RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ OBS De VEENVLINDER Plaats : Spijkenisse BRIN-nummer : 14LB Onderzoek uitgevoerd op : 30 september 2010 Conceptrapport verzonden : 6 oktober 2010 Definitief rapport vastgesteld in Zoetermeer op: 24 november 2010 documentnummer: H3011789
Pagina 2 van 13
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 5 2. BEVINDINGEN... 7 3. TOEZICHTARRANGEMENT... 13 Pagina 3 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 30 september 2010 een onderzoek uitgevoerd op OBS De Veenvlinder naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 13 november 2009 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op OBS De Veenvlinder. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 1 februari 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke vereisten voldoet. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. Een toets op de aanwezigheid van enkele verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan, die in het kader van het programmatisch handhaven zijn gecontroleerd. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3, 4/5, 5/6, 6/7 en 8. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directeur en de intern begeleider. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directeur, de intern begeleider en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. Tijdens het onderzoek zijn meerdere indicatoren beoordeeld van de volgende aspecten Opbrengsten Leerinhouden Zorg en begeleiding Kwaliteitszorg Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Deze worden gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 5 van 13
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Opbrengsten 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. 5 Leerstofaanbod 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Pagina 7 van 13
Schoolklimaat 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Didactisch handelen 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Begeleiding 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Pagina 8 van 13
Wet- en regelgeving N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19). N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). ja nee De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*. Pagina 9 van 13
2.2 Beschouwing Algemeen beeld In november 2009 heeft de inspectie geconstateerd dat de opbrengsten van basisschool de Veenvlinder achterblijven bij wat verwacht mag worden. De school is vervolgens voortvarend aan de slag gegaan om het tij te keren. Het rekenonderwijs is in korte tijd verbeterd en ook het klassenmanagement is in alle groepen meer gelijk getrokken. Het resultaat is dat zowel de eind- als de tussenopbrengsten weer van voldoende niveau zijn. Op een aantal gebieden is de kwaliteit van het onderwijs nog wel kwetsbaar. Er liggen gelukkig goede blauwdrukken om op het gebied van de zorg en begeleiding en de afstemming van de instructie nog een belangrijke verbeterslag te maken. In de onderbouw zijn het beredeneerde aanbod en een soepele doorgaande lijn nog belangrijke punten van aandacht. De school heeft het afgelopen jaar te maken gehad met veel personeelswisselingen. Ook is er pas sinds dit schooljaar een nieuwe directeur. Dit verklaart deels waarom een aantal onderdelen op het gebied van kwaliteitszorg en veiligheidsbeleid nog niet op orde zijn. Toelichting Leeropbrengsten De Cito-eindtoets van 2010 laat voor zowel taal als rekenen/wiskunde positieve resultaten zien. Op de onderdelen studievaardigheden en wereldoriëntatie presteert de school nog niet op het landelijk gemiddelde. De resultaten op de tussentijdse toetsen zijn ook positief. Alleen technisch lezen in groep 3 is nog onvoldoende (1.1./1.2). Nog niet voor alle leerlingen die met meer dan een jaar leerachterstand de school zullen verlaten worden concrete ontwikkelings- en uitstroomperspectieven vastgesteld (1.4). Voor een enkele leerling is de school al wel bezig met het opstellen van ontwikkelingsperspectieven. Hier is nog winst te boeken door een goede startanalyse te maken van alle bevorderende en belemmerende factoren, om een concreet uitstroomperspectief te formuleren en tussendoelen vast te stellen. De opbrengsten op het gebied van de sociale competenties wordt door de inspectie niet beoordeeld, omdat de school geen gebruik maakt van een landelijk genormeerd instrument (1.5). Leerstofaanbod In de groepen 1/2 wordt gewerkt volgens de VVE principes van Basisontwikkeling. In deze groepen is echter nog onvoldoende sprake van een beredeneerd aanbod afgeleid van tussen- en einddoelen. Daarnaast wordt de informatie uit het observatiesysteem nog te weinig gebruikt voor gerichte instructie, begeleiding en zorg aan leerlingen die dit nodig hebben. In groep 3 wordt gewerkt met een vrij klassikale aanvankelijk leesmethode. Het ontwikkelingsgericht werken in de kleutergroepen en de klassikale werkwijze in groep 3 sluiten niet goed op elkaar aan. Ook is er nog geen sprake van afstemming van het onderwijsaanbod tussen groep 2 en 3. Hierdoor is er nog onvoldoende sprake van een doorgaande leerlijn voor deze leerlingen (2.3). Op dit moment is alleen in groep 8 sprake van een gericht aanbod om de sociale competenties te stimuleren (2.5). Komend jaar zal dit uitgebreid worden naar de groepen 1 t/m 7. Schoolklimaat De school heeft voldoende inzicht in de veiligheidsbeleving van de leerlingen, leraren en ouders. Over het algemeen heerst er een veilig klimaat op school, waar leerlingen, ouders en leraren zich prettig voelen. Door de vele directiewisselingen en personeelsverschuivingen is het voor het schoolklimaat wel van belang dat de school nu inzet op stabiliteit en continuïteit. Pagina 11 van 13
Voor de nieuwe directie ligt er tevens een belangrijke taak om gericht veiligheidsbeleid te ontwikkelen voor het voorkomen en afhandelen van incidenten (4.5/4.6). Afstemming op verschillen tussen leerlingen Het afgelopen jaar zijn de leraren bezig geweest met het verbeteren van het klassenmanagement en het model van de directe instructie. Dit is al goed zichtbaar in de groepen. Er wordt bovendien al gedifferentieerd in verwerking van de opdrachten en onderwijstijd tijdens de bloktijden voor zelfstandig werken. Omdat de school veel combinatiegroepen heeft, is differentiëren in instructie extra belangrijk. Hier kan nog in geïnvesteerd worden. Ook bij de instructie aan de jaargroep is het van belang om binnen die groep voldoende te differentiëren in instructie. De inspectie constateert dat dit nog niet in alle groepen voldoende gebeurt (6.2). Zorg Het afgelopen jaar heeft er een omslag plaatsgevonden naar meer opbrengstgericht werken. De leraren hebben de leergroei van hun leerlingen beter in beeld. Dit heeft zich echter nog niet vertaald in een scherpe definitie en heldere afspraken over wanneer een leerling een zorgleerling is. In de groepsdifferentiatieplannen komen nog geen opbrengstgerichte doelen voor die zijn afgeleid van de leergroei. Hierdoor zijn de doelen voor met name de A/B leerlingen nog te weinig ambitieus en kunnen leerlingen die achteruit gaan of stagneren nog onopgemerkt blijven zo lang ze in dezelfde niveaugroep blijven presteren (8.1). Kwaliteitszorg De school heeft een goede analyse van de onderwijsbehoefte van de leerlingenpopulatie. De koppeling naar wat dit betekent voor de inrichting van het onderwijs kan nog steviger gemaakt worden. Hierbij kan een goede evaluatie van de opbrengsten op groeps- en schoolniveau gebruikt worden. Dit is tot nu toe nog onvoldoende van de grond gekomen. Op basis van trendanalyses van de tussen- en eindopbrengsten kan de school het onderwijs nog beter afstemmen op de leerlingen en kunnen ook op schoolniveau hogere en concrete ambities geformuleerd worden (9.2). Pagina 12 van 13
3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan OBS De Veenvlinder het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek. Pagina 13 van 13