NOTITIE. 1 Inleiding. 1.1 Methode

Vergelijkbare documenten
CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

Westvoorne CO 2 - uitstoot

1. CO2-uitstoot Nederland

NOTITIE. 1 Scenario s voor CO 2 -reductie Inleiding. Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Broeikasgasemissies in Nederland,

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Monitor energie en emissies Drenthe

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Samenva ng Monitoring Rapportage Nulme ng + 3 jaar (T 0+3 )

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Quickscan: gemeentelijke invloed op de CO 2 -uitstoot

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum:

Broeikasgasemissies in Nederland,

Tussenevaluatie Zutphen energieneutraal anno 2012 Forum 23 april 2012

kwantitatieve evaluatie Amstelland-Meerlanden energieneutraal 2040

Emissies broeikasgassen,

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Hernieuwbare Energie in Olst-Wijhe

W & M de Kuiper Holding

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

Haarlemmermeers akkoord

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Energiemonitor Zuid-Holland CO 2 en duurzame energie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Energievisie Borne 22 september Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC.

Wijk bij Duurstede Klimaatneutraal in 2030

Energiemonitor 2016 Gemeente Alblasserdam. HVC Lokale Energie

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017

CO 2 -uitstoot gemeente Delft

CO 2 - Footprint Bedrijventerrein Lorentz I & II te Harderwijk

Voortgangsrapportage over 2018 CO 2 -Prestatieladder

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O

Verbruik van duurzame energie,

3.C.1 Voortgangrapportage CO Ter Riele

Footprint Rollecate Group. Dit document is opgesteld volgens ISO

DUURZAAM WEERSELO WAAROM EN HOE

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Tweede halfjaar 2013

Voorlopige CO2 voetafdruk t/m

Energiemanagement actieplan

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

Raadsvoorstel. Samenvatting

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Verbruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Noordlease. Opgemaakt door Danielle de Bruin. Periode: 1 januari t/m 31 december van 9

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Duurzaamheid & innovatie. Stadsraad Goedereede 25 september 2018

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Almere. Uitkomsten van de zoektocht naar dé klimaatneutrale gemeente in Flevoland 2015

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

CO2-reductieplan Kuurman

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Herberekening Basisjaar CO 2 -Footprint

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

W & M de Kuiper Holding

Carbon footprint 2013

Milieubarometerrapport 2017

Energiemonitor 2016 Gemeente Hendrik-Ido- Ambacht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Papendrecht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Sliedrecht. HVC Lokale Energie

v Q1/Q2

Emissie reductie Voortgangsrapportage Q3 2011

Transcriptie:

NOTITIE Project CO 2 -voetafdruk gemeente Harderwijk Datum 20 september 2016 Onderwerp CO 2 -voetafdruk gemeente Harderwijk 2016 Status Definitief Auteur Drs. ir. G.C.M. Uitbeijerse Co-lezer Drs. J. van der Heide 15705 1272887 drs. ir. G.C.M. Uitbeijerse 1 Inleiding Doelstelling van de gemeente Harderwijk is om op termijn klimaatneutraal te worden. Dit betekent dat de uitstoot van alle broeikasgassen netto over het jaar tot nul moet worden gereduceerd. De actuele routekaart De Energieke Stad heeft als doel in 2031 45% CO 2 -reductie te bereiken. De gemeente werkt hard aan de realisatie hiervan door middel van het bijbehorende uitvoeringsprogramma. De voortgang van de routekaart monitort de gemeente eens in de vier jaar met een nieuwe CO 2 - voetafdruk. Begin 2012 zijn de emissies van broeikasgassen (waaronder CO 2 ) weergegeven in een nulmeting met als peiljaar 2010. De voorliggende notitie brengt de voetafdruk in beeld met gegevens uit het peiljaar 2014 en actuele projecten tot en met juli 2016. 1.1 Methode Voor de bepaling van de emissies binnen een gemeente zijn er twee methoden: de bronbenadering of gebruikersbenadering. De bronbenadering richt zich op de directe uitstoot van energiecentrales, mobiliteit, gasverbruik in woningen en gebouwen en andere emissiebronnen. Alle bijdragen worden gesommeerd, wat resulteert in een totale uitstoot over het gebied. De belangrijkste consequentie van deze methode is dat in het geval van bijvoorbeeld de CO 2 -uitstoot als gevolg van de elektriciteitsproductie toegerekend wordt aan de gemeente en niet aan de gebruikers buiten de gemeente. Hetzelfde geldt voor de industrie. De broeikasgasemissies uit Emissieregistratie geven de cijfers weer volgens de bronbenadering (zie hoofdstuk 2). De gebruikersbenadering richt zich op de afname van (met fossiele brandstoffen geproduceerde) niet-duurzame energie. In dit perspectief wordt de uitstoot als gevolg van bijvoorbeeld de energieproductie (elektriciteit, warmte, koude) verdeeld over de gebruikers, binnen en buiten de gemeentegrenzen. De energiecentrale verdwijnt zo uit beeld als CO 2 -bron. Voor de berekening van de CO 2 -emissie en energiegebruik in hoofdstuk 3 en hoofdstuk I past deze studie de gebruikersbenadering toe, omdat deze leidt tot de meest evenwichtige verdeling van de emissie over de verschillende gemeenten. Alle broeikasgasemissies die vrijkomen door activiteiten van de bewoners en bedrijven binnen gemeente Harderwijk, worden meegerekend. Op deze activiteiten heeft de gemeente namelijk invloed. Dit betekent dat de uitstoot van het wegverkeer van de auto- en snelwegen, zoals de N302 en A28 niet worden meegenomen. 15705GUIT1272887 1 / 13

Voetafdruk 2010 De voorgaande voetafdruk van de CO 2 -emissie is gepresenteerd in hoofdstuk 4 van de rapportage Strategie naar klimaatneutraal Harderwijk (DWA, 19 maart 2012). De nieuwe voetafdruk gebruikt de Klimaatmonitor als primaire gegevensbron, zodat de cijfers voor de gemeente eenvoudiger te reproduceren en herleiden zijn in de toekomst. Dit resulteert in een bijstelling van de voetafdruk van 2010, zodat de voetafdrukken eenduidig met elkaar te vergelijken zijn en de voortgang ten opzichte van de doelstellingen goed te bepalen zijn. De vergelijking van cijfers op basis van de twee methoden is te lezen in hoofdstuk 3. 1.2 Scope De resultaten uit deze notitie geven overzichtelijk de huidige gegevens weer die in de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat worden gepresenteerd. Het doel is de gemeente inzicht te geven in de voortgang van de doelstellingen. Het kwantitatieve effect van projecten die al door de raad zijn goedgekeurd maar nog niet compleet uitgevoerd en andere kansrijke geplande projecten is hierin niet opgenomen. Deze geplande projecten dragen wel bij aan het bereiken van de doelstelling van 2031. Op basis van de terugblik op projecten in de afgelopen jaren kan de gemeente de voortgang evalueren en bepalen of het uitvoeringsprogramma bijstelling nodig heeft. 1.3 Leeswijzer De historische ontwikkeling van de emissies van de broeikasgassen is weergegeven in hoofdstuk 2. Vervolgens zoomt de notitie verder in op de emissie van koolstofdioxide (CO 2 ), het meest aanwezige broeikasgas. Hoofdstuk 3 geeft de huidige CO 2 -emissie (paragraaf 3.1, de huidige hernieuwbare energieproductie (paragraaf 3.2) en de vergelijking met de vorige nulmeting (paragraaf 3.3) weer. Hoofdstuk 4 gaat in op het effect van de gerealiseerde projecten van het uitvoeringsprogramma. Het laatste hoofdstuk (5) concludeert de huidige voortgang op de route en geeft advies voor het vervolg. 2 / 13 15705GUIT1272887

2 Voetafdruk broeikasgassen De mens oefent invloed uit op het klimaat door de uitstoot van broeikasgassen. Op mondiaal, Europees en nationaal niveau wordt klimaatbeleid gevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en de fluorhoudende gassen zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto-protocol van de Verenigde Naties (mondiaal). Ontwikkeling: daling van emissies Het Compendium voor de Leefomgeving, dat de emissies registreert, verklaart dat veranderingen in de emissies van broeikasgassen sterk worden beïnvloed door de temperatuur in de wintermaanden in verband met de verwarming van woningen en gebouwen, maar ook in de kassen. De wintermaanden van 2014 waren buitengewoon zacht waardoor het aardgasverbruik voor ruimteverwarming aanzienlijk lager lag. Hierdoor daalde de emissie van koolstofdioxide (CO 2 ). Voor ruimteverwarming werd minder aardgas verbruikt. Daarnaast werden er minder motorbrandstoffen afgezet. Deze daling werd voor een deel gecompenseerd door een hogere uitstoot bij de energiecentrales doordat er meer steenkool werd ingezet bij de elektriciteitscentrales. Er werd meer elektriciteit ingevoerd, vooral uit Duitsland. Elektriciteit uit het buitenland was regelmatig goedkoper dan in Nederlandse aardgascentrales opgewekte elektriciteit. Bij de sector Verkeer en vervoer is de stijging na 2011 omgeslagen in een daling door een schoner autopark en minder verkeer (bron: Compendium voor de Leefomgeving, 4 april 2016). Tabel 2.1 Emissies broeikasgassen in de lucht (bron: emissieregistratie) Stof Emissie in 2010 (kg) Emissie in 2013 (kg) Daling 2013 t.o.v. 2010 Stijging 2013 t.o.v. 2010 Koolstofdioxide 224.531.000 211.075.000 6,0% Methaan 880.000 (2009) 403.672 54,1% Distikstofoxide 33.930 (2009) 18.222 46,3% HFK-134a (1,1,1,2-tetrafluorethaan) 1.555 1.155 25,7% HFK-125 (Pentafluorethaan) 754 315 58,2% HFK-143a (1,1,1-Trifluorethaan) 725 294 59,5% HFK-32 (Difluor-Methaan) 121 55 55,1% Overige PFK's 66 51 22,4% PFK 14 (Perfluormethaan) 19 29 49,4% Zwavelhexafluoride 19 15 23,5% PFK 116 (Perfluorethaan) 3,1 4,6 48,7% HFK-23 (Trifluormethaan) 0,31 0,33-6,6% HFK-152a (1,1-Difluorethaan) 20 (2009) N.b. In tabel 2.1 zijn de geregistreerde emissies volgens de bronbenadering weergegeven. In het vervolg van het rapport maken wij gebruik van de cijfers van de Klimaatmonitor 1 volgens de gebruikersbenadering waarbij nog extra uitsplitsingen zijn gemaakt naar verschillende sectoren. Hierdoor is de CO 2 -emissie van 224 kton uit 2010 uit emissieregistratie niet direct te vergelijken met de CO 2 -emissies die in de volgende hoofdstukken staan. 1 De Klimaatmonitor baseert de gepresenteerde gegevens onder andere op de volgende data: individuele metingen (gas- en elektriciteitsmeters) gebaseerde gegevens met betrekking tot de CO 2-uitstoot als gevolg van gas- en elektriciteitsgebruik (bottom up); op een schatting gebaseerde gegevens met betrekking tot de CO 2-uitstoot als gevolg van stadsverwarming met betrekking tot woningen (extrapolatie op basis van gasgebruik woningen); op registratie gebaseerde gegevens met betrekking tot de CO 2-uitstoot als gevolg van de verwerking van ingezameld huishoudelijk afval (bottom up); op modelmatige verdeling gebaseerde gegevens met betrekking tot de CO 2-uitstoot als gevolg van verkeer en vervoer (top down verdeling nationale totalen op basis van verkeersintensiteiten). 15705GUIT1272887 3 / 13

Koolstofdioxide (CO 2 ) heeft het grootste aandeel in de uitstoot van broeikasgassen. Op de uitstoot van CO 2 is invloed uit te oefenen door het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken (olie, kolen, aardgas). In het volgende hoofdstuk is de voetafdruk van de CO 2 -emissie uitgewerkt. 3 Voetafdruk CO 2 -emissie Dit hoofdstuk presenteert de ontwikkeling van de CO 2 -emissie van 2010 naar 2014 op basis van gegevens uit de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat. De voetafdruk van 2014 wordt in paragraaf 3.3 vergeleken met de oorspronkelijke studie van DWA uit 2010 en met gegevens van 2010 uit de Klimaatmonitor. 3.1 Ontwikkeling CO 2 -emissie De nieuwe voetafdruk van de gemeente Harderwijk is 229 kton CO 2 -emissie in 2014 (228.532 ton). De ontwikkeling in de CO 2 -emissie laat een daling zien in de CO 2 -emissie van 6,8% van 2010 tot 2014. Deze daling is toe te rekenen aan de gebouwde omgeving en de industrie. Het jaar 2014 is een laag punt in de reeks van 2010 tot 2014 (zie figuur 3.1). Voor de CO 2 -emissie in 2010 zijn niet de cijfers uit de vorige nulmeting gehanteerd, maar de cijfers uit de Klimaatmonitor 245 kton. De vergelijking met de vorige nulmeting vindt u in paragraaf 3.3. Figuur 3.1 Historische ontwikkeling CO 2-emissie van 2010 tot en met 2014 Het aandeel van de verschillende sectoren (percentueel) in de CO 2 -emissie is gevisualiseerd in het taartdiagram van figuur 3.2. De achterliggende cijfers van de voetafdruk per sector zijn opgenomen in tabel 3.1 op de volgende pagina. Hierin is een uitsplitsing gemaakt naar de hoofdsectoren gebouwde omgeving, industrie, land- en tuinbouw en verkeer en vervoer, naar de indeling van de Klimaatmonitor. 4 / 13 15705GUIT1272887

Figuur 3.2 Verdeling CO 2-emissie over de sectoren (2014) Tabel 3.1 CO 2-emissie per sector volgens de Klimaatmonitor in de jaren 2010 en 2014 (peildatum: 27 juni 2016) CO 2-emissie per sector (ton) 2010 (Klimaatmonitor) 2014 (Klimaatmonitor) Land- en tuinbouw 2.909 3.334 Gebouwde omgeving Woningen 79.790 75.318 Commerciële dienstverlening 38.775 35.908 Publieke dienstverlening 33.419 26.466 Totaal gebouwde omgeving 151.984 137.692 Verkeer en vervoer Wegverkeer (exclusief snelwegen) 36.607 37.293 Mobiele werktuigen 4.798 4.492 Railverkeer Binnen- en recreatievaart 330 357 Zeescheepvaart en visserij Totaal verkeer en vervoer 41.735 42.142 Industrie en energie Industrie (gas en elektriciteit) 40.887 39.689 Winning van delfstoffen 2.383 147 Bouwnijverheid 2.533 3.060 Waterwinning, -beheer, afvalverwerking 2.790 2.468 Totaal industrie en energie 48.593 45.364 Totaal 245.221 228.532 De totale CO 2 -emissie in 2014 is 17 kton lager dan de emissie in 2010. Een kanttekening hierbij is het grillige verloop van de CO 2 -emissie in de tussenliggende jaren zoals in figuur 3.1 te zien. Daardoor is het niet mogelijk om een trend hieruit op te maken. Enkele opvallende zaken lichten we hieronder eruit. In de gebouwde omgeving is een flinke daling (9%) te herkennen, waar alle subsectoren aan bijdragen. Een mogelijke reden hiervoor is energiebesparing op allerlei fronten. Bij vervoer is een lichte stijging te zien, vooral veroorzaakt door het wegverkeer (exclusief snelwegen). Meer vervoersbewegingen kunnen veroorzaakt worden door bijvoorbeeld het aantrekken van de economie of het vergroten van het recreatieverkeer. 15705GUIT1272887 5 / 13

Bij de industrie zijn zowel stijging als daling te zien bij de subsectoren, bijvoorbeeld een flinke daling bij de winning van delfstoffen. Wellicht zijn er fabrieken gesloten, bedrijven weggegaan of zijn industriële bedrijven energie aan het besparen. De weergave van de CO 2 -emissie blijft een momentopname, beïnvloed door omgevingsfactoren die niet geregistreerd zijn of worden. 3.2 Huidige hernieuwbare energieopwekking De opwekking van hernieuwbare energie in 2014 is in onderstaande tabel weergegeven. De gegevens zijn ontleend aan de Klimaatmonitor. De huidige opwekking vermijdt 10 kton CO 2 -emissie doordat voor dit energiegebruik geen fossiele brandstoffen nodig zijn. Dat is 4% van de huidige CO 2 -emissie. Tabel 3.2 Hernieuwbare energieopwekking in 2014 Categorie Energieopwekking (TJ) CO 2-reductie (ton) Zonnestroom 5,4 854 Windenergie Geen Geen Biomassaketels bedrijven 24 1.215 Biogas uit AWZI (elektriciteit) 7 354 Houtkachels in woningen 46 2.328 Wko-systemen 52 2.654 Bijmenging biobrandstoffen verkeer + mobiele werktuigen 32 2.282 Elektrisch vervoer 2 142 Totaal 167 9.828 Percentage hernieuwbare energieopwekking van het energiegebruik in 2014 6,0% 3.3 Vergelijking met voetafdruk 2010 De voorgaande voetafdruk met peiljaar 2010 is in 2012 is berekend aan de hand van: door de gemeente aangeleverde gegevens (onder andere het aantal inwoners, woningen, utiliteit, gemeentelijke gebouwen, industrie en agrarische bedrijven); algemeen gehanteerde energiegebruikskentallen; gegevens van Planbureau voor de Leefomgeving; gegevens uit de Klimaatmonitor van AgentschapNL (nu: Rijkswaterstaat). De nieuwe voetafdruk 2014 die in paragraaf 3.1 is gepresenteerd, hanteert alleen de Klimaatmonitor als primaire gegevensbron. De Klimaatmonitor is de afgelopen jaren namelijk verder uitgebreid en betrouwbaarder geworden. Door één bron te hanteren die veel gemeenten gebruiken, zijn de cijfers voor een volgende voetafdruk eenvoudiger te reproduceren en te herleiden. Aangezien in 2012 gewerkt is met andere gegevens, moeten wij de voetafdruk van 2010 bijstellen om deze goed te kunnen vergelijken met 2014. Voor 2010 is daarom een nieuwe voetafdruk opgesteld op basis van (nu beschikbare) gegevens in de Klimaatmonitor. De nieuwe en de oude voetafdrukken over 2010 staan in tabel 3.3 naast elkaar ter vergelijking. 2 Elektrische voertuigen hebben het voordeel dat ze lokaal geen uitstoot met zich meebrengen. Dit levert een enorme verbetering op van het binnenmilieu in stedelijk gebied. Bij de fossiele opwekking van de benodigde elektriciteit komen er wel emissies vrij. De effectieve uitstoot van deze centrales zal echter veel lager zijn. Dit komt omdat centrales onder gecontroleerde omstandigheden hun werk doen en de emissies in een puntbron vrijkomen en daardoor veel beter zijn af te vangen. Bij het gebruik van duurzame bronnen uit zon en wind, is ook de uitstoot bij opwekking nihil. 6 / 13 15705GUIT1272887

tabel 3.3 Vergelijking cijfers DWA 2010 en Klimaatmonitor 2010 en 2014 (peildatum: 27 juni 2016) CO 2-emissie per sector (ton) 2010 (DWA) 2010 (Klimaatmonitor) Land- en tuinbouw 1.000 2.909 Gebouwde omgeving Woningen 82.000 79.790 Commerciële dienstverlening 43.000 38.775 Publieke dienstverlening 15.000 33.419 Totaal gebouwde omgeving 140.000 151.984 Verkeer en vervoer 47.000 41.735 Industrie en energie Bedrijven 27.000 Industrie (gas en elektriciteit) 62.000 40.887 Winning van delfstoffen 2.383 Bouwnijverheid 2.533 Waterwinning, -beheer, afvalverwerking 2.790 Totaal berekend 89.000 48.593 Totaal 277.000 245.221 Verklaring verschillen Uit de vergelijking blijkt dat de oude voetafdruk in 2010 hoger is dan de voetafdruk vanuit de Klimaatmonitor met de peildatum van 2016, namelijk 11%. Een fors verschil bij industrie (-15% ten opzichte van het totale energiegebruik van DWA 2010) levert het grootste aandeel hierin. Het energiegebruik van deze sector is destijds ingeschat op basis van kentallen van zowel het energiegebruik als van de omvang van de industrie. Dit is onnauwkeurig, maar het beste wat toen voorhanden was. Publieke dienstverlening (6,6%) en landbouw (0,7%) dragen ook bij aan het verschil. Onvolledige gegevens destijds en te conservatieve aannames voor het energiegebruik verklaren de verschillen voor een groot deel. Ook zijn er afwijkende indelingen gehanteerd bij de verdeling van instellingen en organisaties over de vier verschillende categorieën publieke en commerciële dienstverlening, bedrijven en industrie. 15705GUIT1272887 7 / 13

4 Gerealiseerde projecten In de periode van de routekaart (2013-2016) voerde de gemeente Harderwijk verscheidene duurzame projecten uit. In juli 2015 is een voortgangsrapportage Klimaatbeleid 2013-2014 opgesteld ( Een tussenstop langs de route naar de Energieke Stad ), waarin de voornamelijk kwalitatieve resultaten van de eerste twee jaar zijn opgenomen. Aanvullend op de voorliggende nulmeting van de CO 2 -emissie over 2014 (gepresenteerd in paragraaf 3.1) en de voortgangsrapportage 2013-2014 presenteert dit hoofdstuk ook de resultaten van 2015. In paragraaf 4.1 wordt ingezoomd op de resultaten gerealiseerd binnen de gemeentelijke organisatie en in paragraaf 4.2 op de overige projecten. 4.1 Verduurzaming gemeentelijke organisatie CO 2 -compensatie gemeentelijke gebouwen De gemeente gebruikt groen gas en groene stroom, waardoor er geen effectieve uitstoot van CO 2 is. Deze groene inkoop, die elk jaar opnieuw terugkomt, is een vorm van CO 2 -compensatie. Onderstaande tabel presenteert daarom de CO 2 -emissie die vermeden wordt doordat de gemeente geen grijze stroom en aardgas inkoopt. De inkoop van groen gas en groene stroom is al voor 2010 gerealiseerd en vormt dus geen onderdeel van de in tabel 4.2 en 4.3 genoemde gerealiseerde CO 2 - reductie. Tabel 4.1 CO 2-compensatie door groene inkoop voor energiegebruik gemeentelijk vastgoed Energiegebruik Vermeden CO 2-emissie Elektragebruik per jaar 57.526.524 kwh 33 kton Gasverbruik per jaar 7.578.181 m 3 13 kton Vermeden CO 2-emissie totaal 46 kton De groene inkoop van energie geeft aan dat de gemeente duurzame keuzes maakt. Tegelijkertijd heeft de gemeente de ambitie om binnen de grenzen zoveel mogelijk duurzame energie te produceren. De gemeente heeft hierop direct invloed door het gebruik te verlagen of hernieuwbare energiebronnen te realiseren. Daarom blijft de ambitie staan om de gebruikte hernieuwbare elektriciteit op termijn zelf te produceren met bijvoorbeeld zonnepanelen op de gemeentelijke daken. Gerealiseerde projecten De afgelopen jaren zijn er diverse projecten uitgevoerd om de gemeentelijke gebouwen te verduurzamen. Dit betreft met name de plaatsing van zonnepanelen. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de gerealiseerde projecten. 8 / 13 15705GUIT1272887

Besparen Opwekken Compenseren CO 2-voetafdruk gemeente Harderwijk 2016 Tabel 4.2 Gerealiseerde projecten gemeentelijke gebouwen Project Thema Wat gaan wij daar voor doen? CO 2-reductie (berekening en bron) CO 2- reductie (ton CO 2) benutten op eigen gebouwen benutten op eigen gebouwen benutten op eigen gebouwen benutten op eigen gebouwen benutten op eigen gebouwen Als gemeente zelf duurzame energie opwekken. Als gemeente zelf duurzame energie opwekken. Als gemeente zelf duurzame energie opwekken. Gymnastiekzaal Deventerweg 83a voorzien van extra dakisolatie en plaatsing van zonnepanelen. Als gemeente zelf duurzame energie opwekken. Zonnepanelen op RNV gebouw (officiële opening op woensdag 2 maart 2016). De zonnecentrale bestaat uit 128 zonnepanelen, twee omvormers en een informatiepaneel. Het totale vermogen bedraagt 32.000 Wp Zonnepanelen op het gemeentehuis: 75 m 2. Sportcomplex de Sypel, Solkav systeem zorgt voor het verwarmen van water door de zon. Dakisolatie 300 m 2 en plaatsing van 32 pv-panelen van 260 Wp, totaal 8.320 Wp. School en gymzaal Drielanden voorzien van 118 panelen van 240 Wp. Totaal ton CO 2-reductie 156 13 x 6 x 122 x 4,4 x x 12 x 4.2 Overige gerealiseerde projecten in 2015 Het resultaat van de overige projecten uit de Routekaart naar de Energieke Stad met de projectuitvoering in 2015 is in tabel 4.3 weergegeven. Een deel van de cijfers is te herleiden tot de activiteiten die de gemeente uitvoert in het kader van het uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft bijvoorbeeld de Machinefabriek op eigen initiatief zonnepanelen laten plaatsen. Alleen projecten met cijfermatige resultaten uit 2015 worden hieronder weergegeven (op basis van de opgave van de gemeente). 15705GUIT1272887 9 / 13

Besparen Opwekken Compenseren CO 2-voetafdruk gemeente Harderwijk 2016 Tabel 4.3 Kwantitatieve gegevens gerealiseerde projecten in 2015 en deel 2016 Project Thema Wat gaan wij daar voor doen? CO 2-reductie (berekening en bron) CO 2- reductie (ton CO 2) Uitvoeren en/of participeren in energie (besparings) campagnes Energiebesparende voorzieningen in bestaande en nieuwbouwwoningen stimuleren Energiebesparende voorzieningen in bestaande en nieuwbouwwoningen stimuleren Woningbouw Woningbouw Wattchers uitgeleend tot 2016: 50; Inschatting bereik huishoudens: Campagne informatieavonden. 3x isoleren en zonnepanelen, met totaal 300 bezoekers; Veluwe duurzaam website energie loket (onbekend aantal bezoekers). Provinciale middelen ter beschikking stellen aan de inwoners van Harderwijk via een subsidieverordening. De gemeente is verantwoordelijk voor het toekennen en vaststellen van de subsidie. Schatting is 5% CO 2-reductie bij 350 huishoudens bereikt. Elk huishouden 5 tot 10% besparing levert 70 tot 140 ton CO 2- reductie. In totaal zijn dankzij de subsidie vanaf 2010 al bij circa 1.000 woningen maatregelen getroffen op gebied van vloer, spouwmuur, glas, dak. Het aandeel vanaf 2015 hierin was 66 verbeterde woningen. Woningbouw Woningcorporatie De woningbouwcorporatie heeft 250 van haar huurwoningen gerenoveerd van label G naar A (zes labelstappen). 70 x 60 x 1.063 x Nieuwbouw op Lorentz III zo duurzaam mogelijk maken (duurzaamheidsmakelaar) Bedrijven en utiliteitsbouw Opzetten van een subsidieregeling voor duurzaamheidsmaatregele n voor bedrijven die zich vestigen op Lorentz III Maatregelen toegepast bij Dolphin B.V.: energiezuinige ontstoffingsinstallatie, meerdere frequentieregelaars, energiezuinige Eddy current scheiders en 22 interne lopende banden. 187 x Bedrijven en utiliteitsbouw Elektriciteitsopwekking van 203.000 kwh door 845 panelen van ziekenhuis St. Jansdal per april 2016. 115 x Bedrijven en utiliteitsbouw Machinefabriek Harderwijk BV met 30.000 Wpiek zonnepanelen op het dak. 13 x Bedrijven en utiliteitsbouw Scheepswerf Roelofs met 35100 Wpiek aan zonnepanelen. 15 x Bedrijven en utiliteitsbouw 100 Zonnepanelen en 8 collectoren bij de atletiek vereniging besparen 1.000 m 3 gas per jaar en hebben een geschat vermogen van 26.000 Wpiek. 13 x Duurzame brandstoffen toepassen Biomassa en duurzame warmte Nieuwe ontwikkelingen (waaronder elektrisch vervoer) opnemen in het verkeersbeleid. In 2015 zijn er 6 laadpalen gerealiseerd, in april 2016 zijn 8 serieuze aanvragers bekend en worden er - naar verwachting tot 2017-15 laadpalen verwacht. (Bron: Advies Laadpalen 18 april 2016) Totaal ton CO 2-reductie 1.546 9 x 10 / 13 15705GUIT1272887

In combinatie met de projecten bij de gemeentelijke gebouwen is er afgerond 1,7 kton CO 2 -reductie in de jaren tussen 2014 en nu gerealiseerd. Een groot aandeel hierin is de renovatie van woningen door een corporatie. 5 Voortgang route De Energieke Stad De komende jaren vervolgt de gemeente de uitvoering van het programma naar de Energieke Stad. Enkele projecten in voorbereiding die de komende jaren effect kunnen opleveren zijn bijvoorbeeld: Verduurzaming gemeentelijk wagenpark. Het in 2011 ingezette beleid om het wagenpark te verduurzamen wordt onverminderd doorgezet. De in 2016 door Ecofys uitgevoerde analyse geeft aan, dat 4 personenvoertuigen die de komende jaren aan vervanging toe zijn, in een duurzamere brandstofvariant (groengas) kunnen worden uitgevoerd zonder extra lasten. Om deze op de schoonste brandstof (elektrisch) te laten rijden, zijn extra middelen noodzakelijk. Hiervoor wordt een kadernota aanvraag voorbereid. Duurzame renovatie van het Huis van de Stad (bron: Raadsvoorstel Duurzame renovatie Huis van de stad, 4 mei 2016); Ephyra, de biocentrale in Harderwijk met co-mestvergisting en groen gas productie; Uitvoering van het besluit tot plaatsing van drie tot zes windmolens; Waterfront fase III. Voor Waterfront fase III is de ambitie om een gasloze wijk te realiseren, waarbij zoveel mogelijk energie uit hernieuwbare energiebronnen wordt opgewekt. De mogelijke resultaten van bovenstaande projecten zijn niet meegenomen in onderstaande conclusie, maar geven wel een indicatie van de vele inspanningen van de gemeente Harderwijk. 5.1 Conclusie uit deze voetafdruk In figuur 5.1 is het gewenste scenario weergegeven naast de ontwikkeling van de CO 2 -emissie op basis van de resultaten van dit onderzoek. Figuur 5.1 Historische ontwikkeling CO 2-emissie van 2010 tot en met 2014 naast de beoogde ontwikkeling volgens het scenario De CO 2 -emissie van 2014 is hoger dan beoogd in dat jaar volgens het scenario 45% CO 2 -reductie in 2031. Dat scenario is bijgesteld naar de nieuwe voetafdruk in dezelfde verhouding als het vorige scenario met de toenmalige voetafdruk. Om 45% CO 2 -reductie te bereiken, werkt de gemeente toe naar de ambitie van 131 kton in 2031. De verbinding tussen de uitstoot in 2010 met dat doel leidt tot de gestreepte lijn in figuur 5.1. 2014 De CO 2 -emissie in 2014 is 228 kton, maar had volgens het scenario al gereduceerd moeten zijn tot 222 kton. Daar is al een tekort ontstaan van 6 kton. 15705GUIT1272887 11 / 13

2016 Vooruitblikkend naar 2016 in de ontwikkeling van de CO 2 -emissie, is het doel om in 2016 te komen op een CO 2 -emissie van 210 kton. Het effect van de gerealiseerde producten in 2015 (1,7 kton) trekken we af van de voetafdruk in 2014. Daarmee komen we op een CO 2 -emissie van afgerond 227 kton in 2016. Daarbij is het tekort aan CO 2 -reductie relatief opgelopen tot 17 kton, uitgaande van een globaal lineaire ontwikkeling in de reductie. In de gemeente Harderwijk is een grootschalig project van de bio-centrale gepland, dat binnenkort geagendeerd staat in een besluitvormingstraject. Dit project reduceert tot ongeveer 13 kton CO 2. De geplande projecten zorgen de komende jaren wel voor CO 2 -reductie, maar die bijdrage lijkt niet voldoende om het tekort in te lopen én de lijn door te zetten. 5.2 Advies uitvoeringsprogramma De gemeente Harderwijk is erg actief in de uitvoering van het programma van projecten behorend bij de route naar de Energieke Stad. De aanpak van duurzaamheid zien wij in alle sectoren en onderwerpen terug: bedrijven, organisaties, inwoners, gemeente zelf, verkeer en vervoer. Vele projecten zijn procesprojecten waarmee een beweging in gang wordt gezet, maar waarmee op het moment zelf niet direct CO 2 -reductie wordt gerealiseerd. Dat zien wij terug in de kwantitatieve resultaten van 2015: minder dan 1% van de uitstoot wordt gereduceerd. Dat is met name te danken aan de grote renovatie van de huurwoningen, de opwekking van duurzame elektriciteit met zonnepanelen door verschillende organisaties en de uitvoering van de isolatiesubsidie door de gemeente. Om de lange-termijndoelstelling van 45% CO 2 -reductie tot 131 kton in 2031 te behalen, is het tempo van de daadwerkelijke energiebesparing en CO 2 -reductie in de afgelopen vier jaar te laag geweest. De huidige focus op de processen, faciliteren en stimuleren sorteert in de komende jaren wel een groter effect dan nu in de jaren van opstarten. De vraag is of dit voldoende resulteert in daadwerkelijke reductie. Ons advies is om het uitvoeringsprogramma met prognoses van de toekomstige resultaten van veel meer projecten op een tijdslijn te zetten om inzicht te krijgen in het mogelijke verloop, inclusief sprongen dankzij grote projecten. De gemeente spant zich in op velerlei fronten, en zorgt zo de komende jaren voor het plukken van het laaghangend fruit. Om echt een transitie in gang te zetten adviseren wij voor een periode van enkele jaren een focus op enkele thema s te leggen en daar veel grotere stappen te zetten waarvoor meer inzet nodig is. Na die periode krijgen andere thema s de focus en kan de gemeente daar groot effect teweeg te brengen. 12 / 13 15705GUIT1272887

Bijlage I Energiegebruik Het energiegebruik door de gemeente, inwoners, bedrijven en organisaties is in kaart gebracht vanuit de gegevens van de Klimaatmonitor. Daaruit is de ontwikkeling van het energiegebruik inzichtelijk te maken voor de jaren 2010 tot en met 2014 (zie paragraaf 0). De gebruikte energie komt uit verschillende energiebronnen: fossiele bronnen zoals gas, kolen of benzine, of uit duurzame, hernieuwbare energiebronnen waaronder zonnepanelen, windmolens of biomassa. De huidige hernieuwbare bronnen zijn opgenomen in paragraaf 3.2. I.1 Ontwikkeling energiegebruik In de historische ontwikkeling van het energiegebruik van 2010 naar 2014 is dezelfde trend te herkennen als bij de ontwikkeling van de CO 2 -emissie. Het energiegebruik van woningen is hierin temperatuur-gecorrigeerd. Figuur I.1 Ontwikkeling energiegebruik van 2010 tot en met 2014 De verdeling van het energiegebruik naar de sectoren is weergegeven in het taartdiagram in figuur I.2 Hierin is te zien dat woningen en mobiliteit verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van het energiegebruik. Daarna volgen industrie (18%), commerciële dienstverlening (13%) en publieke dienstverlening (13%). Figuur I.2 Verdeling van het energiegebruik over de sectoren in 2014 15705GUIT1272887 Op al onze diensten en mededelingen is DNR 2011 van toepassing. DNR 2011 is gepubliceerd op onze website onder www.dwa.nl/dnr. 13 / 13