Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006
Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006
Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en is gelieerd aan de bijzondere leeropdracht Speciale Kinder- en jeugdzorg, die vanwege deze stichting is verbonden aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Praktikon Postbus 9104 6500 HE Nijmegen tel: 024-3611150 fax. 024-3611152 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2008 Praktikon Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktikon. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Inhoudsopgave Inleiding blz. 7 Hoofdstuk 3 De Waarden en Trajectum blz. 11 3.1 Respons blz. 11 3.2 Probleem blz. 12 3.3 Opvoedingsstress blz. 14 3.4 Ouderlijk blz. 16 3.5 Cliënttevredenheid blz. 17 5
6
Inleiding Deze uitgave is een aanvulling op het rapport Tabellenboek trainingen 2003-2006. In dit tabellenboek werden de uitkomsten binnen de Waarden en Trajectum per training gerapporteerd. Hierdoor ontstond er geen zicht op de effectiviteit van het totale aantal STOP4-7 trainingen in de periode 2003-2006 (effectiviteit van STOP4-7 Nederland totaal). Daarnaast werd ook niet duidelijk of er eventuele verschillen tussen Trajectum en de Waarden zijn ten opzichte van doelgroep en effecten. Deze aanvulling wil in deze lacunes voorzien. Er wordt antwoord gegeven op de volgende vragen: 1. Hoe is in de periode van 2003-2006 de respons op de vragenlijsten? 2. Wat is in de periode van 2003-2006 het effect van het programma STOP4-7 op het probleem van de kinderen, de opvoedingsstress van ouders, en het ouderlijk? 3. Wat ervaren de ouders aan effectiviteit van het programma STOP4-7? Naast de totale respons, effectiviteit en tevredenheid wordt aandacht besteed aan de verschillen tussen De Waarden en Trajectum. De nummering van de hoofdstukken in deze aanvulling correspondeert met die van het Tabellenboek. Samenvatting van de resultaten Deelnemers In de periode 2003-2006 zijn in totaal 15 trainingen STOP4-7 gegeven in Nederland (8 door De Waarden en 7 door Trajectum). In het totaal zijn dat 91 kinderen en hun ouders die het STOP4-7 programma hebben gevolgd (43 bij De waarden en 48 bij Trajectum). Respons De respons bij aanvang van het programma (de voormeting) is redelijk (85,9%). De respons bij de nameting is matig (64,4%). Wanneer gekeken wordt of ouders zowel een voor- als een nameting hebben ingevuld dan is de respons tevens matig (61%). Trajectum heeft een slechte respons op de nameting (59,9%) en voor- en nameting samen (56,8%). Effect van STOP4-7 Het probleem van de kinderen: Wanneer men kijkt naar de totale effectgroottes in Tabel 3.2.1 blijken de ouders de grootste veranderingen waar te nemen op het gebied van Totale Problemen (ES=0.42) en Externaliserend probleem (ES=0.45). Er is sprake van een lichte verbetering, maar gemiddeld genomen hebben de kinderen na de behandeling nog steeds een score die op zeer ernstige problemen duidt. Het Internaliserend en Prosociale (SDQ) zijn ook licht verbeterd, en hier liggen de scores niet meer in het probleemgebied. De Totale problemen nemen af bij zowel De Waarden als bij Trajectum. Een verschil tussen de twee instellingen is dat er bij De Waarden een klein effect wordt gerapporteerd op Internaliseren, terwijl deze verbetering bij Trajectum verwaarloosbaar is. Ouders van kinderen bij De Waarden rapporteren bij aanvang van het programma ook 7
meer internaliserend probleem (Gem.= 2.17, zeer ernstige problemen) dan de ouders van de kinderen bij Trajectum (Gem.= 1.07, matige problemen). Wanneer dit verschil wordt getoetst blijkt de mate van het Internaliserend Probleem van de kinderen bij De Waarden significant te verschillen met de mate van internaliserend probleem van de kinderen bij Trajectum (T=2.27/Sig.=.026). Op de overige schalen zijn er ten aanzien van de doelgroep geen statistisch significante verschillen. De leerkrachten rapporteerden kleine veranderingen voor Internaliserend Gedrag en voor Prosociaal Gedrag (SDQ). Na de behandeling hebben de kinderen gemiddeld genomen een score op Prosociaal Gedrag (SDQ) die duidt op aanzienlijke problemen. Leerkrachten rapporteren na de behandeling geen problemen meer op Internaliserend Gedrag. De gerapporteerde verandering op Externaliserend Gedrag is vrijwel nihil (ES=0.13). Opvallend is dat leerkrachten van de kinderen bij Trajectum een lichte verbetering waarnemen in Internaliserend Probleem (ES=0.43), in tegenstelling tot De Waarden (ES=0.17). Terwijl de ouders van de twee instellingen, zoals eerder beschreven, het tegenovergestelde rapporteren. De door de leerkrachten gerapporteerde totale problemen laten bij Trajectum een kleine verbetering zien, terwijl er bij De Waarden geen verandering heeft plaatsgevonden. De verschillen in probleem volgens de leerkrachten tussen De Waarden en Trajectum bij aanvang van de training blijken na toetsing niet significant. Opvoedingsstress van ouders: Uit Tabel 3.3.1 blijkt dat de Totale Opvoedingsbelasting voor ouders (NOSI) is afgenomen. Deze ligt na de behandeling echter nog steeds in het probleemgebied. Van alle afzonderlijke NOSI-schalen is de totale verandering ten aanzien van Stemming bij het kind het grootst (ES=0.48). Ouders rapporteren dat hun kind minder last heeft van een verdrietige/negatieve stemming. De gemiddelde score ligt na de behandeling echter nog steeds in het probleemgebied. Kleine verbeteringen werden gerapporteerd bij ouders op de schalen Competentie, Rolrestrictie en Hechting (ouderdomein) en Acceptatie (kinddomein). Na de behandeling worden op deze schalen matige problemen tot geen problemen meer ondervonden. Bij zowel De Waarden als bij Trajectum neemt de totale opvoedingsstress af. Bij De Waarden blijft de ervaren opvoedingsstress echter problematisch terwijl deze bij Trajectum na de behandeling niet meer in het probleemgebied valt. Ouders van kinderen bij De Waarden rapporteren bij aanvang van het programma ook meer opvoedingsstress (Gem.= 2.77, zeer ernstige problemen) dan de ouders van de kinderen bij Trajectum (Gem.= 1.68, ernstige problemen). Dit verschil blijkt bij toetsing ook significant (T=2.32/Sig.=.023). Ouders van De Waarden voelen zich, in vergelijking met de ouders van Trajectum, significant meer ingeperkt door het ouderschap (rolrestrictie, T=3.37/Sig.=0.00), vinden dat hun kind meer stemmingsproblemen heeft (stemming, T=2.05/Sign.=0.04), vinden dat hun kind veeleisender is (veeleisendheid, T=2.50/Sign.=0.01), en hun kind voldoet minder aan hun verwachtingen (acceptatie, T=2.36/Sign.=0.02). Ouderlijk : Wat als eerste opvalt, is dat ondanks de ernstige mate van sproblemen bij hun kinderen en de hoge mate van stress die zij ervaren bij de opvoeding, zij nauwelijks problemen rapporteren met betrekking tot opvoeden. Wanneer men kijkt naar de totale veranderingen in het ouderlijk blijkt dat het Totale Ouderlijke Gedrag wel is verbeterd (ES=0.46). Ouders zijn minder hard gaan straffen (ES=0.35) en met name minder inconsequent gaan straffen (ES=0.76). 8
Deze veranderingen zijn zowel terug te vinden bij De Waarden als bij Trajectum. Bij beide instellingen zijn ouders significant minder inconsequent gaan straffen. Bij De Waarden is dit effect groot te noemen (ES=1.07) en bij Trajectum middelgroot (ES=0.51). Er zijn geen significante verschillen tussen de doelgroep van de twee instellingen met betrekking tot Ouderlijk Gedrag bij aanvang van de training. Ervaren effectiviteit ouders Van de ouders geeft 90.7% aan dat STOP4-7 effectief was. Meer specifiek blijkt dat ouders vooral vinden dat er een verandering in het functioneren van het gezin heeft plaatsgevonden en dat de manier van opvoeden van het kind verbeterd is. Over het algemeen zijn er geen grote verschillen met betrekking tot de ervaren effectiviteit tussen de twee instellingen. Wel is het zo dat de ouders bij de Waarden meer zicht op de problemen van hun kind hebben gekregen dan de ouders van Trajectum (87% om 70%). Dit betekent dat ouders van de Waarden beter begrijpen wat er aan de hand is met hun kind. Februari 2008 I.L.W. Bastiaanssen J. Sijbers R. de Meijer J.W. Veerman A. van Duijvenbode 9
10
3. De Waarden en Trajectum 3.1 Respons Op basis van het aantal intakes is per training de respons op de vragenlijsten berekend en is de onderzoeksgroep geformeerd. De onderzoekgroep bestaat uit de kinderen van wie per lijst (CBCL, TRF, SDQ, NOSI, SOG) voor- en nametingen beschikbaar waren. CBCL O staat voor de versie voor de ouders, CBCL P staat voor de versie voor de pedagogisch medewerkers. SDQ O staat voor de versie voor de ouders, SDQ L staat voor de versie voor de leerkrachten. Tabel 3.1.1. Respons (%) op de vragenlijsten per training Instelling Lijst N Voormeting Nameting Voor- en nameting De Waarden CBCL O 43 38 (88.4%) 29 (67.4%) 29 (67.4%) TRF 43 41 (95.3%) 26 (60.5%) 25 (58.1%) SDQ O 43 38 (88.4%) 29 (67.4%) 26 (60.5%) SDQ L 43 40 (93.0%) 32 (74.4%) 31 (72.1%) NOSI 43 41 (95.3%) 33 (76.7%) 33 (76.7%) SOG 43 31 (72.1%) 28 (65.1%) 22 (51.2%) BESTE 31 24 (77.4%) Totaal 229 (88.8%) 201 (69.6%) 190 (65.7%) Trajectum CBCL O 48 39 (81.3%) 29 (60.4%) 26 (54.2%) TRF 48 40 (83.3%) 24 (50.0%) 23 (47.9%) SDQ O 48 42 (87.5%) 31 (64.6%) 30 (62.5%) SDQ L 48 42 (87.5%) 27 (56.3%) 27 (56.3%) NOSI 48 37 (77.1%) 30 (62.5%) 26 (54.2%) SOG 48 40 (83.3%) 30 (62.5%0 29 (60.4%) BESTE 36 23 (63.9%) Totaal 240 (83.3%) 194 (59.9%) 184 (56.8%) Totaal CBCL O 91 77 (84.6%) 58 (63.7%) 55 (60.4%) TRF 91 81 (89.0%) 50 (54.9%) 48 (52.7%) SDQ O 91 80 (87.9%) 60 (65.9%) 56 (61.5%) SDQ L 91 82 (90.1%) 59 (64.8%) 58 (63.7%) NOSI 91 78 (85.7%) 63 (69.2%) 59 (64.8%) SOG 91 71 (78.0%) 58 (63.7%) 49 (53.8%) BESTE 67 47 (70.1%) Totaal 469 (85.9%) 395 (64.4%) 374 (61%) 11
3.2 Probleem Tabel 3.2.1. Verandering in probleem volgens ouders Instelling Dimensie N Voormeting Nameting Sig. VM-NM Gem. SD Gem. SD <.05 ES De Waarden Totale 29 3.13 1.51 2.41 1.52 * 0.48 problemen Internaliseren 29 2.17 1.87 1.45 1.72 * 0.40 Externaliseren 28 2.92 1.40 2.36 1.38 * 0.40 Prosociaal (SDQ) 26 1.59 1.14 1.23 0.96 * 0.34 Trajectum Totale 29 2.21 1.53 1.52 1.74 * 0.56 problemen Internaliseren 29 1.07 1.48 0.82 1.55 0.16 Externaliseren 29 2.31 1.29 1.54 1.45 * 0.42 Prosociaal 30 1.29 1.56 0.76 1.33 * 0.37 (SDQ) Totaal Totale 58 2.67 1.58 1.98 1.67 * 0.42 problemen Internaliseren 58 1.63 1.73 1.14 1.64 * 0.29 Externaliseren 57 2.60 1.38 1.97 1.44 * 0.45 Prosociaal (SDQ) 56 1.43 1.38 0.98 1.19 * 0.35 Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan 1,282 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de 1,645 wijzen op ernstige problemen en scores boven de 1,96 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan 5% of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van of kan het niet berekend worden. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Deviatiescore (Gem.) Percentielscore Label Betekenis Kleiner dan 0,80 lager dan 0,7881 Geen problemen Geen zorgen van betekenis Van 0,80 tot 1,282 0,7881 tot 0,90 Matige problemen Van 1,282 tot 1,645 0,90 tot 0,95 Aanzienlijke problemen Van 1,645 tot 1,96 0,95 tot 0,9750 Ernstige problemen Groter of gelijk aan 1,96 groter dan 0,9750 Zeer ernstige problemen Problematiek verdient aandacht Problematiek verdient training ES groter of gelijk aan 0,80 Van 0,50 t/m 0,79 Van 0,20 t/m 0,49 Kleiner dan 0,20 Betekenis Groot effect Middelgroot effect Klein effect Verwaarloosbaar effect 12
Tabel 3.2.2. Verandering in probleem volgens leerkrachten Instelling Dimensie N Voormeting Nameting Sig. VM-NM Gem. SD Gem. SD <.05 ES De Waarden Totale 27 1.66 1.40 1.60 1.36 0.04 problemen Internaliseren 27 1.12 1.13 0.93 1.17 0.17 Externaliseren 27 1.94 2.01 1.97 1.59-0.02 Prosociaal 34 1.77 1.09 1.37 1.34 * 0.33 (SDQ) Trajectum Totale 23 2.14 1.70 1.52 1.40 * 0.40 problemen Internaliseren 23 0.95 1.29 0.48 0.86 * 0.43 Externaliseren 23 2.81 2.42 2.19 2.02 0.28 Prosociaal 24 1.75 1.21 1.41 1.37 0.26 (SDQ) Totaal Totale 50 1.88 1.55 1.56 1.36 0.22 problemen Internaliseren 50 1.04 1.19 0.72 1.05 * 0.29 Externaliseren 50 2.34 2.23 2.07 1.78 0.13 Prosociaal (SDQ) 58 1.76 1.13 1.39 1.34 * 0.30 Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan 1,282 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de 1,645 wijzen op ernstige problemen en scores boven de 1,96 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan 5% of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Deviatiescore (Gem.) Percentielscore Label Betekenis Kleiner dan 0,80 lager dan 0,7881 Geen problemen Geen zorgen van betekenis Van 0,80 tot 1,282 0,7881 tot 0,90 Matige problemen Van 1,282 tot 1,645 0,90 tot 0,95 Aanzienlijke problemen Van 1,645 tot 1,96 0,95 tot 0,9750 Ernstige problemen Groter of gelijk aan 1,96 groter dan 0,9750 Zeer ernstige problemen Problematiek verdient aandacht Problematiek verdient training ES groter of gelijk aan 0,80 Van 0,50 t/m 0,79 Van 0,20 t/m 0,49 Kleiner dan 0,20 Betekenis Groot effect Middelgroot effect Klein effect Verwaarloosbaar effect 13
3.3 Opvoedingsstress Tabel 3.3.1. Verandering in opvoedingsstress Instelling Dimensie N Voormeting Nameting Sig. VM-NM Gem. SD Gem. SD <.05 ES De Waarden Totale stress 32 2.77 1.25 2.24 1.44 * 0.39 (NOSI) Ouderdomein Aspecten Competentie 32 1.57 1.45 1.15 1.43 * 0.29 Rolrestrictie 32 1.56 1.33 1.17 1.67 * 0.26 Hechting 32 1.05 1.52 0.73 1.21 0.23 Trajectum Totale stress 25 1.68 1.38 1.04 1.73 * 0.41 (NOSI) Ouderdomein Aspecten Competentie 26 0.74 1.33 0.54 1.37 0.15 Rolrestrictie 24 0.38 1.35 0.11 1.47 0.19 Hechting 24 0.56 1.48 0.08 1.18 0.36 Totaal Totale stress 57 2.29 1.41 1.71 1.67 * 0.38 (NOSI) Ouderdomein Aspecten Competentie 58 1.20 1.44 0.87 1.42 * 0.23 Rolrestrictie 56 1.05 1.45 0.72 1.66 * 0.21 Hechting 56 0.84 1.51 0.45 1.23 * 0.28 Vervolg Tabel 3.3.1. Verandering in opvoedingsstress Instelling Dimensie N Voormeting Nameting Sig. VM-NM Gem. SD Gem. SD <.05 ES De Waarden Kinddomein Aspecten Stemming 32 2.80 1.12 2.16 1.28 * 0.53 Veeleisendheid 32 2.80 1.12 2.59 1.45 0.16 Positieve bekrachtiging 32 1.16 1.19 0.98 1.20 0.15 Acceptatie 32 2.70 1.35 2.33 1.49 0.26 Trajectum Kinddomein aspecten Stemming 26 1.88 1.51 1.14 1.60 * 0.48 Veeleisendheid 26 1.81 1.31 1.16 1.54 * 0.45 Positieve bekrachtiging 26 0.50 1.34 0.52 1.55-0.01 Acceptatie 24 1.84 1.52 1.28 1.72 * 0.35 Totaal Kinddomein aspecten Stemming 58 2.39 1.38 1.70 1.51 * 0.48 Veeleisendheid 58 2.36 1.30 1.95 1.64 0.28 Positieve 58 0.86 1.29 0.77 1.37 0.07 bekrachtiging Acceptatie 56 2.33 1.48 1.88 1.66 * 0.29 Zie de volgende bladzijde voor een toelichting. 14
Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan 1,282 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de 1,645 wijzen op ernstige problemen en scores boven de 1,96 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan 5% of kleiner. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Deviatiescore (Gem.) Percentielscore Label Betekenis Kleiner dan 0,80 lager dan 0,7881 Geen problemen Geen zorgen van betekenis Van 0,80 tot 1,282 0,7881 tot 0,90 Matige problemen Van 1,282 tot 1,645 0,90 tot 0,95 Aanzienlijke problemen Van 1,645 tot 1,96 0,95 tot 0,9750 Ernstige problemen Groter of gelijk aan 1,96 groter dan 0,9750 Zeer ernstige problemen Problematiek verdient aandacht Problematiek verdient training ES groter of gelijk aan 0,80 Van 0,50 t/m 0,79 Van 0,20 t/m 0,49 Kleiner dan 0,20 Betekenis Groot effect Middelgroot effect Klein effect Verwaarloosbaar effect 15
3.4 Ouderlijk Tabel 3.4.1. Verandering in ouderlijk Instelling Dimensie N Voormeting Nameting Sig. VM-NM Gem. SD Gem. SD <.05 ES De Waarden Totaal 20 0.69 0.93 0.01 1.10 * 0.67 Ouderlijk Gedrag (SOG) Positief 21 0.59 1.07 0.15 1.18 0.39 ouders Aanleren 21 0.72 1.63 0.27 1.18 0.32 regels Sociaal 20 0.38 1.14-0.10 0.88 0.47 belonen Hard straffen 21 0.28 1.17 0.03 1.31 0.20 Inconsequent straffen 21 1.00 0.96-0.21 1.27 * 1.07 Trajectum Totaal 24 0.20 0.81-0.09 1.10 0.30 Ouderlijk Gedrag (SOG) Positief 29 0.12 1.31 0.13 1.32-0.01 ouders Aanleren 29 0.17 1.11 0.47 1.21-0.26 Regels Sociaal Belonen 27 0.02 0.85 0.37 1.36-0.30 Hard straffen 29 0.37 1.25-0.13 0.90 * 0.46 Inconsequent 29 0.36 0.94-0.15 1.04 * 0.51 straffen Totaal Totaal 44 0.42 0.89-0.04 1.09 * 0.46 Ouderlijk Gedrag (SOG) Positief 50 0.32 1.22 0.14 1.25 0.15 ouders Aanleren 50 0.40 1.37 0.39 1.19 0.01 Regels Sociaal 47 0.17 0.99 0.17 1.19 0.00 Belonen Hard straffen 50 0.33 1.21-0.07 1.08 * 0.35 Inconsequent straffen 50 0.63 1.00-0.18 1.13 * 0.76 Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan 1,282 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de 1,645 wijzen op ernstige problemen en scores boven de 1,96 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan 5% of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van of kan het niet berekend worden. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Deviatiescore (Gem.) Percentielscore Label Betekenis Kleiner dan 0,80 lager dan 0,7881 Geen problemen Geen zorgen van betekenis Van 0,80 tot 1,282 0,7881 tot 0,90 Matige problemen Van 1,282 tot 1,645 0,90 tot 0,95 Aanzienlijke problemen Van 1,645 tot 1,96 0,95 tot 0,9750 Ernstige problemen Groter of gelijk aan 1,96 groter dan 0,9750 Zeer ernstige problemen Problematiek verdient aandacht Problematiek verdient training ES groter of gelijk aan 0,80 Van 0,50 t/m 0,79 Van 0,20 t/m 0,49 Kleiner dan 0,20 Betekenis Groot effect Middelgroot effect Klein effect Verwaarloosbaar effect 16
3.5 Cliënttevredenheid Tabel 3.5.1. Ervaren effectiviteit training Instelling De Waarden Effectiviteit ouders N % 1. Verandering in kind 23 87.0 2. Verandering in functioneren gezin 23 95.7 3. Manier van opvoeden kind 23 100.0 4. Zicht op kind 23 87.0 Totale Effectiviteit 23 91.3 Trajectum 1. Verandering in kind 20 85.0 2. Verandering in functioneren gezin 20 85.0 3. Manier van opvoeden kind 20 90.0 4. Zicht op kind 20 70.0 Totale Effectiviteit 20 90.0 Totaal 1. Verandering in kind 43 86.0 2. Verandering in functioneren gezin 43 90.7 3. Manier van opvoeden kind 43 95.3 4. Zicht op kind 43 79.1 Totale Effectiviteit 43 90.7 Zie de volgende bladzijde voor een toelichting. Toelichting: De totale effectiviteit is bepaald door de scores op eerste vier vragen op de Beoordelingsschaal voor Tevredenheid en Effect (BESTE) op te tellen. Hierin wordt gevraagd naar een eventuele sverandering bij het kind, een eventuele verandering in de opvoeding, een eventuele verandering in het functioneren van het gezin, of het eventueel verkrijgen van meer zicht op het van het kind. Bij een mogelijke range van 4-16 is gekozen voor een afkappunt van 12. Een score op of boven dit afkappunt is een indicatie voor effectiviteit. Het percentage geeft aan hoeveel gezinnen een dergelijke score halen. De BESTE is vanaf training 3 afgenomen. De score op de 4 aparte vragen heeft een range van 1-4, waarbij is gekozen voor aan afkappunt vanaf 3. 17