Na deze les kun je: uitleggen wat je hebt aan een agenda; huiswerk opschrijven met afkortingen; afspraken in je agenda zetten; je lesrooster in je agenda zetten. 1 Agenda De één heeft een papieren agenda, de ander gebruikt de agenda op z n smartphone. Wat voor agenda je ook hebt, je zet er dingen in die je moet onthouden. Zoals huiswerk of afspraken. Dat is handig, want zo weet je altijd wat je wanneer moet doen. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw Stel elkaar vragen over je agenda. Gebruik de vragen die hieronder staan. Bedenk zelf de laatste vraag. Schrijf de antwoorden op. 1. Waarom heb je voor deze agenda gekozen? Schrijf je huiswerk bij de dag dat je het af moet hebben. Schrijf alles precies en netjes op. En vergeet er niet bij te schrijven voor welk vak het is! 2. Wat zet jij allemaal in je agenda? 3. Hoe vaak kijk je in je agenda? 4.? Bespreek met de klas waarom je op school een agenda nodig hebt. 1 Tumult 14-15
In je agenda zet je huiswerk. Zo weet je precies wat je voor elk vak moet doen. Om ruimte te besparen, gebruik je afkortingen. Voorbeeld: Hoofdstuk wordt h. Engels wordt eng. Maken wordt mak. of m. Paragraaf wordt par. of 2 Huiswerk opschrijven Je kunt woorden soms op meerdere manieren afkorten. Voor hoofdstuk kun je bijvoorbeeld gebruiken: hfdst., hst. of h. Handig als je daar afspraken over maakt! Bespreek met je mentor welke afkortingen ze op jouw school gebruiken. Schrijf hieronder alle afkortingen op die je nodig hebt. Vak Afkorting Overig Afkorting Nederlands Engels Wiskunde Hoofdstuk Paragraaf Bladzijde Opdracht Maken Lezen Leren Herhalen Toets Werkstuk Spreekbeurt 2 Tumult 14-15
Stel je voor dat dit het huiswerk is dat je vandaag hebt opgekregen: Nederlands: voor donderdag hoofdstuk 2, bladzijde 15 en 16 lezen. Biologie: voor maandag opdrachten 3 t/m 7 maken. Geschiedenis: voor donderdag opdracht 7 en 8 maken. Engels: voor woensdag woordjes leren van hoofdstuk 1, paragraaf 2. Schrijf dit huiswerk hieronder op. Gebruik afkortingen zodat het in de vakken past. 2014 Als je docent het huiswerk opgeeft, vraag dan of hij het op het bord wil schrijven. Dan weet je zeker dat je het goed in je agenda zet. 3 Tumult 14-15
Naast je huiswerk kun je ook andere dingen in je agenda zetten. Zoals afspraken met vrienden of wanneer je moet sporten. Handig! Je kunt namelijk geen twee dingen tegelijk doen. 3 Afspraken Schrijf op wat je vanmiddag en vanavond na school gaat doen. Denk aan huiswerk, sporten, afspraken, tv-kijken. Schrijf erachter hoeveel tijd je denkt dat iedere bezigheid kost. Wat Tijd 1. Als je al je huiswerk en afspraken in je agenda zet, is het uit je hoofd. Dat is prettig, want dan hoef je er niet de hele tijd aan te denken. 2. 3. 4. 5. Pak je agenda erbij en beantwoord de vragen. Welke activiteiten uit het lijstje staan al in je agenda? Welke activiteiten zouden ook in je agenda moeten staan? Zet die er meteen in! Hoeveel tijd heb je nodig voor huiswerk? Hoeveel tijd heb je nodig voor andere dingen? Waar begin je mee? Met je huiswerk of met andere dingen? Ik begin met:, want: 4 Tumult 14-15
Elke schoolagenda heeft pagina s waar je je lesrooster kunt opschrijven, meestal ergens voorin. Op je lesrooster staat welke les je wanneer hebt en waar je moet zijn. Dat is belangrijk om te weten, dus zet het goed in je agenda! 4 Lesrooster Pak je agenda en je lesrooster. Zoek de pagina op waar je het lesrooster op kunt schrijven. Schrijf het lesrooster over in je agenda. Je kunt je rooster ook uitprinten en inplakken. Voorbeeld: Uur Tijd Vak Docent Lokaal 1 8.15 9.00 uur Engels Dhr. Allison 1.27 2 9.00 9.45 uur Techniek Dhr. Vermaas 0.17 9.45 10.00 uur Pauze 3 10.00 10.45 uur Wiskunde Mw. Reijnders 2.13 4 10.45 11.30 uur Tekenen Mw. Muller 3.01 11.30 12.00 uur Pauze 5 12.00 12.45 uur Mentorles Mw. Jager 1.34 6 12.45 13.30 uur Gym Dhr. Berends gymzaal Zoek deze week op in je agenda. Zet bij elke dag welke vakken je ieder uur hebt. Gebruik afkortingen. Voorbeeld: 1. Eng 2. Tech Dit kun je bij elke week in je agenda doen. Dan staat het vak er al als je huiswerk op gaat schrijven. Handig! Geef nu in je agenda aan wanneer je vakantie hebt. Laat zien dat je blij bent met de vakantie! 5 Tumult 14-15
Controleren Samen met je buurman of buurvrouw Pak je agenda en kijk welk huiswerk er voor deze week in staat. Heeft je buurman/vrouw precies hetzelfde huiswerk staan? Ja Nee Zorg samen dat het huiswerk goed in jullie agenda s komt. Digiles Talentenles Log in op www.tumult.nl. Doe de Talentenles. Studiekaart Agenda Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaart Agenda. Deze les ging over jouw agenda. In je agenda zet je dingen die je moet onthouden. Zoals huiswerk, je lesrooster, cijfers en afspraken buiten school. Houd je agenda goed bij. Dan weet je altijd wat je moet doen. huiswerk opschrijven. Door woorden af te korten, kun je huiswerk sneller opschrijven. Het bespaart ook ruimte in je agenda. Schrijf je huiswerk netjes op. Vraag de leraar om het huiswerk op het bord te schrijven. Dan weet je zeker dat het klopt. afspraken. Het is slim om ook andere afspraken in je agenda te zetten. Zo weet je precies wat je wanneer moet doen. lesrooster. Op je rooster staat wanneer je waar les hebt. En ook welke les dat is. Schrijf of plak je rooster in je agenda. Dan weet je altijd wanneer je les hebt. En wanneer je vrij bent. 6 Tumult 14-15