheid en doelmatigheid subsidiariteit en evenredigheid uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid onderlinge afstemming eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid 1 Samenvatting van de belangrijkste bevindingen Geven in Nederland 2013, Reed Business bv, Amsterdam. 2 Ten opzichte van 2009 is het totaal gegeven bedrag aan goede doelen in 2011 gedaald. In 2009 ging het nog om zo n 4,7 miljard euro (destijds 0,8% van het bruto binnenlands product). Samenvatting van de belangrijkste bevindingen Geven in Nederland 2013, Reed Business bv, Amsterdam. 3 De mogelijkheid om teruggaaf energiebelasting te verkrijgen voor bepaalde ANBI s (artikel 69 Wbm) wordt buiten beschouwing gelaten. 4 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.2 (MvT). 5 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 en 5 (MvT). 6 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.2 (MvT). 7 Kamerstukken II 1990/91, , nr. 2 (Nota Zicht op wetgeving). 8 Kamerstukken II 1990/91, , nr. 2, p (Nota Zicht op wetgeving). 2

4 Er kan een zekere spanning bestaan tussen deze kwaliteitseisen. Wanneer bepaalde kwaliteitseisen tijdens het wetgevingsproces echter telkens weer het onderspit delven, gaat dit ten koste van de geloofwaardigheid van de wet en van de overheid als geheel. 9 Volgens de nota moet de wetgeving daarom zoveel als binnen onze maatschappelijke en politieke verhouding mogelijk is, voldoen aan de diverse kwaliteitseisen. Er zal daarom gekeken worden in hoeverre de wetgeving met betrekking tot de verschillende soorten instellingen voldoet aan deze diverse kwaliteitseisen. Aan de hand hiervan is de volgende probleemstelling voor het onderzoek geformuleerd: Op welke manier en waarom worden een ANBI, een culturele instelling, een SBBI en een steunstichting SBBI fiscaal verschillend behandeld en is de wetgeving op dit punt in overeenstemming met de kwaliteitseisen voor wetgeving? De opbouw van het onderzoek is als volgt. In Hoofdstuk 2 wordt uitgelegd wat het begrip ANBI inhoudt en wanneer er sprake is van een ANBI. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de extra eis(en) die er aan een culturele ANBI (instelling) worden gesteld. In Hoofdstuk 3 worden de SBBI en de steunstichting SBBI besproken. Vervolgens worden in Hoofdstuk 4 de faciliteiten besproken waar de instellingen en de eventuele gevers aan deze instellingen gebruik van kunnen maken. In Hoofdstuk 5 zal een vergelijking gemaakt worden tussen de definities en de faciliteiten die gelden voor de verschillende instellingen en de verschillende redenen die aangedragen worden voor deze verschillende behandeling. In hoofdstuk 6 zal de wetgeving op dit punt getoetst worden aan de kwaliteitseisen van wetgeving. Het onderzoek zal worden afgesloten met een conclusie en een persoonlijke stellingname in Hoofdstuk 7. 9 Kamerstukken II 1990/91, , nr. 2, p.16 (Nota Zicht op wetgeving). 3

5 Hoofdstuk Twee ANBI Paragraaf 2.1 Historie ANBI Een algemeen nut beogende instelling komt tegenwoordig in aanmerking voor allerlei faciliteiten in de inkomstenbelasting, in de vennootschapsbelasting en in de Successiewet. Sinds 1 januari 2012 is het begrip algemeen nut beogende instelling gedefinieerd in artikel 5b AWR. In het derde lid van dit artikel staat ook wat als algemeen nut beschouwd wordt. De definitie van de ANBI geldt sindsdien voor alle rijksbelastingwetten. 10 De ANBI is echter geen volstrekt nieuw fenomeen. In de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de Successiewet komen we het ANBI-begrip dan ook al veel langer tegen. Toen de giftenaftrek in 1952 in de inkomstenbelasting 11 en in de vennootschapsbelasting 12 werd geïntroduceerd gold deze aanvankelijk enkel voor giften aan kerkelijke, charitatieve, culturele en wetenschappelijke instellingen. Niet veel later werd daaraan de algemeen nut beogende instelling toegevoegd. 13 In 1991 zijn hier levensbeschouwelijke instellingen aan toegevoegd. 14 Toen de Wet IB 2001 werd geïntroduceerd kwam de giftenaftrek terecht in afdeling 6.9 van de Wet IB. Er kon onder andere gebruik gemaakt worden van de giftenaftrek voor periodieke giften en andere giften gedaan aan instellingen. 15 Tot en met 10 april 2007 ging het slechts om in Nederland gevestigde instellingen. 16 Wat onder instellingen verstaan kon worden was vervolgens te vinden in artikel 6.33, onderdeel b Wet IB. Het ging nog steeds om dezelfde opsomming als onder de oude Wet IB Onder instellingen werd verstaan kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen. Tot en met 2010 bleef dit ongewijzigd. Ondanks dat kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijk en levensbeschouwelijke instellingen hier apart werden genoemd ging het toch slechts om een niet limitatieve opsomming van categorieën instellingen die het algemeen nut kunnen en veelal zullen beogen. 17 De tot die categorieën te rekenen instellingen worden dan ook niet noodzakelijkerwijs aangemerkt als een het algemeen nut beogende instelling, aldus de Hoge Raad. Deze instellingen waren dus slechts voorbeelden van instellingen die het algemeen nut konden beogen. Ook deze instellingen dienden het algemeen nut te beogen en ook andere niet genoemde instellingen konden het algemeen nut beogen en dus in aanmerking komen voor de giftenaftrek. In een wetvoorstel dat vanaf 1 januari 2010 inwerking is getreden werd de opsomming vereenvoudigd. 18 Er werd aanvankelijk alleen nog maar gesproken over kerkelijke, levensbeschouwelijke en algemeen nut beogende instellingen. Er was hiermee geen inhoudelijke wijziging beoogd, omdat deze instellingen slechts voorbeelden zijn van algemeen nut beogende instellingen aldus de staatssecretaris. 19 Ondanks dat de kerkelijke en levensbeschouwelijke instelling in eerste instantie werden gehandhaafd, moesten ook deze instellingen volgens de staatssecretaris het algemeen nut beogen. In de nota van wijziging zijn uiteindelijk ook de kerkelijke en levensbeschouwelijke instellingen geschrapt. 20 Per 2010 is ook uitsluitend of nagenoeg uitsluitend toegevoegd aan de definitie van instellingen. Hiervoor was het op grond van jurisprudentie voldoende dat een instelling zich voor ongeveer 50% richtte op het algemeen 10 Artikel 1 AWR. 11 Artikel 51a Wet IB Artikel 16a Wet VPB Kamerstukken II 1951/52, 2492, nr. 6 (Nota van Wijziging). 14 Wet van 22 mei 1991, Stb Artikel 6.32 Wet IB jo. Artikel 6.34 en artikel 6.34 Wet IB van 1 januari 2007 tot en met 1 april Ook aftrekbaar waren periodieke giften aan verenigingen, artikel 6.34 Wet IB van 1 januari 2001 tot en met 1 april Artikel 6.34 en 6.35 Wet IB tot en met 1 april HR 13 juli 1994, BNB 1994/280 en HR 7 november 2003, BNB 2004/ Kamerstukken II 2008/09, , nr. 2, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 58 (MvT). 20 Kamerstukken II 2009/10, , nr. 10, p. 9 (Nota van Wijziging). 4

6 nut. 21 Gezien de omvang van de fiscale faciliteiten achtte de wetgever het gerechtvaardigd de eis te stellen dat de instelling zich voor ten minste 90% richt op het algemeen nut. 22 Instellingen voor de giftenaftrek in de Wet IB waren vanaf 1 januari 2010 dus uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (90%) het algemeen nut beogende instellingen en voorbeelden van deze instellingen waren niet meer te vinden in de wet. Om in aanmerking te komen voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting werd tot en met 31 december 2007 net als in de inkomstenbelasting gesproken van in Nederland gevestigde kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen. 23 Sinds 1 januari 2008 waren giften aftrekbaar aan instellingen als bedoeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b Wet IB. De eis dat de instellingen in Nederland moesten zijn gevestigd verdween daardoor ook in de vennootschapsbelasting. De hiervoor genoemde wijzigingen van het begrip instellingen in de Wet IB vanaf 2010 werkte dus door naar de vennootschapsbelasting. Ook in de Successiewet is het ANBI-begrip niet nieuw. Sinds het invoeren van het recht van schenking in kennen we in de Successiewet al een vrijstelling voor schenkingen aan rechtspersonen die hoofdzakelijk een algemeen belang beogen. 25 Sindsdien is er veel veranderd, maar vrijstellingen met betrekking tot het algemeen nut bestaan nog steeds. In de Successiewet is tot en met 2011 te vinden geweest dat van het recht van Successie 26 vrijgesteld is hetgeen wordt verkregen door binnen het rijk gevestigde instellingen als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b Wet IB. 27 Vanaf 1 januari 2006 gaat het hier zelfs om algehele vrijstelling, waar het hiervoor ging om een drempelvrijstelling. Ook bij de vrijstelling van het recht van schenking is jarenlang een koppeling te vinden geweest met de Wet IB. Vanaf 1 januari 2006 zijn van het recht van schenking 28 vrijgesteld verkrijgingen door binnen het rijk gevestigde instellingen als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b Wet IB. 29 Vanaf 1 januari 2008 is een binnen het rijk gevestigde niet meer terug te vinden in dit artikel. Ook hier gaat het vanaf 1 januari 2006 om een algehele vrijstelling, waar het hiervoor ging om een drempelvrijstelling. Voor 2006 werd bij de vrijstelling voor het recht van schenking aangesloten bij hetgeen wordt verkregen door instellingen als bedoeld in artikel 24, vierde lid in dezelfde Successiewet. Het ging hier net als bij de giftenaftrek in de inkomstenbelasting weer om de binnen het rijk gevestigde kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen. Door het vanaf 2006 verwijzen naar de Wet IB veranderde er in eerste instantie in feite niets, omdat in artikel 6.33, onderdeel b dezelfde instellingen werden genoemd als hiervoor het geval was in artikel 24, vierde lid SW. Bij hetgeen dat wordt verkregen van is ook jarenlang een koppeling te vinden geweest met instellingen als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b. 30 Vanaf 1 januari 2012 verwijzen de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en de vrijstellingen in de Successiewet niet langer naar artikel 6.33, onderdeel b Wet IB. Deze bepalingen spreken tegenwoordig, net zoals de giftenaftrek in de Wet IB, zelf over algemeen nut beogende instellingen. Ook de aftrek van fictieve vrijwilligerskosten (artikel 9, eerste lid, onderdeel h Wet VPB), de fondsenwerversaftrek (artikel 9a Wet VPB) en de vrijwilligersregeling in de loonbelasting (artikel 2, zesde lid Wet LB) hebben het vanaf 2012 over ANBI s. Wat een algemeen nut beogende instelling is kan men vervolgens vinden in de AWR. Met het definiëren van de ANBI in de AWR is er ook opnieuw een opsomming gekomen van algemeen nuttige doelen. Het gaat hier om de 21 HR 13 juli 1994, BNB 1994/280. Hierbij kon wel een verschillend gewicht toekomen aan verschillende activiteiten en de daaraan bestede tijd, HR 8 januari 1997, BNB 1997/ Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p.17 (MvT). 23 Artikel 16 Wet VPB tot en met 31 december Wet van 20 januari 1917, Stb S.J.C. Hemels, Gedefinieerde belangen: algemeen nut na de Geefwet, WPNR 2012/ Tot 1 januari 2010 werd de heffing van erfbelasting het recht van successie genoemd. 27 Artikel 32, eerste lid, onder 3o SW. 28 Tot 1 januari 201 werd de heffing van schenkbelasting het recht van schenking genoemd. 29 Artikel 33, onder 4o SW. 30 Artikel 33, onder 10o SW. 5

7 algemeen nuttige doelen: welzijn; cultuur; onderwijs, wetenschap en onderzoek; bescherming van natuur en milieu; gezondheidszorg; jeugd- en ouderenzorg; ontwikkelingssamenwerking; dierenwelzijn; religie, levensbeschouwing en spiritualiteit; bevordering van de democratische rechtsorde; een combinatie van vorenstaande doelen alsmede het financieel ondersteunen van vorenstaande doelen. Het verder wettelijk invullen van het ANBI-begrip en het verplaatsen van de ANBI heeft niet de bedoeling gehad om inhoudelijk iets te wijzigen. 31 Omdat het ANBI-begrip in meerdere belastingwetten gebruikt wordt is ervoor gekozen om dit te plaatsen in de AWR. 32 Paragraaf 2.2 Wanneer is er tegenwoordig sprake van een ANBI volgens de wet? Vanaf 1 januari 2012 is het nieuwe ANBI-begrip dus te vinden in artikel 5b AWR. De wijzigingen strekken ertoe een verbetering en verduidelijking te geven met betrekking tot de invulling van het ANBI-begrip. 33 Aan welke voorwaarden moet dan worden voldaan wil er sprake zijn ANBI? Een algemeen nut beogende instelling is een instelling die: niet is een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een ander lichaam waarin bewijzen van deelgerechtigdheid kunnen worden uitgegeven, uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt, haar gegevens op elektronische wijze via internet openbaar maakt, voldoet aan de bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, is gevestigd in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat, en door de inspecteur als zodanig is aangemerkt. Instellingen die niet in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat zijn gevestigd hebben toch de ANBI-status wanneer zij als zodanig door Onze Minister zijn aangemerkt, indien en zolang zij voldoen aan de door hem te stellen voorwaarden. 34 De Minister kan dus bij ministeriële regeling staten 35 en instellingen 36 aanwijzen zodat buiten de Europese Unie gevestigde instellingen ook voor de ANBI-status in aanmerking komen. Als staat wordt aangewezen elke mogendheid waarmee in de relatie met Nederland voor de heffing van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, schenkbelasting en erfbelasting zonder beperkingen of voorbehouden de uitwisseling van gegevens, inlichtingen en gegevensdragers is geregeld. 37 Het criterium uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (het 90%-criterium) is overgenomen uit het vroegere artikel 6.33, onderdeel b Wet IB. Dit 90%-criterium was vanaf 1 januari 2010 in dat artikel te vinden. Uit de website van de Belastingdienst bleek eerst dat men aansloot bij de opbrengstenkant. 38 De staatssecretaris 39 heeft echter aangegeven dat het 90%-criterium expliciet geen inkomenscriterium is. Vanaf 2012 komt de nadruk te liggen op de uitgaven/bestedingen van een instelling. Indien met de uitgaven van een instelling (nagenoeg) geheel een algemeen belang wordt gediend, wordt in de regel voldaan aan het 90%-criterium volgens de staatssecretaris. Verder vermeldt hij dat indien een instelling een algemeen nuttig doel nastreeft in de vorm van activiteiten bij het 90%-criterium de nadruk ligt op de toets of meer dan 90% van de uitgaven worden gedaan ten behoeve van 31 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p.7 (MvT). 32 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p.7 (MvT). 33 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.21 (MvT). 34 Artikel 5b, eerste lid, onderdeel b AWR. 35 Artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, onder 3o Wet IB. 36 Artikel 5b, eerste lid, onderdeel b Wet IB. 37 Artikel 1c UR AWR. 38 S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst, De Geef- en Neemwet: fiscale maatregelen 2012 voor ANBI's, stichtingen en verenigingen, FTV 2011/ Kamerstukken II 2011/12, , nr. 6, p.10 (NV). 6

8 deze activiteiten. Er vindt volgens de staatssecretaris zowel een kwalitatieve toetsing (is in de doelstelling sprake van het beogen van algemeen nut) als een kwantitatieve toetsing (gebeurt dat voor meer dan 90%) plaats. De beperking in rechtsvorm is sinds het invoeren van de Geefwet in 2012 een nieuwe eis die gesteld wordt aan ANBI s. Enkel stichtingen, verenigingen en lichamen vergelijkbaar met een naar Nederlands recht opgerichte stichting en vereniging kunnen nog kwalificeren als ANBI. Andere rechtsvormen kunnen niet in aanmerking komen, omdat zij naar hun aard niet kunnen voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de ANBI-status. 40 Ze zijn opgericht met het oog op het doen van uitkeringen aan de aandeelhouders of om voordelen ten bate van de leden te behalen, en kunnen daarom dus niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang beogen. 41 Nv s en bv s die voor de invoering van de Geefwet kwalificeerden als ANBI konden hun status echter behouden blijkens de nota naar aanleiding van het verslag. 42 De Wijkerslooth-Lhoëst 43 stelt terecht de vraag waarom op dit moment gerangschikte nv s en bv s hun status kunnen behouden terwijl nv s en bv s tegenwoordig niet meer kunnen kwalificeren als ANBI. Bovendien ziet zij niet in waarom een nv of bv geen ANBI kan zijn wanneer bijvoorbeeld alle aandelen in handen zijn van een ANBI. Ook de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs vindt de beperking van rechtsvorm onnodig, er is toch al een verbod op het streven naar winst omwille van de winst zelf (artikel 1a, eerste lid, onderdeel a Uitvoeringsregeling AWR). 44 Uit lid 2 van ditzelfde artikel blijkt dat publiekrechtelijke lichamen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ANBI s zijn. Het gaat hier om lichamen als gemeenten, provincies en waterschappen. Ook de lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend vallen hier onder. Het gaat hier om lichamen voor beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 134 van de Grondwet. Deze lichamen kwalificeren dus automatisch als ANBI en hoeven daartoe geen verzoek te doen. Deze nieuwe regel sinds het invoeren van de Geefwet is een vereenvoudiging in de uitvoering, omdat zij nu geen verzoek meer moeten doen om als ANBI aangemerkt te worden, terwijl hiervoor een dergelijk verzoek in alle gevallen gehonoreerd werd (publiekrechtelijke lichamen worden naar hun aard geacht altijd het algemeen nut te beogen). 45 Er wordt hier een koppeling gemaakt met het Burgerlijk Wetboek, waardoor de aanwijzing van rechtswege beperkt blijft tot Nederlandse publiekrechtelijke lichamen. Buitenlandse publiekrechtelijke lichamen moeten de ANBI-status nog steeds aanvragen. Dit is volgens Hemels in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer. 46 In lid 3 kan men vinden wat als algemeen nut wordt beschouwd. Bij het invoeren van een nieuwe opsomming is aangesloten bij doelen die in de loop van de lange geschiedenis van de faciliteiten voor ANBI s zijn uitgekristalliseerd als algemeen nut. 47 In de memorie van toelichting van de Geefwet kan men vervolgens vinden wat men onder deze categorieën verstaat (overigens deels ontleend aan de Dikke van Dale): 48 - Bij welzijn gaat het om instellingen die actief zijn in het bevorderen van het welzijn van eenieder. Hierbij moet eenieder worden opgevat als een ruime kring, die openstaat voor iedereen en niet beperkt is tot een kleine groep, qua omvang of qua locatie. De instellingen moeten volgens hun doelstelling en met de door hen aangeboden diensten rechtstreeks het welzijn van anderen beogen. Niet voldoende is het wanneer er slechts een bijkomend effect op het welzijn van anderen optreedt. 40 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 6, p.37 (NV). 41 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.21 (MvT). 42 Het ging om zeven nv s en negen bv s. 43 S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst, De Geef- en Neemwet: fiscale maatregelen 2012 voor ANBI's, stichtingen en verenigingen, FTV 2011/ NOB-commentaar op het wetsvoorstel Geefwet en op ANBI s en andere maatschappelijke organisaties gerichte voorstellen in het Belastingplan 2012 en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012, 5 oktober Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.22 (MvT). 46 S.J.C. Hemels, Anbi-wetgeving in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer?, NTFR Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.22 (MvT). 48 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p (MvT). 7

9 - Bij cultuur gaat het om instellingen die streven naar een hoogwaardig cultuuraanbod dat voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. Verder worden er enkele voorbeelden genoemd zoals schouwburgen en musea. Instellingen waarbij het particuliere belang voorop staat worden uitdrukkelijk uitgezonderd. - Bij onderwijs, wetenschap en onderzoek worden uitdrukkelijk uitgezonderd de onderzoeksafdelingen van commerciële instellingen, omdat zij als hoofddoel het behalen van winst hebben. - Bij gezondheidszorg gaat het om instellingen die zich bezighouden met de gezondheidszorg en zorgtaken verrichten. - Bij jeugd- en ouderenzorg gaat het om verenigingen en stichtingen die zich in het bijzonder richten op hulpbehoevende jongeren en ouderen. Hierbij worden instellingen genoemd die zich bezighouden met bijvoorbeeld de opvang van verslaafden. Ook wordt hierbij opgemerkt dat het niet gaat om studentenverenigingen of activiteitenclubjes in het bejaardenhuis, omdat in dat geval het particulier belang prevaleert boven het algemeen belang. - Bij ontwikkelingssamenwerking gaat het om activiteiten die zonder directe tegenprestatie worden gedaan in landen waar de levensstandaard veel lager ligt dan in Nederland. - Bij dierenwelzijn gaat het om de dierenbescherming in engere zin, waarbij de opvang van zwerfkatten en dierenambulances worden genoemd. Organisaties die op commerciële basis werken worden weer uitdrukkelijk uitgezonderd. - Bij religie, levensbeschouwing en spiritualiteit gaat het bijvoorbeeld om kerkgenootschappen. - Bij bevordering van de democratische rechtsorde gaat het bijvoorbeeld om politieke partijen en organisaties die zich richten op bijvoorbeeld gelijkheid of persvrijheid. - Bij volkshuisvesting moet het gaan om een instelling die op de voet van artikel 70 van de Woningwet bij koninklijk besluit is toegelaten als instelling die in het belang van volkshuisvesting werkzaam is, artikel 5b, vijfde lid. Bij het invoeren van de Geefwet was volkshuisvesting nog niet opgenomen als algemeen nuttig doel. Naar aanleiding van het arrest van 13 januari 2012 van de Hoge Raad is volkshuisvesting echter toegevoegd aan de opsomming van algemeen nuttige doelen. 49 De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat van een instelling die ex artikel 70 Woningwet is toegelaten in het algemeen mag worden aangenomen dat haar werkzaamheden uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting worden verricht. Deze werkzaamheden zijn volgens de Hoge Raad rechtstreeks gericht op het dienen van het algemene belang van voldoende en goede woongelegenheid in de sociale-huursector, zodat in beginsel moet worden aangenomen dat zo n instelling het algemeen nut beoogt. 50 Deze bepaling is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012 in werking getreden Bij een combinatie van de bovengenoemde doelen moet gedacht worden aan instellingen die zich op meerdere doelen tegelijk richten. - Bij het financieel of op een andere wijze ondersteunen van algemeen nut beogende instellingen gaat het om het ondersteunen van instellingen die één of meer van de hiervoor aangeduide doelen nastreven. De lijst bevat geen restcategorie zoals bijvoorbeeld in Duitsland en in het Verenigd Koninkrijk. Blijkens de memorie van toelichting is er echter door de ruime definities in plaats van detaillering vanzelf ruimte om maatschappelijke ontwikkelingen op te vangen binnen de huidige lijst. 52 Desondanks hoort een restcategorie eigenlijk wel thuis in de opsomming, omdat het begrip algemeen nut zich blijft ontwikkelen en een restcategorie het mogelijk maakt om op nu nog onbekende toekomstige ontwikkelingen in te spelen Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p.9 (MvT). 50 HR 13 januari 2012, V-N Vandaag 2012/ Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p.9 (MvT). 52 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.22 (MvT). 53 Zie onder andere S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst, De Geef- en Neemwet: fiscale maatregelen 2012 voor ANBI's, stichtingen en verenigingen, FTV 2011/11, S.J.C. Hemels, Gedefinieerde belangen: Algemeen nut na de Geefwet, WPNR 2012/6197 en NOB-commentaar op het wetsvoorstel Geefwet en op ANBI s en andere maatschappelijke organisaties gerichte voorstellen in het Belastingplan 2012 en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012, 5 oktober

10 Sportverenigingen zijn bewust niet opgenomen in de lijst, omdat zij vanouds niet als ANBI kwalificeren. 54 Zij behartigen in eerste instantie het eigen, particuliere belang van de leden van die vereniging en kunnen niet voldoen aan de voorwaarde om voor ten minste 90% het algemeen nut beogen. 55 Vaak zullen sportverenigingen kwalificeren als sociaal belang behartigende instelling. Volgens de memorie van toelichting worden sportkoepels die het maatschappelijk belang van sport uitdragen en de Olympische gedachte bevorderen (bijvoorbeeld NOC*NSF) wel aangemerkt als ANBI. Waarom zij wel kunnen kwalificeren als ANBI is verder niet toegelicht en dit onderscheid met gewone sportverenigingen is dan ook niet te verklaren. Per 1 januari 2010 is er nieuwe eis toegevoegd om in aanmerking te komen te komen voor de ANBI-status. Deze eis is in inmiddels weer aangepaste vorm te vinden is in lid 8 van artikel 5b AWR (het integriteitscriterium): een instelling wordt door de inspecteur niet, of niet langer, als ANBI aangemerkt indien de instelling, een bestuurder van die instelling of een persoon die feitelijk de leiding geeft aan de instelling, dan wel de gezichtsbepalende persoon door een Nederlandse rechter onherroepelijk veroordeeld is wegens het opzettelijk plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, mits: a. het misdrijf is gepleegd in de hoedanigheid van bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalende persoon van de instelling; b. nog geen vier kalenderjaren zijn verstreken sinds de veroordeling, en c. het misdrijf gezien zijn aard of de samenhang met andere door de ANBI of genoemde personen begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Men vond het onwenselijk om aan niet integere instellingen overheidssteun te verlenen. 56 Het is hierbij niet de bedoeling dat alle ANBI s voor alle personen waarvoor de integriteitstoets geldt een verklaring omtrent gedrag moeten overleggen. 57 De inspecteur zal een ANBI hierbij slechts toe verzoeken wanneer er gegronde redenen zijn om aan de integriteit van die persoon te twijfelen. 58 Per 1 januari 2014 is de lijst met misdrijven waardoor instellingen niet of niet langer als ANBI worden aangemerkt fors uitgebreid. 59 Daarvoor ging het slechts om veroordelingen voor het aanzetten tot haat, aanzetten tot geweld of gebruik van geweld en nog geen vier kalenderjaren waren verstreken sinds deze veroordeling. Bij de misdrijven genoemd in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering gaat het om alle misdrijven waarvoor in geval van verdenking een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven. Vanwege deze uitbreiding zijn wel de onderdelen a en c toegevoegd aan dit lid. Wat betreft integriteit had de Hoge Raad in 1983 overigens al bepaald dat instellingen die ter bereiking van een doel geweld teweegbrengen of ondersteunen geen algemeen nut beogen, omdat het niet de bedoeling is dat de wetgever (indirect) steun biedt aan gewelddadige acties. 60 Mede gezien dit oude arrest is het de vraag of zonder dit integriteitscriterium niet integere instellingen wel aangemerkt zouden worden als ANBI. Wanneer dit integriteitscriterium aan de orde is, beoog je immers waarschijnlijk ook niet (nagenoeg) uitsluitend het algemeen nut. Een instelling kan op verzoek worden aangemerkt als ANBI. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking eventueel onder door hem te stellen voorwaarden. De inspecteur kan een categorie instellingen of een groep met elkaar verbonden instellingen bij één voor bezwaar vatbare beschikking aanmerken als ANBI, ook zonder dat een daartoe strekkend verzoek is gedaan door die instelling. 61 Een beschikking inzake 54 Dit is anders voor instellingen die zich bijvoorbeeld richten op gehandicapten en dit doen door middel van het bevorderen van sportactiviteiten. Deze instellingen zullen blijkens de memorie van toelichting afhankelijk van hun specifieke doel vallen onder de categorie gezondheid of jeugd- en ouderenzorg. Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.23 (MvT). 55 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p.23 (MvT). 56 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 9, p.63 (NV). 57 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 9, p.64 (NV). 58 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 9, p.66 (NV). 59 Deze uitbreiding is vooral het gevolg van het amendement Groot (Kamerstukken П 2013/14, , nr. 13). In het oorspronkelijke wetsvoorstel (Kamerstukken П 2013/14, 33753, nr.3, p.38) werd dit artikel enkel uitgebreid met het opzettelijk plegen van een misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht zoals bijvoorbeeld brandstichting. 60 HR 2 maart 1983, BNB 1983/ Artikel 5b, zesde lid AWR. 9

11 een gemeenschappelijke aanwijzing kan met betrekking tot elke van de aangemerkte instellingen afzonderlijk worden ingetrokken. 62 Wanneer één van de instellingen in een als ANBI aangemerkte groep van verbonden instellingen dus niet meer voldoet aan de voorwaarden dan wordt slechts die ene instelling niet meer als ANBI aangemerkt. Zo n beschikking werkt niet door naar de andere met elkaar verbonden instellingen van de groep. Het verzoek van de instelling gebeurt door het invullen van het formulier Aanvraag beschikking algemeen nut beogende instelling'. Dit formulier is te downloaden via of schriftelijk aan te vragen bij het ANBI-team bij het Belastingdienst kantoor s-hertogenbosch. In dit aanvraagformulier moet onder andere het doel van de instelling worden ingevuld en zijn er een aantal ja/nee vragen zoals: Is de instelling een stichting, een vereniging, een publiekrechtelijk rechtspersoon of een kerkelijke instelling? De inspecteur beslist vervolgens bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Bezwaar en beroep tegen de beschikking van de inspecteur is dus mogelijk. Er kan ook altijd een nieuw verzoek worden ingediend. De beschikking waarbij een instelling wordt aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling kan terugwerken tot en met een voor dagtekening daarvan gelegen datum. 63 Een instelling kan dus met terugwerkende kracht als ANBI worden aangemerkt. Volgens de staatssecretaris kunnen er zich bijzondere omstandigheden voordoen waarbij het wenselijk is dat de inspecteur een ANBI-beschikking met terugwerkende kracht afgeeft. 64 Hij noemt het voorbeeld van een ANBI die wordt opgericht bij testament en in dat testament een vermogen wordt bestemd voor de op te richten ANBI. Zonder terugwerkende kracht zou de vrijstelling van erfbelasting niet kunnen worden toegepast. In het Besluit van 6 april heeft de staatssecretaris aangegeven wanneer terugwerkende kracht kan worden verleend door de inspecteur. Dit kan in ieder geval in de volgende situaties: - De instelling die op 1 januari van een kalenderjaar bestaat en in datzelfde kalenderjaar een verzoek doet om te worden aangemerkt als ANBI, kan met terugwerkende kracht tot 1 januari van datzelfde kalenderjaar worden aangemerkt als ANBI. - Een nieuw opgerichte instelling, die binnen een jaar na oprichting een verzoek doet om aangemerkt te worden als ANBI, kan met terugwerkende kracht tot de datum van oprichting worden aangemerkt als ANBI. Hof s-hertogenbosch heeft geoordeeld dat het met terugwerkende kracht aanmerken van een instelling als ANBI gerechtvaardigd is wanneer daarmee voorkomen wordt dat op een erfrechtelijke verkrijging de vrijstelling van artikel 32, eerste lid, onder 3 van de Successiewet 1956 niet kan worden toegepast. 66 Dit kan volgens het Hof ook wanneer deze terugwerkende kracht over de jaargrens heengaat. Het Hof gaat hier dus verder dan de situaties genoemd in het besluit van de Staatssecretaris. Instellingen die voor het invoeren van de Geefwet in 2012 op de voet van artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat onderdeel luidde op 31 december 2011, zijn aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling, worden met ingang van 1 januari 2012 nog steeds aangemerkt als een ANBI. 67 Zij moesten dus geen verzoek indienen om als ANBI aangemerkt te blijven. Een instelling wordt niet meer als ANBI aangemerkt door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking met ingang van het tijdstip waarop deze instelling niet langer uitsluitend of nagenoeg uitsluitend een algemeen nut beogend karakter heeft, niet meer voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden dan wel niet meer is gevestigd als aangegeven in het eerste lid van artikel 5b AWR. Het tijdstip van intrekking kan liggen voor de datum van de dagtekening van de beschikking Artikel 1c, derde lid UR AWR. 63 Artikel 1a, derde lid UR AWR. 64 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 17, p Besluit 6 april 2010, nr. DGB2010/1594M. 66 Hof s-hertogenbosch 13 januari 2012, LJN: BV Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, p Artikel 5b, zevende lid AWR. 10

12 Een instelling wordt door de inspecteur slechts als ANBI aangemerkt indien en zolang voldaan is aan de voorwaarden in artikel 1a UR AWR: 69 - Uit de regelgeving (bijvoorbeeld statuten) en de feitelijke werkzaamheden van de instelling blijkt dat de instelling met het totaal van haar algemeen nuttige activiteiten geen winstoogmerk heeft. Onder algemeen nuttige activiteiten wordt verstaan alle activiteiten die erop gericht zijn om de doelstelling van een ANBI te verwezenlijken of bevorderen. 70 Er mag hierbij geen winststreven zijn omwille van de winst zelf. Wel mag de instelling met de algemeen nuttige werkzaamheid incidenteel exploitatieoverschotten behalen wanneer deze worden aangewend ten bate van het algemeen nut. Hiervan moeten de commerciële activiteiten worden onderscheiden, waarbij het winstoogmerk wel aanwezig mag zijn. - Uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden van de instelling blijkt dat de instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (90% of meer) het algemeen belang dient. De algemeen nuttige doelstellingen genoemd in lid 3 van artikel 5b AWR moeten voor 90% of meer gericht zijn op het algemeen belang. De doelstellingen mogen nagenoeg in het geheel niet strekken ten voordele van slechts een beperkte groep (het particulier belang). Hier wordt nog bij opgemerkt dat het begrip algemeen belang/particulier belang wordt uitgelegd door de inspecteur/rechter. - Uit de regelgeving van de instelling en de feiten blijkt dat een natuurlijke persoon/rechtspersoon over het vermogen van de instelling kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen. Niemand mag over het vermogen van de instelling beschikken ten behoeve van zichzelf, buiten de algemeen nuttige doelstelling. Het criterium beoogt de onafhankelijkheid van de instelling tegenover haar donateurs en begunstigden te waarborgen. Voor steunstichtingen geldt een uitzondering, de inspecteur kan hierbij eventueel aanvullende voorwaarden stellen. - De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan is aangegeven in artikel 1b AWR. Hieruit blijkt dat de algemeen nut beogende instelling niet meer vermogen mag aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de instelling. Het gaat hier om een anti-oppoteis, waarbij gekeken moet worden naar elke instelling afzonderlijk. Er wordt een opsomming gegeven van het vermogen dat nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de instelling: a. vermogensbestanddelen die krachtens uiterste wilsbeschikking of schenking door de instelling is verkregen en op grond van daaraan verbonden voorwaarden in stand moet worden gehouden; b. vermogensbestanddelen voor zover instandhouding daarvan voortvloeit de doelstelling van de instelling, en c. activa (bijvoorbeeld een bedrijfspand) en de voor de voorziene aanschaf van activa aangehouden vermogensbestanddelen, voor zover de instelling die activa redelijkerwijs nodig heeft ten behoeve van de doelstelling van de instelling. De instelling moet in haar financiële administratie het doel en de motivering van de omvang van het aangehouden vermogen vermelden. - De leden van het beleidsbepalende orgaan van de instelling mogen geen andere beloning ontvangen dan een vergoeding voor gemaakte onkosten (kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden bij het vervullen van de functie bij de instelling) en een niet-bovenmatig vacatiegeld (vergoeding voor bestuurders voor bijvoorbeeld het bijwonen van vergaderingen van de instelling). Het beleidsbepalende orgaan is de natuurlijke persoon, groep van natuurlijke personen of een orgaan van de instelling die of dat eindverantwoordelijk is voor het beleid van de instelling (Bestuur of Raad van Toezicht) en feitelijk niet ondergeschikt is aan een andere persoon of orgaan van die instelling. Die vacatiegeld vergoeding wordt in ieder geval niet als bovenmatig gezien wanneer deze vergoeding niet hoger is dan de vergoeding die is opgenomen in het Besluit vergoedingen adviescolleges en 69 Dit artikel is gebaseerd op artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, onder 2o van de AWR en wordt aangevuld met enkele leden die specifiek betrekking hebben op de zogenoemde commerciële activiteiten. Kamerstukken II 2011/12, , nr. 17, brief Staatssecretaris van Financiën met als bijlage een toelichting op de conceptuitvoeringsregeling Geefwet. 70 Artikel 1a, zesde lid AWR. 11

13 commissies. 71 In uitzonderingsgevallen is een hogere beloning ook mogelijk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. - De instelling moet beschikken over een actueel beleidsplan dat inzicht geeft in de werkzaamheden, de werving van inkomsten en het beheer en besteding van het vermogen van de instelling. Hierin wordt inzicht gegeven in de praktische uitvoering van de doelstelling van de instelling. Het beleidsplan mag op meerdere jaren betrekking hebben, maar moet wel telkens actueel zijn. - De beheerskosten van de instelling moeten in redelijke verhouding staan tot de bestedingen ten behoeve van het doel van de instelling. Onder deze kosten wordt bijvoorbeeld verstaan kosten voor het voeren van administratief beheer. Wat redelijk is wordt per instelling bekeken. - Uit de regelgeving van de instelling moet blijken bij opheffing van de instelling een batig liquidatiesaldo wordt besteed ten behoeve van een ANBI met een soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft. Uit de regelgeving moet blijken hoe er na ontbinding van de instelling wordt omgegaan met een eventueel batig liquiditeitssaldo. Dit saldo moet ten goede komen aan een instelling met een gelijksoortige doelstelling, omdat giften aan culturele instelling via de multiplier in de giftenaftrek extra gefaciliteerd zijn en het daarom dus wenselijk is dat de verkregen middelen ook daadwerkelijk ten goede komen aan cultuur. Ook biedt deze bepaling bescherming voor gevers, de gever geeft voor een bepaald doel en deze bepaling bewerkstelligt dat de gift besteed wordt aan een gelijksoortig doel. Wanneer de instelling een dermate unieke doelstelling heeft is het voldoende dat het liquidatiesaldo ten goede komt aan een ANBI met een redelijkerwijs voldoende vergelijkbare doelstelling (bijvoorbeeld beide doelstellingen vallen in de categorie dierenwelzijn). Voor de invoering van deze regels in de Uitvoeringsregeling AWR moest een batig liquiditeitssaldo bij opheffing op grond van artikel 41a, eerste lid, onderdeel h URIB ten goede komen aan een ANBI of op enigerlei andere wijze waarmee het algemeen belang wordt gediend De administratie van de instelling moet zodanig zijn ingericht dat daaruit duidelijk blijkt: 1. de aard en omvang van de aan de afzonderlijke leden van het beleidsbepalende orgaan van de instelling toekomende onkostenvergoedingen en vacatiegelden; 2. de aard en omvang van de kosten die door de instelling zijn gemaakt ten behoeve van het beheer van de instelling, alsmede de aard en omvang van de andere uitgaven van de instelling; 3. de aard en omvang van de inkomsten van de instelling; 4. de aard en omvang van het vermogen van de instelling. Aan de hand van deze informatie kan de inspecteur beoordelen of er bovenmatige onkostenvergoedingen en vacatiegelden worden betaald aan leden van het beleidsbepalende orgaan van de ANBI, of er een redelijke verhouding bestaat tussen de kosten en de bestedingen ten behoeve van het doel van de instelling en of voldaan wordt aan het criterium in artikel 1b UR AWR. Per 1 januari 2014 zijn aan artikel 1a UR AWR nog 2 leden toegevoegd met betrekking tot het publiceren van gegevens via internet voor de instelling. Het gaat om informatie die van belang is voor transparantie en verantwoording in de filantropische sector, zodat belastingbetalers, donateurs en begunstigden meer inzicht hebben in het functioneren van deze filantropische sector. 73 De instellingen moeten hun naam, het door de Kamer van Koophandel toegekende unieke nummer (RSIN), de contactgegevens, de doelstelling, de hoofdlijnen van het actuele beleidsplan, de bestuurssamenstelling, het beloningsbeleid, de namen van bestuurders 74, een actueel verslag van de uitgeoefende activiteiten en het jaarverslag of een samenvatting daarvan bekendmaken via Er is hierbij wel voorzien in een overgangsregeling waardoor de bepaling betreffende het liquidatiesaldo pas gewijzigd hoeft te worden bij de eerstvolgende statutenwijziging. Kamerstukken II 2011/12, , nr. 17, brief Staatssecretaris van Financiën met als bijlage een toelichting op de conceptuitvoeringsregeling Geefwet. 73 AMvB 12 juli 2013, nr. DB2013/366M, Stcrt. 16 juli 2013, Er is een uitzondering voor de namen van bestuurders van kerkgenootschappen en op verzoek van de instelling kan ontheffing verleend worden wanneer is aangetoond dat publicatie van deze namen een reëel gevaar oplevert voor de persoonlijke veiligheid van deze bestuurders of van hun familieleden. Artikel 1a, zevende lid, onderdeel f UR AWR. 12

14 internet. 75 Voor kerkgenootschappen geldt een ingroeiregeling zodat zij pas vanaf 1 januari 2016 moeten voldoen aan deze nieuwe publicatie eis. 76 De informatie wordt telkens binnen zes maanden na afloop van het boekjaar openbaar gemaakt. 77 Wanneer een instelling in gebreke blijft de vereiste informatie op internet te plaatsen, wordt de desbetreffende instelling niet (langer) als ANBI aangemerkt. De staatssecretaris heeft hierbij aangegeven dat er bezien zal worden welke fiscale consequenties er verbonden moeten worden aan het beëindigen van de ANBI-status. 78 In vervolg daarop heeft het kabinet besloten om aan voormalige ANBI s de verplichting op te gaan leggen om hun jaarstukken aan de Belastingdienst te overleggen met een specificatie van de door hen gedane giften om zo de heffing van schenkbelasting in voorkomende gevallen te verzekeren. 79 Op grond van artikel 75 SW kan vanaf 1 januari 2014 bij algemene maatregel van bestuur deze specifieke informatieverplichting worden opgelegd. Over de precieze inhoud van deze algemene maatregel van bestuur is overigens nog niets bekend. Daarnaast is artikel 75 SW uitgebreid met de mogelijkheid om het niet nakomen van de uit dit artikel volgende informatieverplichtingen bij algemene maatregel van bestuur aan te merken als een overtreding. 80 Indien het niet nakomen van die verplichtingen te wijten is aan opzet of grove schuld van de administratieplichtige of degene die een uitkering moet doen, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de geldboete van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht 81, kan opleggen. 82 Voor 2012 was er veel onduidelijkheid over de vraag of en in hoeverre een ANBI commerciële activiteiten mag verrichten. 83 In de memorie van toelichting van de Geefwet had de staatssecretaris echter al aangegeven dat er een beleidsbesluit zal worden uitgevaardigd met een ruimhartiger beleid voor commerciële activiteiten van ANBI s. Commerciële activiteiten waarvan de opbrengst ten goede komt aan het algemeen nuttige doel, zullen niet in de weg staan aan de ANBI-status. 84 Als reden hiervoor wordt genoemd dat het beleid is om gesubsidieerde instellingen minder afhankelijk te maken van de overheid en dat instellingen daarom een groter deel van hun inkomsten zelfstandig moeten kunnen vergaren zonder dat zij daardoor hun ANBI-status verliezen. Uiteindelijk is dit voorgenomen ruimhartiger beleid voor commerciële activiteiten van ANBI s 22 juni 2012 met het publiceren van de Uitvoeringsregeling Geefwet inwerking getreden met terugwerkende kracht tot 1 januari Een ANBI mag ter financiering van haar doelstelling commerciële activiteiten ontplooien, indien de inkomsten (het saldo van baten en lasten) gerealiseerd met die activiteiten binnen een redelijke termijn geheel of nagenoeg geheel ten goede komen aan die doelstelling. 86 De lasten die samenhangen met de commerciële activiteiten worden expliciet buiten het 90%-criterium geplaatst (de nadruk bij het 90%-criterium ligt sinds 2012 immers op de uitgaven/bestedingen van de ANBI). 87 Onder die commerciële activiteiten wordt vervolgens verstaan het tegen commerciële tarieven verrichten van werkzaamheden of verlenen van diensten met het oogmerk hiermee ter financiering van de algemeen nuttige activiteiten van de instelling een positief resultaat te behalen. 88 Er wordt dus een duidelijk onderscheid gemaakt tussen algemeen nuttige activiteiten waarbij de instelling geen winstoogmerk mag hebben en de commerciële activiteiten waarbij dit wel mag indien de inkomsten binnen een redelijke termijn (nagenoeg) geheel ten goede komen aan de doelstelling van de ANBI. Het aanmerken van een instelling als een ANBI en het niet meer als zodanig aanmerken wordt op een daartoe geschikte wijze publiek bekend. 89 Dit is belangrijk voor degene die bijvoorbeeld een gift willen doen aan een 75 Artikel 1a, zevende lid UR AWR. 76 Artikel Ш Overgangsrecht Wijziging UR AWR (Stcrt. 2013, 20451). 77 Artikel 1a, achtste lid UR AWR. 78 Kamerstukken П 2012/13, , nr. 14, p Kamerstukken П 2013/14, , nr. 5, p Kamerstukken П 2013/14, , nr. 5, p Het gaat hierbij om een boete van maximaal ,-. 82 Artikel 75, tweede lid SW. 83 Zie bijvoorbeeld HR 18 december 1985, BNB 1986/ Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr Artikel 1a UR AWR. 87 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 17, p Artikel 1a, zesde lid UR AWR. 89 Artikel 1a, vierde lid UR AWR. 13

15 instelling in verband met hun giftenaftrek. Dit op geschikte wijze publiek bekend maken gebeurt door op te publiceren welke instellingen op welk tijdstip zijn aangemerkt als ANBI en, in een voorkomend geval, op welk tijdstip die aanmerking bij beschikking is ingetrokken. 90 Belastingplichtigen te goeder trouw zullen voor de toepassing van de giftenaftrek vertrouwen kunnen ontlenen aan de vermelding op de website. 91 Paragraaf 2.3 Het beogen van het algemeen nut Een instelling moet onder andere uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (het 90%-criterium) het algemene nut beogen wil er sprake zijn van een ANBI. Voor 1 januari 2010 was het op grond van jurisprudentie 92 nog voldoende dat een instelling zich voor ongeveer 50% richtte op het algemeen nut in plaats van het (nagenoeg) uitsluitend beogen van het algemeen nut. Vanaf 1 januari 2012 kan men in artikel 5b, derde lid AWR vervolgens vinden wat als algemeen nut wordt beschouwd. Bij het opstellen van die lijst is aangesloten bij de doelen die in de loop van de lange geschiedenis van de faciliteiten voor ANBI s zijn uitgekristalliseerd als algemeen nut. 93 De invulling van de definitie van een ANBI door een aantal rubrieken in de wet op te nemen die als algemeen nut beogend beschouwd worden, heeft niet tot doel gehad het aantal bestaande ANBI s in te perken of uit te breiden. 94 Maar wat houdt het algemeen nut beogen eigenlijk in, afgezien van de gegeven voorbeelden in artikel 5b, derde lid AWR? En welke concrete gevallen wordt een instelling geacht (nagenoeg) uitsluitend het algemeen nut te beogen in de jurisprudentie? De vraag is dus op welke wijze er in de rechtspraak getoetst wordt of er sprake is van het beogen van algemeen nut. Ondanks dat de wet al meerdere malen is gewijzigd, is oude jurisprudentie nog steeds van belang. Veel van de oude jurisprudentie ziet immers op de vraag of er sprake is van het beogen van het algemeen nut. De Hoge Raad heeft reeds in 1960 in het Minerva-arrest 95 beslist wat onder algemeen nut beogende instellingen verstaan dient te worden. Volgens de Hoge Raad wordt naar spraakgebruik en maatschappelijke opvattingen onder het algemeen nut beogende instellingen verstaan "lichamen wier doelstelling een werkzaamheid betreft, welke op zichzelf rechtstreeks het algemeen belang raakt, zoals bijvoorbeeld bejaardenzorg en genezing of verpleging van zieken. Algemeen nut beogende instellingen zijn volgens de Hoge Raad niet lichamen die ten doel hebben een werkzaamheid welke op zichzelf slechts dienstbaar is aan een particulier belang, zoals ontspanning of het gezellig verkeer, waarvan een bepaalde kring personen behoefte heeft, ook al moge van de voorziening in dit belang zijdelings een gunstige werking ten algemenen nutte uitgaan. De Hoge Raad vermeldt uitdrukkelijk dat algemeen belang niet tegenover beperkt belang, maar tegenover particulier belang gesteld moet worden. 96 De doelstelling mag wel een beperkt belang dienen zolang deze doelstelling rechtstreeks het algemeen belang raakt. Elk algemeen belang is immers uiteindelijk beperkt voor degene die er baat bij hebben. Het algemeen belang van een ziekenhuis is bijvoorbeeld een beperkt belang van de patiënten van dat ziekenhuis. Een instelling moet dus het algemeen belang rechtstreeks raken, waarbij algemeen belang moet worden gesteld tegenover particulier belang. Een instelling die slechts dienstbaar is aan het particulier belang beoogt niet het algemeen belang. Het is in elke concrete situatie dus de vraag of het algemeen belang (wat tevens een beperkt belang is) dan wel het particulier belang wordt beoogd. Uit de hoeveelheid aan jurisprudentie over dit vraagstuk blijkt dat het bepalen van het beogen van algemeen belang dan wel het particulier belang niet zo eenvoudig is. Bovendien 90 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 17, p Kamerstukken П 2011/12, , nr. 17, p.11, brief Staatssecretaris van Financiën met als bijlage een toelichting op de conceptuitvoeringsregeling Geefwet. 92 HR 13 juli 1994, BNB 1994/ Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p.22 (MvT). 94 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 6, p.18 (NV). 95 HR 12 oktober 1960, BNB 1960/ De Hoge Raad heeft reeds in zijn arrest van 14 maart 1925, PW beslist dat een algemeen belang niet tegenover een beperkt belang staat. 14

16 moet vanaf 1 januari 2010 dit algemeen belang (nagenoeg) uitsluitend worden beoogd. Hieronder volgt een overzicht van enkele arresten over dit vraagstuk: Studentenvereniging Minerva: 97 Er was sprake van een stichting die zich inzette voor het herstel, de vernieuwing en de uitbreiding van een deels door een brand verwoest gebouw van een studentenvereniging. Het belang dat deze stichting beoogt is primair het behartigen van de voorziening in de behoefte aan gezellig verkeer van een groep studenten, wat op zichzelf geen algemeen belang is aldus de Hoge Raad. Studentenhuisvesting Tilburg: 98 Een stichting met het doel de bouw, instandhouding en exploitatie van een gebouwencomplex, dat grotendeels ten dienst zal staan aan alle studenten van de Hogeschool in Tilburg beoogt primair het algemeen nut. Dat het gebouwencomplex mede een studentenvereniging ten dienst zal staan doet daar volgens Hof s-hertogenbosch niet aan af. Carnavalsvereniging: Hof s-hertogenbosch 99 oordeelt dat een carnavalsvereniging met als doel het bevorderen van de belangstelling voor en de viering van de jaarlijkse carnaval in de ruimste zin van het woord primair niet is gericht op de bevrediging van de behoefte van de leden, maar gericht op algemene belangen zoals de mogelijkheid om deel te nemen aan de carnavalsviering door de hele gemeenschap. De carnavalsvereniging beoogt daarom het algemeen nut aldus het Hof. Rechtbank Den Haag 100 oordeelt dat een internationale carnavalsvereniging niet het algemeen nut beoogt. De activiteiten houden immers rechtstreeks verband met het vieren van carnaval, wat primair een particulier belang is. Stichting ter bevordering van muziekbeoefening: 101 Het ontwikkelen van muzikale begaafdheden bij individuen raakt rechtstreeks het algemeen belang, ondanks dat dit in de behoeften van bepaalde individuen voorziet. Brassband: 102 Het is volgens de Hoge Raad van algemene bekendheid dat een muziekvereniging, zeker wanneer zij tot een kleinere gemeenschap behoort, met haar harmonie naar buiten pleegt te treden en bij plaatselijke evenementen voor het publiek muziek ten gehore pleegt te brengen. De vereniging dient daarom primair het algemeen en niet het particulier belang van de leden. Muziekverenigingen: 103 Door de aanscherping naar het beogen van (nagenoeg) uitsluitend het algemeen nut verliezen steeds meer muziekverenigingen hun ANBI-status. Er wordt door de verenigingen namelijk ook het particulier belang van de leden gediend, die het leuk vinden om een in groepsverband muziek te maken. Dat er ook muziekoptredens plaatsvinden en muzikale begaafdheden bijgebracht worden aan individuen (dienen beide het algemeen belang), doet daaraan niet af. Steunstichting plaatselijke scoutingsgroep: 104 Een stichting die gericht is op het behartigen van materiële en financiële belangen van een plaatselijke scoutingsgroep beoogt primair de particuliere belangen van de leden van de scoutingsgroep, ondanks dat hier mede het algemeen nut wordt gediend. Amateursportvereniging: 105 Een amateursportvereniging dient primair het belang van haar leden, de leden worden in staat gesteld hun behoefte aan de beoefening van sport en spel te bevredigen. Dat er zijdelings en in ruimer verband algemeen nut, zoals de gezondheid van de leden, wordt beoogd doet daar niet aan af. 97 HR 12 oktober 1960, BNB 1960/ Hof s-hertogenbosch 15 juni 1962, BNB 1963/ Hof s-hertogenbosch 22 januari 1990, V-N 1990/ Rechtbank Den Haag 2 september 2007, NTFR 2007/ HR18 december 1985, BNB 1986/ HR 13 juli 1994, BNB 1994/ Rechtbank Breda 11 september 2011, NTFR en Rechtbank Leeuwarden 15 november 2012, NTFR HR 24 september 1997, BNB 1997/ HR 13 mei 1970, BNB 1970/132 en HR 17 december 1980, BNB 1981/28. 15

17 Voetbalclub NAC: 106 De activiteiten van een professionele voetbalclub zijn primair gericht op het particuliere belang van de club zelf, namelijk het winnen van wedstrijden en het beter presteren dan andere clubs. Een professionele voetbalclub is dus niet algemeen nuttig aldus de Hoge Raad. Het particuliere belang wordt hier betrokken op de instelling zelf en niet zoals in andere arresten op bijvoorbeeld het belang van de leden. Van Vijfeijken 107 stelt naar mijn idee terecht dat elke instelling gericht is op het bereiken van het doel van die instelling. Zij stelt dan ook dat bijvoorbeeld het Rode Kruis haar eigen doelstelling nastreeft en daarom volgens deze redenering van de Hoge Raad een particulier belang beoogt. Het enkel stellen dat een instelling zich richt op haar eigen doelstelling is daarom geen goede toets om te bepalen of het algemeen dan wel het particuliere belang wordt beoogd. Stichtingen die zwembaden exploiteren: Rechtbank Arnhem 108 oordeelt dat het aanbieden van een gevarieerd pakket van zwem- en recreatiemogelijkheden aan de inwoners van de gemeente is aan te merken als een activiteit gericht op de behartiging van een algemeen belang. Rechtbank Haarlem 109 oordeelt dat bij het bieden van de gelegenheid tot zwemmen aan de directe omgeving van het zwembad het particuliere belang van de bezoekers voorop staat, waardoor er geen sprake is van een ANBI. Stichting die zijn activiteiten richt op een besloten groep: 110 De uitkeringen die een stichting doet aan de verwanten van de oprichters zijn niet gedaan in het algemeen belang, omdat er sprake is van een te beperkte groep personen. De uitkeringen dienen daarmee volgens de Hoge Raad geen algemeen belang, maar een particulier belang. Woningcorporatie: 111 Een stichting die met haar activiteiten er op gericht is te voorzien in betaalbare huisvesting van bejaarden en dit streven vervult zonder winstoogmerk richt zich rechtstreeks op het algemeen belang. Het Hof merkt hierbij op dat het feit dat hiermee het particuliere belang van de bejaarden wordt gediend, niet inhoudt dat de activiteiten van de instelling niet zijn gericht op het algemeen belang. Het nastreven van een algemeen belang betekent vrijwel steeds dat tevens het particuliere belang van enig individu wordt behartigd, aldus het Hof. Woningcorporaties: 112 Van een toegelaten instelling in de zin van artikel 70 Woningwet 113 moet in het algemeen worden aangenomen dat zij het algemeen nut beoogt. In dit arrest gebruikt de Hoge Raad een duidelijke tweetrapstoets om te beoordelen of er sprake is van het (nagenoeg) uitsluitend beogen van het algemeen nut. Ten eerste moet de instelling het algemeen nut beogen, waarvan sprake is wanneer de werkzaamheden van de instelling er rechtstreeks op gericht zijn enig algemeen belang te dienen. Een toegelaten instelling in de zin van artikel 70 Woningwet is rechtstreeks gericht op het dienen van het algemene belang van voldoende en goede woongelegenheid in de sociale-huursector aldus de Hoge Raad. Ten tweede was destijds vereist dat door de werkzaamheden van de instelling het algemeen belang in minstens gelijke mate werd gediend als het particulier belang. De feitelijke werkzaamheden van de instelling bestaan nagenoeg geheel uit de verhuur van woningen in de sociale-huursector en deze werkzaamheden zijn volgens de Hoge Raad onlosmakelijk verbonden met de doelstelling van de instelling enig algemeen belang te dienen. De feitelijke werkzaamheden dienen dus het algemeen belang. Dat tevens de particuliere belangen van de huurders worden gediend doet daar niet aan af. De 106 HR 12 mei 2006, BNB 2006/ Noot I.J.F.A. Van Vijfeijken bij HR 12 mei 2006, BNB 2006/ Rechtbank Arnhem 10 april 2007, nr.06/01463, LJN: BB Rechtbank Haarlem 15 december 2009, nr.08/07091, LJN: BK HR 29 oktober 1986, BNB 1987/ Hof s-hertogenbosch 24 januari 2008, NTFR HR 13 januari 2012, BNB 2012/ Artikel 70 lid 1Woningwet: Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en stichtingen, die zich ten doel stellen uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn en niet beogen uitkeringen te doen anders dan in het belang van de volkshuisvesting, kunnen bij koninklijk besluit worden toegelaten als instellingen, uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam. 16

18 in dit arrest gebruikte tweetrapstoets werd door de Hoge Raad in zijn arrest van 17 februari dat ook zag op een woningcorporatie nogmaals toegepast, waarbij verwezen wordt naar dit arrest. Dorpshuizen: 115 Een dorpshuis die lokaalruimte ter beschikking stelt voor activiteiten van verenigingen en stichtingen op maatschappelijk, levensbeschouwelijk, recreatief en cultureel gebied is niet algemeen nuttig. Het algemeen belang wordt niet rechtstreeks gediend. De door een buurthuis georganiseerde activiteiten zoals biljarten, klaverjassen, sjoelen, schaken, modelbouw en hobby instuif kunnen volgens rechtbank Haarlem 116 evenmin gezien worden als activiteiten die rechtstreeks het algemeen belang raken. Met deze activiteiten zijn volgens de rechtbank primair particuliere belangen gemoeid, dat door deze activiteiten mensen met elkaar in contact komen is slechts een neveneffect. Wijkcentrum: 117 De werkzaamheden van een stichting die een wijkcentrum beheert, zijn rechtstreeks gericht op het algemeen belang. De stichting had onder andere tot doel het bevorderen van het welzijn van de bewoners van de wijk (vooral van de kansarmen), verbeteren van de leefbaarheid van de wijk en het bevorderen van goede onderlinge contacten in de wijk. Ook in dit arrest noemt de Hoge Raad de tweetrapstoets zoals in het hierboven genoemde arrest over woningcorporaties. Hemels 118 vraagt zich af of de Hoge Raad in dit arrest is teruggekomen op de hierboven genoemde arresten over dorpshuizen. Het algemeen belang werd in deze arresten niet rechtstreeks gediend. Het verschil tussen dit arrest en de eerdere gewezen arresten van de Hoge Raad is echter dat in de arresten over de dorpshuizen de activiteiten enkel bestonden uit de verhuur van lokaalruimte, terwijl in dit arrest het wijkcentrum zelf verschillende activiteiten organiseert. De doelstelling bij dit wijkcentrum bestaat niet zoals bij de dorpshuizen uit de verhuur (al dan niet tegen een zacht prijsje aan instellingen die zich bezighouden met algemeen nuttige activiteiten), maar uit de bevordering van het welzijn en de behartiging van de belangen van de bewoners van de wijk. 119 Dit arrest kan wel als in tegenspraak gezien worden met het eerder genoemde arrest van rechtbank Haarlem van 4 mei 2006, waarbij een buurthuis zelf ook allerlei activiteiten organiseerde. De tweetrapstoets zoals door de Hoge Raad genoemd in de arresten van 13 januari, 17 februari en 22 juni 2012 lijkt de vaste maatstaf geworden te zijn van de Hoge Raad om te toetsen of het algemene nut (nagenoeg) uitsluitend wordt beoogd. Allereerst is vereist dat een instelling met haar werkzaamheden het algemene nut beoogt, waarvan sprake is wanneer de werkzaamheden van een instelling er rechtstreeks op gericht zijn enig algemeen belang te dienen. Het is al jaren vaste jurisprudentie dat bijvoorbeeld sportverenigingen niet voldoen aan dit criterium. Hemels 120 merkt over dit eerste criterium terecht op dat het hierbij niet beslissend is of bepaalde personen profiteren van de instelling. Dit zal volgens hem namelijk altijd het geval zijn bij instellingen die zich richten op natuurlijke personen. Als voorbeelden noemt hij mensen met kanker die profiteren van kankeronderzoek en studenten die profiteren van de activiteiten van hun universiteit. Daarnaast is vereist dat door de werkzaamheden van de instelling het algemeen belang voor minstens 90% wordt gediend. Wanneer de algemeen nut activiteiten voor meer dan 10% zijn gericht op een besloten groep (een groep waarvan toetreding of vervanging van de leden niet mogelijk is), dan is de instelling eveneens geen ANBI. 121 Muziekverenigingen worden door de 90%-toets vaak niet meer als ANBI aangemerkt. Zij zijn er vaak wel rechtstreeks op gericht enig algemeen belang te dienen (ontwikkelen muzikale begaafdheden van individuen en opluisteren plaatselijke evenementen), maar dit algemeen belang wordt niet voor minstens 90% gediend. Muziekverenigingen zijn immers ook gericht op het gezellig muziek maken, wat dan weer niet als algemeen 114 HR 17 februari 2012, BNB 2012/ HR 20 mei 2005, NTFR en HR 18 november 2011, NTFR Rechtbank Haarlem 4 mei 2006, nr. 05/4041, LJN: BR HR 22 juni 2012, NTFR Noot S.J.C. Hemels bij HR 22 juni 2012, NTFR Noot I.J.F.A. Van Vijfeijken bij HR 22 juni 2012, BNB 2012/ S.J.C. Hemels, Beperkt belang versus particulier belang: een tweetrapstoets voor anbi s, FTV 2011/ S.J.C. Hemels, De anbi-tweetrapstoets van de Geefwet: trendbreuk of trendvolgend?, FTV 2012/08. 17

19 nuttig gezien kan worden. De tweetrapstoets van de Hoge Raad komt volgens Hemels 122 overeen met de door de staatssecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag genoemde kwalitatieve (is in de doelstelling sprake van het beogen van algemeen nut) en de kwantitatieve toets (gebeurt dat voor meer dan 90%). Paragraaf 2.4: Culturele instelling ANBI s die gericht zijn op cultuur hebben met de introductie van de Geefwet extra aandacht gekregen. Er zijn enkele faciliteiten geïntroduceerd die enkel van toepassing zijn op dit soort ANBI s, omdat deze instellingen werden getroffen door bezuinigingen en er bovendien gebleken was dat de giften aan cultuur in het geheel van particuliere giften slechts een fractie zijn. 123 Het doel van bijvoorbeeld de multiplier in de giftenaftrek is om giften aan ANBI s gericht op cultuur (tijdelijk) extra te stimuleren om zo het aandeel in de totale giftenmassa substantieel te laten toenemen. 124 Een algemeen nut beogende instelling die zich (nagenoeg) uitsluitend richt op cultuur, kan daarom sinds de invoering van de Geefwet verzoeken tevens te worden aangemerkt als culturele instelling. 125 Een culturele instelling dient dus in ieder geval een ANBI te zijn. De eisen die gelden voor het zijn van een ANBI gelden dus ook voor de culturele instelling. Een culturele instelling moet dus (nagenoeg) uitsluitend (90% of meer) het algemeen nut beogen. Een ANBI wordt door de inspecteur als culturele instelling aangemerkt, indien en zolang uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden van de instelling blijkt dat de instelling zich (nagenoeg) uitsluitend (90% of meer) richt op cultuur. 126 Van alle activiteiten van een instelling moeten dus minimaal 90% gericht moet zijn op cultuur. Wanneer (slechts) 90% van alle activiteiten algemeen nuttig zijn dan moeten deze activiteiten voor 100% cultureel zijn om als culturele instelling te kwalificeren. 127 In de memorie van toelichting van de Geefwet 128 heeft de staatssecretaris aangegeven wat onder cultuur verstaan dient te worden. Bij cultuur moet het volgens de staatssecretaris gaan om instellingen die streven naar een hoogwaardig cultuuraanbod dat voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. Hierbij worden enkele voorbeelden genoemd: instellingen die actief zijn in de beeldende kunst, bouwkunst, erfgoed (musea, monumenten, archieven), dans, film, letteren, muziek, muziektheater, theater, nieuwe media of vormgeving. Instellingen die aan cultuur doen, maar voornamelijk gericht zijn op het particuliere belang (bijvoorbeeld de verenigingen die enkel activiteiten organiseren voor hun leden) worden niet aangemerkt als ANBI en dus ook niet als culturele instelling. In de nota naar aanleiding van het verslag van de Geefwet 129 geeft de staatssecretaris aan dat het onderscheid tussen culturele instellingen en andere ANBI s gebeurt aan de hand van een beoordelingskader dat in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt opgesteld. Daarnaast wordt opgemerkt dat er sprake is van een culturele instelling wanneer een instelling statutair en feitelijk activiteiten ontwikkelt die gericht zijn op de realisatie van cultureel aanbod en/of het verspreiden van cultuur en/of het beheren en behouden van cultuur, waarbij de resultaten van die inspanningen toegankelijk zijn voor publiek. De staatssecretaris geeft aan dat hierbij als indicatie kan gelden of een instelling is aangesloten bij relevante brancheorganisaties of dat een instelling in aanmerking komt voor subsidie op grond van het cultuurbeleid van Rijk, provincie of gemeente (inclusief publiek gefinancierde fondsen). De staatssecretaris merkt op dat private cultuurfondsen die zich richten op cultuur eveneens aangemerkt kunnen worden als culturele instelling. De vraag 122 S.J.C. Hemels, De anbi-tweetrapstoets van de Geefwet: trendbreuk of trendvolgend?, FTV 2012/ Kamerstukken 2011/12, , nr. 6, p.23 (NV). 124 Kamerstukken 2011/12, , nr. 3, p.9 (MvT). 125 Artikel 5b, vierde lid AWR. 126 Artikel 1d, eerste lid UR AWR. 127 C. Vrieling en H.R. Bruggink, Culturele instellingen, WPNR 2012/ Kamerstukken П 2011/12, , nr. 3, p.24 (MvT). 129 Kamerstukken П 2011/12, , nr. 6, p.21 (NV). 18

20 is volgens Vrieling en Bruggink 130 wel hoe in de praktijk de toets zal uitvallen wanneer een cultureel, door een particulier ingesteld, fonds zijdelings een individueel belang dient. Het aanmerken als culturele instelling gebeurt net als bij een ANBI dus op verzoek, waarbij de inspecteur beslist bij één voor bezwaar vatbare beschikking eventueel onder door hem te stellen voorwaarden. 131 Een ANBI kan met terugwerkende kracht als culturele instelling worden aangemerkt. 132 Een culturele instelling wordt door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking niet meer als zodanig aangemerkt met ingang van het tijdstip waarop deze instelling zich niet langer (nagenoeg) uitsluitend richt op cultuur. 133 Het aanmerken van een instelling als een culturele instelling en het niet meer als zodanig aanmerken wordt op een daartoe geschikte wijze publiek bekend. 134 Instellingen die als culturele instelling zijn aangemerkt worden op de door de Belastingdienst gepubliceerde ANBI-lijst op van een herkenningsteken voorzien. 135 Het aanmerken van een ANBI als een culturele instelling is onder andere van belang voor de multiplier van de giftenaftrek in zowel de inkomstenbelasting 136 als in de vennootschapsbelasting 137. Belastingplichtigen te goeder trouw zullen voor de toepassing van de giftenaftrek vertrouwen kunnen ontlenen aan het herkenningsteken als culturele instellingen op de ANBI-lijst. 138 Verder is het zijn van culturele instelling van belang voor de bestedingsreserve in artikel 12 van de Wet VPB en de keuze voor een integrale belastingplicht in de vennootschapsbelasting 139. De culturele instelling komt dus voor meer/ruimere faciliteiten in aanmerking dan de gewone ANBI, waardoor instellingen er veel aan gelegen zal zijn indien mogelijk aangemerkt te worden als culturele instelling. Dit zal ongetwijfeld leiden tot procedures met de vraag of er sprake is van een hoogwaardig cultuuraanbod dat voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. 140 De staatssecretaris verwacht desondanks weinig uitvoeringsproblemen en hij vermeldt dat er ter voorkoming van misbruik enkele aanvullende voorwaarden in de VPB zijn opgenomen. 141 De vraag is of er door de ruimere faciliteiten voor culturele instellingen ten opzichte van gewone ANBI s geen spanning ontstaat met het gelijkheidsbeginsel. Er zijn immers ook ANBI s die zich richten op andere doelen en die ook getroffen worden door bezuinigingen. Volgens de staatssecretaris zijn culturele instellingen en andere typen ANBI s om verschillende redenen echter niet vergelijkbaar. 142 Waarom culturele instellingen en andere ANBI s niet vergelijkbaar zijn, wordt verder niet toegelicht. 130 C. Vrieling en H.R. Bruggink, Culturele instellingen, WPNR 2012/ Artikel 5b, zesde lid AWR. 132 Artikel 1d, tweede lid UR AWR. 133 Artikel 5b, zevende lid AWR. 134 Artikel 1d, derde lid UR AWR. 135 Kamerstukken П 2011/12, , nr. 3, p.26 (MvT). 136 Artikel 6.39a Wet IB. 137 Artikel 16 Wet VPB. 138 Kamerstukken П 2011/12, , nr. 17, p.14, brief Staatssecretaris van Financiën met als bijlage een toelichting op de conceptuitvoeringsregeling Geefwet. 139 Artikel 2, negende lid Wet VPB. 140 Zie bijvoorbeeld NOB-commentaar op het wetsvoorstel Geefwet en op ANBI s en andere maatschappelijke organisaties gerichte voorstellen in het Belastingplan 2012 en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012, 5 oktober 2011, p over de vraag wat cultuur is en wat een hoogwaardig cultuuraanbod is. 141 Kamerstukken П 2011/12, , nr. 6, p.22 (NV). 142 Kamerstukken П 2011/12, , nr. 6, p.23 (NV). 19

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage,

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, NR. DB 2012/181 ONDERWERP Wijziging van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting

Nadere informatie

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten 5 april 2013 mr. Carina Vrieling cv@carinavrieling.nl 1 ANBI-kwalificatie Vereisten: algemeen nut > 90% ( nagenoeg uitsluitend,

Nadere informatie

Thema ANBI Netwerkbijeenkomst Instituut Fondsenwerving FI. Jack van Tilborg. Belastingdienst Team ANBI s-hertogenbosch.

Thema ANBI Netwerkbijeenkomst Instituut Fondsenwerving FI. Jack van Tilborg. Belastingdienst Team ANBI s-hertogenbosch. Thema ANBI Netwerkbijeenkomst Instituut Fondsenwerving FI 16 februari 2012 Jack van Tilborg Belastingdienst Team ANBI s-hertogenbosch Algemeen Nut Beogende Instellingen Algemeen belang Open norm Ingevuld

Nadere informatie

* * Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling. Belastingdienst. Waarom dit formulier?

* * Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling. Belastingdienst. Waarom dit formulier? Belastingdienst Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling Waarom dit formulier? Met dit formulier vraagt u een beschikking Algemeen nut beogende instelling (ANBI) aan. Met deze beschikking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 006 Wijziging van enkele belastingwetten (Geefwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Vul bij een aanvraag voor een groepsbeschikking de gegevens in van de aanvragende instelling. Stichting Netwerk Maasduinen

Vul bij een aanvraag voor een groepsbeschikking de gegevens in van de aanvragende instelling. Stichting Netwerk Maasduinen Belastingdienst Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling Waarom dit formulier? Met dit formulier vraagt u een beschikking Algemeen nut beogende instelling (ANBI) aan. Met deze beschikking

Nadere informatie

Fiscale voordelen voor Algemeen Nut Beogende Instellingen. mr. Gideon Gruijters ANBI-REGELING

Fiscale voordelen voor Algemeen Nut Beogende Instellingen. mr. Gideon Gruijters ANBI-REGELING Fiscale voordelen voor Algemeen Nut Beogende Instellingen mr. Gideon Gruijters ANBI-REGELING Inhoud 1. Voorwaarden om als ANBI-instelling te kunnen worden aangemerkt 2. Nieuwe voorwaarde per 1 januari

Nadere informatie

Belastingdienst. Bijlagen Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen

Belastingdienst. Bijlagen Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen Belastingdienst Bijlagen Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen Bijlage 1.1 bij het Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen Artikel (in volgorde schema ANBI)

Nadere informatie

Leidraad voor het opstellen van een beleidsplan. Opzet van het beleidsplan

Leidraad voor het opstellen van een beleidsplan. Opzet van het beleidsplan Leidraad voor het opstellen van een beleidsplan Om te kunnen worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) dient de instelling onder andere te beschikken over een actueel beleidsplan.

Nadere informatie

6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver. Bachelorscriptie Fiscale Economie. De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status

6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver. Bachelorscriptie Fiscale Economie. De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status 6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver 3 e jaar Bachelor Bachelorscriptie Fiscale Economie 2 e semester De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status Kees Kwakman 5755034 1. Inleiding

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XV

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XV INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / XV Hoofdstuk 1 Inleiding / 1 1.1 Het belang van filantropie / 1 1.2 Enkele cijfers over de filantropische sector / 2 1.3 Rechtvaardigingen

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen

Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen Besluit / beleidsregel, Fiscaal 16-12-2009 Inkomstenbelasting Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 641 Wet van 22 december 2011 tot wijziging van enkele belastingwetten (Geefwet) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Gemeenten en de ANBI (algemeen nut beogende instelling) status.

Gemeenten en de ANBI (algemeen nut beogende instelling) status. Bijlage Gemeenten en de ANBI (algemeen nut beogende instelling) status. Stand van zaken eind 2010 Zeventien Nederlandse gemeenten hebben de status van "algemeen nut beogende instelling". Burgers kunnen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12737 22 juni 2012 Wijziging van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting,

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Giften

Inkomstenbelasting. Giften Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 27 november 2008, nr. CPP2008/2130M, Stcrt.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36877 30 december 2014 Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen 19 december 2014 nr. BLKB2014/1415M

Nadere informatie

Anbi anno 2012: wet- en regelgeving prof. dr. S.J.C. Hemels 1

Anbi anno 2012: wet- en regelgeving prof. dr. S.J.C. Hemels 1 Anbi anno 2012: wet- en regelgeving prof. dr. S.J.C. Hemels 1 samenvatting In de op 22 juni 2012 gepubliceerde Uitvoeringsregeling Geefwet krijgen anbi's meer mogelijkheden voor commerciële activiteiten

Nadere informatie

Toelichting. I. Algemeen

Toelichting. I. Algemeen Toelichting I. Algemeen Algemeen nut beogende instelling De definitie van een algemeen nut beogende instelling (ANBI) is bij de Geefwet met ingang van 1 januari 2012 verplaatst van de Wet IB 2001 naar

Nadere informatie

- Onderdeel 4 (oud) is vervallen. Dit onderdeel had een voorlichtend karakter en bevatte geen beleid.

- Onderdeel 4 (oud) is vervallen. Dit onderdeel had een voorlichtend karakter en bevatte geen beleid. Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 19 december 2014, nr. BLKB2014/1415M, De Staatssecretaris van Financiën heeft

Nadere informatie

Tip! Een culturele instelling kan gebruikmaken van de winstvrijstelling, ook als gekozen is voor volledige belastingplicht.

Tip! Een culturele instelling kan gebruikmaken van de winstvrijstelling, ook als gekozen is voor volledige belastingplicht. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten. Zo kunt u tijdig inspelen op veranderingen en hiermee uw voordeel doen. Een aantal

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2014)

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2014) 33 753 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2014) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

De Geefwet nader beschouwd

De Geefwet nader beschouwd De Geefwet nader beschouwd Wat is de invloed van de per 1 januari 2012 ingevoerde Geefwet op het gedrag van culturele instellingen? Naam: A.S.T. Kamphorst Administratienummer: 710281 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

De Geefwet. Een onderzoek naar de invloed van de Geefwet op het gedrag van culturele instellingen. door. Dominique van Haperen (ANR 14 45 96)

De Geefwet. Een onderzoek naar de invloed van de Geefwet op het gedrag van culturele instellingen. door. Dominique van Haperen (ANR 14 45 96) De Geefwet Een onderzoek naar de invloed van de Geefwet op het gedrag van culturele instellingen door Dominique van Haperen (ANR 14 45 96) Afstudeerscriptie Fiscaal Recht In het openbaar te verdedigen

Nadere informatie

Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014. Denk ondernemend. Denk Bol.

Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014. Denk ondernemend. Denk Bol. Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014 Denk ondernemend. Denk Bol. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten.

Nadere informatie

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, NR. DB 2013/366 M ONDERWERP Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene

Nadere informatie

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten. Zo kunt u tijdig inspelen op veranderingen en hiermee uw voordeel doen. Een aantal

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Giften

Inkomstenbelasting. Giften Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 21 december 2007 nr. CPP2007/2873, Stcrt.

Nadere informatie

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 Per 1 januari 2012 zijn verschillende belastingregels voor culturele instellingen veranderd, sommige verbeterd, andere verslechterd. De meeste veranderingen

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Verenigingen en Stichtingen Blijf op de hoogte. whitepaper

Verenigingen en Stichtingen Blijf op de hoogte. whitepaper Verenigingen en Stichtingen 2017 Blijf op de hoogte whitepaper In dit whitepaper: Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36337 18 december 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2014, 2014-0000185641,

Nadere informatie

Commerciële activiteiten en een ANBI-status, verhinderd of niet?

Commerciële activiteiten en een ANBI-status, verhinderd of niet? Commerciële activiteiten en een ANBI-status, verhinderd of niet? De invloed van commerciële activiteiten op een ANBI-status en de tussenkomst van de Geefwet hierop. Naam: Leonie Zevenbergen Studentnummer:

Nadere informatie

CBF 8 december 2011 Prof. dr. Sigrid Hemels. Geefwet en de gevolgen voor fondsenwervende instellingen

CBF 8 december 2011 Prof. dr. Sigrid Hemels. Geefwet en de gevolgen voor fondsenwervende instellingen CBF 8 december 2011 Prof. dr. Sigrid Hemels Geefwet en de gevolgen voor fondsenwervende instellingen Twee soorten aftrekbare giften 1. Periodieke giften: Bij notariële akte Geven gedurende vijf of meer

Nadere informatie

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 Per 1 januari 2012 zijn verschillende belastingregels voor culturele instellingen veranderd, sommige verbeterd, andere verslechterd. De meeste veranderingen

Nadere informatie

ALGEMEEN NUT BEOGENDE INSTELLING

ALGEMEEN NUT BEOGENDE INSTELLING ALGEMEEN NUT BEOGENDE INSTELLING Ernst-Jan de Roest belastingadviseur Mazars Eindhoven 1 Agenda Wie komt er in aanmerking voor een ANBI status Voordelen ANBI-status schenker / ontvanger Culturele instelling

Nadere informatie

BELASTINGVOORDELEN VOOR CULTURELE INSTELLINGEN IN BELASTINGPLANNEN 2012

BELASTINGVOORDELEN VOOR CULTURELE INSTELLINGEN IN BELASTINGPLANNEN 2012 BELASTINGVOORDELEN VOOR CULTURELE INSTELLINGEN IN BELASTINGPLANNEN 2012 Op Prinsjesdag heeft het kabinet de belastingplannen voor 2012 gepresenteerd. Daarin worden verschillende belastingvoordelen voor

Nadere informatie

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, PM 2013

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, PM 2013 M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N C O N C E P T DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, PM 2013 NR. DB 2013/ M ONDERWERP Wijziging van de Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Als uw instelling bijdraagt aan het algemeen belang

Als uw instelling bijdraagt aan het algemeen belang Als uw instelling bijdraagt aan het algemeen belang Zet uw instelling zich in voor algemeen nuttige doelen? Uw instelling heeft belastingvoordelen, als wij uw instelling aanwijzen als algemeen nut beogende

Nadere informatie

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING Algemene Leden Vergadering VSCD 21 november 2011 Dr. Dick Molenaar / All Arts Belastingadviseurs 1 ANBI-STATUS Algemeen nut beogende instelling Voordelen:

Nadere informatie

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING Algemene Leden Vergadering VSCD 21 november 2011 Dr. Dick Molenaar / All Arts Belastingadviseurs 1 ANBI-STATUS Algemeen nut beogende instelling Voordelen:

Nadere informatie

Bijgaand gelieve u een opsomming met een korte beschrijving van fiscale goedkeuringen en vrijstellingen aan te treffen.

Bijgaand gelieve u een opsomming met een korte beschrijving van fiscale goedkeuringen en vrijstellingen aan te treffen. Inventarisatie fiscale regelingen voor sportverenigingen Tijdens de ALV op 22 november 2012 is gevraagd om een inventarisatie van de fiscale faciliteiten voor sportverenigingen. Die vraag kwam op toen

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 9 september 2013

No.W /III 's-gravenhage, 9 september 2013 ... No.W06.13.0259/III 's-gravenhage, 9 september 2013 Bij Kabinetsmissive van 3 september 2013, no.13.001794, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

De Geefwet. Afbakening en toetsing

De Geefwet. Afbakening en toetsing De Geefwet Afbakening en toetsing Hoe verhouden de verschillende definities en fiscale behandeling van de ANBI, culturele instelling, SBBI en steunstichting SBBI zich tot elkaar en sluit de huidige Geefwet

Nadere informatie

Datum 3 juni 2009 Referentie NOV/RH/EB Betreft Wijziging Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten

Datum 3 juni 2009 Referentie NOV/RH/EB Betreft Wijziging Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten Commissieleden Financiën Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 3 juni 2009 Referentie NOV/RH/EB Betreft Wijziging Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten Geacht

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003

Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 1 Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Directoraat-generaal

Nadere informatie

December Tax Alert. Personal tax services. Wetswijzigingen per 2012 voor Algemeen Nut Beogende Instellingen, stichtingen en verenigingen

December Tax Alert. Personal tax services. Wetswijzigingen per 2012 voor Algemeen Nut Beogende Instellingen, stichtingen en verenigingen December 2011 Tax Alert Personal tax services Wetswijzigingen per 2012 voor Algemeen Nut Beogende Instellingen, stichtingen en verenigingen Deze Tax-alert geeft een samenvatting van de regelgeving voor

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting Steunfonds Paardrijden voor Gehandicapten

Beleidsplan Stichting Steunfonds Paardrijden voor Gehandicapten Beleidsplan Stichting Steunfonds Paardrijden voor Gehandicapten Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doelstelling... 2 3. Werkzaamheden... 2 3.1 Activiteiten... 2 3.2 Activiteiten in de toekomst... 2 4.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20451 16 juli 2013 Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 12 juli 2013 Nr. DB

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 3. 1. Ciske de Rat Foundation 4. 2. Strategie 4. 2.1. Kernprincipes en uitgangspunten 4. 2.2. Statutaire doelstelling 4

Inhoud. Inleiding 3. 1. Ciske de Rat Foundation 4. 2. Strategie 4. 2.1. Kernprincipes en uitgangspunten 4. 2.2. Statutaire doelstelling 4 Beleidsplan Ciske de Rat Foundation 2014 2018 1 Inhoud Inleiding 3 1. Ciske de Rat Foundation 4 2. Strategie 4 2.1. Kernprincipes en uitgangspunten 4 2.2. Statutaire doelstelling 4 2.3. Afwezigheid van

Nadere informatie

Governanceregeling SOD Fonds & K&O Fie van der Hoop Fonds

Governanceregeling SOD Fonds & K&O Fie van der Hoop Fonds Governanceregeling SOD Fonds & K&O Fie van der Hoop Fonds BELEID 1 Beleid A. Het bestuur stelt jaarlijks een beleidsplan op. Er wordt tevens een meer-jaren beleidsplan opgesteld voor een periode van minimaal

Nadere informatie

Beleidsplan 2016-2018

Beleidsplan 2016-2018 Stichting De Zeven Werken Beleidsplan 2016-2018 Eindhoven, november 2015 Inhoud 1. Voorwoord... 2 2. Stichting De Zeven Werken... 3 2.1. Visie... 3 2.2. Doelstelling... 3 2.3. Werkzaamheden... 3 3. Het

Nadere informatie

Beleidsplan

Beleidsplan Beleidsplan 2015-2020 Inhoudsopgave Beleidsplan 2015-2020... 1 Inleiding... 2 Missie... 2 Visie... 2 Strategie... 3 Kernprincipes van de instelling... 3 Beleid... 4 Te verrichten werkzaamheden van de Stichting...

Nadere informatie

Bijeenkomst KNR 26 maart 2014. Vermogensbeheer / ANBI

Bijeenkomst KNR 26 maart 2014. Vermogensbeheer / ANBI Bijeenkomst KNR 26 maart 2014 Vermogensbeheer / ANBI 1 Agenda 9.30 Ontvangst 10.00 Opening bijeenkomst 10.05 Korte toelichting mantelcontacten vermogensbeheer 10.15 Vermogensbeheer door prof. Rob Bauer

Nadere informatie

SAMENWERKINGSCONVENANT ANBI en Erkenningsregeling goede doelen

SAMENWERKINGSCONVENANT ANBI en Erkenningsregeling goede doelen SAMENWERKINGSCONVENANT ANBI en Erkenningsregeling goede doelen Belastingdienst, Goede Doelen Nederland, Nederland Filantropieland en Toezichthouder CBF Samenwerkingsconvenant Goede Doelen Nederland, Nederland

Nadere informatie

Fiscale aspecten. Stichting en Vereniging. Mr. drs.theo C.J.M. van Vugt ESJ Accountants & Belastingadviseurs 11 April 2016

Fiscale aspecten. Stichting en Vereniging. Mr. drs.theo C.J.M. van Vugt ESJ Accountants & Belastingadviseurs 11 April 2016 Fiscale aspecten Stichting en Vereniging Mr. drs.theo C.J.M. van Vugt ESJ Accountants & Belastingadviseurs 11 April 2016 Bonte verzameling (Professionele) ANBI/FONDSWERVERS/CULTURELE INSTELLINGEN (Amateur)

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

De fiscale behandeling van non-profitorganisaties en het verbod op staatssteun

De fiscale behandeling van non-profitorganisaties en het verbod op staatssteun De fiscale behandeling van non-profitorganisaties en het verbod op staatssteun Leidt de fiscale behandeling van non-profitorganisaties in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot onverenigbare staatssteun

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69005 29 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 29 december 2016, nr. 2016-0000223377, tot wijziging

Nadere informatie

Beleidsplan 2015-2017

Beleidsplan 2015-2017 Beleidsplan 2015-2017 Inhoud 1. Inleiding 2. Strategie 2.1 Kernprincipes 3. Beleid 3.1 Te verrichten werkzaamheden 3.2 Werving en beheer van gelden 3.3 Vermogen van de instelling 3.4 Bestedingsbeleid 3.5

Nadere informatie

Inkomstenbelasting 2001 en Belastingdienst 2003

Inkomstenbelasting 2001 en Belastingdienst 2003 Bijlage 1 ANBI-regeling zoals gepubliceerd in de Staatscourant 22 Wijziging Uitvoeringsregeling Inkomstenbelasting 2001 en Belastingdienst 2003 Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken; directie Directe

Nadere informatie

Ik heb er kennis van genomen dat Nieuwsuur en andere media hierover hebben bericht.

Ik heb er kennis van genomen dat Nieuwsuur en andere media hierover hebben bericht. 2018Z08191 Vragen van de leden Omtzigt, Pieter Heerma en Van Toorenburg (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over de As Soennah moskee die onder de Nederlandse wet aangemerkt is als goed doel (ingezonden

Nadere informatie

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie.

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. De modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen leidt

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001

Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 1 Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken; directie Directe Belastingen Besluit 20 november 2007,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 810 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 6 september 2011

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften 1 2 BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt

Nadere informatie

Beleidsplan 2015-2018

Beleidsplan 2015-2018 STICHTING ELIZABETH FOUNDATION Beleidsplan 2015-2018 Versie 1.0 9-12-2015 In het beleidsplan legt het bestuur van de Elizabeth Foundation het actuele beleid vast. Het beleidsplan is vastgesteld in de bestuursvergadering

Nadere informatie

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 7 de maart 2012 no. 12/1758, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling. DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012 > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Zusje s Stichting. Beleidsplan

Zusje s Stichting. Beleidsplan Zusje s Stichting Beleidsplan 2018-2020 1 mei 2018 1. Inleiding 1.1. Doelstelling Zusje s Stichting is op 21 juli 2011 opgericht en heeft tot doel goede doelen, instellingen (waaronder ook soortgelijke

Nadere informatie

ANBI voorwaarden De ANBI voorwaarden waaraan de kerk, gemeenten en diaconieën moeten voldoen zijn: ANBI Nieuwsbrief

ANBI voorwaarden De ANBI voorwaarden waaraan de kerk, gemeenten en diaconieën moeten voldoen zijn: ANBI Nieuwsbrief ANBI Nieuwsbrief Kerkelijk bureau Hersteld Hervormde Kerk Vendelier 51-D 3905 PC Veenendaal Tel: (0318) 50 55 41 ANBI Algemeen Sinds 1 januari 2008 bestaat er een regeling voor Algemeen Nut Beogende Instellingen

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (Wet modernisering Vpb-plicht

Nadere informatie

Anbi na de Geefwet prof. dr. S.J.C. Hemels 1

Anbi na de Geefwet prof. dr. S.J.C. Hemels 1 Anbi na de Geefwet prof. dr. S.J.C. Hemels 1 De Geefwet (Stb 2011, 641) heeft ervoor gezorgd dat de wereld er in 2012 voor algemeen nut beogende instellingen (hierna: anbi s) weer anders uitziet. Het grote

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 245 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2012) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 8 juni 2012 Het

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/36747

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 3 40 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 00) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder zijn

Nadere informatie

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld juni De voorzitter van de commissie, Duisenberg. De adjunct-griffier van de commissie, Bartman

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld juni De voorzitter van de commissie, Duisenberg. De adjunct-griffier van de commissie, Bartman Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 34552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld juni 2017

Nadere informatie

SAM ENWERKINGSCONVENANT. Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) Belastingdienst. Utrecht, 15 december 2017

SAM ENWERKINGSCONVENANT. Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) Belastingdienst. Utrecht, 15 december 2017 SAM ENWERKINGSCONVENANT Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) en Belastingdienst Utrecht, 15 december 2017 - het Samenwerkingsconvenant do en BELASTINGDIENST Het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken,

Nadere informatie

Beleidsplan. Stichting Dag van de BHV. Versie 1.0 d.d. 27 mei 2019

Beleidsplan. Stichting Dag van de BHV. Versie 1.0 d.d. 27 mei 2019 Beleidsplan Stichting Dag van de BHV 2019 Versie 1.0 d.d. 27 mei 2019 INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD... 3 2. ALGEMENE GEGEVENS EN BESTUUR... 4 2.1 ALGEMENE GEGEVENS... 4 2.2 BESTUUR 2019... 4 3. MISSIE, VISIE

Nadere informatie

BELEIDSPLAN STICHTING HERMAN VAN VEEN ARTS CENTER FONDS

BELEIDSPLAN STICHTING HERMAN VAN VEEN ARTS CENTER FONDS BELEIDSPLAN STICHTING HERMAN VAN VEEN ARTS CENTER FONDS 1 1 Inleiding In dit beleidsplan leggen het bestuur en de directie van de Stichting Herman van Veen Arts Center Fonds het actuele beleid vast. Dit

Nadere informatie

- het vermogen mag niet als persoonlijk vermogen worden aangewend; (Dit blijkt voldoende uit de kerkorde.) ANBI Nieuwsbrief

- het vermogen mag niet als persoonlijk vermogen worden aangewend; (Dit blijkt voldoende uit de kerkorde.) ANBI Nieuwsbrief ANBI Nieuwsbrief Kerkelijk bureau Hersteld Hervormde Kerk Vendelier 51-D 3905 PC Veenendaal Tel: (0318) 50 55 41 ANBI algemeen Sinds 1 januari 2008 bestaat er een regeling voor Algemeen Nut Beogende Instellingen

Nadere informatie

Anbi-wetgeving in strijd met de vrijheid van kapitaalsverkeer? prof. dr. S.J.C. Hemels 1

Anbi-wetgeving in strijd met de vrijheid van kapitaalsverkeer? prof. dr. S.J.C. Hemels 1 Anbi-wetgeving in strijd met de vrijheid van kapitaalsverkeer? prof. dr. S.J.C. Hemels 1 Op 6 april 2011 publiceerde de Europese Commissie (hierna: EC) een persbericht waarin de EC aankondigde Nederland

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding 2. Anbi 3. Inkomstenbelasting/Prinsjesdag

Inhoud. 1. Inleiding 2. Anbi 3. Inkomstenbelasting/Prinsjesdag Inhoud 1. Inleiding 2. Anbi 3. Inkomstenbelasting/Prinsjesdag Waarom de anbi-status? - Vrijstelling schenk- en erfbelasting - Giftenaftrek in de IB en de Vpb - Overdrachtsbelasting - Vennootschapsbelasting

Nadere informatie

STICHTING LANDA FOUNDATION BELEIDSPLAN

STICHTING LANDA FOUNDATION BELEIDSPLAN STICHTING LANDA FOUNDATION BELEIDSPLAN Adresgegevens organisatie: Theo van Loonstraat 10 7552 GN Hengelo (Overijssel) Email: ar.braun@telfort.nl Telefoonnummer: 074-2914448 Inhoud 1 Inleiding...3 2 Strategie...3

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

GEEFWET, BELASTINGPLAN EN OVERIGE FISCALE MAATREGELEN 2012

GEEFWET, BELASTINGPLAN EN OVERIGE FISCALE MAATREGELEN 2012 GEEFWET, BELASTINGPLAN EN OVERIGE FISCALE MAATREGELEN 2012 De Federatie van Werkgeversinstellingen in de Cultuur (kortweg Federatie Cultuur) heeft met belangstelling kennis genomen van de op Prinsjesdag

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 207 Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van

Nadere informatie

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) I. Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 12bis Belastbare

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 464 Besluit van 20 november 2014 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 in verband met de vastlegging van de informatieplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2269 Vragen van de leden

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

12345 Verzoek Teruggaaf energiebelasting

12345 Verzoek Teruggaaf energiebelasting 12345 Verzoek Teruggaaf energiebelasting Waarom dit formulier U kunt met dit formulier teruggaaf vragen van 50% van de energiebelasting die u hebt betaald voor aardgas en elektriciteit die u hebt gebruikt

Nadere informatie