Muziekles klappen Groep: Groep 5-6 Groep 7-8 Werkvorm: Kleine groepjes Klassikaal Benodigdheden: - Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje. Korte omschrijving: Mensen wonen wereldwijd in totaal verschillende leefomstandigheden. Dicht op elkaar in de stad, op het platteland of in een krottenwijk. Ook talen zijn overal verschillend, maar muziek vindt je overal! Met iedereen kun je muziek maken, zonder dat taal een obstakel vormt. Instructie Muziek, en daarbij ritme, kom je overal ter wereld tegen. Vandaag een ritmische oefening voor in de klas! Iedereen houd zijn handen klaar, vandaag maken we gebruik van onze handen door te klappen. De leerlingen zitten voor deze oefening in een kring. Uitvoering Oefening 1: De docent tik een tempo op een woodblock. tik allemaal zachtjes mee met je tenen. Als de docent tot 4 heeft geteld op het tempo van de woodblock, klapt de eerste leerling in zijn handen op de volgende tel. Als dit lukt volgt ook de volgende de leerling, en de volgende... Zo ga je de gehele kring langs. Iedere leerling klapt dus maar één keer. Dit moet wel precies samen zijn met de woodblock, in het juiste tempo. Begin heel langzaam, en voer het tempo pas op als het iedereen lukt om op het juiste moment te klappen. Als het goed begint te lopen kun je het tempo opvoeren. Maak hier een spel van, en werk met levels die behaald kunnen worden. Oefening 2: Verdeel de klas in groepjes van 4. Iedere leerling uit het groepje krijg nummer 1, 2, 3 of 4. De docent geeft het tempo aan en telt tot 4. Alle leerlingen die nummer 1 hebben klappen op de 1e tel in hun handen, die nummer 2 hebben op de 2e tel etc. Oefen het gezamenlijk starten en stoppen. In eerste instantie mogen de kinderen hardop meetellen, later zijn de monden dicht en is alleen het klapgeluid te horen.
Muziekoefeningen Inleiding: Ademhalingsoefeningen: Veertje in de lucht houden Kaars uitblazen Blazen tegen je verbrande vinger Fietsband / ballon oppompen Fietsband / ballon leeg laten lopen Namen roepen: o.ma, o..pa, ja pie Klok imiteren: bommmmmmmmm, tiiiiiiiiiiiiiing Grote emmer vullen uit de kraan: ssssssssssssssss Indianenroep Klankstaven: Richting bepalen van de geluidsbron: Kinderen of 1 kind zitten met gesloten ogen en wijzen uit welke richting het geluid komt. 1 Kind loopt met een blinddoek voor naar het geluid. Zorg dat de weg vrij is. Kern: Luisteroefeningen: Speel een toon op de klankstaaf, Hoe lang hoor je het geluid? Hou je vinger omhoog, zolang je het geluid hoort. Hoor je het niet meer dan gaat je vinger naar beneden. Welke toon is hoog, welke is laag? Klokkenspel; van laag naar hoog en andersom spelen. De trap op- en- aflopen Ritmische vorming: Tikken met de vingers op de tafel Klappen Tikken met de tenen Met ritmestokjes Tamboerijn Trom Triangel Sambaballen Dirigeren van een liedje door een kind
Naklappen: Klap een ritme voor en laat de kinderen dat ritme naklappen Leg plaatjes neer van voorwerpen of leg voorwerpen neer en klap dat ritme na. Leg een aantal plaatjes na elkaar neer en klap die ritmes na. Muzikale tegenstellingen: Muziek geen muziek Vlug langzaam Vlugger langzamer Hard zacht Hoog laag Mooi niet mooi Met muziek instrumenten, cd speler en de handen / voeten Muziek beluisteren: Luister naar muziekstukjes. Wat horen de kinderen? Welke instrumenten herken je? (youtube heeft leuke filmpjes, onder de naam orkest ) Hier kun je de woordkaarten uit de bijlage voor gebruiken Vind je de muziek mooi of niet mooi en waarom wel/niet? Je krijgt een vel tekenpapier. We luisteren naar de muziek. Probeer eens te tekenen wat je hoort? Kijken naar muziek: Teken dikke stippen en dunne stippen in een lijn achter elkaar. Probeer dit eens na te tikken met je handen? Wat zouden de grote en de kleine stippen betekenen? Zoek een paar dierenplaatjes. Hou een dier omhoog en de kinderen maken de geluiden erbij. Je kunt ook de opdracht geven om twee of meerdere dieren tegelijk te laten zien en horen. Maak golflijnen en laat de kinderen er geluiden bij maken: omhoog en naar beneden met de stem Voor de bovenbouw zou je de kinderen muziek onder een filmpje kunnen laten zetten. Zoek op google filmpje armoede
Muziekles regen Regenen doet het in elk land..daarom gaan wij het deze muziekles laten regenen! Benodigdheden: Paraplu, Instrumenten: ritmestokjes, trommels, tamboerijnen, triangels Rikketikketik Met deze muzikale activiteit leer je de kinderen hoe ze geluiden harder (crescendo) en zachter (decrescendo) kunnen laten worden. Geschikt tot en met groep 4. Het enige wat je nodig hebt, zijn ritme-instrumenten en een paraplu. Roep de kinderen bij elkaar om samen regengeluiden te maken. Gebruik daarvoor ritmeinstrumenten en de handen. Laat de kinderen in een klassengesprek de verschillende soorten regen verwoorden. Lekker hard regenen, of juist zachtjes? Dat laatste zal moeilijker zijn. Bespreek hoe je de geluiden het best kunt maken. Tik, ritsel en speel met de kinderen mee. Introduceer dan de 'magische' paraplu. Hanteer vanaf dan de volgende afspraak: Hoe verder je de paraplu opendoet, hoe harder het gaat regenen. Wanneer je de paraplu dichtdoet gaat het zachter regenen. Het zachter worden is altijd lastig. Besteed daar extra aandacht aan. Als de paraplu dichtzit, stopt de regen. Heel leuk is het om daarna een kind de 'dirigent' te laten zijn en de paraplu te laten bedienen.