De klacht is op 23 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Vergelijkbare documenten
Verloopvandeprocedure

De klacht is op 31 oktober 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 7 april 2017 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Klager heeft op 1 juni 2010 per aangegeven wel gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord.

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

Per fax van 18 augustus 2010 heeft de gemachtigde van klager een aanvulling op haar klaagschrift aan de commissie toegezonden.

De klacht is op 9 november 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 28 april 2016 per post een verweerschrift ingediend.

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 25 maart 2015 zowel per post als per een verweerschrift ingediend.

Geachte heer Von den Hoff,

De klacht is op 16 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 4 april 2014 samen met de klachten en behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Op 6 augustus 2012 (ontvangen op 7 augustus 2012) heeft beklaagde een verweerschrift bij de commissie ingediend, voorzien van diverse bijlagen.

De klacht is op 23 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 29 augustus 2011 (ontvangen op 30 augustus 2011).

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

Beklaagde heeft op 17 maart 2014 per post een verweerschrift ingediend.

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 23 mei 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Verloopvandeprocedure

Klager heeft bij brief van 20 oktober 2017 aanvullende stukken ingediend.

De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 15 maart 2013 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 19 september 2016 per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft per van 26 juni 2017 een verweerschrift ingediend. Beklaagde werd bijgestaan door mr. (-), advocaat te Breda.

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 14 mei 2011 (ontvangen op 16 mei 2011).

Bij brieven van 6 en 7 november 2013 zijn klager en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht.

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 22 april 2011 (ontvangen op 27 april 2011).

De klacht is op 11 september 2015 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft per van 14 februari 2019 een verweerschrift ingediend, welke zij op 20 februari 2019 heeft aangevuld met bijlagen.

Beklaagde heeft op 8 april 2014 per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 12 oktober 2015 een verweerschrift ingediend, ontvangen per post op 15 oktober 2015 en per op 14 oktober 2015.

De commissie heeft kennis genomen van de stukken van de klachtprocedure en overweegt als volgt.

De klacht is op 9 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op respectievelijk 22 juni 2015, en 2 juli 2015 per post een verweerschrift en aanvulling daarop ingediend.

Beklaagde heeft op 31 augustus 2016 per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 20 oktober 2016 per een verweerschrift ingediend. Nadien zijn door partijen aanvullende stukken ingediend.

De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Zowel door klagers als door beklaagde zijn na het indienen van de klachten nog diverse nagezonden.

Geachte heer van Lint,

De klacht is op 2 april 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Op 14 november 2013 ontving Bureau Wbtv een klacht van dhr, mr. (-) (hierna: klager). De klacht heeft betrekking op tolkwerkzaamheden van beklaagde;

De klacht is op 1 juni 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Gedragscode tolken en vertalers

Wbtv voor opdrachtgevers. Vooraf

De specialisatie tolk in strafzaken kan bij een volgende periode van inschrijving in het Rbtv worden vermeld, indien wordt aangetoond dat:

Kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Kwaliteitinstituut beëdigde tolken en vertalers

Raad voor Rechtsbijstand

f. Klachtencoördinator: de klachtencoördinator als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raad voor Rechtsbijstand

Reglement Klachtencommissie Friesland College

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beklaagde heeft per van 6 november 2017 een verweerschrift ingediend.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglement Klachtencommissie SCEN

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671

KLACHTEN REGLEMENT STICHTING NOBCO

Beoordeling. h2>klacht

ECLI:NL:RVS:2015:3340

Klachten Procedure en Reglement

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv

Reglement Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers. 1. Begrippenomschrijving

veranderjewereld Klachtenregeling NOBCO Leonie Linssen

In deze klachtenregeling wordt verstaan onder : -het College van Bestuur : het College van Bestuur van het Friesland College

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen

Jaarverslag Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers

Klaagster heeft de klacht vervolgens per van 21 december 2015 aangevuld.

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Vragen Argos en antwoorden IND

Raad voor Rechtsbij stand

Besluit Gedragscode Wbtv 22 september 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Klachtencommissie Goed Bestuur MBO Reglement

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3371

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de accountant

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Klachtenreglement Opleiding tot Psychosociaal therapeut

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

De klacht is op 16 november 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Register staat voor kwaliteit

Transcriptie:

Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen mevrouw (-) (Wbtv-nummer (-)). Verloopvandeprocedure Op 17 mei 2010 is door de Tolkencommissie bij de Gerechtelijke Diensten van het Arrondissement Amsterdam (hierna: klaagster) een klacht ingediend over gedragingen van mw. (-) (hierna: beklaagde), tolk Nederlands? Bahasa Indonesia. Het klaagschrift is op 20 mei 2010 door de commissie ontvangen. Bij brief van 3 juni 2010 zijn klaagster en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. Zij zijn door de commissie uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting op 23 juli 2010 een toelichting te geven op de klacht. Deze datum is in overleg met beide partijen vastgesteld. Beide partijen hebben gehoor gegeven aan deze uitnodiging. De klacht is op 23 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.T.J. van Dartel mw. dr. ir. H. Bot mw. F. Timmer, beëdigd tolk voorzitter, lid, lid. De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. M.C.M.H. van Lierop, notulist. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij dit advies gevoegd. De commissie heeft kennisgenomen van de stukken van het klachtdossier en van hetgeen door klaagster tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt. Degrondenvoordeklacht De klacht is naar het oordeel van de commissie als volgt samen te vatten: a. Beklaagde heeft zich zeer kort voor aanvang van haar tolkwerkzaamheden afgemeld met als opgaaf van reden dat zij op dat moment niet over voldoende financiële middelen beschikte om de treinreis te kunnen bekostigen. b. De kwaliteit van de tolkwerkzaamheden van beklaagde is ontoereikend. Beklaagde is niet bekend met juridische begrippen zoals bewaring en schorsing, bovendien vroeg zij vrijwel na elke zin om het nog eens te herhalen. Tijdens een zitting die heeft plaatsgevonden op 19 februari 2010 vertolkte beklaagde aanvankelijk helemaal niet. Beklaagde moest er door de rechter op worden gewezen dat zij diende te tolken.

Klachtonderdeela Klaagster geeft in haar klaagschrift aan dat zij sinds 23 oktober 2009 regelmatig is benaderd in verband met klachten over beklaagde. Een van de klachten had betrekking op het gegeven dat betrokkene zeer kort voordat haar tolkwerkzaamheden aanvang zouden moeten nemen zich daarvoor heeft afgemeld met als opgaaf van reden dat zij op dat moment over te weinig financiële middelen beschikte om de treinreis naar Amsterdam te kunnen bekostigen. Beklaagde licht tijdens de hoorzitting toe dat zij had verwacht het geld van haar uitkering binnen te hebben gekregen. Toen zij de dag van de hoorzitting geld wilde gaan opnemen bij de bank bleek haar bankrekening echter leeg te zijn waardoor zij geen geld kon opnemen. Klachtonderdeelb In het klaagschrift schrijft klaagster dat er ook een drietal klachten is dat verband houdt met de ontoereikende kwaliteit van de door betrokkene verrichte tolkwerkzaamheden. Gezien de aard, ernst en de kwantiteit van de klachten ziet de tolkencommissie zich genoodzaakt deze klachten ter beoordeling aan de Klachtencommissie Wbtv voor te leggen. Klaagster heeft twee e-mails nagezonden met de klachten zoals die bij de tolkencommissie zijn binnengekomen. In de e-mail van 22 februari 2010 staat beschreven dat beklaagde tijdens de zitting van 19 februari 2010 zeer slecht tolkte. In eerste instantie vertaalde zij niet, toen zij werd gevraagd te vertalen gaf beklaagde aan dat zij niet meer wist wat er was besproken. Zij maakte tijdens de zitting geen aantekeningen en kon slechts heel kort onthouden wat er was besproken. Daardoor moest zij elke twee/drie zinnen de gelegenheid krijgen om te vertalen. Verder begreep beklaagde met enige regelmaat niet waarover werd gesproken, termen als laissez-passer, vertrekgesprek en IOM kende zij niet. In de e-mail van 29 oktober 2010 staat dat beklaagde moest tolken bij een voorgeleiding. Zij bleek daarbij niet over enige kennis van juridisch jargon te beschikken, zelfs eenvoudige begrippen als bewaring en schorsing kende zij niet. Zij sprak in plaats daarvan de Nederlandse woorden uit, kennelijk in de hoop dat verdachte dat in de context waarin het werd gezegd wel zou begrijpen. Beklaagde vroeg bovendien na vrijwel elke zin om het gesprokene nog eens te herhalen. Beklaagde schrijft in haar verweerschrift dat het juist is dat zij in een aantal gevallen moeite heeft om te tolken in een rechtbank. Zij kan bepaalde begrippen niet te vertalen naar het Indonesisch. Afhankelijk van de thematiek gaat het tolken wel of niet goed. Bij de IND gaat het tolken naar haar idee over het algemeen wel goed aangezien zij daarover nog geen klachten heeft gehoord. Beklaagde wil graag een minor over tolken bij justitie van de tolkenopleiding gaan volgen om het Indonesisch verder te bestuderen voordat zij weer voor rechtbanken gaat tolken. Voor de IND zou zij wel graag blijven tolken aangezien dat volgens haar wel goed gaat. Beklaagde licht tijdens de hoorzitting toe dat zij sinds deze klachten geen nieuwe opdrachten van rechtbanken meer heeft aangenomen, zij heeft bovendien een aantal opdrachten afgezegd. Sindsdien is zij bezig om één dag per week thuis te oefenen met juridische casussen door die naar het Bahasa Indonesia te vertalen en op die manier haar woordenschat uit te breiden. Klaagster geeft aan niet te kunnen beoordelen hoe verhoren bij de IND verlopen maar aangezien de klachten over beklaagde bij de tolkencommissie van verschillende sectoren binnen justitie in Amsterdam afkomstig zijn kan zij zich voorstellen dat het een landelijk probleem is. De tolkencommissie van de Gerechtelijke Diensten van het Arrondissement Amsterdam heeft dan ook het advies gegeven beklaagde voorlopig niet meer op te roepen. Beoordelingvandeklachtenadvies Klachtonderdeela De commissie beschouwt klachtonderdeel a als gegrond. Beklaagde heeft ter zitting toegegeven zich pas op het laatste moment te hebben afgemeld voor de geplande tolkwerkzaamheden. De commissie is van oordeel dat zij eerder had moeten onderkennen dat zij over te weinig financiële middelen beschikte om de treinreis te kunnen bekostigen of een andere oplossing moeten vinden om de reis alsnog te kunnen maken. - 2 -

Klachtonderdeelb De commissie beschouwt klachtonderdeel b als gegrond. Uit de stukken van het klachtdossier en het verhandelde ter hoorzitting is aannemelijk geworden dat de tolkvaardigheden van beklaagde ten aanzien van ten minste drie opdrachten zodanig te kort schoten dat zij deze niet naar behoren kon verrichten. Zij had derhalve de opdrachten dienen te weigeren (onderdelen 2.1 en 4.1 van de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv). Bij de inschrijving in het Rbtv wordt van een tolk niet verlangd dat deze kennis heeft van juridische terminologie, ervaring heeft met het vertalen van juridische stukken of het tolken tijdens verhoren. De Wet beëdigde tolken en vertalers stelt die eis evenmin. De commissie stelt echter vast dat de beklaagde bij haar inschrijving in het Rbtv uitdrukkelijk heeft aangegeven zich beschikbaar te stellen voor afnameplichtigen (justitieafnemers die op grond van de Wbtv verplicht zijn tolken en vertalers in te schakelen die in het Rbtv zijn ingeschreven). De commissie is van oordeel dat ten aanzien van een tolk die aangeeft zich voor afnameplichtigen beschikbaar te stellen en die bovendien opdrachten van afnameplichtigen ook daadwerkelijk aanvaardt, mag worden verondersteld dat hij of zij beschikt over voldoende kennis van het juridisch domein. Dit omvat zowel kennis van juridische terminologie als kennis van juridische procedures. Als een tolk zich niet in staat acht om een dergelijke opdracht naar behoren te volbrengen, zal hij of zij die opdracht in ieder geval niet mogen aanvaarden. In dit geval heeft beklaagde echter meerdere opdrachten aanvaard waarbij het de opdrachtgevers gedurende de opdracht duidelijk werd dat beklaagde niet in staat was de opdracht naar behoren uit te voeren. Beklaagde heeft weliswaar een taalopleiding Indonesische talen en culturen afgerond, maar heeft geen scholing in tolkvaardigheden gehad. Gebleken is dat beklaagde, voor wat betreft de verbetering van haar vaardigheden, in te grote mate afhankelijk is van klachten van opdrachtgevers. Ten aanzien van twee punten heeft beklaagde zich pas nadat zij hoorde dat er klachten zijn over haar optreden gerealiseerd wat er van haar verwacht werd en paste zij haar gedrag hierop aan. Dit geldt voor het gesprek dat zij heeft gehad met klaagster ten aanzien van haar vaardigheden en voor de herinnering die zij tijdens een zitting kreeg van een vreemdelingenrechter op het moment dat zij verzuimde te tolken. Het voorgaande versterkt de twijfels omtrent de vakbekwaamheid van beklaagde. Advies De commissie adviseert om beide onderdelen van de klacht gegrond te verklaren. De klachten wijzen er naar het oordeel van de klachtencommissie bovendien op dat beklaagde in het algemeen niet over de tolkvaardigheden en attitude beschikt om op goede wijze tolkopdrachten uit te kunnen voeren. De commissie concludeert uit voorgaande in onderling verband en samenhang bezien dat er sprake is van tekortkomingen in de vakbekwaamheid van beklaagde in haar hoedanigheid als tolk. De commissie acht de gebleken feiten en omstandigheden zodanig ernstig dat zij, gelet op art. 9, eerste lid, Wbtv, adviseert de inschrijving van beklaagde als tolk Nederlands? Bahasa Indonesia van het Rbtv door te halen. Daarbij heeft de commissie het verzoek van beklaagde om te beslissen dat zij drie jaar lang niet meer bij rechtbanken kan tolken in overweging genomen, maar zij is tot de conclusie gekomen dat dit niet mogelijk is. De commissie acht het wenselijk dat beklaagde, alvorens zij zich opnieuw inschrijft, een tolkopleiding volgt (bijv. de SIGV-opleiding Gerechtstolken in Strafzaken van de Stichting Instituut Gerechtstolken en Vertalers). De commissie adviseert Bureau Wbtv geen termijn te bepalen waarin beklaagde na doorhaling van de inschrijving geen nieuw verzoek tot inschrijving mag doen. Een nieuw verzoek tot inschrijving zou ingewilligd moeten worden als dat voldoet aan de dan geldende eisen voor inschrijving. Uit het feit dat beklaagde onder de overgangsregeling van het Rbtv is ingeschreven volgt dat zij niet zonder bijscholing opnieuw in het Rbtv kan worden opgenomen. Dat neemt niet weg dat zij wellicht in aanmerking komt voor plaatsing op de Uitwijklijst. De commissie merkt op dat beklaagde eveneens als vertaler staat ingeschreven in het register, maar ziet vooralsnog geen aanleiding om beklaagde als vertaler door te halen. - 3 -

Totslot Klager en beklaagde zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door Bureau Wbtv is, dan wel wordt, afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres. Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv J.J.L. Link secretaris mr. R.T.J. van Dartel voorzitter - 4 -

BijlagebijhetadviesvandeKlachtencommissieW btv(klachtnr.05-2010) ToepasselijkeartikelenvandeGedragscodevoortolkenenvertalersinhetkadervandeWbtv 2.1.Competentie Tolken en vertalers nemen uitsluitend opdrachten aan waarvoor zij de vereiste (taal-)kennis en bekwaamheid bezitten. 4.1.Opdrachtaanvaarding Het staat tolken en vertalers vrij een opdracht al dan niet te aanvaarden, behoudens wettelijke verplichtingen. Zij weigeren echter altijd een opdracht indien zich zwaarwegende redenen hiertoe voordoen, waaronder in ieder geval begrepen is wanneer er risico bestaat van belangenverstrengeling, indien zij het vermoeden hebben dat hun werk zal worden gebruikt voor onwettige en/of oneerlijke doeleinden of indien zij zich ervan bewust zijn dat zij de opdracht niet naar behoren zullen kunnen verrichten, wegens onvoldoende kennis en/of bekwaamheid, werkomstandigheden en/of bedongen aflevertermijn, dan wel wegens gewetensbezwaren omtrent het onderwerp van de te vertolken situatie of te vertalen tekst. In geval van weigering van de opdracht stelt de tolk of vertaler de opdrachtgever hiervan onverwijld in kennis. - 5 -