Een educatieve portaalsite voor Vlaanderen : haalbaarheidsstudie



Vergelijkbare documenten
Bijlage 2: Fiches KlasCement, Lerareninfo, Letop!, Kennisnet en Primary Resources

ZELF EEN WEBLOG MAKEN

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Wat is een Weblog (blog)

Functiebeschrijving mentor

DOKEOS ISBO Leerplatform Studentenhandleiding

Hoofdstuk 1. Hoe vind ik mijn weg in de map 'Leerzorg'? Handleiding

Concept. Google Sites Handleiding

2/03/2018 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE

Open kenniskring jongvolwassenen

Opdracht 1. a) Van welk tijdstip is het nieuwste bericht op AD.nl? ... b) Wat zou ongeveer de deadline zijn geweest van het papieren AD? ...

Ook jouw activiteiten in de kalender op Retie.be! Handleiding bij het invoeren

De 10 basiscompetenties van de leraar

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

1. ICT in de Beleidsnota van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Opdracht 1. a. Noteer twee overeenkomsten in de keuze van de artikelen b. Vind twee verschillen in de keuze van de artikelen 1...

Snel aan de slag. Een praktische handleiding voor beginnende gebruikers met handige screenshots. Ideaal om naast je computer te bewaren.

Handleiding Melkvee Connect

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. HetSchoolvoorbeeld 2.1. Websites voor het onderwijs. Websites Social media Mediawijsheid Grafisch ontwerp

PC/KD -project: Resultaten op basis van de bevraging Samenvatting. Geraldine Clarebout Jan Elen

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. Versie juni Websites voor het onderwijs. Meest recente uitgave: www. hetschoolvoorbeeld.

Een nieuw intranet. voor stad en OCMW SYNTHESEBROCHURE

'RNHRV6WXGHQWHQKDQGOHLGLQJ

Online toepassing Sociaal Tolken & Vertalen IN-Gent - Handleiding voor profielen aanvrager en departementshoofd -

Informatievaardigheden

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

JOBSITE Handleiding ( )

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Bloggen jullie ook? Je tikt in google blogger en je neemt de eerste webpagina

Gebruikershandleiding - ouders. Waar vind ik SmartSchool?

Briefing V1. interactieve content

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum

Websites aanpassen. Voor iedereen.

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

De Programma-matrix. Functie van de Programma-matrix

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke Lerarenopleiding_SLO

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Wat kan ik als cultuuraanbieder met?

De Kleine WordPress Handleiding

WELKOM OP STREAM! DE ONLINE COMMUNITY OVER TAAL EN ONDERWIJS IN FRYSLÂN!

De voordelen van Drupal

Gebruikershandleiding Mijn Onderwijs 2.0 en gebruikersbeheer

Snel van start met Linkedin?

Bijlage 4: Verslagen focusgroepen

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

17/02/2017 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE

Typ ovsg smarties in het google zoekvak. Of typ het adres rechtstreeks in internet explorer.

HANDLEIDING VITRINE VOOR TOEGANGSBEHEERDERS BIJ PARTNERS

M2DESK BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

PROSE Online Diagnostics System

Web applicatie Tolk- en vertaalaanvragen: Handleiding voor aanvragers SVBBO

Samenwerken over sectoren heen

HANDLEIDING OUDER.SFEVERGEM.BE

Functiebeschrijving beleidsmedewerker

1 Handleiding LIMO Faculteit Architectuur KU Leuven, campus Sint-Lucas Brussel

Gebruikershandleiding Mijn Onderwijs 2.0 en gebruikersbeheer

Inhoudsopgave. Wegwijzer voor Google Documenten/Agenda/Sites

Gedifferentieerde leertrajecten

Handleiding. HR3P Competentiematrix

Handleiding SEO controle & Publiceren blog-artikelen Wageningen UR blog. Oktober 2015

Educatieve collectie. Bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen i.s.m Dienst Onderwijs Provincie Vlaams-Brabant

Bijlage 9: Verslagen van de gesprekken met medewerkers van educatieve uitgeverijen

Inhoud van deze handleiding

HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING?

Appraisal. Datum:

Ik weet dat het soms best wel allemaal wat ingewikkeld kan lijken.

STAP VOOR STAP DOOR HET DIGITALE SCRIPTIEPROCES. Handleiding UGO. Handleiding geschikt voor Bèta-versie UGO

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

hoe u kunt zoeken naar informatie; hoe u gevonden informatie kunt beoordelen op betrouwbaarheid.

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

MIJN BIBLIOTHEEK. Introductie tot MIJN BIBLIOTHEEK. Maak van de bib nog meer jouw bib dankzij Mijn Bibliotheek! oktober 2015

4. Niet de moedertaal maar wel de gekozen taalcategorie bepaalt de taal die zal gebruikt worden doorheen de wedstrijd.

Handleiding HBO GO V.2

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Missie van KlasCement leraar leermiddelennetwerk onderwijs vakkundig onderhouden verbindt Europees

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

Handleiding SEO controle & Publiceren blog-artikelen Wageningen UR blog. Oktober 2015

MOTUS- APP: De gebruikersgids

LinkedIn - hoe meld ik mij aan?

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten

Checkit maakt u vindbaar!

Monitoring en Engagement met BeSocialEasy.

1. Functionele gehelen

E-PROCUREMENT GEBRUIKERSBEHEER

20/11/2015 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE

Studiewijzer Diversiteit

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er?

Gratis e-book Checklist Webteksten Door René Greve, Webteksten en SEO, (

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

GEBRUIKSAANWIJZING WEBSITE

Handleiding digitaal dossier

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Resultaten Wie zoekt Wie op het internet onderzoek April

2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding

Social media checklist

Transcriptie:

Centrum voor Instructiepsychologie en technologie Subfaculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk E. Sabbelaan 53 8500 Kortrijk Een educatieve portaalsite voor Vlaanderen : haalbaarheidsstudie Studie in opdracht van het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap Augustus 2007 Joke Coens (wetenschappelijk medewerker) Geraldine Clarebout (promotor) Jan Elen (co-promotor)

Inhoudstafel 1. Inleiding... 1 1.1 Achtergrond en doel van het project... 1 1.2 Overzicht... 1 1.3 Wat is een (educatieve) portaalsite?... 2 2. De huidige situatie... 3 2.1 Methode... 3 2.2 Resultaten... 4 2.2.1 Model... 4 2.2.2 Het model toegepast... 6 2.3 Besluit...14 3. Verwachtingen...17 3.1 Onderzoeksmethode 1: de focusgroepen...17 3.1.1 Onderzoeksvragen...17 3.1.2 Onderzoeksmethode...17 3.1.3 Onderzoeksresultaten...20 3.1.4 Besluit...27 3.2 Onderzoeksmethode 2: de vragenlijst...29 3.2.1 Onderzoeksvragen...29 3.2.2 Onderzoeksmethode...29 3.2.3 Onderzoeksresultaten...35 3.2.4 Besluit...42 4. Bestaande initiatieven...45 4.1 Hoe pakken bestaande educatieve portaalsites het aan?...45 4.1.1 Inleiding...45 4.1.2 Methode...45 4.1.3 Resultaten...45 4.2 Wat denken de uitgeverijen?...48 4.2.1 Inleiding...48 4.2.2 Methode...48 4.2.3 Resultaten...48 4.3 Besluit...50 5. Algemeen besluit...51 Referenties...55

1. Inleiding Dit eindrapport is de weergave van het HEP-project (haalbaarheidsstudie voor de ontwikkeling van een educatieve portaalsite). Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van het Departement Onderwijs en Vorming. Het project is gestart op 18 december 2006 en had een looptijd van 8 maanden. 1.1 Achtergrond en doel van het project Vanaf 1 september 2007 worden in het Vlaamse basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs de leergebied-/vakoverschrijdende ICT-eindtermen ingevoerd. Deze invoering vereist dat aan een aantal belangrijke randvoorwaarden is voldaan. Eén ervan is dat leerkrachten over aangepaste software en digitale leermiddelen beschikken om in een rijke leeromgeving aan ICT-competenties te kunnen werken (Vandenbroucke, 2007). De Vlaamse overheid overweegt in dit kader de ontwikkeling van een educatieve portaalsite waarop digitale leermiddelen op een gestructureerde manier worden aangeboden. Om het beleid ter zake te ondersteunen werd een haalbaarheidsstudie aanbesteed. Deze studie heeft tot doel de verwachtingen en opvattingen van leerkrachten en relevante onderwijsactoren ten aanzien van een educatieve portaalsite systematisch te achterhalen en in kaart te brengen. 1.2 Overzicht Dit rapport beschrijft de aanpak en de resultaten van het HEP-project. Het rapport bestaat uit drie delen. In het eerste deel ligt het accent op de huidige situatie: welke educatieve portaalsites bestaan reeds en hoe zien deze eruit? Daartoe wordt in databanken gezocht naar bestaande portaalsites en onderzoek hieromtrent. Een aantal portaalsites wordt geanalyseerd. De analyse resulteert in een algemeen model voor een educatieve portaalsite. In het tweede deel staan de verwachtingen inzake een educatieve portaalsite van verschillende onderwijsactoren centraal. Deze worden in kaart gebracht door middel van focusgroepen en een online vragenlijst. In het derde deel wordt verslag uitgebracht van interviews met sleutelfiguren die in het kader van deze studie worden afgenomen. 1

1.3 Wat is een (educatieve) portaalsite? Bij aanvang van het rapport is het essentieel op te merken dat over het concept portaalsite geen consensus bestaat. Definities verschillen van elkaar en zijn niet op elkaar afgestemd (Pickett & Hamre, 2002). Algemeen kan worden gesteld dat een portaalsite een koepelterm is voor een website die toegang geeft tot andere websites en bronnen op het internet. Portaalsites kunnen worden opgebouwd rond een bepaald thema of zich richten op een specifieke doelgroep (Vandenbroucke, 2007). Dit sluit aan bij de definiëring van Steijaert (2004), die stelt dat een portaalsite een website is die als startpunt fungeert voor een bepaalde gebruiksgroep, door diverse voor hen relevante informatie en voorzieningen (op een gepersonaliseerde wijze) te bundelen. Een educatieve portaalsite richt zich in de eerste plaats op actoren uit het onderwijsveld. Op de site worden links en bronnen gebundeld die voor onderwijsactoren interessant kunnen zijn (Chamberlain, 2005). Educatieve inhoud wordt op een gestructureerde manier aangeboden. Burke (2001) definieert een educatieve portaalsite als een website die toegang geeft tot talloze hulpmiddelen (instructiematerialen, lesvoorbereidingen, nieuws) en diensten (instant messaging en e-mail) en die op een gecontroleerde manier kan worden doorzocht. 2

2. De huidige situatie Welke educatieve portaalsites bestaan al? Hoe zien deze eruit? Het is vanzelfsprekend dat, alvorens te investeren in de creatie van een educatieve portaalsite, de overheid nagaat wat het huidige aanbod is. Een eerste aspect van het HEPproject betreft dan ook het in kaart brengen van (de mogelijkheden van) bestaande initiatieven. De onderzoeksvraag die hierbij centraal staat is: Welke educatieve portaalsites met welke functionaliteiten bestaan reeds in Vlaanderen, Nederland en het Verenigd Koninkrijk? 2.1 Methode Om zicht te krijgen op het huidige aanbod aan educatieve portaalsites werd het internet doorzocht aan de hand van de zoekmachine Google (zoektermen: educatieve portaalsite, portals onderwijs, teaching resources ). Zowel het Vlaamse aanbod, het Nederlandse aanbod als het aanbod in het Verenigd Koninkrijk werden bestudeerd. Het Nederlandse aanbod werd opgenomen omwille van (a) de grote dynamiek inzake het onderwijsbetrokken ICT-gebruik in Nederland (bijv. SURF; http://www.surffoundation.nl) en (b) de vlotte toegankelijkheid ervan voor Vlaamse onderwijsactoren. Het Verenigd Koninkrijk werd in de analyses betrokken omwille van de wereldwijde invloed van BECTA (http://www.becta.org.uk). Naast het zoeken via Google, werden ook onderwijskundig-psychologische onderzoeksdatabanken geconsulteerd (ERIC, PsycInfo) om na te gaan wat het onderzoek omtrent educatieve portaalsites zegt. De search op het internet resulteerde in een lijst van bestaande initiatieven. Alle websites die in de lijst werden opgenomen, bieden op een of andere manier educatieve inhouden en/of ondersteuning aan onderwijsactoren in het algemeen en leerkrachten in het bijzonder. De lijst werd achteraf voor zover nodig aangevuld met educatieve portaalsites die eerder al gekend waren bij de opdrachtgevers van de studie of bij de onderzoekers. Alle websites werden geëxploreerd om een eerste globaal zicht te krijgen op hun mogelijkheden. Om de mogelijkheden van de bestaande educatieve portaalsites nauwkeurig in kaart te brengen, werden vijf websites (KlasCement, Lerareninfo, Letop!, Kennisnet en Primary Resources) meer systematisch bestudeerd. Om te beginnen werden ze afzonderlijk geanalyseerd. De mogelijkheden ervan werden beschreven en opgelijst. In een tweede fase 3

werden de analyses met elkaar vergeleken, wat resulteerde in een algemeen model van een educatieve portaalsite. Op basis van dit model werd vervolgens voor elke website een fiche opgesteld. Er werd gekozen voor KlasCement en Lerareninfo omdat deze websites kunnen worden beschouwd als de groten in Vlaanderen (KlasCement heeft meer dan 20.000 geregistreerde leden, Lerareninfo meer dan 9.000 geregistreerde forumgebruikers). Letop! is eveneens een Vlaamse educatieve portaalsite en werd opgenomen omdat het zich, in tegenstelling tot KlasCement en Lerareninfo richt op een specifiek thema, met name leerstoornissen en leerproblemen. Kennisnet werd geselecteerd als grote Nederlandse educatieve portaalsite. Als vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk werd aanvankelijk TeacherNet geselecteerd. Omdat deze website in de nabije toekomst vervangen wordt door een nieuwe educatieve portaalsite (cf. 4.1 Hoe pakken bestaande educatieve portaalsites het aan), werd als alternatief voor Primary Resources geopteerd. 2.2 Resultaten De search op het internet levert 37 bestaande initiatieven op (17 Vlaamse, 16 Nederlandse en 4 uit het Verenigd Koninkrijk). Bijlage 1 1 geeft een overzicht van de namen van deze portaalsites en de webadressen. De analyse resulteert in een algemeen model van een educatieve portaalsite. De search op ERIC en PsycInfo levert geen bruikbare resultaten op. In de gevonden artikels wordt een educatieve portaalsite eerder gezien als een startpagina van een specifieke onderwijsinstelling (zie onder meer Frazee, 2001; Little, 2001; Pickett & Hamre 2002; Strijker & Koopal, 2005; Zazelenchuk & Boling, 2003). 2.2.1 Model Educatieve portaalsites vervullen twee belangrijke functies. Enerzijds hebben ze een informatieve functie (de portaalsite als informatiecentrum). Gebruikers kunnen op een portaalsite allerhande informatie terugvinden die voor hen relevant is. Anderzijds hebben educatieve portaalsites een ontmoetings- of communicatieve functie (de portaalsite als ontmoetingsplaats). Gebruikers krijgen de mogelijkheid om via een portaalsite contacten te leggen met anderen. Beide functies staan niet volledig los van elkaar: wanneer gebruikers communiceren over de aangeboden informatie vervult een portaalsite zowel een 1 Alle bijlagen kunnen worden gevonden op de cd-rom. 4

informatieve als communicatieve functie. De gebruikersmodaliteiten zijn de derde pijler van het model. Ze bepalen hoe gebruikersvriendelijk de portaalsite is. Figuur 1 geeft een schematisch overzicht van de drie pijlers. Informatiecentrum Ontmoetingsplaats Gebruikersmodaliteiten Figuur 1: Algemeen model van een educatieve portaalsite Educatieve portaalsites verschillen in de manier waarop invulling wordt gegeven aan beide functies en in de gebruikersmodaliteiten die worden voorzien. Wat de informatieve functie betreft, zitten de verschillen in: - de aard van de aangeboden informatie (welke informatie kan op de portaalsite worden gevonden?); - de manier waarop de informatie wordt aangeboden/gestructureerd (hoe wordt het overzicht bewaard? welke structuur is er?); - de metadata 2 (is er metadata? welke?); - de manier waarop de kwaliteit van de informatie wordt gegarandeerd en/of aangegeven (zijn er kwaliteitsindicatoren?); - de mogelijkheden voor gebruikers om zelf informatie op te laden (kunnen gebruikers alleen informatie afhalen of kunnen ze ook zelf informatie aanbieden?). 2 Metadata is data over data (Krull, Mallinson & Sewry, 2006). Het zijn gegevens die de eigenschappen van informatiebronnen (vb. leermaterialen) beschrijven. Metadata wordt vaak toegevoegd om gegevensbanken gemakkelijker te kunnen doorzoeken (Lehman, 2007). Voorbeelden van metadatastandaarden zijn SCORM (Sharable Courseware Object Reference Model; http://www.adlnet.gov/scorm) en LOM (Learning Object Metadata; http://ieeeltsc.org). In het kader van het PUBELO-project (http://www.pubelo.be) werd gewerkt rond het thema leertechnologiestandaarden. Er werd geëxploreerd hoe standaarden de realisatie van e-leren kunnen ondersteunen. 5

De verschillen op het vlak van de communicatieve functie situeren zich op volgende domeinen: - de aard van de ontmoetingsmogelijkheden (op welke manier kunnen gebruikers communiceren?); - de manier waarop de communicatie wordt gestructureerd (hoe wordt het overzicht bewaard?); - de onderwerpen waarover kan worden gecommuniceerd (waar hebben de gebruikers het over?); - de mogelijkheden om actief deel te nemen aan de communicatie (kunnen gebruikers de gesprekken volgen én eraan deelnemen?). Wat de gebruikersmodaliteiten betreft, zitten de verschillen vooral in de registratie- en inlogmogelijkheden/-vereisten en in de manier waarop de website kan worden doorzocht (de zoekfunctie). In wat volgt, worden bovenstaande verschillen toegelicht. 2.2.2 Het model toegepast Op basis van (de categorieën binnen) dit model, werd voor elk van de vijf bestudeerde websites een fiche opgemaakt (zie bijlage 2) 3. Deze fiches geven in detail aan hoe de informatiefunctie en de ontmoetingsfunctie op de verschillende websites worden ingevuld. Ook de geïdentificeerde gebruikersmodaliteiten worden er precies beschreven. In wat volgt, wordt het algemene model toegelicht en geïllustreerd op basis van de uitgevoerde analyses. 2.2.2.1 De informatieve functie De aard van de aangeboden informatie De aard van de informatie die op de verschillende bestudeerde educatieve portaalsites wordt aangeboden, is heel divers. We onderscheiden vier algemene categorieën. Categorie 1: nieuws. Deze categorie bevat aankondigingen van evenementen (in de meest ruime zin van het woord, o.a. nascholingen, workshops, seminaries, projecten, 3 De fiches werden opgesteld in de loop van de maanden januari en februari 2007. Sommige websites zitten ondertussen in een nieuw kleedje (bijv. Letop!). 6

infosessies ) en nieuws uit de onderwijswereld (nieuws vanuit het ministerie/beleid, resultaten van studies, de publicatie van boeken, nieuwe websites, vacatures ). Categorie 2: leer- en instructiemiddelen. Alles wat het leer- en/of instructieproces ten goede kan komen, valt onder deze categorie. Dat kunnen tekstdocumenten (lesvoorbereiding, presentatie, werkblad, toets..), software, foto s, audio-/videobestanden of (links naar) educatieve websites zijn. Categorie 3: hulpmiddelen. Hieronder vallen alle vormen van (leerkrachten)ondersteuning. Opnieuw gaat het om tekstdocumenten, software, foto s, audio- /videobestanden en (links naar) websites. Categorie 4: informatie over opvoedkundige en didactische thema s. Dit betreft de informatie die leerkrachten gebruiken om zich in bepaalde opvoedkundige of didactische thema s te verdiepen (vb. een leerkracht wil meer te weten komen over kindermishandeling, over dyslexie of over peer assessment en gaat op het internet op zoek naar informatie hierover). Niet alle soorten informatie kunnen op alle portaalsites worden gevonden. Op de website Primary Resources kunnen leerkrachten bijvoorbeeld hoofdzakelijk leer- en instructiemiddelen (cf. categorie 2) vinden. De KlasCement-website voorziet in een ruimer aanbod: leerkrachten kunnen er zowel nieuws (cf. categorie 1; bijv. in de rubriek EduNieuws ) als leer-, instructie- en hulpmiddelen (cf. categorieën 2 en 3; bijv. in de rubrieken EduDocs, EduSites en EduWare ) vinden. Op de Letop!-website bestaat de informatie hoofdzakelijk uit informatie (cf. categorie 4) over leerstoornissen. De manier waarop de informatie wordt aangeboden/gestructureerd De bestudeerde educatieve portaalsites verschillen in de manier waarop de informatie aan de gebruikers wordt aangeboden. De analyse levert een aantal mogelijke categorisatiesystemen op. Om te beginnen worden er dikwijls submenu s gemaakt op basis van de aard van de informatie (cf. supra). Op Lerareninfo bijvoorbeeld worden allerlei aankondigingen (cf. categorie 1) vanaf schooljaar 2007-2008 samengeplaatst in een kalender. De Letop!-website bevat enerzijds een agenda waarin alle aankondigingen worden geplaatst (cf. categorie 1). In de infotheek kunnen gebruikers anderzijds informatie over leerstoornissen vinden (cf. categorie 4). Vaak wordt rekening gehouden met de technische vorm van de informatie. Tekstdocumenten, software, foto s, audiobestanden, videobestanden, links worden in aparte menu s geplaatst. Op KlasCement bijvoorbeeld staat software samen onder de 7

rubriek EduWare, foto s zijn in een rubriek EduFoto geplaatst, links in de rubriek EduSites en tekstdocumenten in EduDocs. Het informatieaanbod kan ook worden gestructureerd op basis van onderwijsniveau en/of vak(gebied). Bijvoorbeeld: Lerareninfo groepeert de weblinks voor het kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs in aparte categorieën. Binnen elke categorie wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen de verschillende vak(k)(gebied)en. De portaalsite Primary Resources zorgt ervoor dat gebruikers het overzicht kunnen bewaren door het leermiddelenaanbod op basis van vak(gebied) te groeperen. Soms wordt ervoor gekozen om informatie chronologisch (waarbij de meest recente informatie bovenaan de webpagina verschijnt) of alfabetisch te ordenen. Binnen de KlasCement-bouwsteen EduNieuws verschijnen de nieuwsberichten bijvoorbeeld standaard in chronologische volgorde. Het meest recent bericht staat bovenaan. Voorbeelden van alfabetische ordeningen kunnen worden gevonden op de websites Leermiddelendatabase en Lerarenlinks (http://www.lerarenlinks.be, maakt deel uit van de Lerareninfo-website). Op beide websites staan respectievelijk de leermiddelen en de links in alfabetische volgorde (weliswaar binnen de verschillende categorieën op basis van onderwijsniveau en vakgebied). Metadata Vaak is de informatie voorzien van metadata. Vooral bij leer- en instructiemiddelen en hulpmiddelen is dit het geval. De metadata verschillen van portaalsite tot portaalsite en zijn heel divers. Het betreft zowel inhoudelijke als technische aspecten. De links op Lerareninfo bijvoorbeeld zijn vergezeld van volgende metadata: de naam van de link, een korte omschrijving van de link, de taal die op de gelinkte website wordt gebruikt en het land van herkomst. Van elk artikel in de infotheek op de Letop!-website wordt de titel, de grootte van het bestand, de bron van het artikel en een samenvatting vermeld. De manier waarop de kwaliteit van de informatie wordt gegarandeerd en/of aangegeven Educatieve portaalsites verschillen in de manier waarop ze de kwaliteit van de aangeboden informatie proberen te garanderen. Alle geanalyseerde websites werken met een redactieteam dat zorgt voor de kwaliteitsbewaking. Alvorens informatie die door gebruikers wordt aangeboden op de website wordt geplaatst, wordt deze bekeken door een medewerker van de portaalsite. De medewerker beslist of de informatie voldoende 8

kwaliteitsvol is om op de portaalsite te worden gepubliceerd en kent eventueel een waardering toe (bijv. http://davindi.kennisnet.nl, maakt deel uit van de Kennisnet-website). Een andere manier om de kwaliteit aan te geven is werken met een systeem van peer review. Op KlasCement kunnen gebruikers onder de vorm van sterren een waardering toekennen aan de beschikbare informatie. Gebruikers kunnen de informatie ook van commentaren voorzien. Een aanvullende manier om de kwaliteit te bewaken kan worden gevonden op de Letop!-website. De informatie op deze website is hoofdzakelijk afkomstig van het redactieteam zelf. Het team kiest bijgevolg zelf welke informatie ze op de portaalsite publiceren. De mogelijkheden voor gebruikers om zelf informatie op te laden In de meeste gevallen kunnen gebruikers zowel informatie afhalen als informatie opladen. Geregistreerd en aangemeld zijn, is een voorwaarde die hier vaak maar niet altijd aan is gekoppeld. Op KlasCement moeten gebruikers bijvoorbeeld geregistreerd zijn zowel om informatie af te halen als op te laden. Op Lerarenlinks binnen Lerareninfo is dit geen voorwaarde. Gebruikers kunnen anoniem links bekijken en nieuwe links aanmelden. In een beperkt aantal gevallen wordt alle informatie toegeleverd door de redactie van de website zelf en kunnen gebruikers geen bijdragen leveren (bijv. de infotheek op de website Letop!). 9

2.2.2.2 De communicatieve functie De aard van de ontmoetingsmogelijkheden 4 Op de bestudeerde websites kunnen gebruikers op verschillende manieren met elkaar communiceren. De twee meest voorkomende zijn de volgende: Een forum (bijv. het KlasCement-forum, het Lerarenforum (http://www.lerarenforum.be, van de Lerareninfo-website), het Letop!-forum, het forum van de Primary Resourceswebsite, de Kennisnet-fora (http://fora.kennisnet.nl/ index.php)). Een weblog (bijv. de KlasCement-weblog, de Lerarenblogs (van de Lerareninfo-website), de blog van de Primary Resources-website). Andere manieren van communiceren zijn een zoekertjesrubriek (bijv. op de Letop!- website: gebruikers kunnen er een bericht posten wanneer ze naar iets op zoek zijn of iets willen aanbieden) en de mogelijkheid voor gebruikers om bijdragen van medegebruikers van commentaren te voorzien (bijv. op de KlasCement-website). De manier waarop de communicatie wordt gestructureerd De bestudeerde fora bestaan uit verschillende deelfora. Er wordt opgesplitst op basis van onderwijsniveau, onderwijstype, vak(gebied) en/of doelgroep (ouders, leerlingen, leerkrachten, directieleden ). Daarnaast zijn er meestal enkele deelfora over overkoepelende thema s (bijv. rechten en plichten van personeel, studiereizen ). Het Lerarenforum bijvoorbeeld is heel uitgebreid en bestaat uit tal van deelfora (zie figuur 2). 4 Een forum wordt op Wikipedia als volgt gedefinieerd: Een internetforum of discussieforum bestaat uit digitale publieke discussiepagina's op het internet (http://nl.wikipedia.org/wiki/internetforum). Een blog wordt op Wikipedia op de volgende manier omschreven: Een weblog, of ook wel blog, is een website die regelmatig - soms meerdere keren per dag - vernieuwd wordt en waarop de geboden informatie in antichronologische volgorde (op datum) wordt weergegeven. Wie een weblog bezoekt, treft dan ook op de voorpagina de recentste bijdrage(n) aan. De auteur, ook wel blogger genoemd, biedt in feite een logboek van informatie die hij wil delen met zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog (http://nl.wikipedia.org/wiki/weblog, zie ook Richardson, 2006). Het essentiële verschil tussen een blog en een forum is dat een blog veel meer is gericht is op de mening van één of enkele individuen (één of enkele individuen schrijven op de blog) terwijl bij forums de focus ligt op een hele groep (iedereen kan berichten posten) (http://www.blog.nl/links_watis.php). 10

Figuur 2: Een aantal rubrieken van het Lerarenforum Naast de fora worden ook de blogs op een gestructureerde manier weergegeven. De bestudeerde portaalsites opteren ervoor om de meest recente bijdragen in het startscherm weer te geven, met het meest nieuwe bericht bovenaan. Oudere bijdragen worden in archieven / mappen opgeslagen, geordend volgens thema (bijv. de Lerarenblog van Lerareninfo) of datum (bijv. de weblog van Primary Resources). De onderwerpen waarover kan worden gecommuniceerd De gespreksonderwerpen zijn heel divers. In de meeste gevallen zijn ze onderwijsgerelateerd. Op het Lerarenforum zijn er bijvoorbeeld topics over beeldopvoeding in het kleuteronderwijs (prinsessenkroon maken, schildertechnieken ), wiskunde in het lager onderwijs (vraagstukken, dyscalculie, kloklezen ) en economische vakken in het secundair onderwijs (boekhoudsoftware, handboek SEI, jaarplan economie ). Op de weblog van KlasCement schrijft iemand over een Open Leercentrum in een technische school (http://klascement.edublogs.org/2007/02/05/nieuwe-kansen-met-open-leer-centrum). Af en toe komen meer persoonlijke thema s aan bod. Op het Kennisnet-forum zijn er bijvoorbeeld topics zoals paranormaal begaafd, wat zou je nooit aan je lichaam willen veranderen? en wat vind jij de beste manier om te ontspannen?. Ook op de blogs kunnen meer persoonlijk getinte bijdragen worden gevonden. Op de Lerarenblog bijvoorbeeld vertelt iemand over het verjaardagsfeestje van zijn kinderen (http://www.lerarenblogs.be/ index.php?page=all&item=14). 11

De mogelijkheden om actief deel te nemen aan de communicatie Gebruikers kunnen actief deelnemen aan de discussies op de bestudeerde fora. In een aantal gevallen moet de gebruiker zich registreren en aanmelden alvorens hij/zij zelf berichten kan posten (bijv. Lerarenforum, Klascement-forum, Kennisnet-forum). De inbreng van gebruikers is minder groot bij de weblogs. Uitsluitend de leden leveren de bijdragen (bijv. Klascement-blog, Lerarenblog). Reguliere gebruikers kunnen alleen de bijdragen lezen en erop reageren (al dan niet na registratie en aanmelding). 2.2.2.3 Gebruikersmodaliteiten Registratie- en inlogmogelijkheden/ vereisten Op de meeste bestudeerde websites kunnen/moeten gebruikers zich tijdens het eerste bezoek registeren om optimaal van de site gebruik te kunnen maken (bijv. om informatie te kunnen downloaden, om berichten te kunnen plaatsen in het forum, cf. supra). Na registratie beschikken de gebruikers over een gebruikersnaam en paswoord. Meestal (bijv. KlasCement, Lerareninfo, Kennisnet) beschikken geregistreerde gebruikers ook over een eigen profiel dat ze op elk moment kunnen bekijken en aanpassen. Gebruikers kunnen eveneens de profielen van medegebruikers bekijken (bijv. KlasCement, Lerareninfo, Kennisnet). De zoekfunctie Alle bestudeerde websites beschikken over een of meerdere zoekfuncties aan de hand waarvan de site kan worden doorzocht. Twee onderdelen die meestal kunnen worden bevraagd zijn de volgende: de gegevensbank (bijv. de Leermiddelendatabase, de bouwstenen EduNieuws, EduWare, EduFoto, EduSites en EduDocs op Klascement, de infotheek op Letop!, de Lerarenlinks op Lerareninfo, de leermiddelendatabank van Primary Resources, de onderwijscollectie van Davindi) en het forum (bijv. het Lerarenforum, het Letop!-forum, het Kennisnet-forum, het Primary Resources-forum). 12

De manier waarop de informatie/communicatie kan worden doorzocht, verschilt van site tot site. De ene zoekfunctie is uitgebreider dan de andere. De zoekfunctie op Primary Resources is bijvoorbeeld vrij eenvoudig (zie figuur 3). Gebruikers hebben alleen de mogelijkheid om op een trefwoord te zoeken, waarbij de zoekresultaten in volgorde van populariteit verschijnen (cf. Google). De Davindi-zoekfunctie is in vergelijking veel uitgebreider. De gebruiker kan kiezen uit eenvoudig zoeken (zoeken op een trefwoord), zoek+ (de gebruiker krijgt interactieve ondersteuning tijdens het zoekproces, cf. systeem AquaBrowsing 5, http://www.aquabrowser.com, zie figuur 4) en geavanceerd zoeken (de gebruiker kan de zoekresultaten filteren, zie figuur 5). Figuur 3: De zoekfunctie van Primary Resources Figuur 4: De zoek + -zoekfunctie van Davindi 5 De Aquabrowser Library (ABL) is een zoekmachine gebaseerd op het principe van associatief zoeken (http://nl.wikipedia.org/wiki/aquabrowser; http://www.medialab.nl). De zoekresultaten worden gepresenteerd in een woordenveld dat bestaat uit de centrale zoekterm, met daaromheen verschillende door het programma ontdekte associaties (verwante zoektermen, spellingssuggesties, synoniemen ). 13

Figuur 5: De geavanceerde zoekfunctie van Davindi Andere Naargelang de portaalsite kunnen gebruikers van bepaalde andere modaliteiten gebruik maken. Enkele voorbeelden: inschrijven voor een nieuwsbrief (bijv. KlasCement, Lerareninfo, Letop!); de redactie mailen of een feedbackformulier invullen (bijv. Primary Resources, Letop!, Lerareninfo, KlasCement); meedoen aan wedstrijden (bijv. KlasCement); abonneren op RSS-kanalen (bijv. KlasCement), zien wat veranderd is sinds de laatste aanmelding (in het Lerarenforum en het Kennisnet-forum hebben de nieuwe berichten bijvoorbeeld een andere kleur). 2.3 Besluit Op grond van de analyse van bestaande educatieve portaalsites kan een aantal besluiten worden geformuleerd. Vooreerst blijkt het algemeen model behulpzaam bij het analyseren en vergelijken van educatieve portaalsites. De analyses zelf geven aan dat naast een aantal belangrijke gemeenschappelijkheden, educatieve portaalsites toch ook in verscheidene opzichten van elkaar verschillen. Op verschillende portaalsites kunnen gebruikers bijvoorbeeld verschillende soorten informatie vinden en op verschillende manieren met medegebruikers communiceren. Deze verschillen zijn allicht toe te te schrijven aan verschillende doelen van de portaalsite (bijvoorbeeld enkel leermiddelen aanbieden of een ruimer uitwisselingsplatform bieden) en aan de verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld het onderwijsveld in het algemeen of vooral leerkrachten). In functie van het ontwikkelen van 14

een educatieve portaalsite is het dan ook van belang de verwachtingen van verschillende betrokkenen na te gaan. Deze verwachtingen komen in het tweede deel aan de orde. 15

3. Verwachtingen Hebben onderwijsbetrokkenen nood aan een educatieve portaalsite? Wat verwachten ze van een goede portaalsite? In de tweede fase van het project werd nagegaan of er bij leerkrachten en andere onderwijsactoren behoefte is aan een (nieuwe) portaalsite en wat wordt verwacht van een goede educatieve portaalsite. Volgende onderzoeksvraag stond centraal: Hebben verschillende onderwijsbetrokkenen nood aan een educatieve portaalsite, en indien zo zijn de vereisten voor een dergelijke portaalsite verschillend naargelang het soort betrokkenheid in het onderwijs? Om te beginnen werden leerkrachten, ICT-coördinatoren en pedagogisch begeleiders exploratief bevraagd aan de hand van de focusgroepmethode. Aan de hand van de uitkomsten van de focusgroepen en in samenspraak met de opdrachtgever werd daarna een vragenlijst opgesteld die via een webtoepassing werd verspreid naar het onderwijsveld. 3.1 Onderzoeksmethode 1: de focusgroepen 3.1.1 Onderzoeksvragen De focusgroepen geven een eerste algemeen beeld van de opvattingen en verwachtingen van onderwijsactoren ten aanzien van een educatieve portaalsite. Volgende onderzoeksvragen staan centraal: 1) Maken leerkrachten gebruik van educatieve portaalsites? Of verkiezen ze andere manieren om informatie te vergaren en met elkaar te communiceren? 2) Waarvoor maken leerkrachten gebruik van educatieve portaalsites? 3) Wat verwachten leerkrachten van een goede educatieve portaalsite? 3.1.2 Onderzoeksmethode 3.1.2.1 Methode en procedure Focusgroepen zijn al dan niet geleide groepsdiscussies over een bepaald onderwerp (Berg, 2007; Edmunds 2000). Deze manier van dataverzameling is geschikt om algemene 17

informatie te verkrijgen over een onderwerp (c.q. educatieve portaalsite), om mogelijke problemen te identificeren met een programma of product (c.q. educatieve portaalsite) en om indrukken te genereren over een programma of product (Berg, 2007; Stewart & Shamdasani, 1990). De ambitie was om zeven focusgroepen te organiseren. Vijf focusgroepen met leerkrachten (één in elke Vlaamse provincie), één met ICT-coördinatoren en één met pedagogisch begeleiders. Drie van de geplande sessies (leerkrachten West-Vlaanderen, leerkrachten Antwerpen en leerkrachten Limburg) werden afgelast omdat er onvoldoende respons was vanuit het onderwijsveld. Vier focusgroepen gingen effectief door in de loop van de maand maart 2007: twee met leerkrachten (in Leuven (Vlaams-Brabant) en Eeklo (Oost- Vlaanderen)), één met ICT-coördinatoren (in Kortrijk) en één met pedagogisch begeleiders (in Leuven). De respondenten namen op vrijwillige basis deel aan het gesprek. Via een door het Departement Onderwijs en Vorming ter beschikking gestelde lijst werden schooldirecties uit de verschillende netten gemaild met de vraag om hun leerkrachtenkorps een uitnodiging tot deelname te bezorgen. De ICT-coördinatoren werden via het Regionaal Expertise Netwerk Vlaanderen bereikt. 53 ICT-coördinatoren werden opgebeld en uitgenodigd voor een gesprek. De contactgegevens (e-mailadressen) van de pedagogisch begeleiders werden gevonden op de website van het VSKO en de website van de pedagogische begeleidingsdienst van het Gemeenschapsonderwijs. Een focusgroepgesprek duurde 180 minuten en bestond uit drie delen (voor een gedetailleerd scenario van de focusgroepen, zie bijlage 3). In het eerste deel werden respondenten gevraagd aan te geven van welke kanalen (gesprekken met collega s, zelfstudie, bijscholing/navorming, internet, andere ) ze gebruik maken om invulling te geven aan de verschillende basiscompetenties. Dit deel gaf met andere woorden niet enkel zicht op waarvoor de leerkrachten educatieve portaalsites zouden gebruiken, maar ook op het ruimere geheel van de mogelijkheden. Het liet toe om het gebruik van een educatieve portaalsite te plaatsen ten opzichte van andere informatie- en communicatiekanalen. In het tweede deel verkenden de respondenten in duo s enkele bestaande educatieve portaalsites. Deze verkenning vormde het startpunt voor de bespreking tijdens het derde deel, waarbij gevraagd werd hoe educatieve portaalsites leerkrachten kunnen helpen bij het werken aan de verschillende basiscompetenties en wat hierbij aandachtspunten zijn. In alle focusgroepen, ook deze met ICT-coördinatoren en pedagogisch begeleiders, stond het leerkrachtperspectief centraal. 18