OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE ONDERSTEUNINGSMAGAZIJN GEVORDERDE FASE 2 BEROEPSTAAK B GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG



Vergelijkbare documenten
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE ONDERSTEUNINGSMAGAZIJN GEVORDERDE FASE 2 BEROEPSTAAK B EN C GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE ONDERSTEUNINGSMAGAZIJN GEVORDERDE FASE 2 BEROEPSTAAK B EN C GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE. BEROEPSTAAK B en C

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Aan de slag met psychose en bipolaire stoornis

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Klinisch redeneren Take-home toets

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

Respectvol reageren op gevoelens

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

T e s t : H o e w o r d j i j b e ï n v l o e d a l s n a a s t e v a n i e m a n d m e t p s y c h i s c h e k l a c h t e n?

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Workshop communicatie

Over mensen met psychische of psychiatrische problematiek. Bijeenkomst voor kerken, raden en verenigingen in de gemeente Aalburg 19 november 2009

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Take-home toets klinisch redeneren 2

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Cursus werkbegeleiding

Vraagstelling: Welke verpleegkundige interventies worden ingezet bij depressie, binnen afdeling De Schans.

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Basistraining Psychiatrie. Psychische klachten na de bevalling Donderdag 19 oktober Voorschoten

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN

PITSTOP SUÏCIDE TRAINING

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Feedback geven en ontvangen

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Psychisch of Psychiatrie?

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Welkom bij Djoke.nl Kraamzorg bij Psychische klachten

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS

Verhaal: Jozef en Maria

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Plannen van zorg Niveau 4

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

Begeleiden van een groep zorgvragers bij vrijetijdsbesteding

# #$%#&#' ( &&)*++, (

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Wees duidelijk tegen je klanten

Reflectiegesprekken met kinderen

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Omgaan met Psychische Klachten op de werkvloer

Manoevreren in de driehoeksverhouding naasten, patiënten en zorgverleners. Cilia Linssen, ICISZ

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Deze handreiking is van:

Werkboek Het is mijn leven

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Delier in de laatste levensfase. Informatie voor naasten van patiënten met een delier in de laatste levensfase

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Vacature. Wat is jouw kijk? Ik ben aan het dementeren en zoek een begeleider die: Bij deze kaart hoort opdrachtkaart 86.

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Deze site gaat je niet gelukkig maken...

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.

Documentaire vrijheid Depressie

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

Zorgen voor het slaap en waakritme

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Borderline. Als gevoelens en gedrag snel veranderen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over borderline

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging

Zelfmoordgedachten. Praat over wat je denkt, voelt, ervaart. Praten lucht op.

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 3 Mw. Niemeijer

Advies en verkoopvaardigheden

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Delirium op de Intensive Care (IC)

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Deze handreiking is van:

Thuiszorgcafé. Depressie. Astrid Petiet, verpleegkundig specialist GGZ Heleen Steunenberg, Coördinator deskundigheidsbevordering

Transcriptie:

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE ONDERSTEUNINGSMAGAZIJN GEVORDERDE FASE 2 BEROEPSTAAK B GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 93 Versie:Juni 2012 Fase: gevorderde 2 Naam student:.

2

INHOUD B1 Verpleegkundig proces.7 B2 Depressie..9 Activiteiten Verpleegkunde Depressie op diverse leeftijden Verplegen van oudere zorgvragers met een depressie Verpleegplan van een zorgvrager met een depressie Monitoren van een depressie Depressie versus Dementie versus Delier Psychopathologie Kennistaak depressie B2 Suïcide.21 Activiteiten Orientatie op suïcide Suïcidaal gedrag: kennis Omgaan met suïcidaal gedrag Een gesprek voeren met een suïcidale zorgvrager. B2 Bipolaire stoornissen..27 Activiteiten Verpleegkunde Oriëntatie bipolaire stoornis Zorgvrager met bipolaire stoornis: van opname tot ontslag [keuze uit 7 verschillende activiteiten] Psychopathologie Manie (bipolaire stoornis) B2 Psychotische stoornissen en schizofrenie...35 Activiteiten Psychotische stoornissen: ziektebeelden Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 1 Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 2 B2 Angststoornissen.43 Activiteiten Verpleegkunde Oriëntatie op angststoornissen Herkennen en benoemen van angst Verpleegplan opstellen bij angststoornissen Psychopathologie Angststoornissen 3

B2 Somatoforme stoornissen.53 Activiteiten Verpleegkunde Orientatie somatoforme stoornissen Verpleegplan opstellen somatoforme stoornis Psychopathologie Somatoforme stoornissen B2 Persoonlijkheidsstoornissen 59 Activiteiten Oriëntatie op persoonlijkheid I Oriëntatie op persoonlijkheid II Gezondheids- en bestaansproblemen bij persoonlijkheidsstoornissen Verpleegplan opstellen persoonlijkheidsstoornissen Verpleegkundige houdingsaspecten en begeleiding bij persoonlijkheidsstoornissen Begeleiding en benadering borderline stoornis Psychopathologie Persoonlijkheidsstoornissen B2 Eetstoornissen..75 Activiteiten Verpleegkunde Verpleegkundige zorg bij eetstoornissen Discussie over eetstoornissen Psychopathologie Eetstoornissen B2 Verslavingsproblematiek...83 Activiteiten Verpleegkunde Oriëntatie op verslaving Verpleegplan opstellen bij verslavingsproblematiek Verpleegkundige houdingsaspecten en begeleiding bij verslavingsproblematiek Relatie verslaving met psychiatrie Het syndroom van Korsakov Psychopathologie Verslaving B2 Acute opname...95 Activiteiten acute opname in de GGZ B2 Farmacologie.99 Activiteit Psychofarmaca 4

B2 Chronische psychiatrische zorgvrager 107 Activiteiten Chronisch psychiatrische zorgvrager oriëntatie Chronisch psychiatrische zorgvrager verpleegkundige zorg Chronisch psychiatrische zorgvrager metabool syndroom Chronisch psychiatrische zorgvrager omgaan met verlieservaringen. B2 Zorgvragers in de ambulante zorg 115 Activiteiten Zorgvrager in de ambulante zorg I Zorgvrager in de ambulante zorg II B2 Aandoening naar keuze...121 Activiteiten Zorgvrager met een aandoening naar keuze Verpleegkundige begeleiding bij aandoening naar keuze Aandoening naar keuze; specifieke doelgroepen B2 Voedingsleer in de GGZ 129 Activiteiten Praktijkopdracht ondervoeding en gezonde voeding in de GGZ Praktijkopdracht overgewicht in de GGZ B3 Omgaan me agressie 135 Activiteiten Omgaan met agressie, separeren CFB en dé-escalerend handelen, omgaan met agressie Reflectie op agressie-intervisie Protocol: opvang na een agressie-incident 5

6

B1 Verpleegkundig proces Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student heeft verschillende denkmodellen en hun uitgangspunten in de verpleegkunde bestudeerd. Zoek informatie op sites en in boeken. Bestudeer de theorie Theorielokaal Klassikaal 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op K vakdeskundigheid toepassen verplicht Activiteit : Je gaat theorie onderzoeken over verschillende denkmodellen in de verpleegkunde 1. Vorm subgroepen en kies een verpleegkundig model: o Orem (Dorothea) o Rogers (Martha) o King (Imogene) o Roy (Callista) o Neuman (Betty) Beschrijf van deze denkmodellen wat het uitgangspunt is en welke begrippen centraal staan. Presenteer je bevindingen aan elkaar. 2. Werk het Neuman Systems Model verder uit, waarbij je de onderdelen Benoemt. Geef door middel van voorbeelden aan hoe dit systeem te gebruiken is met of naast Gordon. Wissel je bevindingen klassikaal uit. 7

8

Depressie Activiteiten Verpleegkunde Depressie op diverse leeftijden Verplegen van oudere zorgvragers met een depressie Verpleegplan van een zorgvrager met een depressie Monitoren van een depressie Depressie versus Dementie versus Delier Psychopathologie Kennistaak depressie 9

10

B2 Psychopathologie / kennistaak depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft beschreven wat een depressie is, welke vormen depressie er zijn, wat mogelijke oorzaken en behandel mogelijkheden zijn. Neem je boeken mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Zorg dat je informatie hebt gelezen over zorgvragers met een depressie. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg ; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie websites: http://www.depressie.org/ http://www.depressie.nl http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychischegezondheid/depressie http://www.psychischegezondheid.nl/depressiecentrum Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8 verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Keuze Activiteit 1 Beantwoord vragen over depressie algemeen. 1. Schrijf (nog eens) de diagnostische criteria op voor de depressieve episode. Je kunt hierbij gebruik maken van de DSM-IV (mediatheek), de DSM-IV-TR of indien uitgegeven al uit de DSM-V 2. Er zijn verschillende vormen van depressies. Ga na welke vormen er zijn. 3. Er zijn verschillende theorieën over het ontstaan van depressies. Vaak is er niet 1 oorzaak, maar is er sprake van multicausaliteit. Geef uitleg aan onderstaande theorieën met betrekking tot het ontstaan van depressies: * genetische factoren * sociale/ omgevingsfactoren * biologische/ chemische ontregeling/ hormonale ontregeling * cognitieve factoren 4. Beschrijf welke verschillende behandelvormen er zijn voor depressies. 11

B2 Depressie op diverse leeftijden Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student heeft kennis opgedaan over depressie op kinderleeftijd, adolescentie en bij ouderen Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek Verplegen van geriatrische zorgvragers en het boek Verplegen in de GGZ. Deze boeken kun je vinden in de mediatheek Hoofdstukken boek over stemmingsstoornissen/ depressie Internet: http://www.depressie.org/ http://www.depressie.nl http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychischegezondheid/depressie http://www.psychischegezondheid.nl/depressiecentrum Theorielokaal/ studieruimte Bespreek je antwoorden met de inhoudsdeskundige 1.8 verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche K vakdeskundigheid N onderzoeken verplicht Activiteit 1 Beschrijf de verschillen tussen een depressie op jongere leeftijd en op oudere leeftijd m.b.v. onderstaande tabel. Symptomen/ Uitingsvorm Psychisch Basisschool en pubers Adolescenten Ouderen Sociaal Somatisch Vanuit de persoon zelf (ook biologisch) 12

Uitlokkende factoren Vanuit omgevingsfactoren Basisschool en pubers Adolescenten Ouderen Vanuit levensloop Activiteit 2 Kijkopdracht: Bekijk de DVD Oud zeer, deel 3: een pilletje voor de eenzaamheid (606.3) en beantwoord de vragen Beantwoord de volgende vragen vooral de vragen 1 en 2 dienen uitgebreid te worden beantwoord- n.a.v. de dvd en verwerk de antwoorden in een verslagje (A4-tje). Lever dit verslagje in bij de docent. 1. Wat valt je op in het gedrag (houding, motoriek, geuite klachten, ) van mevrouw gedurende de gehele aflevering? 2. Welke gevolgen heeft haar depressie + angststoornis voor zowel het individueel als het sociaal functioneren van mevrouw? 3. Wat voor soort fobische klachten heeft mevrouw? 4. Hoe zou je de relatie tussen mevrouw en haar vriend willen typeren? 5. Welke factoren hebben vermoedelijk bijgedragen tot het ontstaan van de depressie bij mevrouw? 6. Hoe ontwikkelen haar klachten zich gedurende de opname in het psychiatrisch centrum? 7. Waardoor knapt mevrouw uiteindelijk op? 13

B2 Verplegen van oudere zorgvragers met een depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft kennis over de verpleegkundige zorg bij oudere zorgvrager met een depressie Neem je boek mee, zorg dat je een computer tot je beschikking hebt Boeken: Verplegen van geriatrische zorgvragers, Verplegen in de GGZ ; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie Plezierige activiteitenlijst voor ouderen op (www.ouderenpsychiatrie.nl) Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. Maak gebruik van het antwoordmodel van het boek 1.2 / 2.1/ 2.5 B: begeleiden D: aandacht en begrip tonen F: ethisch en integer handelen K: vakdeskundigheid toepassen R: op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten Keuze Activiteit 1 Maak de vragen die bij praktijksituatie 1,2 en 3 staan in de geriatrische zorgvrager met een depressie. Maak de vragen die bij de praktijksituaties staan in de psychiatrische zorgvrager met een depressie Kijk de vragen na met behulp van de antwoordmodellen van de boeken Activiteit 2 Maak een dagindeling voor een oudere depressieve zorgvrager en motiveer deze. Hou hierbij rekening met : gezondheidsbedreigende factoren, bejegening, structuur stimuleren van zelfwerkzaamheid. Activiteit 3 Heb je in de praktijk al kennis gemaakt met een depressieve zorgvrager? Zo ja, welke symptomen heb je herkend? Ga na welke verpleegkundige interventies werden getroffen. Komen deze overeen met de theorie? Leg uit waarom wel/niet. 14

B1 Verpleegplan van een zorgvrager met een depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie Keuze/verplicht De student heeft een verpleegplan gemaakt m.b.v. een casus over een zorgvrager met depressie Neem je boek mee en zorg voor een computer. Zorg dat je beschikt over de gezondheidspatronen van GORDON en het zakboek verpleegkundige diagnosen Boek: verzorgen van geriatrische zorgvragers; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. Maak gebruik van het antwoordmodel van het boek. 1.1 en 3.5 D: aandacht en begrip tonen H: overtuigen en beïnvloeden J: formuleren en rapporteren K: vakdeskundigheid toepassen M: analyseren Verplicht Activiteit: Maak de competentieopdracht een verpleegkundige diagnose stellen en een verpleegplan maken bij het hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. (gaat over de situatie van mevr. Snoeijer) Maak hiervoor gebruik van het onderstaande model 1. Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in: 2. Orden de gegevens en stel de verpleegkundige diagnoses. Maak hiervoor gebruik van de patronen van Gordon. 3. Zet de actuele verpleegproblemen op een rijtje. 4. Kies de meest urgente en werk deze uit tot een verpleegkundige diagnose ( volgens de PES) 5. Formuleer aansluitend een verpleegdoel volgens de RUMBA 6. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 7. Maak een product en proces evaluatie. 15

B2 Monitoren van een depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft m.b.v. een casus een zorgvrager gemonitord en hiervoor gebruik gemaakt van de MADRS-schaal Neem je boek mee, zorg dat je een computer tot je beschikking hebt. Boek: verplegen van geriatrische zorgvragers ; hoofdstuk verplegen van zorgvrager met een depressie, de MDARS-schaal Op internet: http://www.ouderenpsychiatrie.nl: Klik op praktijk; meetinstrumenten Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied J: formuleren en rapporteren N: onderzoeken Verplicht Activiteit 1 De Montgomery Asberg Depression Rating Scale (MADRS) is de meest gebruikte schaal in de ouderenpsychiatrie om de ernst en het beloop van een depressie bij iemand die nietdementeert vast te leggen. Een score hoger dan 20 duidt op lichte depressiviteit en een score hoger dan 30 op ernstige depressiviteit. Vul de MADRS-schaal (beschreven in het boek) in voor dhr. Hensen uit de casus aan het eind van het hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Wat is je conclusie? 16

B2 Depressie versus Dementie versus Delier Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student een analyse gemaakt van het ziektebeeld Delier en Dementie. De student kan binnen de symptomen van de depressie, dementie en delier verschillen en overeenkomsten herkennen. Zorg dat je beschikt over een computer en onderstaande boeken Theorieboek: verplegen van geriatrische zorgvragers. Het hoofdstuk over het verplegen van patiënten met een delier, hoofdstuk over dementie en hoofdstuk over depressie. Boek: Verplegen in de GGZ (mediatheek) Theorie op internet: - http://geriatrie.venvn.nl/linkclick.aspx?fileticket=zcdu3j22jbi% 3D&tabid=3923 - http://www.ouderenpsychiatrie.nl: - http://www.depressie.org/ - http://www.delirant.info/dreamhc/pagina11.html - http://www.umcutrecht.nl/subsite/valpreventie/richtlijnen/richtli jn-acute-verwardheiddelier/ - http://www.mcl.nl/ik-ben-pati-nt/de-specialismen/klinischegeriatrie/ziektebeelden-geriatrie/delier-acute-verwardheid-/ OLC, thuis, leslokaal Samen met medestudent; bespreken met inhoudsdeskundige. Inleveren van activiteit 3 1.8 verpleegkundige zorg verlenen in specifieke branche K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Verplicht Ria vertelt: Eergisteren heb ik een oude mevrouw opgenomen met een ontregelde diabetes en een open been. Bij het opnamegesprek konden we gewoon met elkaar praten en vertelde ze wat er gebeurd was. En nu, twee dagen later, herkent ze me niet meer. Ze zit maar voor zich uit te staren en suft weg. Ik snap er niets van, ze kwam zo vitaal over. 17

Activiteit 1 Analyseer het ziektebeeld: acute verwardheid/delier en vul onderstaand schema in Activiteit 2 Analyseer het ziektebeeld: dementie en vul onderstaand schema in 18

Activiteit 3 Analyseer het ziektebeeld: depressie bij ouderen en vul onderstaand schema in Activiteit 4 Vul in onderstaand schema de verschillen in tussen delier, dementie en depressie Delier Dementie Depressie Begin Duur symptomen Reactie op symptomen Bewustzijn en aandacht Oriëntatie Concentratie Stemming Geheugen Slapen Spraak Angsten Ziekte inzicht Reactie op medicijnen 19

20

Suïcide Activiteiten Orientatie op suïcide Suïcidaal gedrag: kennis Omgaan met suïcidaal gedrag Een gesprek voeren met een suïcidale zorgvrager. 21

22

B2 Oriëntatie op suïcide Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student heeft zich georiënteerd op suïcide. Zorg dat je beschikt over het boek verplegen in de GGZ Thema Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag theorielokaal Bespreek de uitkomsten van de vragen plenair of in een groepje. 1.7 hanteert crisissituaties 1.8 verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche K. vakdeskundigheid toepassen. V met druk en tegenslag omgaan verplicht Activiteit: Lees de casus en beantwoord de vragen Pieter was een begaafde jongen. Hij studeerde economie. Hij had een lief vriendinnetje en speelde fanatiek Hockey. Hij zag er goed uit en kon daarom als bijbaantje regelmatig wat modellenwerk doen. En nu is Pieter dood. Hij is gesprongen van : de Hoge Wiek een studentenflat aan de Maasboulevard in Rotterdam. Die ochtend ging hij nog naar college, stuurde hij zijn vriendin nog een lief sms-je en belde hij zijn ouders om de eetafspraak van die avond te bevestigen. Toen pakte hij zijn fiets, reed naar de flat en pakte de lift naar de 15 e verdieping.. Daar stapte hij op het dakterras uit, liep naar de reling, klom erover heen en sprong naar beneden. Aan de hand van zijn collegekaart in zijn portemonnee werd hij geïdentificeerd en werden zijn ouders ingelicht. Zijn ouders bleven achter vol vragen en schuldgevoel. Zij hebben nooit geweten dat Pieter zich depressief zou hebben gevoeld, hij klaagde wel eens over zijn studielast en twijfelde wel eens over zijn relatie of studiekeuze, maar lachte dit tegelijkertijd altijd weer weg. - Beschrijf de gevoelens die deze casus bij je oproept. - Welke mening heb jijzelf ten aanzien van het gedrag van Pieter? - Kun je bedenken of er aanleiding was voor Pieter om tot deze suïcide te komen? - Kun je in het algemeen motieven en omstandigheden bedenken waarom iemand tot zelfdoding zou kunnen komen? Schrijf er 5 op. - Kun je psychiatrische ziektebeelden bedenken die een verhoogd risico geven tot zelfdoding? Schrijf er 4 op en motiveer hierbij ook je antwoord - Kun je uit de casus gedragingen van Pieter herkennen die zouden kunnen wijzen op suïcide gedrag? - Kun je zelf nog signalen bedenken die zouden kunnen wijzen op suïcide? - Welke mening heb jijzelf ten aanzien van het gedrag van Pieter? - Bespreek je antwoorden na onder begeleiding van een docent. 2. Discussieer met elkaar over de volgende uitspraken: - Mensen die zich echt willen suïcideren, doen het meteen goed - Mensen die een suïcidepoging doen, proberen aandacht te krijgen - Mensen die over suïcide praten, doen het niet. 23

B2 Suïcidaal gedrag: kennis Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student heeft de verschillende vormen van suïcidaal gedrag bestudeerd en beschreven. Zorg dat je beschikt over het boek verplegen in de GGZ Thema Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag theorielokaal Bespreek de uitkomsten van de vragen plenair of met een groepje van 3-4 studenten 1.8 verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche K. vakdeskundigheid toepassen. verplicht Activiteit Je maakt een samenvatting van de theorie over de verschillende vormen van suïcidaal gedrag. 1. Lees in je boek het hoofdstuk dat gaat over het verplegen van mensen met suïcidaal gedrag. Maak een samenvatting uit dit hoofdstuk waarin de onder beschreven begrippen in ieder geval uitgelegd worden: o Suïcide o Tentamen suïcide o Suïcidaal gedrag o Suicide-ideatie 2. Bekijk samen met medestudenten een video waarin suïcide besproken wordt. Formuleer per subgroepje 3 vragen of observaties die je klassikaal na wil bespreken. 24

B2 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze Omgaan met suïcidaal gedrag De student heeft de verpleegkundige zorg voor een zorgvrager met suïcidaal gedrag in kaart gebracht. Zorg dat je beschikt over het boek verplegen in de GGZ Thema Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag Theorielokaal Bespreek de uitkomsten van de vragen plenair of met een groepje van 3-4 studenten 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche 2.1 Begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid C begeleiden J formuleren en rapporteren K. vakdeskundigheid toepassen. M analyseren verplicht Activiteit: Je gaat de verpleegkundige zorg in kaart brengen van de zorgvrager met suïcidaal gedrag 1. Lees praktijksituatie 2 en beantwoord de vragen : - Beschrijf specifiek de signalen van een dreigende suïcide. - Welke fasen zijn te herkennen bij een zorgvrager die suïcidaal is. - Welke houdingsaspecten van de verpleegkundige zijn belangrijk? Wat maakt het moeilijk om met een suïcidale zorgvrager om te gaan? - Wat zijn de valkuilen? - Welke acties ga jij ondernemen? Hoe creëer jij een veilige situatie? - Beschrijf de relevante verpleegkundige zorg voor een suïcidale zorgvrager. - Welke mogelijkheden, maar ook onmogelijkheden heb je als verpleegkundige? - Hoe kun je werken met de suïcide intensieschaal bij deze zorgvrager? 2. Jij begeleidt een zorgvrager na een tentamen suïcide. De meest voorkomende verpleegkundige diagnoses na een suïcidepoging zijn : - Inadequate stresscoping - Gevoel van falen (suïcide is niet gelukt) - Opnieuw in de groep komen - Begeleiden van familie - Vrijheden / mobiliteit / zelfverantwoordelijkheid - Medicatie en medicatietrouw - Daginvulling Sluit je aan bij een subgroep en zet de antwoorden op een flap. Schrijf bij deze verpleegkundige diagnoses zo veel mogelijk interventies op. 3. Lees de competentieopdracht en beschrijf de verpleegkundige interventies. Wissel je antwoorden uit met een medestudent en vervolgens plenair. 25

B2 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze Een gesprek voeren met een suïcidale zorgvrager. De student heeft in een rollenspel een gesprek geoefend met een suïcidale zorgvrager Zorg dat je beschikt over het boek verplegen in de GGZ Thema Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag theorielokaal Bespreek de uitkomsten van de vragen plenair of met een groepje van 3-4 studenten 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche 2.1 Begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid A beslissen en activiteiten initiëren D aandacht en begrip tonen C begeleiden K. vakdeskundigheid toepassen. R op de behoeften en verwachtingen van de klant richten verplicht Activiteit: Je gaat tijdens een rollenspel een gesprek voeren met een suïcidale zorgvrager 1. Beschrijf de belangrijkste aandachtspunten tijdens de gespreksvoering met een suïcidale zorgvrager. 2. Oefenen met gesprekken in 3 tallen : Degene die de zorgvrager speelt kiest uit : - niet meer suïcidaal - denkt nog steeds aan suïcide - is nog erg suïcidaal en heeft een plan, is bijv. tabletten aan het sparen Als je het gesprek gaat voeren geef je vooraf aan waar je feedback op wilt hebben van de observant. Je oefent met de onderstaande situaties waarbij je de rol meer inhoud kunt geven door de casus aan te vullen. bijv. heb je een baan/partner/conflicten/verlof/kinderen/de achterliggende reden/etc. 1. Een depressieve zorgvrager, 45 jaar, mw. Zwart, is opgenomen vanwege een suïcidepoging met pillen. Ze is nu een week op de afdeling en het lijkt beter met haar te gaan. Ze is actiever met het verzorgen van zichzelf en maakt regelmatig een praatje met de andere zorgvragers. Ze vraagt aan jou of ze even naar buiten mag voor een wandeling. 2. Een zorgvrager met borderline - problematiek, 25 jaar, mw. Zager, is van het balkon gesprongen en heeft een gebroken enkel. Ze kan nog niet goed uit de voeten loopt met krukken, en ligt veel op bed. Ze vraagt aan jou om pijnstillers, ze heeft nog veel pijn aan haar voet. 26

Bipolaire stoornissen Activiteiten Verpleegkunde Oriëntatie bipolaire stoornis Zorgvrager met bipolaire stoornis: van opname tot ontslag [keuze uit 7 verschillende activiteiten] Psychopathologie Manie (bipolaire stoornis) 27

B2 Oriëntatie bipolaire stoornis Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft zich georiënteerd op de bipolaire stoornis, waaronder de manie Neem je boek (en) mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg www.platformggz.nl Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8; verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Verplicht Activiteit 1 Oriënteer je op het begrip stemming en emotie door onderstaande vragen te beantwoorden. Vergelijk jouw antwoorden met een medestudent en bespreek eventueel onduidelijkheden met de docent. Heb je wel eens dat je heel erg vrolijk bent, of extreem druk bent? Dat je wel eens veel meer koopt dan je geld hebt en dan bedenkt: ach, het komt wel goed. Bedenk eens goed of er een aanleiding voor was? Voelde het goed, of vond je het juist vervelend? Hoe waren de reacties uit je omgeving? Hoe vond je die reacties? Bespreek in een groepje jouw antwoorden en stel met elkaar een lijst op met verschillen en overeenkomsten. Bespreek in je groepje het verschil tussen een emotie en stemming. Activiteit 2 Oriënteer je op de bipolaire stoornis. Kijk de DVD: BNN je zal het maar hebben manie. Vul daarna onderstaand schema in. Vergelijk jouw antwoorden met een medestudent en bespreek eventueel onduidelijkheden met de docent. 28

Als je veel tijd hebt kun je ook de DVD bekijken en het schema invullen. Manische symptomen Depressieve symptomen 29

B2 Psychopathologie manie (bipolaire stoornis) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft zich verdiept in de psychopathologie en kan de bijhorende begrippen benoemen en uitleggen. Neem je boek (en) mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg en bijbehorende antwoordmodel www.trimbos.nl www.platformggz.nl www.ggz.startpagina.nl www.verpleegkundepsychiatrie.nl Mindmap: http://www.hoedoe.nl Boek: DSM-IV-TR Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8; verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Keuze Activiteit 1 Beantwoord onderstaande vragen in een mindmap en vergelijk jouw antwoord met een klasgenoot. Stel je vragen aan de docent. Maak een mind-map van: Symptomen van de manie, waarin je een verdeling maakt tussen psychologische, somatische en sociale aspecten. Mogelijke oorzaken van de manie. Uitleg van de begrippen manie, hypomanie en maniform, Cyclothyme stoornis, bipolaire I stoornis, bipolaire II stoornis 3 verschillende soorten therapieën/ behandelingswijzen voor een manie. Zet tegenover de symptomen van de manie; de andere uiterste van de depressie. Activiteit 2 Maak praktijk 2 welke gaat over de casus van Peter. Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg hoofdstuk verplegen van cliënten met een stemmingsstoornis. Controleer je antwoorden met het bijbehorende antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff 30

B1/B2 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie Zorgvrager met bipolaire stoornis: van opname tot ontslag De student heeft een standaardverpleegplan opgesteld voor een zorgvrager met een bipolaire stoornis Zorg dat je beschikt over het boek verplegen in de GGZ en het bijbehorende antwoordmodel Zorg dat je beschikt over het sjabloon verpleegplan opstellen, zakboek verpleegkundige diagnose en/of verpleegkundige diagnose in de psychiatrie (Townsend) Verplegen in de GGZ, het hoofdstuk over het verplegen van cliënten met een verslaving School of thuis, internetaansluiting Vergelijk en bespreek je verpleegplan met je studiegenoten Stel leervragen aan de docent 1.1 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt en zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 3.5 Evalueert de zorgverlening Verplicht/keuze C: begeleiden D: aandacht en begrip tonen F: ethisch en integer handelen G: relaties bouwen en netwerken J: formuleren en rapporteren K: vakdeskundigheid toepassen M: analyseren R: op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Verplicht Activiteit 1 Maak de onderstaande workshop welke bestaat uit 7 activiteiten. Deze workshop volgt een manische zorgvrager van opname tot ontslag. Lees de casus aandachtig door Casus: Joep van Meteren wordt met de ambulance opgenomen op de gesloten PAAZ afdeling van het Binnenhofziekenhuis. Joep is 25 jaar en woont nog bij zijn ouders. De afgelopen weken was Joep anders dan anders. Volgens zijn ouders sliep Joep steeds minder, was hij s nachts bezig met Bijbelse teksten. Joep at niet meer mee, hij had er geen tijd voor want hij was bezig met allerlei sms, msn, hyves en chatsites. Hij was op zijn werk met een conflict weggegaan en zijn ouders kregen niet duidelijk wat de oorzaak was. In de straat waar Joep woont was hij alle buren langsgegaan om hen te waarschuwen voor wat komen zou. Eerst alleen bij die buren die wilde luisteren, maar het nam steeds extremere vormen aan. Afgelopen nacht belde hij bij iedereen aan en diegenen die niet open deden kregen een steen door de ruit. Met een megafoon liep hij rond en zong hij onverstaanbare liedjes. Naar zijn ouders en naaste buren die hem naar binnen wilde halen reageerde hij dreigend en agressief. De gealarmeerde politie had Joep tenslotte overmeestert en meegenomen. Via de politiearts is de acute dienst ingeschakeld die Joep liet opnemen met een IBS 31

- Bespreek in een groepje waar je op zou letten als je verpleegkundige zou zijn op de afdeling waar Joep van Meteren opgenomen wordt. Stel met elkaar observatiecriteria met betrekking tot de opname op. Waar zou je tijdens het opname gesprek op letten. Wat zou je vragen en waarom? Wat doe je wel en wat doe je niet? Maak eventueel gebruik van de opdrachten psychische functies uit de beginnersfase. - Neem een opnameformulier vanuit je eigen instelling. Vul een opnameformulier in voor Joep van Meteren. Zie ook: http://www.pvp.nl/teksten/brochure-gedwongen-opname.htm Activiteit 2 Maak een rapportage voor een manische zorgvrager. - Schrijf een rapportage (die voldoet aan de richtlijnen) over de vervolg casus van Joep van Meteren. Vervolg casus: Joep is op de afdeling erg onrustig. Hij klampt ook hier iedereen aan over zijn missie op aarde en het naderend einde van de wereld. De medepatiënten worden hier angstig van en gaan Joep uit de weg. Joep laat zich daardoor echter niet weerhouden en gaat ze achterna, loopt ongevraagd hun kamers op en houdt ze ook gewoon letterlijk vast. Dit heeft al bijna tot een handgemeen geleidt. Joep zijn zelfzorg laat erg te wensen over; hij heeft kleding aan met veel vlekken, waar hij dag en nacht in loopt. In de 24 uur dat hij nu op afdeling is, is het niet gelukt hem onder de douche te krijgen of maar zijn tanden te laten poetsen. Hij zegt steeds dat hij het zal gaan doen, maar maakt ondertussen alleen een chaos van zijn kamer. Die nacht lukt het Joep niet om op bed te blijven. Gelukkig blijft hij wel op zijn kamer maar is dan met allerlei krantenknipsels bezig, die hij uitscheurt. Eten en drinken gaat tussendoor, met veel geknoei, want ook dan doet Joep meerdere dingen tegelijk. De verpleegkundigen en medepatiënten zien een spoor van ravage waar Joep langs is geweest: Overal krantenknipsels, snippers, tijdschriften, lijm, bekertjes, gemorste vloeistoffen, etenswaren, alle lichten aan, muziek luid, TV aan. - Draag je rapportage schriftelijk en mondeling over aan de leden van je subgroep. - Bedenk met elkaar verpleegkundige acties om het gedrag en de onrust van Joep te structureren. - Verwerk dit in een dagprogramma voor Joep. Motiveer elk onderdeel uit het dagprogramma. 32

Activiteit 3 Maak een standaard verpleegplan. - Zoek vijf standaard verpleegkundige diagnoses bij een manische zorgvrager. Bespreek met klasgenoten in hoeverre deze standaarden van toepassing zijn op Joep van Meteren. - Bedenk met elkaar voor elke verpleegkundige diagnose 10 verpleegkundige interventies. - Ga met zijn allen na of het alleen verpleegkundige interventies moeten zijn of dat jullie ook in het verpleegplan andere disciplines in moeten schakelen en waarvoor. Activiteit 4 Verdieping kennis medicatie manie: Vervolg casus Joep van Meteren weigerde zijn medicatie. Gevaar voor uitputting dreigde en tevens werd hij een gevaar voor zijn omgeving. Medepatiënten werden onrustig en enkele zorgvragers met schizofrenie werden weer psychotisch. Joep is daarop gesepareerd. Deze separatie duurde 2 weken, waarna Joep aan de hand van een fase programma weer langzaam aan gemobiliseerd is naar de afdeling. Ondertussen heeft Joep medicatie gekregen. Eerst onder dwang sedativa en neuroleptica i.m. Later wilde Joep dit wel per os innemen en kreeg hij er een stemmingsstabilisator bij. Dat is nu 4 weken geleden en Joep is inmiddels 2 weken op spiegel. Joep is rustig aanwezig, zelfs een beetje teruggetrokken. Joep is vriendelijk in contact en coöperatief. In gesprek komt het regelmatig terug op zijn manische periode. Joep schaamt zich hier enorm voor. Aanstaand weekend mag hij voor het eerst weer naar huis; hij ziet er als een berg tegenop op om zijn buren onder ogen te moeten komen. - Zoek voor de genoemde medicatie uit wat de werking en bijwerkingen zijn en geef bij elke groep 2 voorbeelden (merknaam en stofnaam). - Zoek naar specifieke aandachtpunten bij de gevonden medicatie. - Vergelijk de antwoorden met elkaar en vul je eigen gegevens aan met nieuwe informatie van je klasgenoten. - Orden voorgaande vragen in je zak repertorium. - Bespreek de uitkomsten klassikaal met de docent. Activiteit 5 Gesprek aangaan met een manische zorgvrager. Maak tweetallen en verdeel de rollen voor onderstaande opdrachten: - Ga een individueel gesprek met Joep over zijn angst/schaamte. De anderen observeren en geven feedback (gebruik daarvoor feedbackformulieren uit ondersteunende materialen). - Maak met Joep een programma voor zijn verlofdag. De anderen observeren en geven feedback (gebruik daarvoor feedbackformulieren, zie ondersteunende materialen). - Pas met elkaar het verpleegplan aan op de uitkomsten van dit gesprek. - Bespreek klassikaal de bijzonderheden van beide opdrachten na. 33

Activiteit 6 Verpleegkundige benadering. Maak onderstaande vragen. Hoe moet je je als verpleegkundige nou opstellen?. Aan de ene kant is het jouw taak de veiligheid te bewaken door het stellen van grenzen en structuur te bieden. Maar in de acute fase is de zorgvrager daar niet coöperatief in. Zijn stemming wisselt snel. Hij kan ad rem en gevat zijn, seksueel getinte opmerkingen naar jou maken, maar hij kan ook ineens boos of zelfs agressief naar jou toe zijn. Escalaties en separaties zijn een reëel risico bij manisch gedrag. Er gebeurt vaak veel tijdens zo n opname. Wanneer zijn stemming dan uiteindelijk weer gestabiliseerd is het belangrijk om een goed contact te hebben. Vooral het stukje schaamte, zelfbeeld en toekomstperspectief hebben veel aandacht nodig. - Ga bij jezelf na wat het gedrag van een manische zorgvrager bij jou op zou roepen? - Wat zijn de sterke punten van jou in deze bejegening, waar zie je tegenop, of denk je meer moeite mee te hebben. - Bespreek de uitkomsten in je subgroep en adviseer elkaar hoe met je eigen kwaliteiten en uitdagingen om te gaan ten aanzien van een manische zorgvrager. - Formuleer een leerdoel m.b.t. de bejegening van een manische zorgvrager voor je POP op je stageplaats. Verwerk in je PAP de aanpak hiervan. Activiteit 7 Verdieping terugvalpreventie. Maak onderstaande vragen en hou een posterpresentatie Het ontslag van Joep van Meteren zit eraan te komen. Hij is 6 weken geleden van de gesloten unit naar de open unit overgeplaatst en de stijgende lijn heeft zich doorgezet. De verloven verlopen goed, maar in afgelopen 6 weken heeft Joep erg hard aan zijn herstel gewerkt. Vooral aan het stukje schaamte, zelfbeeld en toekomstperspectief. Natuurlijk zijn hier ook de ouders van Joep bij betrokken geweest. Vooral ook omdat Joep nog bij zijn ouders thuis woont. Dit gebeurde in de vorm van psycho-educatie. - Zoek in de literatuur, op internet naar therapieonderdelen die in het kader staan van terugval preventie, zoals psycho-educatie. - Geef bij elk onderdeel een korte uitleg en maak daar een posterpresentatie van. Neem hierin in ieder geval psycho-educatie vast mee. - Presenteer de posters klassikaal aan elkaar. - Elke subgroep kiest van de posterpresentaties 1 therapieonderdeel die hij uitwerkt aan de hand van de casus van Joep. Als de casus te weinig gegevens biedt mag je natuurlijk alle andere gegevens gebruiken die binnen het ziektebeeld zelf passen. 34

Psychotische stoornissen en schizofrenie Activiteiten Psychotische stoornissen: ziektebeelden Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 1 Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 2 35

36

B2 Psychotische stoornissen ziektebeelden Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft de verschillende psychotische stoornissen in kaart gebracht. Bestudeer literatuur uit je boek en bezoek sites. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg Theorielokaal Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8; verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken verplicht Activiteit : Je gaat de verschillende soorten psychotische stoornissen beschrijven 1. Beantwoord de volgende vragen: - beschrijf de verschillende subtypen van schizofrenie - van welk type is er in de volgende casus sprake? Een 24 jarige man had lopen tobben over zijn leven. Hij beweerde dat hij zich niet goed voelde, maar kon zijn nare gevoelens niet verklaren. Toen hij was opgenomen had hij aanvankelijk contact met mensen gezocht, maar enkele dagen later werd hij in een starre houding aangetroffen, met zijn benen merkwaardig verwrongen. Hij weigerde met iemand te spreken en deed alsof hij niet kon zien of horen. Zijn gezicht was een uitdrukkingsloos masker. Enkele dagen later begon hij te spreken, maar zijn spraak bestond alleen uit het dwangmatig naspreken van anderen ( echolalie). De vraag hoe heet je? beantwoordde hij bijvoorbeeld door te zeggen Hoe heet je?. Hij kon zichzelf niet verzorgen en moest worden gevoed. 2. Vul de onderstaande tabel in en vergelijk je antwoorden met een medestudent: Stoornis Korte psychotische stoornis Verschijnselen Schizofreniforme stoornis 37

Stoornis Waanstoornis 6 typen Verschijnselen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Schizoaffectieve stoornis 38

B2 Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 1 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft de verpleegkundige zorg voor een zorgvrager met psychotische klachten beschreven. Bestudeer literatuur uit je boek en bezoek sites. Boek: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg Theorielokaal Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de nabespreking.. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.5 Monitoren van gezondheidstoestand op somatische n psychosociaal gebied. 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. D aandacht en begrip tonen H overtuigen en beïnvloeden J formuleren en rapporteren K vakdeskundigheid toepassen M analyseren N onderzoeken verplicht Activiteit: Je gaat de verpleegkundige zorg voor de zorgvrager uit de casus beschrijven. Lees de casus en beantwoord de vragen. Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Jan is een man van midden in de zestig. Hij komt uit een gezin met 4 kinderen. Tot zijn 60 ste werkte hij als grondwerker bij een bedrijf. Dit werk ging hem redelijk af. Hij was altijd op tijd op zijn werk en was nooit te beroerd om wat extra s te doen. Jan woont bij zijn moeder. Door zijn omgeving wordt hij als abnormaal beschouwd en wordt hij gepest. Op het werk had Jan tot zijn 45 ste geen problemen. Hij deed zijn best en er gebeurde weinig opzienbarends. Op een gegeven moment veranderde hij geleidelijk. Hij verscheen soms te laat op zijn werk, maakte zijn werk niet af of werkte juist door in de pauze. De blik in zijn ogen veranderde en soms leek het of hij ergens bang voor was. Hij begon zich steeds meer terug te trekken. Thuis ging hij vaak al om negen uur naar bed, terwijl hij voorheen om elf uur naar bed ging. Hij werd steeds stiller en als zijn moeder hem vroeg wat er aan de hand was, viel hij tegen haar uit. Toen Jan weer eens op zijn werk werd gepest, werd hij vreselijk boos, pakte een mes en wilde iemand te lijf gaan. Zijn collega s konden hem met moeite overmeesteren en hem in bedwang houden. Een paar dagen later liep Jan s nachts ongekleed over straat. Hij vloekte en tierde en zei dat hij door de duivel was bezeten. Hierna werd hij opgenomen op een psychiatrische afdeling. Therapieën hielpen niet en hij ging zich steeds vreemder gedragen. Hij uitte vreemde klanken, maakte vreemde gebaren, vloekte en spraak steeds over de duivel. Soms was hij heel stil. Hij trok zich dan terug op het toilet en zei dagenlang niets. Hij liet zijn baard groeien en niemand mocht aan hem komen. Uiteindelijk belandde hij op een afdeling voor langdurige zorg en behandeling. 39

Jan verblijft nu 3 jaar in het gesloten gedeelte van deze afdeling. Hij gaat zijn eigen gang en leeft in zijn eigen wereld. Als hij praat heeft hij het vaak over de duivel en lacht daar vreemd bij. Hij kijkt je niet aan en reageert niet op wat je zegt. Hij eet normaal en neemt geen medicijnen in. Hij is niet gevaarlijk voor zichzelf of voor anderen. Als hij niet in het gesloten gedeelte verblijft loopt hij weg. Onlangs kwam zijn 90 jarige moeder op bezoek. Jan schreeuwde en schold haar uit, trok zich de haren uit zijn hoofd en zei dat ze de duivel was. Nadien was hij weer rustig. Op zijn broer reageerde hij wel rustig. 1. Welk gedrag/verschijnselen vallen je op in de casus? 2. Welke verpleegkundig diagnosen vermoed je en welke aanwijzingen heb je hiervoor? Beschrijf deze volgens de PES. 3. Welke aanvullende informatie heb je nog nodig om de vermoedelijke verpleegkundige diagnosen te bevestigen? 4. Beschrijf de verpleegdoelen. Let op haalbaarheid. 5. Beschrijf de verpleegkundige interventies. Leg uit waarom je deze geschikt vindt. 6. Van welke stoornis is hier vermoedelijk sprake en waarom? 7. Welke therapeutische benadering lijkt je geschikt en waarom? 40

B2 Psychotische stoornissen verpleegkundige zorg 2 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft de verpleegkundige zorg voor zorgvragers met psychotische klachten beschreven. Bestudeer literatuur uit je boek en bezoek sites. Boek: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg Theorielokaal Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de nabespreking. 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. D aandacht en begrip tonen H overtuigen en beïnvloeden K vakdeskundigheid toepassen verplicht Activiteit: Beschrijf de verpleegkundige zorg en aandachtspunten van de zorgvragers uit de casussen. Bespreek je antwoorden met medestudenten Casus 1. Hein zit met de andere zorgvragers aan tafel voor de maaltijd. Hij eet niet, zit voor zich uit te staren. Snuift in de lucht, buigt zich voorover en ruikt aan de melk die hij heeft ingeschonken. Daarna kijkt hij nadrukkelijk naar het brood dat hij gesmeerd heeft, ruikt en proeft voorzichtig, Hij trekt een vies gezicht: Ammoniak..het eten is overstuur, zegt hij fel tegen jou. Hij schuift de boterhammen en de melk van zich af. Een angstige uit drukking lijkt over zijn gezicht te trekken. Hij schuift zijn stoel achteruit en loopt weg van tafel. Casus 2. Gert loopt onrustig door zijn slaapkamer. Het is midden op de dag, maar hij heeft de gordijnen dicht. Zo nu en dan doet hij de handen op zijn oren. Hoor je dat?zegt hij half in zichzelf, half tegen jou. Helikopters. Wat een herrie!!!. Hoe kan ik zo tot rust komen? Ik wordt er gek van straks vallen ze aan!!!!! Casus 3. Bas komt met grote, opengesperde ogen naar je toe lopen en zegt: Jullie praten via de krant over mij, toch? Jullie hebben me vannacht ook ingestraald, dat heb ik gevoeld. Hij kijkt je wantrouwend aan. Casus 4. René loopt in zijn witte kleren te pronken over de afdeling. Een brede glimlach. Tijdens de maaltijd vertelt hij je dat hij binnenkort de loterij gaat winnen en vervolgt: Dan ga ik een dikke Jaguar kopen en bij mijn broer werken die ook miljonair is. Hij heeft een platenmaatschappij en ook ga ik een cd opnemen, want ik ben een superstar, ik ben Jezus. 41

Casus 5. Ben komt terug op de afdeling. Het eerste wat hij tegen je zegt is : De zwarte jas is weg. En inderdaad het klopt. De zwarte jas, van een andere zorgvrager Kees, die altijd aan de deur hangt is weg. Ben vervolgt: Dit heeft voor mij kwade gevolgen, ik weet het zeker, ik ben bang 42

Angststoornissen Activiteiten Verpleegkunde Oriëntatie op angststoornissen Herkennen en benoemen van angst Verpleegplan opstellen bij angststoornissen Psychopathologie Angststoornissen 43

44

B2 Oriëntatie op angststoornissen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft zich georiënteerd op angststoornissen. Neem je boek (en) mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8; verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Keuze Activiteit 1 Beantwoord individueel onderstaande vragen: 1. In welke situaties ben jij wel eens angstig geweest? 2. Welke gevoelens en gedachten riep dat bij je op? 3. Hoe ben je ermee omgegaan? 4. Heb je er anderen bij betrokken? 5. Heb je wel eens iemand geholpen die angstig was? 6. In welke situaties vond jij het gevoel van angst prettig? 7. Welke gevoelens kreeg je daar dan bij? Activiteit 2 Bespreek in een groepje de antwoorden op de vragen uit activiteit 1. Beantwoord daarna gezamenlijk de onderstaande vragen. Vraag gericht feedback aan de docent. 1. Bedenk uit je hoofd allerlei spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes die met angst te maken hebben. Maak daarvan een lijst. 2. Zoek op internet verder en vul je lijst aan. 3. Is er een verschil tussen angst en vrees? 4. Vul onderstaande tabel in met enerzijds de positieve kanten van angst en anderzijds de negatieve kanten van angst. Positieve aspecten van angst Negatieve aspecten van angst 45

B2 Herkennen en benoemen van angst Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student kan angst herkennen en benoemen. Neem je boek (en) mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg. Hoofdstuk met betrekking tot verplegen van cliënten met een angststoornis Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8; verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche. K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Keuze Activiteit 1 Vul individueel het onderstaande schema in. Vergelijk dit met een klasgenoot. Vraag gerichte feedback aan de docent. Zichtbaar gedrag Lichte angst Matige angst Hevige angst Psychologische Symptomen Lichamelijke Symptomen 46

Activiteit 2 Maak praktijk 1 uit het hoofdstuk verplegen van cliënten met een angststoornis. Deze praktijksituatie gaat over De heer de Groot, Stefanie en Christel. 1. Maak de vragen bij de praktijksituatie. 2. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. 3. Controleer de antwoorden met behulp van het antwoordmodel verplegen in de geestelijke gezondheidszorg van ThiemeMeulenhoff 4. Stel je overgebleven vragen aan de docent. Activiteit 3 Zoek in de mediatheek Dvd s die gaan over angststoornissen. Deze kun je zoeken in de serie van BNN je zal het maar hebben. Als je meer tijd hebt is een aanrader de DVD: angststoornissen van de VPRO. Ook zou je zelf op zoek kunnen gaan naar de speelfilm: As good as it gets met Jack Nicholson uit 1997. Beantwoord bij het kijken naar de film onderstaande vragen: 1. Welke symptomen van angst herken je? 2. Welk gedrag zie je daarbij? 3. Om welke stoornis zou het gaan? 4. Hoe gaat de persoon er zelf mee om? 47

B2 Psychopathologie angststoornissen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht De student heeft zich verdiept in angststoornissen Neem je boek (en) mee, zorg dat je de beschikking hebt over een computer. Boeken: Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg DSM IV TR http://www.nationaalkompas.nl http://www.ggzrichtlijnen.nl ; www.psyq.nl www.trimbos.nl ; www.cbo.nl http://www.hoedoe.nl Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.8 K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken Verplicht Activiteit 1 Vul het onderstaande schema in. Vergelijk het met een klasgenoot. Vraag gerichte feedback aan de docent. 1.Paniekaanval (beschrijf hier wat het is) Symptomen DSM IV TR Ontstaan Prevalentie Man vrouw Therapie 2.Agorafobie (beschrijf hier wat het is) 3.Specifieke fobie (beschrijf hier wat het is) 48

4.Sociale fobie (beschrijf hier wat het is) Symptomen DSM IV TR Ontstaan Prevalentie Man vrouw Therapie 5.Obsessiefcompulsieve stoornis (beschrijf hier wat het is) 6.Posttraumatische stress stoornis (beschrijf hier wat het is) 7.Acute stress stoornis (beschrijf hier wat het is) 8.gegeneraliseerde Angststoornis (beschrijf hier wat het is) 9.Angststoornis door een middel (beschrijf hier wat het is) 49

Activiteit 2 Nu je de theorie hebt uitgezocht kun je vast een mindmap (zie website hoedoe.nl) maken van de antwoorden op onderstaande vragen. Mocht je de vragen niet kunnen beantwoorden zul je weer verder moeten zoeken naar theorie. Maak een mindmap waarin je antwoord op onderstaande vragen een plekje geeft: - Welke angststoornissen worden er in de DSM-IV-TR beschreven? - Welke symptomen heeft elke angststoornis? - Hoelang duurt paniek? - Wat is anticipatieangst? - Noem 4 verklaringsmodellen voor angst? - Noem 3 behandelwijzen die bij angst gebruikt kunnen worden? - Wat is het verschil tussen obsessies en compulsies? - Wat is exposure in vivo? - Wat is responspreventie? - Wat is EMDR? 50