Raadsvoorstel inzake langdurigheidstoeslag minima met kinderen

gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer og.ryz6.oox Inboeknummer oauooopxz Beslisdatum BlkW x april xooa Dossiernummer ax4.6ss Raadsvoorstel inzake langdurigheidstoeslag minima met kinderen 1 Inleiding Zowel landelijk als plaatselijk zijn er ontwikkelingen met betrekking tot de positie van de minima. Het betreft dan met name de langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief en de gezinnen met kinderen. Voor wat betreft de landelijke invalshoek vindt een en ander haar oorsprong in het najaarsakkoord 2002. Hierin is afgesproken dat het Kabinet de voorbereiding van de nieuwe bijstandswet, de Wet Werk en Bijstand (WWB) met de grootst mogelijke voortvarendheid ter hand neemt. Vooruitlopend hierop wordt voor 2003 de gemeenten in staat gesteld om de beschikbare middelen voor de gemeentelijke inkomensondersteuning toe te spitsen op deze doelgroep. Hiervoor wordt E 20 miljoen beschikbaar gesteld. In een verzamelcirculaire van 20 februari 2003 wordt door het ministerie aangegeven wat afgesproken is met de VNG. Er volgt (waarschijnlijk in maart) nog een circulaire waarin nadere informatie staat over de toevoeging van de gelden. Wordt landelijk aandacht gevraagd voor de positie van de langdurige minima, in Eindhoven wordt extra aandacht gevraagd voor kinderen uit gezinnen met een rninimuminkomen. Dit past in de lijn van Samen Stad, de Sociale Agenda en de uitkomst van de rondetafelgesprekken, om extra aandacht te geven aan kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen. 2 Probleemstelling In een verzamelcirculaire van 17 februari 2003 worden de kaders van de regeling weergegeven. Uitwerking van een regeling zal hierin moeten passen. Gelet op het brede scala van minimaregelingen in Eindhoven ligt het voor de hand om deze eenmalige regeling in lijn van de huidige minimaregelingen vorm te geven. Opgemerkt wordt dat ook getoetst wordt aan de algemene kaders die van toepassing zijn bij beleidsvoorstellen in het kader van het (categoriale) minimabeleid. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het is een bekend gegeven dat naarmate men langer aangewezen is op een minimumuitkering het goed kunnen rondkomen steeds moeilijker wordt. Als er daarbij ook nog kinderen zijn is dat nog lastiger. Extra ondersteuning draagt bij aan de ver-

Raadsnummer OQ.R426.OOI betering van de financiele positie. Gelet op het eenmalige karakter van de uitkering zal dit het effect van de armoedeval niet vergroten. 3a Milieutoets Niet van toepassing. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Bij de uitwerking van de regeling gaat het om de doelgroepbepaling, de budgettaire gevolgen en de kaders (zowel landelijk als plaatselijk) waarbinnen een en ander moet passen. Kaders. In de verzamelcirculaire van 17 februari 2003 is te lezen hoe plaatselijk invulling kan worden gegeven aan de langdurigheidstoeslag. Dit betreft de inhoudelijke kant van de regeling. Er is nog niet aangegeven wat elke gemeente aan gelden hiervoor ontvangt. Dit wordt bekendgemaakt via de maartcirculaire Gemeentefonds. De landelijke regeling neemt als uitgangspunt de langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. Daarbij worden voor de gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden bedragen aangegeven. Tevens wordt opgemerkt dat de nadere uitwerking aan de gemeenten voorbehouden is. Daarnaast kan, als op basis van het huidige beleid de gemeenten de genoemde bedragen al aan de huishoudens verstrekken, het extra geld ook anders ingezet worden. Uit contact met de VNG blijkt dat het de gemeente vrij staat om deze beleidsintensivering naar eigen inzicht in te vullen. Voor het verstrekken van categoriale uitkeringen geldt als regel dat het moet gaan om het bestrijden van kosten en dat moet worden aangegeven voor welke kosten de uitkering bestemd is. Het mag niet het karakter van ongerichte inkomenssuppletie hebben. Daarbij kan zich dan ook het probleem voordoen van het al dan niet onbelast kunnen verstrekken van de uitkering. In dit geval geeft het verstrekken van een eenmalige uitkering geen problemen, omdat de circulaire als bijzondere regeling de mogelijkheid geeft om in dit geval af te wijken van de vigerende regelgeving. Als vervolg op de armoedemonitor zijn medio 2002 rondetafelgesprekken gehouden met belangenorganisaties. Hierbij werd extra aandacht voor kinderen gevraagd, met name voor degenen uit het middelbaar onderwijs. De kosten voor het deelnemen aan allerlei activiteiten zijn voor de minima moeilijk te dragen. Ook in Samen Stad en in de Sociale Agenda wordt ingegaan op de positie van de jeugd. Preventie als instrument met daarbij extra aandacht voor de jeugd is daarbij uitgangspunt. Het gaat om volwaardig participeren waarvoor voldoende voorzieningen aangeboden worden. Voorkomen moet worden dat reproductie van problemen ontstaat.

6 400,ÃćâĆňâĂİ Raadsnummer Og.R4Z6.OOZ Huidige regelingen. Zoals al eerder gesteld is het logisch om een nieuwe eenmalige regeling voor de minima in te passen in de lijn van het huidig armoedebeleid. Een beknopt overzicht hiervan is onderstaand weergegeven. Par ti ci pari ereg eli n gen: II Schoolkostenregeling Kinderen in Sociaal voortgezet onderwijs minimum Reductieregeling Alle minima Sociaal minimum 6114,ÃćâĆňâĂİ per kind 6 104,ÃćâĆňâĂİ per persoon Naast participatieregelingen kennen we verder nog voor de minima: kwijtschelding gemeentelijke belastingen, collectieve ziektekostenverzekering, de bijdrage duurzame gebruiksgoederen (voor twee groepen minima), de woontussenvoorziening en de individuele bijzondere bijstand. Keuze doelgroep. De Rijksregeling geldt alleen voor 2003. Daarna gaat men uit van invoering van de WWB per 1 januari 2004. Gelet op onze speerpunten volgend uit de rondetafelgesprekken en de Sociale Agenda willen we de prioriteit geven aan de langdurige minima met ten laste komende kinderen (zoals omschreven in artikel 4 van de Algemene bestuurswet). Dit betreft derhalve de gezinnen met kinderen en de alleenstaande ouders met kinderen. Langdurig vinden we langer dan drie jaar een minimumuitkering. Gelet op het tijdelijke karakter van de regeling en de uitvoeringskosten willen we de regeling zo eenvoudig mogelijk houden. Dit past ook prima in de lijn van de overige minimaregelingen. Tevens willen we hiermee bereiken dat ook personen uit de doelgroep die niet bij de dienst Werk, Zorg en Inkomen bekend zijn hun recht op deze uitkering effectueren. Omvang doelgroep en hoogte vergoeding. De populatie minima langer dan drie jaar en kinderen wordt ingeschat op zo n 1.307 gezinnen. Voor wat betreft de hoogte van de vergoeding wordt door het ministerie, voor de door ons gekozen doelgroepen van de dienst Werk, Zorg en Inkomen, de volgende maximale bedragen gehanteerd: gezin 6 450,ÃćâĆňâĂİ ; alleenstaande ouder In de circulaire wordt aangegeven dat rekening kan worden gehouden met bedragen die huishoudens al op basis van plaatselijk beleid al ontvangen, waarbij het de ge-

Raadsnummer Og.R4 6.OOZ meenten dan nog steeds vrij staat om iets extra s te doen voor bepaalde doelgroepen. De vergoeding op grond van het Eindhovens minimabeleid voor de gekozen doelgroep bedraagt per jaar tenminste: duurzame gebruiksgoederen: 6151,ÃćâĆňâĂİ redocderegeling gwee personen) e 208ÃćâĆňâĂİ Totaal 359,ÃćâĆňâĂİ Dit bedrag kan nog vermeerderd worden met het bedrag uit de schoolkostenregeling ad 6114,ÃćâĆňâĂİ per kind en overige minimaregelingen, zoals bijvoorbeeld een vergoeding uit de bijzondere bijstand. Zoals al gezegd geeft de SZW-circulaire aan dat de gemeente rekening kan houden met de bedragen die al uit het minimabeleid verstrekt worden. Dit zou voor sommigen uit de doelgroep kunnen betekenen dat zij niet in aanmerking kunnen komen voor een extra uitkering. Wij zijn echter van mening dat de positie van de langdurige minima rechtvaardigt dat we in alle gevallen iets extra s doen. Dit past bovendien in het uitgangspunt om een eenvoudige regeling te hanteren met op die wijze een zo n groot mogelijk bereik en gebruik. De vergoeding willen we vaststellen op iets meer dan de helft van de maximale vergoeding voor een gezin en wel op 6 250,ÃćâĆňâĂİ voor een huishouden. Een alleenstaande ouder met een kind van 12 en 16 ontvangt dan in 2003 tenminste: duurzame gebruiksgoederen: 6 151,ÃćâĆňâĂİ reductieregeling (drie personen) 6 312,ÃćâĆňâĂİ schoolkostenregeling 6 208,ÃćâĆňâĂİ langdurigheidstoeslag e 250ÃćâĆňâĂİ Totaal 6 921,ÃćâĆňâĂİ 5 Financiele gevolgen en risico s Het Rijk stelt landelijk E 20 miljoen beschikbaar en heeft daarbij aangegeven dat dit naar verwachting slechts voor de helft voor de gemeente dekkend zal zijn. Een en ander hangt natuurlijk sterk af van de gemeentelijke keuze. Het bedrag dat het Rijk aan Eindhoven beschikbaar stelt is nog niet bekend. Op basis van ervaringen en een grove vuistregel van 1/70 van het landelijk bedrag gaan we uit van 6 285.000,ÃćâĆňâĂİ. Uitgaande van 1.307 gezinnen bedragen de programmakosten 6 326.700,ÃćâĆňâĂİ. De uitvoering kan op dezelfde wijze plaatsvinden als de huidige minimaregelingen. De kosten hiervoor zijn betrekkelijk laag. De WZI-clienten hoeven geen aanvraag in te dienen. Bij hen zal alles automatisch plaatsvinden. De overige minima die bekend zijn en onder de doelgroep vallen zullen ook zoveel mogelijk administratief afgewerkt worden. Daarnaast dan nog resterende minima die onder de doelgroep vallen kunnen een aanvraag indienen waarbij we dezelfde eenvoudige procedure toepassen als voor de overige minimaregelingen.

6 375.705,ÃćâĆňâĂİ 8 285.000ÃćâĆňâĂİ RaadS55ummer Og.R426.OOZ Met name voor deze laatste groep is het van belang om veel aandacht te besteden aan voorlichting, eenvoudige aanvraagprocedure en een eenvoudig formulier. Een en ander kan binnen de dienst Werk, Zorg en Inkomen plaatsvinden bij het vanaf 1 april operationeel zijnde inkomensondersteuningsloket. De uitvoeringskosten worden geraamd op 15%o van de programmakosten. Het financiele plaatje luidt als volgt: programmakosten 326.700,ÃćâĆňâĂİ uitvoerings kosten 8 49.005ÃćâĆňâĂİ -Rijksvergoeding Gemeentelijke bijdrage 90.705,ÃćâĆňâĂİ Dit bedrag kan betaald worden uit de onderuitputting bijzondere bijstand. 5a Bestuurlijke kaders De voorgestelde regeling past zowel binnen de landelijke als ook de plaatselijke kaders. 6 Overige gevolgen van de aanpak De regeling is eenmalig. Hoe een en ander in de komende jaren voor de verschillende doelgroepen uitpakt hangt sterk af van de inhoud en tijdstip van invoering van de WWB. 7 Resultaten van overleg / inspraak De Clientenraad en het SME zullen als belangenorganisaties worden gehoord. Met de unit inkomensondersteuning heeft overleg plaatsgevonden over uitvoering van de regeling. 8 Communicatie De regeling zal op de gebruikelijke wijze worden gecommuniceerd. 9 Ter inzage gelegde stukken Geen.

r p Raadsnummer Og.R4Z6.OOZ 10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

Raadsnummer OQ.R426.OOI Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 april en 20 mei 2003; besluit: 1 uitvoering te geven aan de afspraak van het Rijk om extra inkomensondersteuning te geven aan bepaalde doelgroepen met een minimuminkomen; 2 de doelgroep te bepalen op de personen die drie jaar of langer moeten rondkomen van een minimumuitkering en jonger dan 65 jaar zijn; 3 de vergoeding voor de verschillende doelgroepen als volgt vast te stellen: gezinnen met kinderen en alleenstaande ouders f 250,ÃćâĆňâĂİ ; gezinnen zonder kinderen 6 150,ÃćâĆňâĂİ ; alleenstaanden 6 100,-; 4 bij de gezinnen met kinderen en alleenstaande ouders gaat het om in hun huishouding ten laste komende kinderen. Het begrip ten laste komend kind is overeenkomstig de begripsomschrijving in artikel 4 van de Algemene Bijstandswet; 5 totale kostenraming te bepalen op E 740.450,ÃćâĆňâĂİ. Resterend gemeentelijk deel na aftrek Rijksvergoeding te dekken uit de onderuitputting bijzondere bijstand; 6 het college van burgemeester en wethouders de uitvoering en uitwerking op te dragen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juni 2003. R. Welschen, voorzitter. J. Verheugt, griffier. KB03001280

gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Retouradres Postbus gotso, s6oo RB Eindhoven Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Raadsnummer 03.R426.002 Behandeld door F. Biemans Telefoon (o4ol 238 24 Bg Ons kenmerk griffie Verzenddatum rs mei 2003 Cotnrnissieadvies Betreft cie. SEp: Raadsvoorstel inzake langdurigheidstoeslag minima met kinderen. De commissie Sociaal-Economische pijler heeft in haar vergadering van 8 mei 2003 beraadslaagd over bovengenoemd onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: leefbaar eindhoven. niet akkoord; CDA: niet akkoord; PvdA: niet akkoord; VVD: niet akkoord; SP: akkoord; (voor aanvang van de vergadering doorgegeven); GroenLinks: niet akkoord; D66: niet akkoord; Ouderen Appel: niet akkoord; De Stadspartij: niet akkoord. r oeze in van de wethouder,dhr.w. Ciaassen. De wethouder zal -voor de raadsvergadering van 2 juni 2003- met een alternatief voorstel komen. In dit voorstel zal (na berekeningen) een keuze gemaakt kunnen worden uit een of meer mogelijkheden. De secretaris van de commissie, Bijlage(n): 0. FBI. Bezoekadres Stadhuisplein ro Eindhoven Openingstijden ma t/m vr g.oo-x6.oo uur Postadres Postbus gorso s6oo RB Eindhoven Telefonisch bereikbaar