Projectidee Proeftuin Complementaire Zorg in de GGZ

Vergelijkbare documenten
Complementaire zorg in ziekenhuizen, verpleeghuizen en GGZ instellingen

Complementaire zorg. Waardevolle zorg

Sprekers: Cobie van Beuzekom, verpleegkundig specialist Petra Buvelot, nurse practitioner

Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening

Complementaire zorg. Martin Schipperus

POST-HBO OPLEIDING INTEGRATIVE MEDICINE. Nieuwe visie op zorg. Positieve Gezondheid en Integrative Medicine

Positieve Gezondheid -14 November 2017 KBO

Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid

Waar ligt je kracht? Denken en handelen vanuit Positieve gezondheid. Architectuur in de Zorg 14 juni Dr. Marja van Vliet

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Complementaire zorg in ziekenhuizen, verpleeghuizen en GGZ instellingen

Kennismaken met Planetree

Positieve Gezondheid en Leefomgeving als basis voor gezondheidsbevordering

Van Start. Voorstellen Wat is Positieve Gezondheid?

Gezondheid in Beweging

Integrative Medicine als Gezondverstandsgeneeskunde. Ines von Rosenstiel, kinderarts Slotervaartziekenhuis, Amsterdam, 21 april 2009

D v/h Noorden; 17 sept 2005

Het organiseren van een MDO

Praktische Complementaire Zorg

Samenvatting Proeftuin Integrative Medicine

Aanvraag VEZN Pro Vita

Positieve gezondheid. Mini-symposium 31 maart 2017

De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

Hoe blijf ik (psychisch) gezond?! Simone Traa Klinisch psycholoog psychotherapeut Medische Psychologie, Máxima Medisch Centrum

POSITIEVE GEZONDHEID. Wat is het en wat kan ik ermee?

Proeftuin COMPLEMENTAIRE ZORG in de Ouderenzorg: Effecten van diverse interventies en succesfactoren voor verankering in de zorg

Centrum Integrale Psychiatrie

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Chronic, coordinated care for children with overweight and obesity. Versie 1.4 februari 2014

Opleiding tot mindfulnesstrainer

Het OCK-kids project

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Gezondheidsbevordering via ruimtelijk spoor. Brede blik op gezondheid en ruimte

Opleiding tot mindfulnesstrainer

Contourenvoorstel ontwikkeltafel jeugd (werkgroep begeleiding/behandeling)

Hoe borg je POSITIEVE GEZONDHEID? Weer een stapje verder ermee..

(ernstige) psychische aandoeningen

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van de herstelondersteunende zorg binnen de afdeling creatieve therapie van het Antoni van Leeuwenhoek

Ervaringsdeskundigheid

"Bidden, meditatie en mindfulness: over vorm, inhoud en iets "meer" Introductie: - aanleidingen en achtergronden - vraagstelling

Ondersteunende (na) zorg voor blaas-en nierkankerpatienten

Samenvatting antwoorden Revalidatie:

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Complementaire zorg in de hematologie

Poliklinische revalidatie bij hartfalen Revalidatiecentrum Breda

Ouderengeneeskunde in de eerste lijn:

Psychosociale oncologische zorg. Afstemming en communicatie tussen eerste- en tweedelijn

Positieve gezondheid. 28 juni 2016

Drechtsteden Alliantie. De laatste stand van zaken Juli 2016

Eigen regie in de palliatieve fase

Healthy Ageing: van wenselijkheid naar werkelijkheid

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

Therapeutic Touch. De kracht van subtiele aanraking. Therapeutic touch. Complementaire zorg. TT is onderdeel van complementaire zorg:

Positieve gezondheid in de praktijk

Onderzoek en de PMT Onderzoek naar onderzoek (en scholing) in de Psychomotorische Therapie

Consultatiebureaus voor ouderen Projectbeschrijvingen

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein

richtlijnen basis voor kwaliteit

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Oncologische Revalidatie

anker Oncologische revalidatie Herstel & Balans

NPA Congres, 4 februari 2016: De patiënt aan het roer?

Parels voor de Kunst. Netwerk Programma Ouderen. Projectplan (kort)

Een nieuw dynamisch concept van Gezondheid & de verdere ontwikkeling naar positieve gezondheid

Complementaire zorg noodzakelijk voor ziekenhuizen of de patiënt? René van Duuren 21 juni 2016

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN en regulier betaald werk

Congres kwaliteit en bekostiging langdurige zorg

Integrative Medicine/Aanvullende zorg

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

Phrenos Psychosecongres

POSITIEVE GEZONDHEID

Samenhang Zelfzorg Ondersteund, Persoonsgerichte Zorg en Positieve Gezondheid NvL, 2019

EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN

Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online?

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB

Oncologische Revalidatie bij ouderen Ontwikkeling van de richtlijn Geriatrische Oncologische Revalidatie

Opzet & werkwijze project. 1. Probleemgedrag bij dementie 2. Muziekinterventies 3. Onderzoeken van effectiviteit 4. Resultaten

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar?

Nederlandse samenvatting

Meer vermogen als kern van integraal beleid. Sjaak de Gouw, 1 december 2015, Leiden

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Onderwerp: Doelen: Voorgenomen acties. Kwaliteit

Praktijkvoorbeeld van regionale samenwerking tussen gemeente en GGZ Janneke Oude Alink gemeente Apeldoorn/regio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Module 5 Complementaire Zorg De glimlach in de zorgverlening

Van harte welkom. Lezing Massage bij kanker Estelle Smits Directeur Instituut Massage bij Kanker. AVL Symposium 15 juni 2017

Gezond en vitaal richting pensioen

Keurmerkrapportage. rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

Voor substitutie komt binnenkort een ander aanvraagformulier beschikbaar. Voor wijkgerichte zorg is het budget voor 2016 & 2017 reeds gealloceerd.

Positieve Gezondheid Wat is het en wat kun je er mee? Marja van Vliet (PhD)

WELZIJN OP RECEPT inhoud en kwaliteit.

Boekenpodium Avondconferentie: Zingeving en spiritualiteit: een uitdaging voor therapie en zorg

Praktijkvoorbeeld Evidence Based Werken. Foutloos Leren bij Korsakov

aanbevelingen & eindproducten

Voorbij de geraniums. Visiestuk over vitaliteit en vitaliteitscoaching. Paulien Vermunt, Philip Spinhoven en Rudi Westendorp

Zinzorg en aandacht voor spiritualiteit

Opzet van de interventie 4-8 en 8-13 jaar Stappen Wanneer Wie Frequentie Duur

ALS zorg en palliatieve zorg? Een gezamenlijk doel! En dezelfde uitkomstmaten?!

Value-based healthcare en Lean vanuit wetenschappelijk perspectief

Transcriptie:

Projectidee Proeftuin Complementaire Zorg in de GGZ Januari 2016 1

CONTACTINFORMATIE Louis Bolk Instituut: Miek Jong: 0343 523860 m.jong@louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Hoofdstraat 24 3972 LA Driebergen Van Praag Instituut: Martine Busch: 030 234 1707 m.busch@vanpraaginstituut.nl Springweg 7 3511 VH Utrecht 2

1. Plaatsbepaling complementaire zorg Complementaire zorg betekent letterlijk 'aanvullende zorg'. Deze zorg komt dus niet in plaats van de gangbare zorg, maar voegt daar iets aan toe vanuit een holistische mensvisie. Het bevordert het zelfhelend vermogen en de fysieke en mentale conditie van de cliënt, waardoor diens kwaliteit van leven wordt verhoogd. Stressvermindering speelt in de complementaire zorg een belangrijke rol. Elementen van een integrale benadering van gezondheid en zorg zijn vooral: 1. de therapeutische relatie tussen cliënt en hulpverlener staat centraal 2. kijkt naar de gehele mens 3. maakt op basis van wetenschappelijk onderzoek gebruik van alle geschikte therapeutische benaderingen, zorgprofessionals en disciplines 4. om zo tot optimale gezondheid en optimaal herstel te komen. Bij complementaire zorg gaat het om eenvoudige interventies, ingebed in een bestaand beroep, bijvoorbeeld verpleegkundige, activiteitenbegeleider/medewerker welzijn, psycholoog of fysiotherapeut. Het accent ligt op ondersteuning en verbetering van de kwaliteit van leven (care). Effecten van complementaire zorg zijn met name te zien op het terrein van reductie van pijn, angst, onrust, slaapproblemen, klachten bewegingsapparaat en er is een toename van welbevinden te zien. Complementaire zorg sluit naadloos aan op het recent geïntroduceerde concept positieve gezondheid door het Louis Bolk Instituut, wat internationaal veel aandacht heeft gekregen. In dit concept wordt gezondheid niet langer gedefinieerd als een statische situatie (de afwezigheid van ziekte) maar als het dynamische vermogen van mensen om zich aan te passen en zelf regie te voeren over hun welbevinden, in het licht van fysieke, sociale en emotionele uitdagingen van het leven. Zorg is in die definitie meer dan een medische behandeling. Hierbij passen dan ook andere dan alleen medische interventies, zoals het stimuleren van een gezonde leefstijl, het vergroten van veerkracht, welbevinden, aandacht voor zingeving, stressreductie en ondersteuning bij zelfmanagement. 3

Vormen van interventies op het gebied van complementaire zorg De interventies die de complementaire zorg aanbiedt, zijn in vijf categorieën onder te verdelen, zie navolgend schema. Volgens zorgverzekeraars vallen ook de veel toegepaste vaktherapieën onder alternatieve geneeswijze (bijv. muziektherapie, beeldende therapie), vandaar dat deze ook in het schema zijn opgenomen. In Nederland wordt complementaire zorg voor een groot deel buiten het reguliere zorgcircuit toegepast. Er is wel een verschuiving te zien, namelijk dat steeds meer zorginstellingen ook zelf interventies op het gebied van complementaire zorg aanbieden. Een recent uitgevoerde mappingstudie 1 laat bijv. zien dat een deel van de GGZ instellingen interventies als creatieve therapie, muziek therapie, schilder therapie, mindfulness, meditatie, visualisatie en ontspanningsoefeningen, voedingsadviezen/supplementen, yoga en tai chi aanbiedt. 1 M. Busch, M. Jong, E. Baars, Complementaire zorg in ziekenhuizen, verpleeghuizen en GGZ-instellingen Eerste Nederlandse inventarisatie, januari 2015 4

2. Proeftuin complementaire zorg in de GGZ 2.1 Waarom een proeftuin complementaire zorg? Uit de hiervoor vermelde mappingstudie kwam naar voren dat het veld behoefte heeft aan uitbreiding van kennis over complementaire zorg, aan uitbreiding van interventies op het gebied van complementaire zorg, het onderzoeken van de effecten van complementaire zorg en aan het uitwisselen van ervaringen. Ofwel: - Hoe kan complementaire zorg bijdragen aan de kwaliteit van leven, aan de kwaliteit van het bestaan? - Hoe kan complementaire zorg het beste verankerd worden in de dagelijkse zorg? Vervolgens is er initiatief genomen tot het implementeren en evalueren van een proeftuin complementaire zorg in de eerste lijn, in de tweede lijn (ziekenhuissector) en in de ouderenzorg. 2.2 Opzet proeftuin Het voorstel is dat de proeftuin complementaire zorg in de GGZ uit 3 elementen bestaat: 1. Het beschrijven van de interventie(s) of aanpak op het gebied van complementaire zorg per deelnemer: elke deelnemer biedt complementaire zorg naar eigen wens en invulling. Er is dus keuzevrijheid wat betreft de interventie, de doelgroep, de omvang van de interventie/doelgroep, of het door eigen medewerkers wordt aangeboden of door externe professionals. Alle deelnemers geven een beschrijving welke complementaire interventie zij aanbieden, bij welke doelgroep, de frequentie per week, of en hoe het in het zorgproces en plan is opgenomen, etc.. De deelnemers krijgen hiervoor een sjabloon aangeleverd, zodat de interventiebeschrijving op eenzelfde wijze gebeurt. Gedurende de looptijd van de proeftuin ontvangen de deelnemende organisaties ondersteuning in het leerproces m.b.t. het inzichtelijk maken van de kwaliteit van de toepassing van CZ en de implementatie in de dagelijkse zorgpraktijk (procesbegeleiding); 2. Het delen van ervaringen en visieontwikkeling (o.a. vanuit positieve gezondheid) in het netwerk, dat door het Van Praag Instituut en het Louis Bolk Instituut begeleid wordt (procesbegeleiding). Medewerkers die de complementaire zorg in de organisaties aanbieden komen bijeen en wisselen in het kader van de proeftuin ervaringen, succes- en faalfactoren uit om zodoende complementaire zorg beter te borgen en minder afhankelijk van individuele 5

personen te laten zijn. Zij komen in ieder geval in het kader van de proeftuin bijeen, maar hopelijk ook daarbuiten; 3. Het monitoren van de resultaten van de gekozen complementaire interventies per organisatie op basis van gezamenlijk opgestelde en relevant geachte indicatoren/uitkomstmaten vanuit het perspectief van zowel patiënten/bewoners als professionals. Er worden ook overkoepelende indicatoren/uitkomstmaten geselecteerd die bij alle doelgroepen in de deelnemende instellingen gemonitord worden, zoals bijvoorbeeld kwaliteit van leven en veranderingen in pijnbeleving. Belangrijke vragen zijn: bij welke klachten/symptomen kunnen we effecten verwachten, en wat zijn veelbelovende complementaire interventies? Deze hoofdvragen worden nog nader in gedetailleerde onderzoeksvragen uitgewerkt en aan de deelnemers van de proeftuin ter goedkeuring voorgelegd. De resultaten van de diverse trajecten van de deelnemers aan de proeftuin worden gezamenlijk in kaart gebracht en vormen daarmee een belangrijke basis voor toekomstig gerandomiseerd onderzoek om evidence voor complementaire zorginterventies verder op te bouwen. 2.3 Eindproducten van de proeftuin De eindproducten van de proeftuin zijn: 1. Onderzoeksrapport: overzicht van de toegepaste complementaire zorginterventies, doelgroepen en geobserveerde effecten van complementaire interventies op bijvoorbeeld kwaliteit van leven, pijn, angst en onrust; 2. Een learning history : beschrijving van de valkuilen en successen bij de invoering van complementaire zorg. Dit in aansluiting op de inventarisatiestudie en het advies van de ZonMW Stuurgroep Implementatie evidence based complementaire zorg ; 3. Het delen van deze kennis en ervaring met andere organisaties in de GGZ middels het publiceren van de resultaten en het organiseren van een symposium hierover. 2.4 Deelnemers proeftuin De doelstelling is dat de proeftuin ongeveer bestaat uit 5 deelnemende GGZ instellingen. Verschillende organisaties worden nu benaderd voor interesse in deelname. 6

Ieder van de deelnemende organisaties zal waarschijnlijk al interventies bieden op het gebied van complementaire zorg aan en sommige organisaties zullen wellicht in het kader van de proeftuin het aantal interventies willen uitbreiden. De deelnemers zullen gevraagd worden een intentieverklaring te tekenen, waarin opgenomen wat wordt wat hun inspanning t.a.v. de proeftuin is. 2.5 Looptijd proeftuin De proeftuin duurt drie jaar en is als volgt opgebouwd: Het eerste half jaar: het in kaart brengen van de huidige situatie per deelnemer, het vaststellen van gezamenlijke uitkomstmaten voor het monitoren en het ontwikkelen van een registratiesystematiek; Twee jaar: monitoren van de interventies bij de deelnemers. Daarbij wordt ervan uit gegaan dat cliënten minimaal een jaar gevolgd kunnen worden én dat er voldoende deelnemers in de studie geïncludeerd kunnen worden om zinvolle uitspraken te doen; Half jaar: het uitwerken en analyseren van de resultaten van de deelnemers, het schrijven van een onderzoeksrapport en het voorbereiden van een publicatie/symposium. In deze periode komt het netwerk (bestaande uit de medewerkers die complementaire zorg aanbieden) twee keer per jaar bijeen; in totaal zijn er gedurende de proeftuin dus zes bijeenkomsten. Er zal worden gestimuleerd dat de medewerkers om elkaar ook buiten de proeftuin om te zien en elkaar dus frequenter dan twee keer per jaar te zien. De nagestreefde start van de proeftuin is in de eerste helft van 2016. 2.6 Taakverdeling In de proeftuin zullen de volgende taken worden verdeeld: Projectleider. Werkzaam bij en betrokken vanuit 1 van de deelnemende GGZ instellingen. Degene is verantwoordelijk voor het organiseren van de proeftuinbijeenkomsten, het opstellen van het projectplan, het bundelen van informatie voortkomend uit het onderzoek en procesbegeleiding, het onderhouden van netwerkcontacten t.b.v. publicatie/symposium, bijdrage aan het onderzoeksrapport, e.d.; Van Praag Instituut, is verantwoordelijk voor de procesbegeleiding van de proeftuin en de 'learning history', inventariseert de stand van zaken per deelnemer, bezoekt de deelnemers twee keer per jaar om hen te adviseren bij de implementatie, zij onderhoudt 7

netwerkcontacten t.b.v. publicatie/symposium en de inbedding van deze proeftuin in landelijke ontwikkelingen, bijdrage aan het onderzoeksrapport, e.d.; Louis Bolk Instituut, is verantwoordelijk voor de systematiekontwikkeling en het onderzoek en de onderzoeksrapportage. Tevens zal de communicatieafdeling van het Louis Bolk Instituut, in samenspraak met de medewerkers communicatie van de deelnemende organisaties, ondersteuning bieden aan actieve communicatie rondom de proeftuin GGZ. 8