Ieder onderdeel duurt ± 15 minuten. Na die 15 minuten wisselen de groepen van onderdeel. Het partijspel is na de 3 onderdelen en duurt ± 15 minuten. Onderdeel 1: Balgevoel Verschillende dribbeloefeningen en kappen en draaien Onderdeel 2: 1-tegen-1 Het verwerken van de bal; richtingsveranderingen Onderdeel 3: Afronden op doel Inspelen en afronden Partijspel 4-tegen-4
Spelerslijst EWC F-pupillen najaar 2010 # Naam Roepnaam Aanwezig Afwezig Afgemeld 1 Boskamp Kevin X 2 Broere Ruben X 3 Lieshout van Daan X 4 Linders Michael X 5 Peeters Sil X 6 Reiniers Tristan X 7 Reiniers Wilco X 8 Weijs Freek X 9 Hebben Wes X 10 Valckx Giel X 11 Weijs Joost X 12 Duijnhoven van Hendrik X 13 Nijsen Cas X 14 Rombouts Rick X 15 Wijers Rik X 16 Wijnhoven Lars X 17 Nijsen Reno X 18 Daniëls Rick X 19 Arntz Dion X 20 Simons Kevin X 21 Camps Remco X 22 Appelman Sem X 23 Reusen Sylvan X 24 Martens Daan X Trainers EWC F-pupillen najaar 2010 # Naam Aanwezig Afwezig 1 Willem Janssen X 2 Tontje Hebben X 3 Christian Wijers X 4 Anke Krebbers X 5 Rob Stevens 6 Jerry Driessen X 7 Luuk Koppes X
Onderdeel 1: Balgevoel Dribbelparcours met slalommen (basisbewegingen), halve draaien, snel voetenwerk en mikken Onderdeel 1: basisbewegingen De spelers slalommen tussen de stokken op de volgende manieren: 1. Steeds de bal met binnenkant voet kappen, dus beide benen gebruiken. 2. Alleen de rechtervoet gebruiken, dus afwisselend binnenkant en buitenkant kappen 3. Alleen de linkervoet gebruiken, dus afwisselend binnenkant en buitenkant kappen 4. De bal steeds met de voetzool voorlangs rollen, dus beide benen gebruiken. Onderdeel 2: halve draaien De spelers voeren bij elke lijn een halve draai uit, de volgende bewegingen: 1. Kappen binnenkant voet 2. Kappen buitenkant voet 3. Afwisselend binnenkant/buitenkant voet kappen 4. Bal achter het standbeen rollen Onderdeel 3: snel voetenwerk De spelers maken snelle tussentikken tussen de 2 pylonen. Onderdeel 4: mikken De spelers proberen de bal in het kleine doeltje te schieten
Onderdeel 2: 1 tegen 1 Het verwerken van de bal; trainen van de 1 e aanname De zwarte speler in de tekening speelt de bal naar de grijze speler. De grijze speler neemt de bal aan en probeert op één van beide doeltjes te scoren. De zwarte speler wordt verdediger. De grijze speler mag pas op één van beide doeltjes scoren als hij in het aanvalsvak gedribbeld is (dus achter de blauwe pylonen). Als de zwarte speler de bal afpakt, dan mag hij meteen scoren. Het duel eindigt als er gescoord wordt, als de bal buiten het speelveld gaat of als er 20 sec is gespeeld. Na de actie wisselen de spelers van functie. Eerst zonder punten; later competitievorm. Wie scoort de meeste doelpunten? Coaching De speler in balbezit moet dus proberen om zo snel mogelijk te scoren. Het gaat er om dat deze speler de verdediger op snelheid klopt of hem op het verkeerde been zet door richtingsveranderingen (halve draaien). 1. De eerste aanname is belangrijk, neem de bal gelijk mee naar de zijkant, zodat je snel kunt scoren 2. Probeer zoveel mogelijk snelheid te maken/houden. Na het kappen gelijk doorversnellen en scoren 3. Blijf goed kijken waar de verdediger zit, overzicht houden tijdens het dribbelen 4. Zorg ervoor dat je de bal altijd goed afschermt voor je tegenstander, je lichaam tussen de verdediger en de bal 5. Willen scoren, willen winnen van je tegenstander
Onderdeel 3: Afronden op doel Inspelen en afronden op doel 1. Speler 1 speelt de bal met binnenkant voet naar speler 2 (lijn 1). 2. Speler 2 neemt de bal aan met rechts, en speelt vervolgens de bal met binnenkant voet door naar speler 3 (lijn 2). 3. Speler 3 neemt de bal aan met links (lijn 3), zo dat hij daarna meteen met rechts op doel kan schieten (lijn 4). 4. Alle spelers schuiven 1 positie door, speler 3 die op doel geschoten heeft haalt zijn eigen bal en sluit weer aan bij het groepje onderin de tekening. Daarna ook de spelers laten starten van de andere kant. Dan moeten ze dus steeds het andere been gebruiken dan hierboven wordt beschreven. Later ook wedstrijdvorm. Wie scoort de meeste doelpunten? Belangrijk is om te coachen op een goede inspeelpass en een goede balaanname. Let er ook op dat de spelers klaar staan om de bal te ontvangen, dus op de voorvoeten staan. Houd ook een beetje tempo in de oefening.