MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie

Vergelijkbare documenten
MJA-Sectorrapport 2014 Vleesverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Vleesverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Vleesverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2014 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2013 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2015 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2015 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MJA3-Sectorrapport 2014 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2013 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MJA-Sectorrapport 2013 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2013 Meelfabrikanten

MEE-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Textielindustrie

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2015 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Textielindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Meelfabrikanten

MEE-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2012 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs

MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2014 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Railsector

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA3-Bedrijfsrapport 2014 Railsector

MJA-Sectorrapport 2012 Grofkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2013 Groenten- en Fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Grofkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Tankopslag en -overslagbedrijven

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MJA-Sectorrapport 2014 Oppervlakte Behandelende Industrie

MJA-Sectorrapport 2016 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 Zuivelindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Railsector

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2017 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2015 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Railsector

Transcriptie:

MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie

Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Vleesverwerkende industrie Datum: 13 juli 2016 Status: Definitief Kenmerk: 1235678/TDL/158006 Locatie: Utrecht Contactpersoon: Tobias de Ligt Ondersteunend adviesbureau: EEI/Arcadis

Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding... 1 Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik... 1 Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik... 2 Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP... 3 Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler... 4 Hoofdstuk 6. Tabellen... 6 Databaseversie d.d.: 27-05-2016 15:55

Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Vleesverwerkende industrie Aantal MJA-deelnemers in 2015 53 Aantal beschouwde bedrijven voor 2015 in dit rapport 53 Aantal toetreders in 2015 0 Aantal uittreders in 2015 3 Werkelijk energieverbruik 2015 (TJ) 4.058 Effecten van maatregelen 2015 t.o.v. 2014 2015 t.o.v. 2005 Procesefficiencyverbetering 1,0% 14,0% Besparing in de keten [TJ] -8,3 66,7 Duurzame energie [TJ] -47,3 53,4 Resultaten Energieverbruik Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 4.058 TJ in 2015. Dit is ongeveer 1% hoger dan in 2014. Dit komt deels door een lichte productiestijging en deels door andere invloeden. Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse besparing van 425,0 TJ leiden, 10,6% van het totaal energieverbruik. Na drie jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 140,1 TJ. Hiermee is 33,0% van de MJPdoelstelling gerealiseerd. De energiebesparing door procesefficiency ligt achter op koers met 168 TJ waar voor 2016 een besparing van 340 TJ is gepland. Ook op het gebied van duurzame energie loopt de sector achter op koers van de doelstelling van het MJP 1. Waar voor 2016 65 TJ is gepland, is er in 2015 juist een ontsparend effect geweest van 40 TJ (dit is voornamelijk het gevolg van een uittreder in 2015 die verantwoordelijk was voor een groot deel van de inkoop van duurzame energie in de sector). Waar men op het gebied van ketenmaatregelen vorig jaar nog de doelstelling had behaald met 101%, is dat in 2015 teruggelopen. In 2015 is het jaarlijks effect van ketenmaatregelen 11,8 TJ, terwijl de doelstelling voor 2016 20 TJ is. Kortom, op het gebied van ketenmaatregelen zit de sector op 59% van de doelstelling. Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2015 hebben een besparing van 42,6 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn: Installeren rookgaskoeler en rookgascondensor; Plaatsing nieuwe compressoren (bij koeling); Koelingssysteem met warmteterugwinning. 1 Bij het vaststellen van de intensivering van duurzame energie is de omvangrijke inkoop groene stroom (193 TJ) in 2012 van een uitgetreden bedrijf buiten beschouwing gelaten. Zie ook hoofdstuk 5. I

Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2015 een totale besparing van 79,5 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn: Vergisting organisch slibafval in samenwerking met RWZI; Terugdringen productuitval; Vermindering voedselverspilling door langere houdbaarheid. Inzet duurzame energie De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 81,1 TJ in 2015. De belangrijkste duurzame-energiemaatregelen zijn: Inkoop duurzame energie; Inzet van nevenproducten voor energieopwekking; Toepassen van een warmtepompboiler. Vooruitblik Algemene ontwikkelingen De vleessector heeft te maken met uitdagende omstandigheden. Een Europese markt met lage vleesprijzen en EU-interventies vanwege de overschotten zijn daar het bewijs van. Na het wegvallen van de Russische markt naar nieuwe exportmarkten waar veterinaire belemmeringen en eerdere dierziekten (zoals vogelgriep) een vertragend effect op hebben. Zodoende is het helaas nog niet gelukt om de besparingen in de vleesketen op het gebied van procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie te behalen. De vleessector is continu in beweging en is ook actief met duurzaamheidsthema s die niet direct aan MJA worden gerelateerd, maar er wel invloed op hebben. Zo hebben diverse bedrijven een actieprogramma op het terugdringen van verspilling bij de consument door in te spelen op kleinere verpakkingshoeveelheden. Komend jaar komt, naast de blijvende focus op ketenefficiency, met een informatiebijeenkomst extra aandacht voor duurzame energie. Convenantactiviteiten De vleessector heeft het afgelopen jaar twee bijeenkomsten georganiseerd. De energiebijeenkomst voor de vleessector en een informatie- en hulpbijeenkomst voor het invullen van de MJP s. Beide bijeenkomsten waren mede mogelijk gemaakt door RVO en waren erg succesvol. Ook komend jaar staan er weer gelijksoortige bijeenkomsten op de planning om te organiseren. Het is bijzonder complex om nieuwe projecten van de grond te krijgen die sectoraal kunnen bijdragen aan de gestelde doelstellingen. Dit heeft te maken met het wegvallen van de productschappen waardoor sectorale projecten konden worden gefinancierd en met het wegvallen van de financiële ondersteuning zoals voorheen vanuit het ministerie van Economische Zaken. Desalniettemin wordt bij het project voor de High Care couveuse een productielijn geplaatst in een high care couveuse omgeving. De bouw en plaatsing had enige vertraging ondervonden, maar wordt komend jaar geplaatst en afgerond. II

Energieverbruik [TJ primair] Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009. De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar. De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector. De ontwikkeling van het effect van de procesefficiency (PE), ketenefficiency (KE) en duurzame energie (DE) -maatregelen vanaf 2009, waarbij alle relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen. Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. De cijfers van voorgaande jaren kunnen afwijken van de cijfers gerapporteerd in eerdere sectorrapporten. Doordat bedrijven door voortschrijdend inzicht energie-(besparing)cijfers door RVO.nl hebben laten aanpassen in het elektronisch milieujaarverslag (e-mjv), zijn na het verschijnen van deze rapportages ook de geaggregeerde cijfers in het huidige sectorrapport gewijzigd. Deze wijzigingen hebben echter geen invloed op de conclusies van voorgaande verslagjaren. Indien deze wijzigingen wel een significante invloed hebben, dan is dit expliciet in de rapportage vermeld. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl. Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien. 4.500 Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Verbruik overige brandstoffen Warmteverbruik 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0-500 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 1 van 8

Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren. Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het relatieve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere productie. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Uittreders bevat het energieverbruik van 2014 van drie uittreders in de sector. In 2014 hadden deze drie bedrijven een gezamenlijk energieverbruik van 163,7 TJ. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom van de eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is verklaard. De restpost onverklaard verbruik (ontsparend effect) in 2015 bedraagt 20,2 TJ ten opzichte van 2014. Dit bedraagt <0,5% van het totaalverbruik van de sector. Met andere woorden, zo n 99,5% van het totale energieverbruik van de sector in 2015 is onderbouwd met de gerapporteerde factoren van alle bedrijven samen. Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 2 van 8

Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde EEP-periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2016 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen. De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012. In hoofdstuk 6 op pagina 7 is in de grafiek na tabel 2 het verloop van de cumulatieve geplande en gerealiseerde besparing (in TJ) per jaar in de MJP periode 2013-2016 te zien. Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 3 van 8

Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector. Procesmaatregelen in 2015 hebben een besparing van 42,6 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn: Installeren rookgaskoeler en rookgascondensor; Plaatsing nieuwe compressoren (bij koeling); Koelingssysteem met warmteterugwinning. Ketenmaatregelen hebben in 2015 een totale besparing van 79,5 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn: Vergisting organisch slibafval in samenwerking met RWZI; Terugdringen productuitval; Vermindering voedselverspilling door langere houdbaarheid. Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 4 van 8

Aandeel DE Aandeel DE DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) 3,0% 2,5% 2,0% Inkoop Opwekking 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% -0,5% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016-1,0% De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 81,1 TJ in 2015. De belangrijkste duurzame-energiemaatregelen zijn: Inkoop duurzame energie; Inzet van nevenproducten voor energieopwekking; Toepassen van een warmtepompboiler. In dit monitoringsectorverslag over 2015 is de omvangrijke inkoop van groene stroom door uittreders in 2011 en 2012 buiten beschouwing gelaten. Deze situatie is te zien in bovenstaande grafiek waar de DE-maatregelen vanaf 2009 in kaart is gebracht. De omvangrijke inkoop van de uittreders is niet meegenomen in de monitoring voor de EEPperiode 2013-2016 om de huidige MJA-deelnemer van de vleesverwerkende industrie geen valse start te bezorgen bij de spiegeling van huidige EEP-periode 2013-2016. Wanneer de omvangrijke inkoop van groene stroom van deze uittreders wél zou worden meegenomen in de resultaten van 2011 en 2012 bedraagt het negatieve verschil in inkoop groene stroom tussen 2012 en 2015 maar liefst 246 TJ (zie onderstaande figuur). DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% -1,0% Inkoop Opwekking 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 5 van 8

Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Werkelijk energieverbruik 4.018 4.053 3.892 4.241 3.984 4.017 4.058 Besparing door PE-maatregelen 61 84 61 31 66 59 43 KE-besparing in de productieketen 9 19 18 65 81 82 72 KE-besparing in de productketen 0 3 1 3 5 5 8 Inkoop van duurzame energie 0 101 307 298 104 100 52 Opwekking van duurzame energie 7 7 8 16 31 28 29 Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2015. Categorie Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie Subcategorie Effect [TJ] ten opzichte van 2012 Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP) Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar Procesmaatregelen 191,0 61,5 Installaties en gebouwen 111,0 85,1 Energiezorg en gedragsmaatregelen 15,0 4,9 Strategische projecten 23,0 16,7 Subtotaal procesefficiency 340,0 168,2 Maatregelen in de productieketen 15,0 6,8 Maatregelen in de productketen 5,0 5,0 Subtotaal ketenefficiency 20,0 11,8 Inkoop van duurzame energie 49,0-53,4 2 Opwekking van duurzame energie 16,0 13,5 Subtotaal duurzame energie 65,0-39,9 Totaal 425,0 140,1 In de volgende grafiek is de cumulatieve geplande en gerealiseerde besparing in de MJP periode 2013-2016 weergegeven. De geplande besparing is de som van alle zekere en voorwaardelijke maatregelen, de gerealiseerde besparing is de som van uitgevoerde zekere, voorwaardelijke, onzekere, aanvullende en langlopende (uit vorige EEP-perioden) KE- en DEmaatregelen. 2 Bij het vaststellen van de intensivering van duurzame energie is de omvangrijke inkoop groene stroom (193 TJ) in 2012 van een uitgetreden bedrijf buiten beschouwing gelaten. Zie ook hoofdstuk 5. Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 6 van 8

De laatste tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2015 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2015 in dit rapport zijn meegenomen. Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 7 van 8

Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders. Bedrijfsnaam Plaats Meegenomen in 2015? Ad van Geloven Snacks BV Tilburg Ja Albert van Zoonen BV Schagen Ja Borghans en Zonen BV Nuth Ja BRF BV Oosterwolde Ja Compaxo Fijne Vleeswaren BV Gouda Ja Compaxo Vlees Zevenaar BV Zevenaar Ja De Vries Vleessnacks BV Dordrecht Ja Enkco BV Holten Ja Erko BV Apeldoorn Ja Exportslachterij J. Gosschalk & Zn. BV Epe Ja F. Wellink Lekkerkerk BV Lekkerkerk Ja Frisia Food B.V. Haulerwijk Ja G.J. Hutten en Zn BV Nieuw Heeten Ja Heijs Food Products BV Hoogeveen Ja Henri BV Drunen Ja Hooymans Vleeswaren BV vh Zwanenberg Food Group Zoetermeer Ja IZICO Deurne BV Deurne Ja IZICO Katwijk BV Katwijk Ja Johma Salades B.V. Losser Ja Lunenburg Vlees bv Oudewater Ja Mora BV Maastricht Ja Pluimvee uitsnijderij Heijs Food Products Hoogeveen Ja Pluimveeverwerking Gebroeders Heijs BV Leek Ja Plukon Blokker BV Blokker Ja Plukon Goor BV Goor Ja Plukon Ommel BV Ommel Ja Plukon Wezep BV Wezep Ja Prime Meat Beverwijk Ja Royaan BV (Beuningen) Beuningen Ja Royaan BV (Oostzaan) Oostzaan Ja Royaan BV (Wijk bij Duurstede) Wijk bij Duurstede Ja Smilde Foods Oosterwolde Ja Storteboom Fresh BV (Putten) Putten Ja Storteboom Kornhorn BV Kornhorn Ja Storteboom Nijkerk BV Nijkerk Ja Strogoff FreshFood BV Schagen Ja T. Boer & zn Nieuwekerk aan den IJssel Ja Van Lieshout Snacks BV Helmond Ja Van Oers BV Boxtel Ja Van Rooi Meat BV (Helmond) Helmond Ja Veenhuizen Pluimveeverwerking Nijkerk Ja Vitelco BV s-hertogenbosch Ja Vivera B.V. Holten Ja Vleesbedrijf Bolscher BV Enschede Ja Vleeswarenfabriek Henri van de Bilt BV Beuningen (Gld.) Ja Vleeswarenfabriek Persoon BV Lisse Ja Westfort VOF Gorinchem Ja Zwanenberg Borculo BV Borculo Ja Zwanenberg Food Group / Offerman Aalsmeer Ja Zwanenberg Food Group BV Almelo Ja Zwanenberg Food Group Huls Vlagtwedde Ja Zwanenberg Food Group Raalte (Lupack) Raalte Ja Zwanenberg Lichtenvoorde BV Lichtenvoorde Ja *** Definitief MJA-Sectorrapport 2015 Vleesverwerkende industrie Pagina 8 van 8