Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheden

Vergelijkbare documenten
Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheid. IP-classificatie PGRT

Aansluiten van externe display-instrumenten. Functie PGRT

Activering zoemer op afstand. Beschrijving

Algemene informatie over de console en stekkers van de carrosserie

Zwaailicht. Algemene beschrijving van de werking. Aangebrachte functie activeren

Activering krachtafnemer automatische transmissie

C494 Stekker voor kabelboom van cabine naar frame

Activering van zichtbaarheids- en verlichtingsfuncties op afstand

Aansluiten van extra contourverlichting. Beschrijving. Activering

Carrosserie-interface. Beschrijving. Carrosserie-interface. BCI (Bodywork Communication Interface)

Activeren voetplaat volgens EN Functie

Voorbereiding laadklep

Voertuigsnelheid. Beschrijving

Koppelbegrenzer. Activering met behulp van analoge signalen. Activering via externe CAN

Constante motortoerentalbegrenzing

Rijverlichting deactiveren

Centrale elektrische eenheid. Centrale elektrische eenheid

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie

Extra achterlichten. Algemene informatie over het aansluiten van extra achterlichten. Achterlichten PGRT

Alarmsensoren aansluiten. Algemeen

Aansluiting van alarm op voorbereide bekabeling

C449 - Stekker voor automatische transmissie en volgwagenaansluiting

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

Activeren van een EK-krachtafnemer via BWS. Algemene informatie. Veiligheidsvoorwaarden. Permanente veiligheidsvoorwaarden

C489 - Stekker voor standaard functies C489

Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie

Achterlichten. Uitvoering

Regeling rijhoogte. Handmatige rijhoogteregeling. Functies voor rijhoogteregeling via BICT

Activering werkverlichting. Beschrijving. Algemeen. Drukknop achteraf aanbrengen. Aansluitopties PGRT

C449 - Stekker voor automatische transmissie en volgwagenaansluiting

Algemene informatie over CAN. Algemeen. Meer informatie over CAN vindt u in de volgende documenten:

Krachtafnemer in de aandrijflijn activeren. Functie

Centrale elektrische eenheden

Aarden en voeding. Aarden op chassisframe BELANGRIJK!

CAN-interface voor FMS. Algemeen. Meer informatie over de FMS-standaard kunt u vinden op

Kabels en kabelbomen. Algemeen

C259 - Stekker voor uitgebreide functies C259

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren

E-reader, houder (Twin Engine)

Trekhaak, bedrading, 13-polig

Pneumatisch systeem aanpassen. Aanpassings- en ombouwvoorwaarden PGRT BELANGRIJK!

Krachtafnemer in aandrijflijn via BWS. Algemene informatie over de functie. Bediening met voertuig in beweging en stilstaand voertuig

CAN-interface voor FMS. Inleiding

Cabine verwijderen. Gereedschap. Werkinstructie. Voorbeelden van geschikte gereedschappen van Scania:

Entertainmentsysteem, RSE, twee schermen met twee spelers (Inscription)

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Componenten voor hydraulische uitrusting

Installation instructions, accessories. Trekhaak, inklapbaar. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 40

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

CAN-interface voor carrosserie. Algemeen. Meer informatie over aansluitingen vindt u in de volgende documenten:

Voorbereidingen voor verlichting. Algemene informatie over voorbereidingen voor verlichting. Voorbereiding voor ID-lichten.

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

USB en ipod Music interface

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

Verstralers, montageset

Saab Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE. SITdefault

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Antennes. Algemene informatie

Trekhaak, vast (Plug-in Hybrid)

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Trekhaak, bedrading en regeleenheid (Plug-in Hybrid)

Handsfree, montageset (Ericsson & Nokia)

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Weeguitrusting. Installatie van weegcellen

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

PHONIRO MAIN ENTRANCE

900 Montagerichtlijn. SITdefault F930A205

Installatie handleiding voor de I-FREE03TV tv on the move

Paneel bestuurderszijde Middenpaneel bestuurderszijde Paneel passagierszijde

Veiligheid. CE-set Multi-Pro 1750 gazonsproeier. Veiligheids- en instructiestickers WAARSCHUWING. Installatie-instructies

Installation instructions, accessories. Trekhaak, vast. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Installation instructions, accessories. Trekhaak, vast

Technische documentatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Installation instructions, accessories. Cruise control. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden

Installation instructions, accessories. E-reader, houder. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 29

Voor je aan de installatie van je modem begint

Strip en vertin de 3 eerste groepen. Zorg ervoor dat u de aders van groep 2 en 3 in elkaar draait.

Kabel voor buitenspiegel

Voor je aan de installatie van je modem begint

Heating Slim Receiver io 2 kw

Achterste cabine-ophanging verwijderen voor montage van een hulpchassis

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer JW Oss. T: E:

SCdefault. 900 Montagerichtlijn. Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces :87-46 Sep

Waarschuwingssysteem achteruitrijden

...een product van BEKA

Montageset chassis voor vijfde wiel ProPass-200 Topdresser Modelnr.: Installatie-instructies

Afstand tussen cabine en carrosserie. Algemene informatie

Installatie instructies

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

Elektrische aansluiting, bagageruimte

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

BeoLab 7 1 BeoLab 7 1

Installation guide 3-fase railsystems

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

Transcriptie:

Algemeen Algemeen C493 2 190 281 2 204 973 Het BWE-systeem (elektrisch systeem carrosserie) kan worden uitgebreid met uitbreidingseenheden als meer ingangen en uitgangen nodig zijn dan de BCI-regeleenheid (communicatie-interface carrosserie) er oorspronkelijk heeft. Uitbreidingseenheden kunnen ook worden gebruikt om de elektrische installatie te vereenvoudigen, bijvoorbeeld door het aantal kabels tussen de cabine en het chassis te verminderen. BCI C C C T De uitbreidingseenheden communiceren met de BCI-regeleenheid via Expansion CAN (Controller Area Network). 2 244 575 BCI-uitbreidingseenheden C C C De BCI-uitbreidingseenheden worden als complete sets geleverd. Elke uitbreidingseenheid breidt de elektrische carrosserie-interface uit met 10 ingangen en 6 uitgangen. A X B 372 106 N.B.: 1 tot 4 uitbreidingseenheden kunnen bij het voertuig worden besteld, af fabriek of voor montage achteraf. In dit voorbeeld worden uitbreidingseenheden A, B en X gebruikt. Het aantal uitbreidingseenheden kan naar behoefte worden aangepast. De uitbreidingseenheden worden aangesloten via aansluitblokken (C) en worden in geschikte posities langs het frame geplaatst. De CAN-afsluiting (T) moet altijd worden aangesloten op het aansluitblok dat het verst van de BCI-regeleenheid vandaan is aangesloten in de kabelboom. Meer informatie over uitbreidingseenheden vindt u in het document Uitbreidingseenheid. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 1 (15)

Algemeen IP-classificatie De uitbreidingseenheden hebben de beschermingsgraad IP69 1 om op het chassis of de carrosserie te kunnen worden gemonteerd. Gebruik afgedichte stekkers en aansluitblokken bij het monteren van uitbreidingseenheden op het chassisframe. Afgedichte stekkers worden bij de uitbreidingseenheden geleverd wanneer ze bij het voertuig af fabriek worden besteld. Als uitbreidingseenheden na de levering van het voertuig worden besteld, moeten de installatiesets afzonderlijk worden besteld. Bestelopties Als de uitbreidingseenheden af fabriek worden besteld en het voertuig van een opbergvak/opbergvakken is voorzien, dan worden de uitbreidingseenheden met bijbehorende installatiesets in het opbergvak aan bestuurderszijde geplaatst. Als er geen opbergvakken zijn, worden de onderdelen achter de passagiersstoel of vóór de stoel aan passagierszijde geplaatst. Als uitbreidingseenheden na de levering van het voertuig worden besteld, moeten de installatiesets afzonderlijk worden besteld. Aanduiding Artikelnummer Uitbreidingseenheid 2 449 530 Installatieset 2 307 272 Krimptang (geel) voor CAN-kabel 0,5-99 725: A 1,0 mm² Krimptang voor kabel 0,5-1,0 mm² 99 491: C Krimptang voor kabel 1,0-2,5 mm² 99 494: C De artikelen zijn verkrijgbaar bij Scania dealers. 1. Classificatie van de behuizing van elektrotechnische uitrusting volgens International Protection Marking. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 2 (15)

Algemeen Installatieset, inhoud Aanduiding Aantal Artikelnummer 1 2 329 409 39-pens busstekker VO 1 2 244 575 Contacthuisafdekking VO 1 1 926 640 Pluggen (voor afdichting van niet-gebruikte 32 1 446 825 aansluitingen) Kabelafdichting voor kabel 0,5-1,0 mm² 39 1 367 260 Kabelafdichting voor kabel 1,0-2,5 mm² 39 1 367 259 Vergulde pen voor CAN-kabel 0,5-1,0 mm² 13 1 929 962 Vertinde pen voor kabel 0,5-1,0 mm² 26 1 473 860 Vertinde pen voor kabel 1,0-2,5 mm² 39 1 849 469 CAN-afsluiting 120 ohm 1 2 204 973 Aansluiting op CAN-afsluiting 1 1 786 157 Vergulde pen voor afsluiting 0,75-1,5 mm² 2 1 361 119 Plug voor afsluiting 1 1 342 966 Borging voor afsluiting 1 1 349 112 Aansluitblok 1 2 190 281 Aansluiting voor aansluitblok 1 1 781 032 Vergulde pennen voor aansluiting 6 1 361 118 Plug voor aansluitblok 6 1 342 966 Borging voor aansluitblok 1 1 783 122 CAN - - 0,5-1 mm 2 0,5-1 mm 2 1-2,5 mm 2 1 929 962 1 473 860 1 849 469 99 725:A 99 491:C 99 494:C Accessoires voor montage van uitbreidingseenheden achteraf. 0,5-1 mm 2 1-2,5 mm 2 1 446 825 1 367 260 1 367 259 Accessoires voor montage van uitbreidingseenheden achteraf. 367 694 371 672 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 3 (15)

Algemeen Gereedschap voor kabelafsluiting Aanduiding Artikelnummer Krimptang (geel) voor kabel 0,5-1,0 mm² 99 725: A Krimptang voor kabel 0,5-1,0 mm² 99 491: C Krimptang (oranje) voor kabel 1,0-2,5 mm² 99 494: C Krimptang 99 496: B Demontagegereedschap voor kabelaansluitingen 99 585 Demontagegereedschap voor kabelaansluitingen 99 586 (1 929 962, 1 473 860 en 1 849 469) Demontagegereedschap voor kabelaansluitingen 99 591 (1 361 119 en 1 361 118) 99 586 99 591 1 929 962 1 473 860 1 849 469 1 361 119 1 361 118 Demontagegereedschap voor kabelaansluitingen. 371 695 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 4 (15)

Algemeen Uitvoering en plaats van de installatie N.B.: De uitbreidingseenheid op het chassisframe moet altijd met massa worden verbonden. Leg de kabels zodanig dat er geen scherpe bochten in kunnen komen of dat ze bekneld kunnen raken. Plaats de installatie op een geschikte afstand van hete delen in het voertuig. Plaats een uitbreidingseenheid nooit in zeer vuile omgevingen zoals de wielkast. WAARSCHUWING! 1 4 2 3 6 1 4 2 3 6 Wanneer een uitgang wordt aangesloten op de stekker, moet ook de massaverbinding worden aangesloten in het apparaat. 7 10 13 9 12 15 7 10 13 9 12 15 Cruciale veiligheidsfuncties moeten altijd via een gesloten circuit worden geactiveerd. 19 22 25 28 21 24 27 30 19 22 25 28 21 24 27 30 31 33 31 33 34 36 34 36 37 39 37 39 38 38 372 111 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 5 (15)

Uitbreidingseenheid monteren Pas de kabellengte aan de plaats van de uitbreidingseenheid aan. De stekker van de uitbreidingseenheid, het CAN-aansluitblok en de CAN-afsluiting moeten op de kabelboom worden aangesloten volgens onderstaande instructies. Stekker van uitbreidingseenheid 1. Til de contacthuisafdekking 1 926 640 van de stekker op om toegang te krijgen tot de stekkerbus 2 244 575, zie afbeelding 1. 2. Controleer welk soort signaal worden gebruikt voor elke pen in de pennenlijst. Meer informatie over de pennenlijst vindt u in het document Uitbreidingseenheid. Het is belangrijk dat signaaluitgangen een massaverbinding met de stekkerbus hebben. 2 244 575 1 926 640 371 696 Afbeelding 1. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 6 (15)

3. Afhankelijk van de kabeldoorsnede moeten twee verschillende kabelafdichtingen worden gebruikt. Breng de kabelafdichting op de kabel aan en strip de kabel vervolgens. Een correcte plaatsing van de kabelafdichtingen is belangrijk om het binnendringen van water te voorkomen, zie afbeelding 2. 4. Afhankelijk van de kabeldoorsnede en of het een CAN-aansluiting is, kunnen drie verschillende pennen met bijbehorende krimptang worden gebruikt. Bevestig de pen met de krimptang. Controleer of het krimpen correct is gebeurd. Zie afbeelding 3. 371 697 5. Plaats de pennen in de stekkerbus. Dicht niet-gebruikte aansluitingen af met pluggen om het binnendringen van water te voorkomen; zie afbeelding 4. 6. Sluit de massa aan voor identificatie van de uitbreidingseenheid. Meer informatie vindt u onder de kop Aansluiting op het voertuig. 7. Breng de contacthuisafdekking opnieuw aan op de stekkerbus; zie afbeelding 5. Afbeelding 2. Afbeelding 3. 371 701 349 652 371 698 Afbeelding 4. Afbeelding 5. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 7 (15)

8. Breng een kabelklem aan rond het uiteinde van de stekker zodat deze niet kan opengaan, zie afbeelding 6. 9. Vergrendel de secundaire vergrendeling, zie afbeelding 7. 368 702 368 701 Afbeelding 6. Afbeelding 7. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 8 (15)

CAN-afsluiting N.B.: Sluit de CAN-afsluiting altijd aan op het aansluitblok dat het verst van de BCI-regeleenheid vandaan is aangesloten in de kabelboom om het risico op storingen te beperken. 1. Maak de stekker 1 786 157 los van de CAN-afsluitbehuizing 2 204 973, zie afbeelding 8. 2. Kijk in welk gat van de CAN-afsluitbehuizing geen pen steekt. Dicht het overeenkomstige gat van de stekker af met plug 1 342 966, zie afbeelding 9. 2 204 973 1 786 157 349 653 371 703 Afbeelding 8. Afbeelding 9. 3. Draai de CAN-kabels in elkaar en steek ze door de stekker, zie afbeelding 10. 4. Strip de kabels en krimp de vergulde pennen 1 361 119 op de CAN-kabels. Gebruik de gele krimptang 99 496: B, zie afbeelding 11. 1 361 119 371 705 99 496:B 349 656 Afbeelding 10. Afbeelding 11. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 9 (15)

5. Controleer of het krimpen correct is gebeurd, zie afbeelding 12. 371 698 Afbeelding 12. 6. Steek de kabels in de stekker en maak de blauwe borgingscomponent 2 242 314 in de CAN-afsluitbehuizing 2 204 973 vast, zie afbeelding 13. 7. Monteer de stekker en de CAN-afsluitbehuizing, zie afbeelding 14. 8. Sluit de CAN-afsluiting aan op het aansluitblok dat het verst van de BCI-regeleenheid vandaan is aangesloten in de kabelboom. 2 242 314 383 230 371 704 Afbeelding 13. Afbeelding 14. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 10 (15)

Aansluitblok voor CAN 1. Open het aansluitblok door de vergrendeling en de band uit elkaar te nemen, zie afbeelding 15. 2. De kabelposities zijn in het deksel geslagen, zie afbeelding 16. Het aansluitblok heeft 2 groepen met elk 6 aangesloten posities. Posities 1, 2, 3, 10, 11 en 12 vormen één groep en posities 4, 5, 6, 7, 8 en 9 vormen de tweede groep. Sluit de kabels voor CAN-high en CAN-low op verschillende groepen aan. 2 190 281 1 783 122 1 781 032 349 660 371 706 Afbeelding 15. Afbeelding 16. 3. Voer alle kabels die moeten worden aangesloten door de stekker. Dicht niet-gebruikte gaten af met plug 1 342 966, zie afbeelding 17. 4. Strip alle kabels. Krimp de vergulde pennen 1 361 118 op de CAN-kabels. Gebruik de gele krimptang 99 496: B, zie afbeelding 18. 1 342 966 1 361 118 349 662 99 496:B 371 707 Afbeelding 17. Afbeelding 18. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 11 (15)

5. Controleer of het krimpen correct is gebeurd, zie afbeelding 19. 6. Zet de drie delen van het aansluitblok in elkaar, zie afbeelding 20. 2 190 281 1 783 122 1 781 032 349 665 371 698 Afbeelding 19. Afbeelding 20. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 12 (15)

Chassisvoorwaarden Chassisvoorwaarden Productieperiode voertuig Voorbereidingen af fabriek Productielocatie Chassisserienummer Optie Alternatief Variantcode 2014-11-17 - BCI-functionaliteit Met 5837A Södertälje 2105883 - BCI-uitbreidingseenheid 1 uitbreidingseenheid 5956A Zwolle 5371386-2 uitbreidingseenheden 5956B Angers 9192404-3 uitbreidingseenheden 5956C 2015-02-02-4 uitbreidingseenheden 5956D São Bernardo do Campo 3872427-22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 13 (15)

ID-penconfiguratie voor uitbreidingseenheden ID-penconfiguratie voor uitbreidingseenheden Onderstaande tabel geeft aan welke ID-pennen met de massa voor ID-pennen moeten worden verbonden. De massa voor ID-pennen heeft de posities 14 en 17. Meer informatie over de functies van de pennen van de uitbreidingseenheid vindt u in het document Uitbreidingseenheid. Uitbreidingseenheid A B C D Pennen van uitbreidingseenheid 2 5 8 11 X X X X Configuratie van uitbreidingseenheden Om zeker te zijn van een correcte werking van de uitbreidingseenheden moeten ze met BICT worden geconfigureerd. 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 14 (15)

Aansluiting op het voertuig Aansluiting op het voertuig Onderstaande tabel en afbeelding beschrijven hoe de kabelboom met uitbreidingseenheden op het voertuig moet worden aangesloten. Meer informatie over stekker C493 vindt u in het document Stekker C493 Door BCI geregelde carrosseriefuncties en hoogte-afstelling. Nr. Functie Informatie 1 Spanning, +24 V 30-spanning van optionele zekeringhouder in centrale elektrische eenheid, P2. Moet worden gezekerd met zekering van 20 A. Kabeldoorsnede: 2,5 mm 2 2 Activeringssignaal, +24 V 15-spanning van optionele zekeringhouder in centrale elektrische eenheid, P2. 3 Massa Massa-aansluiting G4 in centrale elektrische eenheid. Kabeldoorsnede: 2,5 mm 2 4 Uitbreidings-CAN CAN-low, aangesloten op positie 1 in C493. Kabeldoorsnede: 0,75 mm 2 5 Uitbreidings-CAN CAN-high, aangesloten op positie 2 in C493. Kabeldoorsnede: 0,75 mm 2 6 Aansluitblok voor CAN Artikelnummer: 2 190 281 P2 1 1 2 2 1 2 3 C 3 38 37 35 32 C BCI_E1 C493 4 5 6 382 529 22:10-103 Uitgave 2 nl-nl 15 (15)